104 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 April 1924. 't Is mogelijk dat men de zaak toen te gemakkelijk heeft aangezien, maar spreker meent toch deze opmerking te moeten maken, dat toen verschillende posten zijn ver geten en dat men een foutieve opzet van de begrooting heeft gemaakt. Spreker meent hiermee voorloopig voldoende de ge stelde vragen te hebben beantwoord. De Voorzitter wil nog even terugkomen op de kwestie van het in handen stellen van de commissies voor de Reiniging en van Openbare Werken. De zaak is dat naar sprekers oordeel die verschillende commissies hiermee niet meer te maken hebben. De commissie voor de Rei niging niet, omdat het voorste! zelf door de commissie indertijd is goedgekeurd en de Raad dit ook heeft aan genomen en aan het voorstel zelf niets is veranderd. Zooals de heer Fransen zegt zijn alleen een paar gier putten iets veranderd; spreker wist dit niet eens, hijzelf heeft altijd het idee gehad dat dit voorstel precies het zelfde is als dat, wat destijds door den Raad is aange nomen. Aan spreker was dus deze kleine verandering niet eens bekend en de Raad zal daar wel niets op tegen hebben. Daarom heeft, naar sprekers meening, de com missie voor de Reiniging hier niet meer mee te maken, haar werk in dezen is afgeloopen. Dan de kwestie, waarom dit voorstel niet naar de commissie voor Openbare Werken is gestuurd. Het aschlandplan is daar nooit geweest; dit college heeft het systeem gevolgd dat ook het vorige college heeft ge volgd, dat het oorspronkelijk plan ook niet naar de com missie voor Openbare Werken heeft gezonden. Daarom is het ook nu niet gebeurd en spreker acht dat eigenlijk ook niet noodig. Had het plan bij die commissie moeten wezen, dan had het er eerder moeten wezen. In dit sta dium betreft het zuiver de uitvoering van het plan en daar die zuivere uitvoering Burgemeester en Wethou ders op een gegeven moment in moeilijkheden zou bren gen, komen zij nu bij den Raad. En voor de commissie voor de Reiniging èn voor de commissie van Openbare Werken is echter de zaak afgeloopen. Zoo heeft spreker de zaak beschouwd en Burgemeester en Wethouders cok. De heer K. de Boer wil niet ingaan op het betoog van den heer Fransen, dat is voor hem niet de kern van de zaak. De heer Fransen heeft hier misschien een zeer belangrijk betoog geleverd, maar dit is toch door den Raad niet te beoordeelen, omdat de leden niet in de ge legenheid zijn geweest de argumenten te overwegen; er lag niets van dien aard bij de stukken, alleen deze bloote raadsbrief met bijlage 17 van het vorige jaar. Sprekers bezwaar gaat niet hiertegen dat er wijziging in het plan is gebracht hoewel, men weet van de belangrijkheid of de niet belangrijkheid niets af maar zijn bezwaar gaat hiertegen en dat is voor hem de kern van de zaak dat de beide commissies er naar zijn meening wèl mede te maken hebben. Spreker heeft zoonet gehoord dat de Voorzitter zei: ik wist niet eens dat er iets veranderd was. Spreker stelt dus vast dat het college van Burgemeester en Wethou ders laat maar zeggen met de kleine veranderingen niet op de hoogte is gesteld, 't Is niet de moeite waard, zegt de Burgemeester. Spreker zou zeggen: dat is zoo niet te beoordeelen; hij acht het ook mogelijk dat er andere veranderingen zijn aangebracht, die de wethouder van Openbare Werken niet weet. Dat is ook mogelijk en daarom stelt spreker het op prijs hij gelooft dat de geheele Raad zoo zal oordeelen, hoopt dat tenminste dat dit plan opnieuw komt bij de commissie voor de Reiniging. De commissie kan dan beoordeelen of het oorspronkelijk plan technisch ongewijzigd is gebleven, ja of neen. Van de kleine wijzigingen, die zijn aange bracht, kan spreker den omvang niet beoordeelen en de Raad ook niet. Om zich hierop te gaan vastleggen, be staat voor spreker op dit oogenblik een zeer ernstig be zwaar. Spreker wil nog iets memoreeren, wat hier wel eens in den Raad mag worden gezegd. Hij heeft met een paar andere heeren in de commissie voor het beroemde kerk hof gezeten. Daarbij is meer dan eens ongedekt gewerkt op kaarten, die niet waren vastgesteld door den Raad of door het college van Burgemeester en Wethouders. Spreker heeft toen gezegd en de andere heeren met hem dat doen wij nooit weer; als de Raad moet meewerken door een plan vast te stellen, dan zal dit ook inderdaad op de teekeningen worden vastgelegd, anders werken wij niet mee. Spreker gelooft dat die conclusie unaniem door de geheele commissie is aanvaard en hij hoopt dat de aanwezige heeren, die daar toen aan heb ben meegewerkt, nog op dat standpunt staan. Nu wat het passeeren van de commissie voor Open bare Werken betreft. De Voorzitter zegt dat het plan daar vroeger ook niet is geweest. Dat is volkomen juist, maar er is hier ook reeds eerder gesproken dat de weg, die is gevolgd, niet in alle deelen goed te keuren was en dat, waar Openbare Werken het bouwbureau is, men er ook voor kon voelen dat dit zeggenschap over den ar- chitectonischen bouw moest hebben. Toen de Raad zich ook op dit standpunt heeft gesteld, toen het werk door Openbare Werken zou worden uitgevoerd, toen eerst werd het een kwestie voor de commissie van Openbare Werken. Spreker acht het noodzakelijk dat de commissie voor Openbare Werken nu de zaak krijgt te beoor deelen. Laat men daar de onderscheidene technische of Iaat zeggen de architectonische wijzigingen spreker weet wel dat dit woord niet geheel juist is maar aanbrengen, dan kan de Raad in gemeen overleg met den betrokken wethouder door de commissie op de hoogte komen van de wijzigingen en de beteekenis daar van. Als de Raad dan daardoor op de hoogte komt en het idee krijgt dat het voorstel moet worden aangeno men en noodig is, kan er geen tegenstand zijn om het crediet goed te keuren. Op 't oogenblik kan spreker daaraan echter niet meewerken. De heer Dijkstra ondersteunt het idee van den heer De Boer om deze zaak in de verschillende commissies te brengen en persoonlijk wil hij wel zeggen dat hij er niet aan denkt zoo zonder meer voor dit voorstel te stemmen. Dit is voor de raadsleden een bijzonder moei lijke kwestie, omdat zij de verschillende wijzigingen niet officieel te weten komen. A4en weet eigenlijk niet wat wel of niet gebeurt, men hoort er alleen zoo maar eens iets van. Spreker zal niet diep op de zaak ingaan, anders zou hij bestrijden de uiting, dat in het systeem van den bouw geen belangrijke wijzigingen zijn aangebracht. Spreker meent dat het verstandiger is een dergelijk vraagstuk in de commissie voor de Reiniging onder de oogen te zien; dan kan de zaak officieel worden bespro ken en behoeft deze nu niet te worden verdedigd en kan men de betrokken directies hooren hoe het wel is. Spreker heeft zoopas met zeer gemengde gevoelens de redeneering van den heer Fransen gevolgd omtrent de draagkracht van den grond en het dicteeren van de verschillende cijfers. Spreker heeft meegemaakt het se rieuze werk van den heer Boer, ingenieur en leeraar aan de Middelbaar Technische School; de zekerheid, waar mee die man zijn plan verdedigde tegenover den heer Van Hylckama Vlieg, maakte dat het een genoegen was dat bij te wonen. Nu gaat het toch niet aan daar maar zoo een streep door te halen en minstens 30.000. meer te besteden. Er wordt nu wel gezegd dat dit vergeten is, maar eigenlijk is de conclusie ten slotte dat de hoofdzaak goed is, terwijl er bij iedere begrooting wel mee- en tegenvallers komen. Spreker zal niet verder deze bijlage bestrijden, omdat hij van oordeel is dat dit in de commissie behoort te gebeuren. Het zou hem heelemaal niet verwonderen, Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 April 1924. 105 wanneer men daar enkele andere inlichtingen krijgt, die men beter begrijpen en volgen kan in de commissie dan hier. Spreker ondersteunt daarom het voorstel van den heer De Boer. De heer Visser kan wel meegaan met het voorstel van den heer De Boer. Hij gelooft zeer zeker dat men wel voor meerdere uitgaven zal zijn geplaatst, maar als men ziet de verschillende punten, die in dit voorstel zijn on dergebracht, dan mag wel de vraag worden gesteld wat hebben wij aan de vorige begrooting gehad? Hier wordt gesproken over een paalfundeering; heeft er in dertijd wel een serieus onderzoek plaats gehad of die noodig was of niet? Er is niet op renteverlies gerekend en zoo zijn er meerdere kleine posten. Een post van 2500.moet nu worden gebracht op 15.000.Als men dergelijke cijfers voor oogen heeft, stelt spreker de vraag wat voor begrooting men den vorigen keer onder de oogen heeft gehad. De heer Dijkstra zegt dat er toen wel een serieus onderzoek heeft plaats gehad, spreker stelt de vraag is dat onderzoek toen wel serieus ge weest? En spreker stelt voor 't oogenblik weer die vraag: Heeft men nu wel de zekerheid dat, als wij onze stem geven aan dit bedrag van 30.000.meer, dan de zaak in orde zal zijn? Nu zijn hier met eenige kleineering de betrokken commissies in 't geding gebracht, maar spreker acht het met den heer De Boer toch wenschelijk dat de com missie als zoodanig hierin wordt gekend en een onder zoek gaat instellen, opdat de raadsleden zich kunnen oriënteeren. Voordat spreker zijn stem aan dit voorstel kan geven vraagt hij eerst een breedere motiveering en moet de Raad meer op de hoogte worden gebracht. Hij twijfelt er niet aan dat hij zijn stem aan de posten, die hier naar voren zijn gebracht, zal moeten geven, maar in deze zaak zit nog iets onzekers. Er komt nu 30.00. bij, maar is men er daarmee? Spreker heeft ook de eer gehad zitting te hebben in de commissie voor de begraafplaats en het is, zooals de heer De Boer naar voren heeft gebracht; spreker heeft daar ook legio teekeningen gezien, waarvan er eenige officieele en andere weer niet-officieele waren. Men kon er geen hoogte van krijgen: die waren officieel en die niet-officieel en dat was weer een niet-officieele archi tect enz. Voordat men nu weer een bok gaat schieten in de wijze van uitvoering, zou spreker eerst breedere gegevens willen hebben. De heer Westra is ook lid van de commissie voor de Reiniging, maar zou hier toch willen verklaren dat hij er absoluut geen prijs op stelt dat dit ontwerp opnieuw in de commissie voor de Reiniging wordt gebracht, om dat er uit een reiniging-technisch oogpunt absoluut niets aan veranderd is. Spreker kan er dat niet aan vinden. IJit een oogpunt van reiniging vindt hij het niet van be lang of er al of niet een paalfundeering zal worden ge maakt, of er al of niet op renteverlies is gerekend en of er een directiekeet komt of niet. Hij ziet niet in dat de commissie voor de Reiniging daarmee te maken heeft en kan dan ook met het voorstel van den heer De Boer niet meegaan. Spreker gelooft dat na de toelichting van de zijde van Burgemeester en Wethouders aan de raads leden voldoende is gebleken, waarvoor de veranderin gen noodig zijn en zal daarom niet voor het voorstel van den heer De Boer stemmen. De heer Fransen (wethouder) wenscht toch op te komen tegen de woorden van den heer K. de Boer, die hier spreekt over een nieuw plan. Er is geen sprake van een ander of van een nieuw plan; spreker heeft gezegd dat er alleen wijziging is gekomen in de technische uit voering van het plan, maar het plan zelf is absoluut on gewijzigd, alleen zal van twee vierkante gierputten één worden gemaakt, omdat het beter was deze aaneen te voegen De heer Dijkstra: En de gierkelders dan? De heer Fransen (wethouder) Die zijn onder el kaar, in overleg met den directeur, anders is er niets aan gebeurd. Alle teekeningen zijn ook door den direc teur van de Reiniging voor gezien geteekend. Het is niet een zaak, die bij de commissie behoort. Het gaat nu over de uitvoering van het plan, zooals dat verleden jaar is vastgesteld en over de technische uitvoering. Er zijn verschillende posten vergeten of niet toereikend, maar de commissie voor de Reiniging krijgt daarmee niets nieuws onder de oogen. Want of de spanten van de loodsen nu van gewapend beton worden en vroeger van hout of van ijzer zouden worden gemaakt, zal de com missie wel koud laten. De commissie voor Openbare Werken heeft nog nooit een plan onder de oogen gehad, dat reeds in uitvoering was. Er staat trouwens alleen op dat het bedrag te laag is en dat verschillende posten zijn vergeten. De heer Visser vroeg of het bedrag nu voldoende is en of het later niet meer zal kosten. Ja, wat gebeuren kan als er ongelukken gebeuren nu weet men niet wat zich kan voordoen. Burgemeester en Wethouders hebben echter expres gezegd, nu zij dit wisten, voordat de eerste schop in den grond wordt gestoken: wij voeren dit niet verder uit en houden geen aanbesteding, voordat de Raad precies op de hoogte is van hetgeen wat noodig is voor het geheele werk. Spreker kan niet zwart op wit gevenof hij kan dit ook wèl doen dat het bedrag voor den bouw thans voldoende is, tenzij er ongelukken gebeuren. Er zullen wel eenige proefpalen worden ge slagen, maar wanneer men een bepaalde heifundeering gaat maken, moeten er altijd eerst eenige palen van grootere lengte worden ingeslagen, om daarnaar de lengte van de paalfundeering te bepalen. Men heeft daarbij een verrekening ten voor- of ten nadeele al naar gelang de palen op de eerste of de tweede zandlaag worden geslagen, waarna berekend moet worden de draagkracht. Spreker kan echter wel verzekeren dat het bedrag voldoende is. Waar hier de uitvoering van het werk kant en klaar is voor de besteding heeft het college eerst van den Raad de volle toezegging van het bedrag willen hebben. Als dat gebeurt, gaat morgen de zaak in zee. Aan het plan zelf is absoluut niets gewijzigd, alleen de kwestie van het bouwen en van de uitvoering, omdat men in financieele moeilijkheden kwam, doordat het vorige jaar verschillende posten te laag geraamd of vergeten waren. De Voorzitter heeft niet heel veel meer aan het door den heer Fransen gesprokene toe te voegen; ook zijns inziens is de zaak thans niet meer in een stadium dat het plan bij de commissie hoort. Spreker heeft echter straks iets anders gemeend te beluisteren; de heer K. de Boer heeft gezegd: de com missie voor de Reiniging moet nog beoordeelen of het plan technisch werkelijk wel hetzelfde is gebleven. Als nu eenige keeren van de tafel van Burgemeester en Wethouders de verklaring is afgelegd dat het plan reiniging-technisch hetzelfde is gebleven, dan moet ten slotte de Raad zelf maar weten of hij het nu nog in han den van de commissie wil geven, m. a. w. of hij Burge meester en Wethouders vertrouwt of niet. De kwestie van de begraafplaats is hier ook bij ge haald, maar spreker wil we! zeggen: als deze zaak zoo loopt dan doen tien commissies voor de Reiniging daar r.og niets aan. Daar is op andere werkteekeningen ge werkt, dat kan hier ook gebeuren en dan zijn geen tien commissies in staat dat te constateeren. Dan zou spr. den heeren in overweging willen geven naar het werk zelf toe te gaan en daar de teekeningen na te zien. Dat is iets, wat bij 't kerkhof niet is gebeurd. Een commissie doet er dus niets aan, het geeft haar niets, wanneer men wilspreker zal het woord knoeien niet gebruiken, want hij gelooft niet dat er bij het kerkhof met opzet

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1924 | | pagina 8