280 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 October 1924. b. tot tijdelijk leerares in de Fransche taal: mej. J. C. E. van der Loeft te Groningen; c. tot tijdelijk leeraar in de natuurlijke historie: A. de Buck te Leeuwarden. 4 (Agenda no 5). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan II Kruize en E. Puist en aan D. G. Westra vergunning te ver leen en tot het dempen van gedeelten sloot aan den Stienserweg. Dit voorstel luidt als volgt: Aan H. Kruize en E. Puist en aan D. G. Westra, allen alhier, is vergunning verleend voor den bouw van onder scheidenlijk drie woonhuizen en één woonhuis aan den Stienserweg op gedeelten van de perceelen, kadastraal bekend respectievelijk sectie E no. 3348 en no. 3393. Alvorens tot uitvoering van den bouw zal mogen worden overgegaan, moeten de voor gemelde perceelsgedeelten liggende slooten worden gedempt, waartoe vergunning van Uwe Vergadering noodig is. Op deze demping zullen van toepassing zijn de voor waarden, vastgesteld bij Uw besluit van 14 November 1922 no. 484r/312, met uitzondering van de voorwaarde vermeld sub 5, waarbij geëischt wordt, dat ter hoogte van Friesch Zomerpeil een duiker moet worden gelegd, welke voorwaarde kan worden weggelaten, daar door de ontworpen dammen geen verbinding tusschen de slootgedeelten behoeft te worden onderhouden. Wij geven U alzoo in overweging te besluiten: aan H. Kruize en E. Puist en aan D. G. Westra ver gunning te verleenen tot het dempen van de sloot vóór hunne perceelen aan den Stienserweg, onderscheidenlijk kadastraal bekend sectie E no. 3348 en no. 3393 ter lengte van de volle breedte van die perceelen, op de voorwaarden vermeld in het raadsbesluit van 14 No vember 1922 no. 484r/312, met uitzondering van de 5e voorwaarde en met bepaling dat de voortuin 7 M. diep wordt. 5 Agenda no. 6). Voorstellen van Burgemeester en Wethouders tot afstand in erfpacht van bouwterreinen aan a. J. en H. Hetfema (Kalverstraat) b. H. Herrema Auke Stellingwerf straat) Deze voorstellen luiden als volgt: a. Ingevolge Uw besluit d.d. 15 Juli 1924 no. 249r/ 141, goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten van Friesland d.d. 30 Juli 1924 no. 40, werd van de Woning stichting ,,St. Joseph" o.m. aangekocht het perceel kada straal bekend gemeente Leeuwarden sectie F. no. 3431, groot 6.68A. Bij adres d.d. 8 September 1924 hebben de heeren J. Hettema en H. Hettema, alhier, tot ons het ver zoek gericht om het bedoelde perceel in erfpacht te mogen ontvangen. Wij hebben hiertegen geen bezwaar, terwijl ook de directeur der Gemeentewerken zich met dezen afstand in erfpacht kan vereenigen. De grondprijs naar welken de erfpachtscanon zal worden berekend, is 7.per M2, welk bedrag voldoende is te achten, ter wijl overigens de gebruikelijke voorwaarden van toe passing zullen zijn. Onder overlegging van de stukken geven wij U in overweging te besluiten: aan J. Hettema en H. Hettema, alhier tot 31 December 1990 het perceel kadastraal bekend gemeente Leeu warden sectie F. no. 3431, groot 668 M2., in erfpacht af te staan, zulks op de volgende voorwaarden: 1de canon wordt berekend naar een grondwaarde van zeven gulden 7.per M2. en een rentevoet van 6 per jaar; 2. de erfpachters moeten binnen tweemaal 24 uren, nadat zij van de toewijzing in erfpacht kennis hebben bekomen, een waarborgsom van 233.—- storten ten kantore van het gemeentelijk grondbedrijf voor de na koming der voorwaarden, welk bedrag hun na voldoe ning daaraan op aanvrage wordt teruggegeven; 3. de rooiïng der te stichten gebouwen zal nader door den dienst der gemeentewerken worden aange geven; 4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van Burgemeester en Wethouders is overgedragen mag ge durende dien tijd bebouwing door derden niet plaats vinden; 5. de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tusschen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehoorende aan de gemeente Leeuwarden, voorzoover mogelijk en met het boven staande niet in strijd, worden voor dezen afstand in erf pacht van kracht verklaard. b. Bij Uw besluit van 23 September 1924 werd o.m. aan H. Herrema te Franeker een perceel bouwterrein aan de Auke Stellingwerfstraat, thans kadastraal bekend ge meente Leeuwarden sectie F. no. 3848 in erfpacht afge staan. De belanghebbende wenscht thans nog een drie hoekige strook grond, gelegen onmiddellijk naast en ten noordwesten van het bovenvermelde perceel, in erfpacht te ontvangen. De directeur der Gemeentewerken heeft hiertegen geen bezwaar, terwijl ook wij er ons mede kun nen vereenigen. De voorwaarden van afstand zijn de zelfde als die, welke zijn vermeld in het bovenbedoelde besluit. Wij geven U in overweging te besluiten: aan H. Herrema te Franeker, tot 31 December 1990 in erfpacht af te staan een perceeltje bouwterrein aan de Auke Stellingwerfstraat, gelegen onmiddellijk naast en ten noordwesten van het perceel kadastraal bekend ge meente Leeuwarden, sectie F. no. 3848, zooals op de bijbehoorende situatie-teekening in rood is aangegeven, ter grootte van ongeveer 20 M-', de juiste grootte nader door een landmeter van het kadaster uit te meten, zulks op de volgende voorwaarden: 1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van 6.50 per M-'. en een rentevoet van 6 per jaar; 2. de erfpachter stort binnen tweemaal 24 uren, na dat hij van het raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht kennis heeft bekomen, een bedrag van 6.50 ten kantore van het gemeentelijk grondbedrijf als waarborg voor de nakoming der voorwaarden, welk bedrag hem na vol doening daaraan op aanvrage zal worden teruggegeven; 3. de rooiïng voor de bebouwing zal nader door den dienst der gemeentewerken worden aangegeven; 4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van Burgemeester en Wethouders is overgedragen mag be bouwing door derden niet plaats hebben; 5. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht van toepassing voor zoover mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen gelegen tus schen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehoo rende aan de gemeente Leeuwarden. 6 (Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot overneming in eigendom van J. Dalmolen en A. van der Vem van een strookje grond, gelegen op den westelijken hoek Spoorstraat Achter de Hoven. Dit voorstel luidt als volgt: Van J. Dalmolen en A. van der Veen ontvingen wij de mededeeling, dat zij bereid zijn een terreintje, ter opper Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 October 1924. vlakte van ±12 M-'., gelegen vóór door hen gestichte woningen op het kadastrale perceel sectie G. no. 11383 hoek Spoorstraat en Weg Achter de Hoven aan de ge meente in koop af te staan voor den prijs van 1. In overeenstemming met het advies van den directeur der gemeentewerken zijn wij van oordeel, dat dit aanbod behoort te worden aangenomen. Door bijtrekking van den bedoelden grond kan het trottoir in de bocht 4 M. worden achteruit gebracht. Het verkeer wordt hierdoor gebaat, vooral bij de dik wijls voorkomende sluiting der spoorhekken aldaar. Wij geven U in overweging: van j. Dalmolen en A. van der Veen voor den prijs van i.in eigendom over te nemen een westelijk gedeelte, groot 12 M2., van het kadastrale perceel gemeente Leeuwarden, sectie G. no. 11383, op de overgelegde teekening in arceering aangeduid, onder voorwaarde dat de kosten van de eigendomsoverdracht voor rekening der gemeente komen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders sub 46 (agenda sub 57). 7 (Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hun een crediet te verleenen i~oor den aanleg van centrale verwarming in bewaarschool no 4. Dit voorstel luidt als volgt: Ingevolge onze opdracht stelde de directeur der ge meentewerken een onderzoek in naar den toestand van de centrale-verwarmingsinstallatie van gemeenteschool no, 4 aan den Wissesdwinger, aangezien was gebleken dat de verwarming der lokalen, vooral in een vorst periode, niet naar behooren kon plaats hebben. De direc teur kwam bij zijn rapport van den 30 Januari 1924 no. 115 tot de conclusie, dat door een gebrek in den strebel- ketel naar zijne meening ontstaan door de vochtigheid van den kelder waarin hij was geplaatst te fel moest worden gestookt om een voldoenden warmtegraad in de lokalen en gangen te verkrijgen; door het felle stoken verergerde het gebrek echter telkens. Hij stelde daarom voor tot herstelling van den kelder over te gaan en twee nieuwe of één grooteren strebelketel aan te schaffen. Intusschen werd in onze vergadering besproken het denkbeeld, om de centrale verwarming van gemeente school no. 4 aan te sluiten aan de nabijgelegen bewaar school no. 4 waardoor een meer economische verwar ming van beide scholen kon worden verkregen. Tot nog toe zijn in deze bewaarschool voor de verwarming kachels gebruikt, doch in verband met de ligging ten opzichte van school 4, die verwarming uit een centraal punt mogelijk maakt, kwam het ons wenschelijk voor van deze gelegenheid gebruik te maken om ook in de be waarschool centrale verwarming aan te brengen. Nu de bestaande installatie moet worden gewijzigd zal met de aansluiting van de bewaarschool een geringer kostenbe- drag gemoeid zijn dan indien deze eventueel afzonderlijk tot stand zou worden gebracht. Wij machtigden daarom den directeur behoudens nadere goedkeuring over te gaan tot aanbesteding, over eenkomstig het door hem ingezonden bestek en voor waarden van aanbesteding met teekening, van het aan leggen en leveren van een centrale verwarmingsinstal latie in de gemeentelijke bewaarschool no. 4. in aan sluiting aan de bestaande inrichting in gemeenteschool no 4. Daarbij is o.m. gerekend op de vervanging van den ouden, defecten ketel in den kelder van school 4 door nieuwe van zoodanige capaciteit, dat beide scholen daarmede kunnen worden verwarmd, en de herstelling der leidingen in genoemde school. In verband met den uitslag der aanbesteding raamt de directeur het benoo- digde crediet op 6.960.waarin voor algemeene kos ten is opgenomen 760.Naar onze meening behoort dit laatste bedrag lager te worden gesteld en zou de be rekening als volgt moeten worden: uitvoering van het werk6.200. honorarium en toezicht 6.9 rente ver lies 0.5 administratiekosten 0.6 totaal 8 496. Totaal 6.696. Wij hebben dus de eer U in overweging te geven ons voor de uitvoering van bovengenoemd werk een crediet van 6.700.te verleenen. De beraadslagingen worden geopend. De heer Cohen zou graag de vraag willen stellen of met het herstellen van den kelder de vochtigheid af doende zal zijn verdwenen. Kunnen Burgemeester en Wethouders ook eenige zekerheid geven dat, als men nu overgaat tot het aanschaffen van een of twee nieuwe ketels, de kelder niet vochtig zal blijven en men dus niet over 2 of 3 jaar weer voor hetzelfde geval komt te staan? De heer Fransen (wethouder) kan daarop antwoorden dat de kelder ook absoluut waterdicht wordt gemaakt en in het vervolg vrij zal zijn van vocht. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 8 (Agenda no. 9). Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van het bestuur der afdeeling Leeuwarden der Maatschappij tot. bevordering der Toonkunst om restitutie van belasting op tooneelver- tooningen enz. Dit prae-advies luidt als volgt Bij Uw besluit van den 23 September j.l. werd om prae-advies in onze handen gesteld een adres van het bestuur der afdeeling Leeuwarden der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst om restitutie van belasting op tooneelvertooningen en andere vermakelijkheden tot een bedrag van 250.zulks op grond van de om standigheid, dat op den avond van den 26 Februari 1924 door den op dien avond uitgebroken brand in de autogarage van de R. A. M. 1. de verkoop van toegangs bewijzen voor de door genoemde afdeeling in de Har monie gegeven uitvoering niet onbelangrijk zou hebben geleden, waardoor deze uitvoering een tekort zou op geleverd hebben van ongeveer 250. Bij schrijven, ingekomen den 11 Maart 1924, werd door het bestuur op dezelfde gronden aan ons College teruggaaf verzocht van de voor deze uitvoering betaalde belasting ad 254.60. Op dit verzoek werd eene afwijzende beschikking ge nomen, omdat de verordening tot heffing der bedoelde belasting (gemeenteblad no. 33 van 1920), zooals die verordening nader is gewijzigd, slechts het door Burge meester en Wethouders verleenen van vrijstelling of ontheffing van de belasting ten aanzien van bepaald aangewezen vermakelijkheden kent en restitutie om de door adressant aangevoerde redenen niet toelaat. Wij zouden ook thans kunnen volstaan met het uit brengen van een afwijzend prae-advies, onder verwijzing naar de aangehaalde verordening, doch meenen goed te doen hieraan nog het volgende toe te voegen. Opgemerkt moet worden dat de betaalde belasting ad 254.60 niet alleen betrof de uitvoering op 26. doch ook gedeeltelijk die op 25 Februari j.l.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1924 | | pagina 2