372 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Donderdag 27 December 1923, Voortzetting der vergadering op Vrijdag 28 December. wordt gemaakt dit te doen tegen een verminderd tarief, opdat het gebruik van electriciteit in de huishouding toeneme. Spreker veronderstelt dat bij een prijs overdag van 14 a 15 cent per K.W.U. het bedrijf geen schade, maar voordeel van een dergelijk gebruik zou hebben. Hij geeft zijn denkbeeld, dat het vorig jaar ook door de j Vereeniging van Huisvrouwen in haar adres is geopperd, in ernstige overweging en hoopt dat Burgemeester en Wethouders in den kortst mogelijken tijd met een op lossing mogen komen. In Amsterdam en Rotterdam is deze kwestie al lang opgelost. Men moet de electriciteit een kans geven ook in het huisgezin ingeburgerd te I worden, omdat daaraan een niet te onderschatten gerief is verbonden. Bovendien zou een dergelijke regeling ook voor het Provinciaal Electriciteitsbedrijf voordeeliger zijn im mers zonder dat het bedrijf vergroot behoeft te worden, j kan meer stroom worden afgeleverd. Dit bevordert een voordeelige exploitatie, iets waarbij wij allen belang hebben. Voorts vraagt spreker om ook vanwege dit bedrijf of in de richting door den heer Van der Schoot aange wezen, of op de wijze door spreker voorgedragen den verbruikers advies te geven omtrent de beste en voor- deeligste electrische apparaten in de huishouding. Hij zal in dien geest nog geen voorstel doen, maar afwach ten wat door Burgemeester en Wethouders wordt ge zegd. Mevrouw Buisman—Blok Wijbrandi sluit zich aan bij het betoog van den heer K. de Boer. Zij herinnert aan het antwoord van Burgemeester en Wethouders in de vorige memorie van antwoord: ,,met den directeur zal worden overlegd, of een prijsbepaling voor huishoude lijke doeleinden in den geest van de Amsterdamsche regeling mogelijk is". Spreekster weet niet of uit het overleg is gebleken dat de mogelijkheid bestaat. Bij het bestaande tarief is het gebruik van electriciteit voor de huishouding veel te duur. Verminderde men echter den prijs maar een i weinig, dan verwacht spreekster een verbazende toe- J name van het gebruik. Nu komt een electrische kachel 1 voor een kamer van 5 X 5 op 1.50 per uur. Nu, dat is niet te doen. Daarom gelooft spreekster dat, om het gebruik in de huishouding te doen toenemen, men daarvoor een lager tarief moet instellen. Want het be valt overigens zoo uitstekend. En dan zal men het niet alleen gaan gebruiken voor verwarming, maar ook voor koken etc. De heer Westra wenscht ook een enkele opmerking j te maken. In de eerste plaats over de straatlantaarns. Toen het voorstel tot verandering van de straatverlichting in be handeling kwam, werden twee denkbeelden geopperd: het eerste, om nieuwe lantarens te gebruiken op het oude net en het tweede, om nieuwe kabels te leggen en de oude lantarens te gebruiken. Het laatste is aange nomen. Maar toch zag spreker overal nieuwe lantarens geplaatst. Zelfs de enkele gaslantaren, die nog is over gebleven, is vernieuwd en óf op dezelfde óf op een andere plaats weer neergezet. Voorts laat de verlichting bij de Roomsch-Katholieke kerk in de Speelmanstraat te wenschen over. Als de menschen 's avonds uit de kerk komen is het er stik donker. Wel staat er een lantaren, maar ze geeft geen licht. Spreker zag hierin gaarne verbetering gebracht. De heer Dijkstra vraagt, hoe ver de verbetering van de straatverlichting is gevorderd. Is die al heelemaal voltooid, of wat ontbreekt er nog aan Dit in verband ook met de vraag van den heer Westra. Voorts hoe het staat met het indertijd voor die verbetering toegestane crediet van 326.000.Spreker acht het van belang, om, nu de voltooiing nadert, te weten hoe het met dé financiëele kant van de zaak staat. De heer Van der Schoot vraagt de aandacht voor de minder goede verlichting van de Weerklank bij het Hoogpad. De heer Scheltema (wethouder) antwoordt den heer De Boer, dat de kwestie van het beschikbaar stellen van goedkoope stroom voor huishoudelijk gebruik, reeds een paar maal in de Gascommissie is besproken. De zaak zit hier op vast, dat men nog geen geschikte meters heeft kunnen vinden voor de controle. Hierover is een onderzoek gaande en de zaak is in handen van den directeur om advies. Wat betreft de verlichting in de Speelmansstraat en in verband daarmede de vraag van den heer Dijkstra: Men is nog bezig met de verlichting binnen de grachten in orde te maken. Buiten de grachten is alles klaar. Omtrent de verlichting van de Weerklank zal een onderzoek worden ingesteld. Wat betreft de credieten uit een mededeeling van de directie is gebleken dat die voldoende zullen zijn. De heer K. de Boer heeft van den wethouder gehoord, dat het vraagstuk van de goedkoope stroom voor huis houdelijk gebruik bij den Directeur om advies is. Nu is deze kwestie al meer dan een jaar oud en het is dus buitengewoon vreemd, waar andere gemeenten reeds lang een systeem hebben, waaruit dus blijkt dat het denkbeeld heel goed voor uitvoering vatbaar is, dat men hier niet tot een oplossing kan komen. Of wil men hier een zoo speciaal uitmuntend systeem hebben, dat de directeur daar nog steeds op moet studeeren Spreker geeft het college in overweging, als de zaak niet spoedig uit de handen van den directeur komt, om dan zelf maar de zaak ter hand te nemen zonder directeur. In dit ver band stelt hij ook de vraag, of het niet gewenscht is, waar zich de werkzaamheden van het G. E. B. meer en meer uitbreiden, om de functiën van directeur van het Gasbedrijf en van het Eiectriciteitbedrijf te splitsen, en den directeur van het Gasbedrijf te ontheffen van de directie over het G. E. B. De heer Dijkstra had zijn vraag omtrent het crediet niet zonder bepaalde redenen gesteld. Hij wilde n.l. weten, of Burgemeester en Wethouders ook positief konden meedeelen of het crediet voldoende is of niet. Zelf veronderstelt spreker, dat het overschot in de dui zenden loopt. Voor spreker zegt dat niets, maar wei voor iemand, die veel kabaal heeft gemaakt over on voorzichtige begrootingen en ramingen. Spreker heeft in dit opzicht een vrij geweten. Echter zou hij nog graag willen weten of de wethouder ook kan mededeelen hoe groot het vermoedelijk overschot is. De heer IJ. de Vries merkt nog op, naar aanleiding van de vraag van den heer Westra, dat naar zijn mee ning de opzet was, dat de oude lantarens zouden worden uitgegraven, naar de gasfabriek gebracht, veranderd in electrische en weer op nieuw geplaatst. Alle oude lan tarens zijn zoo behandeld en gebruikt, slechts enkele nieuwe zijn aangeschaft. Maar doordat de oude lan tarens meteen zijn opgeverfd, kregen zij het uitzicht van nieuwe. De heer Scheltema (wethouder) deelt eveneens mede, dat alle oude lantarens zooveel mogelijk zijn hersteld en gebruikt. Slechts enkele nieuwe werden aangeschaft, om het tekort aan te vullen. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Donderdag 27 December 1923. 373 Voortzetting der vergadering op Vrijdag 28 December. De Voorzitter wil nog een enkel woord zeggen naar aanleiding van de vragen van den heer K. de Boer. Hetgeen de heer Scheltema daaromtrent gezegd heeft is juist. Echter gaf dit den heeren niet een volledig beeld van den gang van zaken. De heer De Boer heeft o. a. gezegd: als de directeur niet opschieten wil dan moeten Burgemeester en Wethouders het maar zelf doen. Zoo moet men de zaak niet bezien. De directeur heeft een advies uitgebracht, dat was vastgesteld in overleg met den directeur van het P. E. B. Daarover waren beide technici het dus eens. Dat advies is behandeld in het college, en ook één of meermalen in de Gascommissie. Het was nu wel mogelijk, het systeem te volgen dat ook in andere gemeenten wordt toegepast, maar men vond dat niet ideaal. Beide directeuren waren het er over eens, dat moest gezocht worden naar een systeem, dat èn de gemeente, én de verbruikers bevredigt. De directeur zal nu nagaan, of een bepaald soort meter, de z.g.n. piekmeter, voor dit doel geschikt is. Is dat het geval, dan zal het vraagstuk van de levering van electrischen stroom voor huishoudelijk gebruik tegen een behoorlijken prijs, betrekkelijk gemakkelijk tot een oplossing komen. Als men dus zegt dat de zaak meer dan een jaar bij den directeur hangt dan is dat niet juist. De directeur heeft reeds lang een heel lijvig rapport uitgebracht. Nu heeft hij de zaak weer, voor het onder zoek naar den „piekmeter." Wat betreft de berekening door den heer De Boer gemaakt deze was uitsluitend gebaseerd op begroo- tingscijfers. Burgemeester en Wethouders zullen liever tot basis nemen de cijfers der rekeningen, die dus zijn overeenkomstig de werkelijkheid. Blijkt die basis, waarop de berekeningen van den heer De Boer rusten, niet onjuist te zijn, dan onderschrijft spreker volkomen wat deze heeft in 't midden gebracht. Hij wil dan ook gaarne toezeggen dat Burgemeester en Wethouders deze zaak onder de oogen zullen zien, mits met een basis van positieve gegevens De heer K. de Boer: Ook wat betreft die apparaten? De Voorzitter heeft dat niet toegezegd. Burgemeester en Wethouders willen wel toezeggen dat zij een onder zoek zullen instellen, ook bij andere gemeenten, of de uitgaven, die de inrichting van een toonkamer zou vor deren, wel tegenover het publiek gerechtvaardigd zijn. Het valt niet mee een werkelijk doelmatige toonkamer in te richten met zoodanige kosten, dat deze door de resul taten worden gerechtvaardigd. Want dat toch is voor spreker in deze zaak het criterium. De algemeene beraadslagingen worden gesloten. Wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling. Aan de orde zijn de Lasten. De volgende posten maken onderwerp der beraad slagingen uit. Volgno. 14. Jaarwedden van het personeel f 18,750. 15. Arbeidsloonen, ziekte- en verlo/gelden f 22,200.—. 18. Onderhoud van werktuigen, enz. f 17,750.—. 31. Aandeel in de algemeene onkosten der gemeente in verhouding tot de diensten door de gemeente aan het bedrijf ver leend 13,232.39. De heer Hooiring had ten aanzien van volgno. 14 weer dezelfde opmerking als bij de gasfabriek, n.l. dat daar geen belooning voor overuren is uitgetrokken. Ook hier is dat niet te verdedigen. Voorts had hij nog verschil lende vragen te doen, maar hij vreest dat het daarmede weer precies zoo zal gaan als met die ten aanzien van de begrooting van de gasfabriek, n.l. dat ze niet of niet voldoende worden beantwoord. Hij zal ze daarom maar niet doen en zich de moeite besparen. De heer K. de Boer merkt op dat onder volgno. 15 een post van 6000.en onder volgno. 18 een van 9000.— voorkomt voor onderhoud straatverlichting, zoodat dus voor het komende jaar het onderhoud der straatverlich ting wordt geschat op 15.000.Waar nu, zoo vraagt spreker, deze heele inrichting pas vernieuwd is, is daar een post van 15.000.-enkel voor onderhoud wel ver antwoord? Voorts vraagt spreker hoe het onder volgno. 31 onder h geraamde verschil ad 3232.39 ontstaat. De Voorzitter antwoordt op de laatste vraag van den heer K. de Boer dat het vorig jaar is gebleken, dat het aandeel van de bedrijven in de algemeene onkosten niet voldoende is om de werkelijke onkosten, die de ge meente ten behoeve van de bedrijven heeft, te dekken. Het G. E. B. en ook de andere bedrijven veroorzaken nog bijzondere onkosten, doordat er verschil bestaat tusschen het bedrag aan rente en aflossing, dat de ge meente moet betalen wegens voor de bedrijven aange gane schulden en hetgeen deswege door de bedrijven aan de gemeente wordt gerestitueerd. Dat verschil is daardoor ontstaan, dat de gemeente ten behoeve van het bedrijf geld heeft opgenomen, tijdelijk, terwijl eerst een paar jaar later een definitieve geldleening daarvoor is aangegaan en dus de eertijds tijdelijke leening is om gezet in een definitieve leening ten behoeve van het be drijf. Doordat de gemeente nu het geld eerder heeft ge leend dan het tijdstip waarop de schuld ten name van het bedrijf kwam, is ook de rente en aflossing, die de gemeente moet betalen, grooter dan de rente en aflos sing die de gemeente van het bedrijf vergoed krijgt. Het verschil tusschen deze twee bedragen is nu onder volgno. 31 onder b uitgetrokken. De heer K. de Boer: Dat is dus maar voor één keer! De Voorzitter: Neen, dat komt elk jaar weer. Een andere verklaring weet spreker ook niet te geven. Eigen lijk behoort deze post niet onder dit hoofd, maar het was nog de meest geschikte plaats. Het betreft een zuiver administratieve kwestie. Spreker geeft toe dat de plaats niet zuiver is en dat men het bedrag ook onder een ander hoofd had kunnen onderbrengen. De heer K. de Boer: Onder volgno. 26 bijvoorbeeld. De Voorzitter: Zeker, daar kunnen we het ook wel bijzetten. De heer Scheltema (wethouder) verklaart dat de post van 6000.onder volgno. 15, betreft de loonen die voor het onderhoud verschuldigd zijn en de post van 9000.onder volgno. 18, de kosten van materialen, benoodigd voor het onderhoud der kabels, lantaarns, etc. De heer K. de Boer merkt op dat hij niet gevraagd heeft wat dit voor posten zijn, dat staat wel in de be grooting, maar of, in verband met de pas plaats gehad hebbende, algeheele vernieuwing van de geheele straat verlichting, een zoo hooge post van 15.000.wel verantwoord is. De heer Scheltema (wethouder) antwoordt, dat dit een raming is van den directeur. De heer K. de Boer: Ja, dat is de taak van den di recteur!

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1923 | | pagina 42