Veroaderins van Dinsdag 19 Februari 1921.
lergadermg van Dinsdag 26 Februari 1924.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Februari 1924.
dit punt aan te houden en den dienst van Ge
meentewerken op te dragen het vraagstuk nader on
der de oogen te zien en overleg te plegen met ver
schillende personen, autoriteiten en lichamen, die over
dergelijke zaken kunnen oordeelen.
Spreker zou dus zeggen: een voorstel tot aanhouding
van punt B, met het speciale verzoek aan Burgemeester
en Wethouders om het in handen van Gemeentewerken
te stellen op die motieven.
De beraadslagingen worden geopend.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi 't Is nu toch
wel zoo begrepen, dat punt I a hiervan is uitgesloten,
dat die huizen dus worden afgebroken? Ais dat hier is
aangenomen, dan behoeft dat toch niet te worden aan
gehouden en dan is het toch wel geoorloofd naar aan
leiding daarvan nog iets te zeggen?
De Voorzitter: Waarvan bedoelt U?
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi: Punt I a van B.
Bij het afbreken van die huizen wordt die hoek daar
veel beter. Toch lijkt het mij toe dat de heele verkeers
weg van 't Ziekenhuis tot de Beursbrug nog heel veel
beter zou worden, als kon worden overgegaan tot ver
hooging van die lage kade en deze op hetzelfde peil
werd gebracht als het trottoir. Het gedeelte van de
Friesche Bank tot de Beursbrug ik heb daarop bij de
begrooting ook de aandacht gevestigd is, als die
huizen worden afgebroken en er dus nog meer verkeer
komt, niet te begaan voor voetgangers. Mij dunkt dat
in dezen de eenvoudigste oplossing zou zijn die kade
te verhoogen. Deze kade heeft weinig reden van be
staan meer, de booten leggen ook veel aan waar het
hoog is, zooals bij de Willemskade enz. Waarom moet
deze kade dan zoo laag blijven? Ik geloof dat daar op
deze manier een heele groote verbetering was te krijgen.
De heer B. Molenaar: Mijn bedoeling is geweest
ik heb mij misschien niet juist uitgedrukt dat het
geheele verkeersvraagstuk in de commissie voor Open
bare Werken wordt besproken en dat de commissie
voor Openbare Werken machtiging krijgt om die per
sonen en organisaties te hooren, welke zij meent dat in
het belang van het vraagstuk moeten worden gehoord.
U spreekt van Gemeentewerken. Ik heb daar in zooverre j
geen bezwaar tegen, als de bedoeling zoo is dat de zaak
dan toch in de commissie voor Openbare Werken zal
komen. Maar ik geloof dat het vraagstuk in klein comité
beter kan worden voorbereid en onder de oogen gezien,
zoodat ik het voorloopig nog beter vind het voorstel zoo
te doen luiden, dat aan de commissie voor Openbare
Werken wordt opgedragen de zaak nader te bestudeeren
en aan de commissie machtiging wordt gegeven om die
personen te hooren, die zij in het belang van het vraag
stuk noodig acht te hooren.
De Voorzitter: Ik wil even opmerken dat dit iets an
ders is dan wat U straks hebt gezegd. Misschien hebt U
het wel zoo bedoeld, maar U hebt dat straks zoo niet
gezegd; U hebt op dat moment niet gesproken van de
commissie voor Openbare Werken maar alleen van den
dienst van Openbare Werken. Ik moet mij dan ook ver
zetten tegen wat de heer Molenaar nu op 't oogenblik
zegt; de commissie voor Openbare Werken is toch een
commissie van bijstand voor Burgemeester en Wet
houders. Zij is niet zelfstandig.
De heer B. Molenaar: De Raad kan dit toch besluiten.
De Voorzitter Waarom dan aan Burgemeester en
Wethouders niet die opdracht gegeven; dan kunnen die
advies vragen aan de commissie voor Openbare Werken.
Het is niet juist rechtstreeks aan die commissie opdracht
te geven.
De heer B. Molenaar 't Is mogelijk dat daar geen
bezwaar tegen is. Als het zich beweegt in deze richting,
heb ik er geen bezwaar tegen om Burgemeester en Wet
houders die opdracht te geven.
De Voorzitter: Wat is Uw voorstel dan precies?
De heer B. Molenaar: Dat aan Burgemeester en Wet
houders wordt verzocht de commissie voor Openbare
Werken te vragen over het verkeersvraagstuk advies uit
te brengen. Dat kan toch zeker wel.
De Voorzitter: Op zichzelf hebben Burgemeester en
Wethouders tegen dat voorstel niet eenig bezwaar. Dus
Uw voorstel is punt B aan te houden met dat verzoek
aan Burgemeester en Wethouders. Verlangt een van de
leden daarover nog het woord?
De heer Weitna wil daaraan dan nog dit verzoek vast-
knoopen, dat Burgemeester en Wethouders zich in ver
binding stellen met de Kamer van Koophandel en van
deze advies inwinnen en dan bij voorkeur met eenigen
spoed. De Kamer vergadert deze week nog, dan kan zij
uit haar midden een onderzoek instellen.
De Voorzitter zegt toe dat Burgemeester en Wethou
ders met de verschillende wenschen en bedoelingen, die
in den Raad naar voren zijn gekomen, rekening zullen
houden.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel-B. Molenaar, om het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders sub B aan te houden met ver
zoek aan Burgemeester en Wethouders om de commissie
voor Openbare Werken te vragen, daarover advies uit
te brengen, wordt met algemeene stemmen aangenomen.
IV. De Voorzitter deelt nog mede dat de commissie
voor het dakloozentehuis, die onlangs is ingesteld, heeft
gevraagd een crediet te mogen ontvangen voor het doen
van eenige kleine uitgaven. Spreker heeft toegezegd
deze kwestie vandaag aan de orde te stellen, waarom
hij thans voorstelt dat de Raad besluite overeenkomstig
een
Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
de commissie van onderzoek naar eene verbetering van
het dakloozentehuis aan den Groningerstraatweg een
crediet toe te staan van f 100.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
V. De Voorzitter stelt voor om naar aanleiding van
een adres, dat gister nog is ingekomen, in geheime ver
gadering over te gaan en dit adres daar te behandelen.
Wordt in geheime vergadering overgegaan.
Na heropening der openbare vergadering wordt, niets
meer te behandelen zijnde, deze door den Voorzitter
gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 19 en 26 Februari 1924. 39
Tegenwoordig 26 leden, te weten: de heeren Visser,
O. F. de Vries, Lautenbach, Hofstra, Tiemersma, Jansen,
Scheltema, Weima, Collet, K. de Boer, Van der Schoot,
Tulp, Koopmans, Oosterhoff, Westra, H. de Boer, Botke,
M. Molenaar, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de
heeren Beekhuis, Cohen, Hooiring, Muller, B. Molenaar,
Dijkstra en IJ. de Vries.
Afwezig, met kennisgeving, de heer Fransen.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
De Voorzitter opent de vergadering. Daarna wordt in
geheime vergadering overgegaan en worden de deuren
gesloten.
Na heropening der openbare vergadering blijkt de
heer H. de Boer te zijn vertrokken.
Niets meer te behandelen zijnde wordt de vergadering
door den Voorzitter gesloten.
Tegenwoordig alle leden.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
1. Vaststelling van het verslag der vergadering van
20 December 1923.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer K. de Boer: Ik meen dat een klein gedeelte
van de notulen niet juist is. Dat heeft betrekking op
hetgeen de heer IJ. de Vries heeft gezegd op bladz. 290,
2e kolom, van de notulen. Daar staat:
„De heer IJ. de Vries vindt de redactie van het voorstel
ook niet buitengewoon gelukkig. Spreker zou liever deze
redactie hebben:
„De Raad besluit de begrooting 1924 niet in de secties
te onderzoeken, doch voor 1 Januari 1924 in openbare
vergadering te behandelen."
Ik heb daarop gereageerd en wel op deze wijze, dat de
heer IJ. de Vries had gezegd „af te handelen". Datzelfde
staat ook in 't verslag van de nieuwe Leeuwarder Cou
rant. Ik ben persoonlijk overtuigd dat de heer IJ. de Vries
wel heeft gezegd: de begrooting af te handelen voor
1 Januari 1924. Dat is ook logisch, want daar ging het
inderdaad om. Ik weet niet of op het oogenblik kan
worden uitgemaakt wat inderdaad is gezegd.
De heer IJ. de Vries: Ik ben het volkomen met den
heer De Boer eens, dat mijn bedoeling was: de begroo
ting af te handelen. Ik heb het voorstel geschreven en
een exemplaar daarvan voor den Voorzitter op tafel ge
legd. Dat kleine stukje papier zal er nog we! zijn en ik
stel mij voor dat het daar is afgeschreven. Maar mijn
bedoeling is geweest bij wat ik heb gezegd, de begroo
ting voor 1 Januari af te handelen.
De Voorzitter stelt voor die zaak even na te zien om
dan in de volgende notulen te doen opnemen wat goed
is. Op practische gronden zal men pas een volgende
vergadering kunnen rectificeeren, wat hier mogelijk ver
keerd is. Deze notulen zijn nog wel niet vastgesteld,
zoodat men ze ten slotte zou kunnen veranderen, maar
dat stuit op het practische bezwaar, dat ze reeds zijn
afgedrukt. Als er dus iets in moet worden veranderd,
dan is deze afdruk niet goed. Spreker stelt voor dat even
wordt nagezien wat de heer IJ. de Vries heeft gezegd en
dat dit verslag dan eventueel in de volgende notulen
wordt gerectificeerd. Dan kan er geen bezwaar zijn om
deze notulen vast te stellen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het verslag der vergadering van 20 December 1923
wordt, behoudens eventueel in de volgende notulen op
te nemen rectificatie, vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld:
1. dat de Minister van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen heeft goedgekeurd het raadsbesluit van 15
Januari 1924, houdende benoeming van D. van de Craats
tot leeraar in de wiskunde aan het gymnasium, alhier;
2. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de
raadsbesluiten d.d.:
11 December 1923 tot verhaal van pensioensbijdragen
op de jaarwedden van het personeel van het gymna
sium;
d.d. 29 Januari 1924 tot verhuring van landen aan het
Ouddeel aan H. Alves en J. Koopmans en tot afstand in
erfpacht van terrein aan de Camminghastraat aan
D. Kamsma e. a.;
3. rapporten omtrent de kasopneming van het ge
meentelijk grondbedrijf, het bedrijf der gemeentewerken,
het gemeentelijk woningbedrijf, de gemeentelijke gasfa
briek en het gemeentelijk electriciteitbedrijf.
De punten sub 13 worden voor kennisgeving aan
genomen.
4. adres van den Nederlandschen Bond van werk
gevers in Hotel-, Restaurant-, Café en aanverwante be
drijven ,,Horecaf" te Amsterdam om niet te willen toe
geven aan het adres van den Voorzitter van den Neder
landschen Bond van Tabaksvergunninghouders om in
lokalen waarvoor een vergunning, bij de Drankwet be
doeld, is verleend, den verkoop van tabaksfabrikaten te
verbieden.
Wordt voor kennisgeving aangenomen op grond, dat
ook het adres van den Nederlandschen Bond van Ta
baksvergunninghouders den 23 October 1923 voor ken
nisgeving is aangenomen.
5. adres van de afdeeling Leeuwarden van den Ned.
Bond van Werklieden in overheidsdienst om het voor
stel van Burgemeester en Wethouders betreffende de
invoering van de 48-urige werkweek voor de gemeente
werklieden niet te aanvaarden, doch te besluiten over
eenkomstig het advies der Commissie voor Georgani
seerd Overleg.
Wordt, waar het pas hedenochtend is ingekomen,
door den Secretaris voorgelezen en zal bij punt 10 der
agenda voor heden aan de orde worden gesteld.
6. dat Burgemeester en Wethouders:
a. den Directeur der Gemeentewerken hebben ge
machtigd tot het leggen van een trottoir van basaltine-
tegels langs den weg Achter de Hoven tusschen de le
Vegelindwarsstraat en de Huizumerstraat,
terwijl eene demping van een vervuild gedeelte der
sloot aldaar nog niet ter hand kan worden genomen bij
gebrek aan de noodige medewerking van den betrokken
eigenaar;
hiermede wordt geacht te zijn voldaan aan het raads-