222 Verslag van de handeiingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 September 1924. alhier, om die inrichting over 1925 een subsidie toe te kennen van 1.300. De punten sub 12 en 13 zullen bij de begrooting voor 1925 worden behandeld. 14. dat Burgemeester en Wethouders: a. bij openbare aanbesteding hebben gegund den verbouw van het isoleergebouwtje aan de Veemarkt, waardoor het tevens bestemd wordt voor transformator huisje aan P. Dam te Huizum voor 2.224. b. de levering van diverse houtwaren aan S. van Driesum en R. Timmermans voor de ingeschreven een heidsprijzen; c. de verf-, glas- en behangwerken van het koelhuis, dienstwoning, enz. aan de N. V. Vereenigde Schilders bedrijven voorheen W. K. Wits en Zn. voor 3.865. Wordt voor kennisgeving aangenomen. II. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1 (Agenda no. 2). Verdeeling van den Raad in sectiën. De loting heeft tot uitslag dat de secties als volgt worden samengesteld: le sectie: voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Burgemeester, leden mevrouw H. C. BuismanBlok Wijbrandi en de heeren A. Cohen, Th. Hofstra, IJ. G. Hooiring, D. Lautenbach (wethouder), J. Oosterhoff, S. Tulp Szn. (wethouder), M. Visser en E. Weima. 2e sectie: voorzitter de heer J. Scheltema (wethouder), leden de heeren K. de Boer, G. Botke, L. Dijkstra, J. Jansen, mr. M. Koopmans, J. Muller, K. van der Schoot en A. van der Veen. 3e sectie: voorzitter de heer W. Fransen (wethouder), leden de heeren mr. C. Beekhuis, H. de Boer, B. Mole naar, M. Molenaar, H. Tiemersma, O. F. de Vries, IJ. de Vries Bzn. en P. F. J. Westra. 2 Agenda no. 3). Benoeming van: a. vier leden der commissie voor het Stedelijk Or kest; Worden benoemd 1. de heer K. de Boer met algemeene stemmen; 2. de heer Hooiring met algemeene stemmen; 3. de heer IJ. de Vries Bzn. met 25 stemmen. Op den heer Beekhuis is 1 stem uitgebracht. Bij stemming over het 4e lid verkrijgt de heer Hofstra 5, de heer Beekhuis 11 en de heer Weima 10 stemmen. Bij de tweede stemming verkrijgt de heer Hofstra 3, de heer Beekhuis 11 en de heer Weima 12 stemmen. Bij de herstemming wordt benoemd de heer Beekhuis met 13 stemmen. Op den heer Weima zijn 11 stemmen uitgebracht. b. vier leden der commissie voor de openbare werken; Worden benoemd 1. de heer B. Molenaar met algemeene stemmen 2. de heer Oosterhoff met 25 stemmen. Op den heer Cohen is 1 stem uitgebracht. 3. de heer Visser met 24 stemmen. Op den heer Westra is 1 en op den heer O. F. de Vries is 1 stem uitgebracht. 4. de heer O. F. de Vries met 24 stemmen. Op den heer Visser is 1 en op den heer IJ. de Vries is 1 stem uitgebracht. c. vier leden der commissie voor de gemeentelijke bewaarscholen Worden benoemd 1. mevrouw BuismanBlok Wijbrandi met 25 stemmen. Op den heer Oosterhoff is 1 stem uitgebracht. 2. de heer Hofstra met 25 stemmen. Op den heer Weima is 1 stem uitgebracht. 3. de heer J. Muller met algemeene stemmen; 4. de heer Visser met 15 stemmen. Op den heer Botke zijn 11 stemmen uitgebracht. d. vier leden der commissie voor de gemeentereiniging; Bij de stemming over het eerste lid verkrijgt mevrouw BuismanBlok Wijbrandi 13, de heer M. Molenaar 12 en de heer Beekhuis 1 stem. Geen volstrekte meerderheid verkregen zijnde, wordt tot een tweede vrije stemming overgegaan. Worden benoemd 1. mevrouw BuismanBlok Wijbrandi met 14 stemmen. Op den heer M. Molenaar zijn 11 en op den heer Beekhuis is 1 stem uitgebracht. 2. de heer Dijkstra met algemeene stemmen; 3. de heer Weima met 24 stemmen. Op den heer Beekhuis is 1 en op den heer Jansen is 1 stem uitgebracht. 4. de heer Westra met 24 stemmen. Op dfen heer Jansen zijn 2 stemmen uitgebracht. e. vier leden der financieele commissie; Worden benoemd 1. de heer H. de Boer met algemeene stemmen; 2. de heer J. Oosterhoff met 25 stemmen. Op mevrouw BuismanBlok Wijbrandi is 1 stem uitgebracht. 3. de heer Ij. de Vries met 25 stemmen. Op den heer Beekhuis is 1 stem uitgebracht. 4. de heer Beekhuis met 14 stemmen. Op den heer K. de Boer zijn 11 en op den heer Botke is 1 stem uitgebracht. f. vier leden der commissie voor de gemeentelijke waterleiding en de lichtfabrieken; Worden benoemd 1. de heer Cohen met 25 stemmen. Op den heer Oosterhoff is 1 stem uitgebracht. 2. de heer Van der Veen met algemeene stemmen; 3. de heer Van der Schoot met 25 stemmen. Op den heer lansen is 1 stem uitgebracht. 4. de heer Tiemersma met 25 stemmen. Op den heer K. de Boer is 1 stem uitgebracht. g. vier leden der commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen Worden benoemd 1. de heer H. de Boer met algemeene stemmen; 2. de heer |ansen met 24 stemmen. Op den heer Van der Schoot is 1 stem uitgebracht, terwijl 1 biljet blanco is ingeleverd. 3. de heer Koopmans met 21 stemmen. Op den heer Visser zijn 4 stemmen uitgebracht, terwijl 1 biljet blanco is ingeleverd. 4. de heer Beekhuis met 25 stemmen. Op den heer K. de Boer is 1 stem uitgebracht. h. drie leden der commissie voor het onderzoek der gemeenterekening, dienst 1923. Worden benoemd: 1. de heer Botke met 22 stemmen. Op den heer Beekhuis is 1, en op den heer Oosterhoff zijn 2 stemmen uitgebracht, terwijl 1 biljet blanco is ingeleverd. Verslag van de handelingen van den 2. Bij de stemming over het tweede lid, verkrijgt de heer Oosterhoff 9, de heer IJ. de Vries Bzn. 10, de heer Botke 1, de heer Hofstra 3, de heer Beekhuis 1 en de heer Westra 1 stein, terwijl 1 biljet blanco is inge leverd. Geen volstrekte meerderheid verkregen zijnde, wordt tot een tweede vrije stemming overgegaan, waarbij wordt benoemd de heer Oosterhoff met 15 stemmen. Op den heer IJ. de Vries zijn 9 en op den heer Hofstra is 1 stem uitgebracht, terwijl 1 biljet van onwaarde wordt verklaard. 3. de heer Westra met 17 stemmen. Op den heer IJ. de Vries zijn 5, op den heer Beekhuis 2, op den heer Jansen 1 en op den heer Hofstra 1 stem uitgebracht. 3. (Agenda no. 4). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan mej. AL J. Stoett, onderwijzeres aan gemeenteschool no. 12, op haar verzoek als zoo danig eervol ontslag te verleenen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 4. (Agenda no. 5). Benoeming van een onderwijzer aan gemeenteschool no. 12, vacature mej. M. J. Stoett. De voordracht luidt als volgt: 1. A. Visser, reserve-onderwijzer bij het openbaar lager onderwijs; 2. J. Bakker, op wachtgeld gesteld onderwijzer; 3. B. Rijpstra, reserve-onderwijzer bij het openbaar lager onderwijs. Benoemd wordt A. Visser, voornoemd, met 26 stemmen. 5 (Agenda no. 6). Benoeming van tijdelijk onder wijzend personeel aan de middelbare avondhandels school, schooljaar 1924-25. De voordrachten luiden als volgt: a. voor directeur: A. Deinema, hoofd van de gemeenteschool no. 14b, alhier: b. voor leeraar in Duitsch en Nederlandsche corre spondentie: C. Andriesse, hoofd der school voor uitgebreid lager onderwijs, alhier; c. voor leeraar in aardrijkskunde, lezen en Neder landsche correspondentie: G. Steegstra, hoofd van de gemeenteschool no. 13b, alhier; d. voor leeraar in boekhouden, handelsrekenen en Nederlandsche correspondentie: H. van der Heide, hoofd van gemeenteschool no. 12, alhier; e. voor leeraar in stenografie en machineschrijven: W. Röben, leeraar in die vakken, alhier, allen thans reeds als zoodanig werkzaam. Benoemd worden de voorgedragenen met 25 stemmen. Een briefje wordt in blanco ingeleverd. 6 (Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aanwijzing van een rooilijn voor de bebouwing van een gedeelte van het terrein nabij het Kalverdijkje, hoek Lammerstraat-Pinkstraat. Dit voorstel luidt als volgt: In Uwe Vergadering van den 27en November 1.1. wer den als rooilijnen voor de bebouwing van de terreinen van Leeuwarden van Dinsdag 9 September 1924. 223 op de kadastrale perceelen sectie F nos. 3447, 3448 en 3449 vastgesteld de zware witte lijnen, aangeduid op de toen overgelegde teekening op de met rood aan gegeven bouwblokken nabij het Kalverdijkje. Voor het noordelijk gedeelte van blok J, hoek Lammerstraat Pinkstraat, werd evenwel de rooilijn niet vastgesteld, in verband met de omstandigheid dat toen nog niet bekend was hoe de bebouwing daar zou plaats hebben. Het betrokken gedeelte is intusschen in erfpacht uitgegeven en aan M. Spandaw werd, behoudens nadere vaststelling der rooilijn, eene bouwvergunning verleend, die het wenschelijk maakt dat de rooilijn voor dat gedeelte wordt gevolgd, als thans met een zware gele lijn op de bedoelde teekening is aangegeven, waartoe wij U bij deze, in overeenstemming met het advies van den di recteur der Gemeentewerken, het voorstel doen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 7 (Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan R. Boelstra alhier vergunning te verleenen tot demping van de sloot vóór zijn perceel aan den Stienserweg. Dit voorstel luidt als volgt: Van R. J. Boelstra, alhier, ontvingen wij het verzoek om vergunning tot demping van de sloot tusschen zijn perceel sectie E no. 1379 en den Stienserweg. Het be doelde perceel ligt tusschen panden, waar de voorge legen gedeelten der sloot reeds zijn gedempt met Uwe toestemming, die vereischt was wijl de gemeente voor de helft daarvan eigenares is. Gelijk de Directeur der gemeentewerken in zijn over gelegd advies opmerkt is er alles voor en niets tegen te zeggen, dat ook deze sloot verdwijnt; hierdoor wordt de welstand ter plaatse verbeterd en de kans, om tot verbreeding van den Stienserweg over te gaan, weder vergroot. Er bestaat geen bezwaar, dat adressant voor- loopig den grond tusschen het te plaatsen hek en de eigendomsgrens kosteloos in gebruik houdt, mits bij verbreeding van den weg onmiddellijk het hek tot die grens wordt verplaatst. Hiermede, gelijk met de andere gestelde voorwaarden, vereenigt de aanvrager zich blijkens zijne neergelegde verklaring van den 18 Augus tus 1.1. Wi] hebben dus de eer U in overweging te geven te besluiten: aan R. J. Boelstra, alhier, vergunning te verleenen tot het dempen van de sloot tusschen zijn perceel Stienser weg no. 17, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie E no. 1379, en den Stienserweg, onder voor waarde: 1. de sloot moet worden gedempt tot gelijke hoogte en helling als de aangrenzende perceelen, met goeden grond of zand, nadat vooraf alle vuil en slijk uit de sloot is verwijderd en vervoerd; 2. bij eventueel nazakken moet tot bovenbedoelde hoogte weder worden aangevuld; 3" de bestaande haag moet door en op kosten van den vergunninghouder worden omgekapt en vervoerd; 4. over de geheele breedte langs den Stienserweg moet in de richting van de hekken der naastlegers een hek worden geplaatst, gemaakt volgens door Burge meester en Wethouders goed te keuren teekening; 5. dit hek moet steeds in goeden en netten staat worden onderhouden ten genoegen van Burgemeester en Wethouders; 6. langs de straatzijde van het hek moet over de geheele lengte een goot worden gemaakt van goede nieuwe waalstraatklinkers op hun kant in een zandbed van tenminste 10 cM. dikte en aansluitende aan de goten der naastlegers;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1924 | | pagina 2