252 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 October 1924.
Dit voorstel luidt als volgt:
Het krachtens Uwe machtiging door ons aan den
tijdelijken directeur der gemeentelijke drinkwaterleiding,
F. C. W. j. P. Soeters, verleende verlof tot afwezigheid
eindigt 29 September 1924. Met ingang van dien datum
wordt het beheer van genoemd bedrijf overgedragen aan
de directie der N. V. Intercommunale Waterleiding Ge
bied Leeuwarden. In verband hiermede kan de betrek
king van directeur der gemeentelijke drinkwaterleiding
worden opgeheven en aan den betrokken functionaris
ontslag worden verleend.
Wij hebben daarom de eer U voor te stellen te be
sluiten met ingang van 29 September e.k.
a. op te heffen de betrekking van directeur der ge
meentelijke drinkwaterleiding;
b. aan F. C. W. J. P. Soeters wegens opheffing zijner
betrekking eervol ontslag te verleenen als tijdelijk di
recteur der gemeentelijke drinkwaterleiding.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
4 (Agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot afstand in erfpacht van bouwterrein aan:
a. G. de Wilde en A. Winters (Franekerstraat).
b. J. J. Visser (Bleeklaan).
c. P. Mook en J. Veenstra (Groningerstraatweg).
Deze voorstellen luiden als volgt:
a.
De heeren G. de Wilde en A. Winters, alhier, hebben
tot ons het verzoek gericht om aan hen een perceel
bouwterrein aan de Franekerstraat in erfpacht af te
staan, hetwelk is gelegen onmiddellijk naast en ten
oosten van het bouwterrein, dat zij aldaar reeds in erf
pacht hebben ontvangen.
Het bedoelde terrein ligt op een afstand van minder
dan 25 M. van de Engelsche straat, zoodat het kan
worden gerekend te behooren tot de bouwblokken welke
zijn geprojecteerd langs die straat. De grondprijs moest
om deze reden hooger worden gesteld, dan die, welke
is bedongen voor het terrein langs de Franekerstraat en
wij hebben gemeend deze te moeten stellen op 10.
per M2., welk bedrag voldoende is te achten.
De adressanten hebben met den bedoelden grondprijs
en de overige gebruikelijke voorwaarden genoegen ge
nomen, terwijl de Directeur der gemeentewerken tegen
den afstand van den bedoelden grond geen bezwaar
heeft.
Onder overlegging van de stukken geven wij U in
overweging te besluiten:
aan CL de Wilde en A. Winters, alhier, tot 31 Decem
ber 1990 in erfpacht af te staan een perceel bouwterrein
aan de zuidzijde van de Franekerstraat en gelegen on
middellijk naast en ten oosten van het terrein, dat aldaar
reeds aan de belanghebbenden in erfpacht is afgestaan,
zijnde een gedeelte van het perceel kadastraal bekend
gemeente Leeuwarden sectie D no. 1812, ter breedte van
5.72 M. langs den weg gemeten, zooals op de bijbehoo-
rende situatieteekening in rood is aangegeven en ter
grootte van ongeveer 114 M2., de juiste grootte nader
door een landmeter van het kadaster uit te meten, zulks
op de volgende voorwaarden:
1. de canon wordt berekend naar een grondwaarde
van 10.per M2. en een rentevoet van 6 per jaar;
2. de erfpachters moeten binnen tweemaal 24 uren,
nadat zij van de toewijzing in erfpacht kennis hebben
bekomen, een waarborgsom van 57.storten ten kan
tore van het gemeentelijk grondbedrijf voor de nakoming
der voorwaarden, welk bedrag hun, na voldoening daar
aan, op aanvrage wordt teruggegeven;
3. de rooiïng der te stichten gebouwen zal nader
door den dienst der gemeentewerken worden aange
geven;
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag ge
durende dien tijd bebouwing door derden niet plaats
vinden;
5. de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht
van bouwterreinen gelegen tusschen Oostersingel en
Cambuursterpad en toebehoorende aan de gemeente
Leeuwarden, worden voorzoover mogelijk en met het
bovenstaande niet in strijd voor dezen afstand in
erfpacht van kracht verklaard.
b.
Bij adres d.d. 15 Juli 1924 richtte de heer J. J. Visser,
alhier, tot ons het verzoek om in erfpacht te nrogeri
ontvangen een perceel bouwterrein aan de noordoost
zijde van de Bleeklaan, onmiddellijk naast en ten noord
westen van het terrein, dat aldaar aan D. Hoitsma in
erfpacht is afgestaan.
Wij hebben den belanghebbende met de gebruikelijke
voorwaarden in kennis gesteld en van hem bericht ont
vangen, dat hij deze aanvaardt. De grondprijs naar
welke de erfpachtscanon zal worden berekend, is 10.—
per M2., welk bedrag voldoende is te achten.
De Directeur der gemeentewerken kan zich blijkens
zijn advies met dezen afstand in erfpacht vereenigen.
Onder overlegging van de stukken geven wij U in
overweging te besluiten:
aan J. J. Visser, alhier, tot 31 December 1990 in erf
pacht af te staan een perceel bouwterrein aan de noord
oostzijde van de Bleeklaan, zijnde een gedeelte van het
perceel kadastraal bekend sectie F no. 3742, gelegen
onmiddellijk naast en ten noordwesten van het terrein
dat aldaar aan D. Hoitsma in erfpacht is afgestaan, ter
breedte langs den weg gemeten van 7 M. en ter grootte
van ongeveer 190 M2., de juiste grootte nader door een
landmeter van het kadaster uit te meten, zooals op de
bijbehoorende situatieteekening in rood is aangegeven,
zulks op de volgende voorwaarden:
1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een
grondwaarde van 10.per M2. een een rentevoet van
6 per jaar;
2. de erfpachter stort binnen tweemaal 24 uren,
nadat hij van het raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht
kennis heeft bekomen, een bedrag van 95.— ten kan
tore van het gemeentelijk grondbedrijf, als waarborg
voor de nakoming der voorwaarden, welk bedrag hem
na voldoening daaraan op aanvrage zal worden terug
gegeven;
3. de rooiïng voor de bebouwing zal nader door den
dienst der gemeentewerken worden aangegeven;
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen mag be
bouwing door derden niet plaats hebben;
5. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht
van toepassing voorzoover mogelijk en met het
bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende
de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tus
schen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehoo
rende aan de gemeente Leeuwarden.
c.
Wij ontvingen een schrijven d.d. 14 Augustus 1924
van J. Veenstra en P. Mook, alhier, houdende verzoek
om aan hen in erfpacht af te staan een perceel bouw
terrein, gelegen op den oostelijken hoek van de Auke
Stellingwerfstraat en den Groningerstraatweg. Wij heb
ben de adressanten met de gebruikelijke voorwaarden
in kennis gesteld en van hen bericht ontvangen, dat zij
deze aannemen, met dien verstande, dat zij deze wen-
schen te zien toegepast op een terrein, hetwelk iets meer
oostelijk is gelegen op ongeveer 12.72 M. uit den oos
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 October 1924. 253
telijken hoek van de Auke Stellingwerfstraat en den
Groningerstraatweg. Wij hebben hiertegen geen be
zwaar, "terwijl ook de Directeur der gemeentewerken
zich hiermede kan vereenigen. De grondprijs zal 10.
per M2. bedragen, welke prijs voldoende is te achten.
Onder overlegging van de stukken geven wij U in
overweging te besluiten:
aan j Veenstra en P. Mook, alhier, tot 31 December
1990 in erfpacht af te staan een perceel bouwterrein aan
den Groningerstraatweg, ter breedte van 15 M. langs den
weg gemeten, aanvangende op ongeveer 12.72 M. uit
den oostelijken hoek van de Auke Stellingwerfstraat en
den Groningerstraatweg, zooals op de bijbehoorende
situatieteekening in rood is aangegeven, zijnde een ge
deelte van het perceel kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden sectie F no. 3752, ter grootte van ongeveer
450 M2., de juiste grootte nader door een landmeter van
het kadaster uit te meten, zulks op de volgende voor
waarden:
1 de erfpachtscanon zal worden berekend naar een
grondwaarde van 10.per M2. en een rentevoet van
6 per jaar;
2. de erfpachters storten binnen tweemaal 24 uren,
nadat zij van het raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht
kennis hebben bekomen, een bedrag van 225.ten
kantore van het gemeentelijk grondbedrijf als waarborg
voor de nakoming der voorwaarden, welk bedrag hun,
na voldoening daaraan, op aanvrage zal worden terug
gegeven;
3. de rooiïng voor de bebouwing zal nader door
den dienst der gemeentewerken worden aangegeven;
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag be
bouwing door derden niet plaats hebben;
5. het te stichten dubbel woonhuis moet voldoende
afmetingen hebben in verband met de breedte van den
Groningerstraatweg;
6. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht
van toepassing voorzoover mogelijk en met het
bovenstaande niet in strijd -de bepalingen betreffende
de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tus
schen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehoo
rende aan de gemeente Leeuwarden.
Aan de orde is het voorstel sub a.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer M. Molenaar zegt dat het zijn aandacht heeft
getrokken dat voor deze drie terreinen, die in deze stuk
ken zijn aangeduid, en die naar zijn meening nog al ta
melijk sterk verschillen wat de ligging betreft, een zelfde
prijs wordt gevraagd. Dit bevreemdt spreker daarom,
omdat hij meent dat indertijd voor terreinen in de om
geving van de Engelsche straat een aanmerkelijk lager
bedrag is vastgesteld, terwijl ook voor terrein aan de
Bleeklaan nog niet lang geleden een lagere som is ge
vraagd. Voor de Raad tot het vaststellen van deze prijzen
overgaat, zou spreker daarom graag vernemen wat Bur
gemeester en Wethouders heeft geleid om deze bedra
gen aan den Raad voor te stellen.
De Voorzitter kan namens het college antwoorden dat
het volkomen waar is, dat aan verschillende straten ter
reinen lager in prijs zijn uitgegeven. Uit een opzet, door
den directeur van Gemeentewerken gemaakt, blijkt
echter dat, als men den geheelen straataanleg enz. om
slaat over de terreinen in de buurt, de prijzen dan eigen
lijk niet zoo zijn geweest als wel kan en moet. Spreker
weet wel dat de grond over 't algemeen hoewel hier
en daar ook niet goedkoop is aangekocht, maar wan
neer men de kosten van straataanleg omslaat over de
betrekkelijke terreinen, komt men zoo hoog. De directeur
acht zelfs nog hoogere prijzen noodig en stelt dat voor;
Burgemeester en Wethouders hebben hem echter niet
geheel gevolgd, doch hebben de prijzen zoo goed mo
gelijk met elkaar in overeenstemming gebracht.
Wat speciaal punt a betreft, is de prijs op 10.—
bepaald, omdat het hier betreft een stuk van bouwblok
VIII, welk bouwblok de heeren De Wilde en Winters
graag geheel willen hebben en t. z. t. ook wel zullen
krijgen. Als de houten barakken daar niet meer op
stonden, zouden zij het al gehad hebben; er is alreeds
een bouwaanvraag voor ingekomen, zoodat genoemde
heeren dat bouwblok t. z. t. wel heelemaal zullen krij
gen. Omdat Burgemeester en Wethouders anders hier
en daar zelfs wel boven de 10.zouden zijn gegaan,
is in dit geval de gemiddelde prijs op 10.bepaald.
In 't algemeen zijn de prijzen echter iets hooger gewor
den omdat men niet erg aan den hoogen kant was in
verband met den straataanleg.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou
ders sub ac.
5 (Agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot vaststelling der vergoeding aan besturen
van schoolvereenigingen volgens art. 101, le lid, der
Lager Onderwijswet 1920, over het dienstjaar 1923.
Dit voorstel luidt als volgt:
Artikel 101, le lid, der Lager Onderwijswet 1920, legt
aan de gemeente de verplichting op over elk dienstjaar
aan de besturen van de in het eerste lid van artikel 97
dier wet bedoelde scholen de kosten van instandhouding,
met uitzondering van de jaarwedden en wedden der
onderwijzers, te vergoeden.
Gevolg gevende aan de in het eerste lid van artikel
103 opgenomen bepaling, dat de aanvragen om de
vergoeding ex artikel 101, le lid, door de schoolbe
sturen, die over het afgeloopen jaar aanspraak maken
op deze vergoeding, in de maand Januari aan den Raad
ingezonden moeten worden, zijn van de verschillende
schoolbesturen verzoeken om toekenning der gemeen
telijke instandhoudingsvergoeding over 1923 ingekomen
voor de in onderstaand overzicht vermelde scholen. In
dat overzicht zijn tevens opgenomen de bedragen der
krachtens artikel 103, lid 3, verleende voorschotten.
Daar in Uwe vergadering van 23 September j.l. de
rekening der gemeente over het dienstjaar 1923 voor-
loopig is vastgesteld, kunnen dus de bedragen der ver
goedingen, ingevolge artikel 101, le lid, der Lager On
derwijswet 1920 over het jaar 1923 worden vastgesteld,
waarbij in acht genomen moet worden de regels, ge
steld in het 2e, 5e en 7e lid van artikel 101
De vergoeding wordt berekend over het gemiddelde
getal leerlingen volgens den maatstaf van artikel 28 en
bedraagt per leerling het gemiddelde bedrag per leerling
van de kosten over 1923 der overeenkomstige openbare
lagere scholen in deze gemeente en wordt bepaald na
aftrek van de verschuldigde schoolgelden. Als gevolg
van het in dit verband gebruiken van het woord
„overeenkomstige", dient hier onderscheiden te worden
tusschen het gewoon lager en het uitgebreid lager
onderwijs, welke meening door uitspraken van de Kroon
bevestigd wordt.
Ten einde deze scheiding tot haar recht te doen
komen, zijn de scholen voor meer uitgebreid lager on
derwijs (welke overeenkomstig artikel 193, 2e lid, nog
mogen blijven bestaan tot 1 Januari 1926) gesplitst in
een lagere school en een school voor uitgebreid lager
onderwijs (deze laatste omvattende de z.g. kopklassen).
Om het bedrag te kunnen berekenen, waarop de
schoolbesturen over 1923 recht hebben, dient in de
eerste plaats bekend te wezen het gemiddeld aantal
leerlingen der scholen voor gewoon lager en uitgebreid