Vergadering van Dinsdag 9 September 1924. 220 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 19 Augustus 1924. deele niet juist. De heer De Vries zegt dat naar een andere plaats zou worden gezocht om er dan daklooze gezinnen in onder te brengen, dat dit niet is gebeurd, dat de woningen er nog staan en dat al een gedeelte van den grond in erfpacht had kunnen worden gegeven. Een deel van de woningen is echter onmiddellijk ver huurd, niet de barakken maar de 14 andere woningen. Die zijn al heel spoedig bewoond. Alleen de barakken, bestaande uit 15 woningen, zou men verplaatsen naar een geschikte plaats de Poppeweg is misschien ge noemd, maar spreker kan zich dat uit de discussies niet herinneren doch een vast plan heeft daaromtrent bij Burgemeester en Wethouders nog niet voorgezeten. Wel was het de bedoeling de barakken te verplaatsen en ze te bestemmen voor minder gesitueerde gezinnen, maar toen kwam het voorstel van de commissie uit den Raad en een voorstel van dominee Visscher en zoo is de zaak hangende gebleven. Wat betreft het uitgeven van den grond in erfpacht en dat men wel een gedeelte van de woningen had kun nen afbreken, heeft spreker gezegd: we breken niet één loods af en leggen die ergens neer, omdat wij nog niet weten waar ze weer geplaatst moet worden. Dan zou men eerst moeten afbreken, dan vervoeren en opbergen, en later weer vervoeren. Dat is de reden, waarom men de woningen heeft laten staan, al kon men daar mis schien ook een stukje grond in erfpacht hebben uitge- gegeven en al weet spreker dat daarnaar aanvraag is. Er wordt met den meesten spoed getracht de woningen verplaatst te krijgen, maar de kwestie zit nog vast op de dakloozengeschiedenis. Dat nu een tijd lang bij de barakken niet voldoende toezicht was, is waar. Spr. heeft er ook meermalen met den administrateur van het Woningbedr. over gesproken en ook met de Politie is er over onderhandeld. De Politie meende dat zij niet voldoende hulp had voor het toezicht en nu heeft men ten slotte gemeend een bewaker te moeten aanstellen, die er 's avonds intijds is en tot pl.m. 12 uur de wacht houdt. Het is waar dat de toestand, die er den laatsten tijd heerschte, niet te tolereeren was. Er was gebrek aan toezicht. Er zijn nu echter twee wachten aangesteld, die 's avonds en 's Zondags de wacht houden, spreker hoopt echter zoo kort mogelijk, omdat de kwestie zoo spoedig mogelijk zal worden op gelost. De heer O. F. de Vries merkt op dat uit het antwoord van den wethouder blijkt, dat hij in geen enkel opzicht onjuist is geweest. Hij heeft enkel gesproken over de 15 barakwoningen en deze staan alle leeg, behalve één, die van het begin af bewoond is geweest. Spreker is dus in geen enkel opzicht in zijn mededeelingen onjuist geweest. Verder wilde spreker nog opmerken, wat hem zoopas was doorgeschoten, dat in het voorstel van toen stond, dat het college de zaak in beraad had. Er was toen dus al sprake van, doch spreker hoort nu van een commissie- Visscher. Spreker weet daar niets van af; wel is hem bekend de raadscommissie, die hij maar de commissie- Hooiring zal noemen, maar van die andere weet spreker niets af. Spreker acht het niet verantwoord dat men deze zaak zoo lang in de maak houdt. Het moet den wethouder ook bekend zijn, dat er nog een groote woningnood is. Spreker heeft van morgen nog een man gesproken, die in een pakhuis woonde en daar brand heeft gehad. Die menschen staan ook op straat en weten niet, waar zij heen moeten. De woningnood is weer enorm toegeno men, hij is met 45 gestegen. Er is dus alle reden om deze zaak aan te pakken, waardoor in elk geval weer 15 gezinnen kunnen worden geholpen. De heer Dijkstra wil slechts een kleine opmerking maken. Hij hoort met verbazing wat de heer De Vries meedeelt, hij had dat niet gezien. Spreker heeft in 't kort de zaak eens even uitgerekend en vindt het nu eigenlijk een onverantwoordelijke daad dat men die 15 woningen daar zoo laat staan. Men had vanaf April 15 gezinnen kunnen helpen, terwijl men nu de woningen gedeeltelijk heeft laten afbreken en men heeft in dien tijd, gerekend naar een bedrag van 3.per woning en per week, een bedrag van 800.a 1000.gederfd. De heer Beekhuis gelooft dat dit laatste eigenlijk niet heelemaal juist is en moet in dat opzicht het college in bescherming nemen. De Raad heeft besloten de barakken te verplaatsen maar niet om ze in te richten voor wo ningen, d. w. z. ze zouden eerst verplaatst worden en dan voor woningen worden ingericht, maar het was niet de bedoeling om de barakken, zooals ze hier staan, voor woningen in te richten. Het college was dus niet ge machtigd de woningen op 't oogenblik te verhuren. Dat ging niet aan. Toen ze van het Rijk zijn overgenomen is besloten de barakken te verplaatsen en als Burge meester en Wethouders nu nog geen plaats weten waar men ze neer kan zetten, kan men er hun geen verwijt van maken dat ze niet zijn verhuurd. De interpellatie wordt gesloten. Op voorstel van den Voorzitter wordt in geheime vergadering overgegaan. Na heropening der openbare vergadering wordt, niets meer te behandelen zijnde, deze door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 September 1924. 221 Tegenwoordig 26 leden, te weten: de heeren Hofstra, Botke, Van der Schoot, Visser, Fransen, Cohen, Lau- tenbach, O. F. de Vries, Scheltema, Tiemersma, Van der Veen, Hooiring, Tulp, IJ. de Vries, Beekhuis, Muller, H. de Boer, M. Molenaar, Dijkstra, Oosterhoff, Jansen, K. de Boer, Westra, Weima, B. Molenaar en mevrouw BuismanBlok Wijbrandi. Afwezig, met kennisgeving, één lid, de heer Koopmans. Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Burgemeester. 1. Wordt medegedeeld: 1. dankbetuiging namens Hare Majesteit de Koningin voor de mede namens Raad en Burgerij aangeboden gelukwenschen ter gelegenheid van Haar verjaardag 2. dat bij Koninklijk besluit van 28 Juli 1.1. no. 203 is goedgekeurd het raadsbesluit van den 13 Mei 1.1., waarbij opnieuw is vastgesteld de verordening tot hef fing van eene belasting onder den naam van bruggeld voor het afdraaien of ophalen van de Harlingervaarts- brug, de Wirdumerpoortsbrug, de Prins Hendrikbrug, de Vrouwenpoortsbrug, de Noorderbrug, de Verversbrug, de bruggen over het Nieuwe Kanaal, de Oosterbrug, de Vlietsterbrug, de Boomsbrug, de Blauwe brug, de Witte brug en de Poppebrug, opgenomen in gemeenteblad 1919 no. 35. 3. dat Gedeputeerde Staten: a. hebben vastgesteld de gemeenterekening, dienst 1922, in ontvang tot een bedrag van 14.285.470.25 in uitgaaf tot een bedrag van 13.608.514.085 slot 676.956.165 b. hebben goedgekeurd de raadsbesluiten d.d. 19 Augustus 1.1. tot afstand in erfpacht van terrein aan den Wissesdwinger aan D. Kalma, alhier, en tot overneming in eigendom van een zijstraatje van den Stationsweg. De punten sub 1, 2 en 3 a en b worden voor kennis geving aangenomen. c. niet hebben goedgekeurd het raadsbesluit d.d. 19 Augustus 1.1. tot wijziging der gemeentebegrooting 1924, welke wijziging een uitvloeisel is van het raadsbesluit van 1 Juni 1.1., om geen gevolg te geven aan de uitnoo- diging van den Minister van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen om de jaarwedden van het personeel aan het gymnasium verbonden, in overeenstemming te bren gen met de rijksregeling. Op voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeenc stemmen besloten bij de Kroon in beroep te gaan. 4. rapporten omtrent de opneming der kassen van de bedrijven der gemeentereiniging, de gemeentelijke gasfabriek en het gemeentelijk electriciteitbedrijf. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 5. adres van N. Dijkema en F. J. Wijma, verklarende in opdracht van het personeel der Burgeravondschool te handelen, betreffende hunne belangen, betrokken bij de eventueele opheffing dier school. Wordt gevoegd bij de stukken onder punt 10 der agenda voor heden. 6. adres van G. du Bois Pzn. e. a. om de bestrating van de Eestraat te doen verbeteren enz. Wordt voorgesteld dit adres in handen van Burge meester en Wethouders te stellen ter afdoening. De beraadslagingen worden geopend. De heer Aluller wil naar aanleiding hiervan een woord zeggen. Niet om bij Burgemeester en Wethouders op spoed aan te dringen wat betreft de verbetering van deze straat hoewel het in het belang ook van de kinderen van school 8 zou zijn indien verbetering gebracht werd in de veldkeibestrating hier maar wel om op te mer ken dat het in den laatsten tijd niets geeft of men hier al referentie voor een bepaalde straat naar voren brengt. De Raad kan er over spreken en bepaalde wenschen kunnen naar voren gebracht worden, dat geeft absoluut niets. Bij de begrootingsbehandeling heeft spreker ter sprake gebracht de bestrating achteraan op Oldegalileën en het Vliet en de heer IJ. de Vries verwonderde zich er toen over, dat daar nog steeds niets aan gebeurd was. Maar thans is er nog niets aan gebeurd. Daarom zou spreker nu willen vragen: Komt er ook nog wat terecht dit jaar van de toezegging die door den wethouder in dertijd gedaan is betreffende de verbetering dier straten? De heer Fransen (wethouder) kan op de vraag van den heer Muller dit antwoorden: Of er dit jaar nog wat van zal komen, kan ik niet met zekerheid zeggen, omdat het personeel der gemeente niet in staat is te doen wat Gemeentewerken zich had voorgenomen te doen. De oorzaak hiervan is gelegen in het vele extra-werk dat dit personeel heeft, door den omslag voor de water leiding en de electrische verlichting. Dit extra werk vraagt zooveel personen, dat men zeer zeker niet aan al de punten toekomt, die op de lijst staan. Maar ze staan er op en ze zullen zoo spoedig mogelijk worden uitgevoerd. Of 't evenwel dit jaar nog zal gebeuren, die toezegging kan spreker niet doen. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 7. adres van de N. V. „de Friesche Olieslagerij v/h Hommema, Eskes en Co." te Lekkum om ten behoeve van de wederoprichting van de afgebrande pakhuizen bij hare oliefabriek aan het Noordvliet alhier afwijking toe te staan van de bestaande rooilijn, als op een bijge voegde situatieteekening is aangegeven; 87 adres van de afdeeling Friesland van den Alge- meenen Nederlandschen Politiebond om over te gaan tot vaststelling van een verordening betreffende geor ganiseerd overleg voor de bezoldigde politie-ambtenaren in dienst der gémeente. De punten sub 7 en 8 worden in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. 9. adres van de afdeeling Leeuwarden van den Ne derlandschen Bond van Werklieden in Overheidsdienst, waarbij zij verzoekt Burgemeester en Wethouders uit te noodigen het aan de veemarkt-schrobster S. de Vries Hoekstra verleende ontslag in te trekken, c. q. haar een redelijke schadeloosstelling te verleenen. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wet houders ter afdoening. De Voorzitter merkt op dat bij deze kwestie vermoe delijk een misverstand is ontstaan in een van de schakels van den gemeentedienst, zoodat de zaak wel zal kunnen worden opgelost, vermoedelijk in den gevraagden zin. 10. adres van J. C. Heins e. a. om de oplossing van het verkeersvraagstuk in deze gemeente te zoeken door demping van de binnengracht langs de Voorstreek en de Waeze, enz. 11adres van T. Zandleven e. a. om de gracht loo- pende van de Rijksbrug tot aan de buitengracht met een gedeelte van het Naauw te dempen, desnoods met een gedeelte der gracht langs de Tuinen. De punten sub 10 en 11 worden gevoegd bij de stuk ken het verkeersvraagstuk betreffende. 12. adres van de vereeniging „Pro Juventute" in het arrondissement Leeuwarden om voor het jaar 1925 aan haar zoo mogelijk een bedrag van 150.als subsidie te willen toestaan; 13. adres van het bestuur der Kinderbewaarplaats,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1924 | | pagina 1