300 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 24 November 1924. De adressanten verklaarden, na met de gebruikelijke voorwaarden in kennis te zijn gesteld, dat zij hiermede genoegen nemen. De bedongen grondprijs is 10.per M2., welk bedrag voldoende moet worden geacht. De Directeur der gemeentewerken kan zich, blijkens zijn hierbij overgelegd advies, met dezen afstand in erfpacht vereenigen. Wij hebben alzoo de eer U voor te stellen te besluiten: a. aan Th. D. Keuning, alhier, tot 31 December 1990 in erfpacht af te staan een perceel bouwterrein aan den Groningerstraatweg, gelegen onmiddellijk naast en ten noordoosten van het terrein, dat aldaar aan den heer R. Jellema in erfpacht is afgestaan, ter breedte langs den weg gemeten van 21.50 M., zooals op de bijbehoorende situatieteekening in rood is aangegeven, ter grootte van ongeveer 640 M2., de juiste grootte nader door een land meter van het kadaster uit te meten; b. aan B. van der Kolk, alhier, tot 31 December 1990 in erfpacht af te staan een perceel bouwterrein aan den Groningerstraatweg tusschen de Auke Stellingwerfstraat en de Schapestraat en gelegen onmiddellijk naast en ten noordoosten van het bouwterrein, dat aldaar aan de heeren J. Veenstra en P. Mook in erfpacht is afgestaan, ter breedte langs den weg gemeten van 15 M., zooals op de bijbehoorende situatieteekening in rood is aange geven, ter grootte van ongeveer 450 M2., de juiste grootte nader door een landmeter van het kadaster uit te meten, een en ander op de volgende voorwaarden: 1de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van 10.— per M2. en een rentevoet van 6 per jaar; 2. de rooiïng voor de bebouwing zal nader door den dienst der gemeentewerken worden aangegeven; 3. de erfpachters storten binnen tweemaal 24 uren, nadat zij van het raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht kennis hebben bekomen, onderstaande bedragen ten kantore van het gemeentelijk grondbedrijf als waarborg voor de nakoming der voorwaarden, welke bedragen hun, na voldoening daaraan, op aanvrage zullen worden teruggegeven, en wel: de genoemde onder a 320. b 225.—; 4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag ge durende dien tijd bebouwing door derden niet plaats hebben; 5. voor den afstand van het terrein zijn verder van toepassing voorzoover mogelijk en niet in strijd met het bovenstaande de bepalingen betreffende de uit gifte in erfpacht van bouwterreinen gelegen tusschen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehoorende aan de gemeente Leeuwarden. c. Bij adres d.d. 16 September 1924 richtte de heer G. Giezen, alhier, tot ons het verzoek om aan hem een perceel bouwterrein aan de verlengde Verstolkstraat in erfpacht af te staan. Het door den adressant bedoelde terrein wordt ten noordoosten door de verlengde Ver stolkstraat, ten zuidwesten door de verlengde van Sijt- zanrastraat en ten zuidoosten door de straat, welke beide genoemde straten verbindt, begrensd. De adressant heeft verklaard, dat hij de gebruikelijke voorwaarden voor afstand van bouwterreinen aanvaardt, terwijl de Direc teur der gemeentewerken zich met dezen afstand in erf pacht kan vereenigen. De bedongen grondprijs bedraagt 6.50 per M2., welk bedrag voldoende is te achten. Onder overlegging van de stukken geven wij U in overweging te besluiten: aan G. Giezen, alhier, tot 31 December 1990 in erf pacht af te staan een perceel bouwterrein, begrensd ten noordoosten door de verlengde Verstolkstraat, ten zuid westen door de verlengde van Sijtzainastraat en ten zuid oosten door de straat, welke beide genoemde straten verbindt, zooals op de bijbehoorende situatieteekening in rood is aangegeven, ter grootte van ongeveer 600 M2., de juiste grootte nader door een landmeter van het kadaster uit te meten, zulks op de volgende voor waarden: 1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van 6.50 per M2. en een rentevoet van 6 per jaar; 2. de erfpachter stort binnen tweemaal 24 uren, nadat hij van het raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht kennis heeft bekomen, een bedrag van 195.ten kantore van het gemeentelijk grondbedrijf als waarborg voor de nakoming der voorwaarden, welk bedrag hem, na voldoening daaraan, op aanvrage zal worden terug gegeven; 3. de rooiïng voor de bebouwing zal nader door den dienst der gemeentewerken worden aangegeven; 4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag be bouwing door derden niet plaats hebben; 5. overigens zijn van toepassing voorzoover mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouw terreinen gelegen tusschen Oostersingel en Cambuur sterpad en toebehoorende aan de gemeente Leeuwarden; 6. indien de in het verlengde van de Verstolkstraat ontworpen straat moet worden verbreed, moet de erf pachter op eerste vordering van Burgemeester en Wet houders zooveel van zijn aan die straat gelegen terrein afstaan als genoemd college noodig zal oordeelen, waar na de erfpachtscanon naar evenredigheid zal worden verminderd. d. De heer L. Edema, alhier, heeft tot ons bij adres van 17 October 1.1. het verzoek gericht om een perceel bouw terrein aan de zuidzijde van de Franekerstraat in erfpacht te mogen ontvangen. Na een gunstig advies voor inwilliging van het verzoek van den Directeur der gemeentewerken te hebben ontvangen hebben wij den adressant met de gebruikelijke voor waarden in kennis gesteld, welke voorwaarden door den belanghebbende zijn aangenomen. De erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van 7.— per A42., welke prijs ook is bedongen voor het andere bouwterrein aan de Franekerstraat. Onder overlegging van de stukken geven wij U in overweging te besluiten: aan L. Edema, alhier, tot 31 December 1990 in erf pacht af te staan een perceel bouwterrein aan de zuid zijde van de Franekerstraat, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie D no. 1812, gelegen onmiddellijk naast en ten westen van het bouwterrein, dat aldaar aan de heeren de Wilde en Winters in erfpacht is afgestaan, zooals op de aangehaalde teekening in rood is aange geven, ter grootte van ongeveer 1000 M2., de juiste grootte nader door een landmeter van het kadaster uit te meten, zulks op de volgende voorwaarden: 1. de canon wordt berekend naar een grondwaarde van zeven gulden 7.per M2. en een rentevoet van 6 per jaar; 2. de erfpachter moet binnen tweemaal 24 uren, nadat hij van de toewijzing in erfpacht kennis heeft be komen, een waarborgsom van 350.storten ten kan tore van het gemeentelijk grondbedrijf voor de nakoming der voorwaarden, welk bedrag hem na voldoening daar aan op aanvrage wordt teruggegeven; 3. de rooiïng der te stichten gebouwen zal nader door den dienst der gemeentewerken worden aange geven; 4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag ge Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 24 November 1924. 301 durende dien tijd bebouwing door derden niet plaats vinden; 5. de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tusschen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehoorende aan de gemeente Leeuwarden voorzoover mogelijk en met het boven staande niet in strijd worden voor dezen afstand in erfpacht van kracht verklaard. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou ders sub ad. 3 (Agenda no. 4). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de begrooting der Stads armenkamer en der gemeentebegrooting, beide over het dienstjaar 1924. 4 (Agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling der begrootingen van het Nieuwe Stads Weeshuis, het Stadsziekenhuis, de Stads Bank van Leening en de Stads Armenkamer, alle dienst 1925. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou ders sub 3 en 4 (agenda sub 4 en 5). 5 (Agenda no. 6). De ontwerp-begrootingen van de baten en lasten der gemeentebedrijven en de ontwerp- begrooting der gemeente, alle dienst 1925 (bijlagen 1924 nos. 31, 33 en 34 en 1925 nos. 1 en 2). De Voorzitter wil voorstellen eerst algemeene be schouwingen te houden indien men dit noodig acht en daarna tot artikelsgewijze behandeling over te gaan. Spreker wil voorstellen de algemeene beschouwingen direct te houden, zoowel over de Gemeentebegrooting als over de bedrijfsbegrootingen, omdat verschillende punten ten slotte toch door elkaar loopen. Zijn er dan later nog punten die men speciaal wil bespreken, of waarbij een van de leden meent een voorstel te moeten doen, dan kan dat toch nog gebeuren bij dat punt. Spr. wil dus eerst de leden in de gelegenheid stellen tot het houden van algemeene beschouwingen, zoowel over de Gemeentebegrooting als over de bedrijfsbegrootingen. De algemeene beraadslagingen worden geopend. De heer H. de Boer Mijnheer de Voorzitter Het vorige jaar hebben de algemeene beschouwingen nog al eenigen tijd in beslag moeten nemen. Dat van onze zijde daarvan toen een ruim gebruik is gemaakt, lag voor de hand, omdat de rekening moest worden opge maakt van de verkiezingen en van de wijze, waarop de verkiezingen waren gevoerd. Deze maal evenwel zullen de algemeene beschouwin gen, althans onzerzijds, een ander karakter dragen. Wij hebben n.l. het vorig jaar uitvoerig stilgestaan bij een onzerzijds gehouden critiek, die naar onze meening ge rechtvaardigd was, ten opzichte van de houding van andere fracties, toen de verkiezingen nog moesten wor den gehouden en toen dus de uitslag nog niet bekend was. Ik zal nu meer in het bijzonder stil moeten staan bij hoe onze fractie in het bijzonder staat tegenover het college, dat is gevormd na de verkiezingen en dat op het oogenblik in den Raad zetelt. Ik zou dan willen beginnen met een kort woord te spreken over den algemeen financieelen toestand, die hier tot uitdrukking is gekomen in de cijfers, die men kan lezen in de begrooting, zooals deze is aangeboden. Daaruit blijkt, dat het heffingspercentage althans Burgemeester en Wethouders hebben daar hoop op weer op 4 zal kunnen blijven vastgesteld, waardoor dus de toestand blijft, zooals deze was. En het is, niettegen staande de belastingen niet behoeven te worden ver hoogd, zooals het zich laat aanzien, Burgemeester en Wethouders gelukt een sluitende begrooting te maken, ook zonder dat aan de arbeidsvoorwaarden van de amb tenaren en werklieden behoeft te worden getornd. Als eerste ontvangstpost op deze begrooting staat een bedrag van over de 637.000.dat is het batig slot van het dienstjaar 1923. Het is slechts een korte opmer king, die ik hier heb gemaakt en wel om een aanleiding te hebben om even te citeeren wat naar aanleiding van de vaststelling van de gemeenterekening is geschreven door Scriba" een pseudoniem in Hepkema's courant onder „Leeuwarder Brieven". Hij schrijft d.d. 16 September 1924 in verband met deze vaststeling het volgende „Natuurlijk geeft deze uitkomst alle reden om te roemen op een goed financieel beleid, waarvan voor minstens tweederde deel de eer toekomt aan het vóór September 1923 zetelend gemeentebestuur." Het is wel eigenaardig dat deze schrijver, die toch waar schijnlijk buiten de politiek hier in de gemeente staat, gemeend heeft een dergelijk oordeel daarover te moeten vellen. Wij zullen daarop niet dieper ingaan, maar een voudig herinneren aan de discussies van verleden jaar, omdat die herinnering dunkt mij voldoende is. Ik geloof zelfs dat wij geen behoefte hebben op die discussies terug te tasten, omdat de fractie van de S. D. A. P. uit die debatten wel goed te voorschijn is gekomen en toen wel gebleken is, hoe ongerechtvaardigd critiek is gele verd op het gemeentebestuur, waarin ook onze fractie in ruime mate immers door 2 van de 4 wethouders was vertegenwoordigd. Wij achten het dus onnoodig daarop terug te tasten en ik zou haast willen zeggen dat het alleen daarom reeds onnoodig is, omdat nu wel zon neklaar blijkt, dat de heer v. Buuren, die toen zoo'n be langrijk aandeel in die critiek heeft gehad, zijn politieke ondergang dichter nabij is, dan Leeuwarden zijn finan- cieele ondergang, waarvoor Van Buuren altijd zoo heeft gewaarschuwd en waarover ik den vorigen keer uitvoe rig heb gesproken. Wij hebben dus op het oogenblik geen aanleiding om daar nog op in te gaan en wij mee- nen dat te meer achterwege te kunnen laten, omdat ver schillende fracties zich het vorig jaar hebben losge maakt van wat Van Buuren heeft geschreven, terwijl ook het geachte lid van den Raad, de heer Oosterhoff, toen heeft erkend dat hij den toestand te pessimistisch had ingezien. Daarom kan ook van onzen kant de erkenning komen dat voor ons dit jaar deze zaak is afgeloopen. Een andere kwestie is of wij als fractie van sociaal democraten wel zoo te spreken zijn en hier is 't enkel plicht, te spreken -over het punt bezuiniging. Het was dit stokpaardje, dat bereden is, niet alleen bij de verkie zingen, maar ook toen het vorige jaar na afloop der ver kiezingen in den Raad uitvoerige beschouwingen zijn gehouden. Wij meenen zelfs goed te doen even het ge heugen te hulp te komen, waartoe het mij zij veroorloofd een citaat te geven uit de Handelingen van de vorige begrooting. Het was de heer Oosterhoff ik zal hem een keer moeten noemen, wat niet mijn schuld is, maar omdat hij de aanvoerder was van de combinatie, zaliger nagedachtenis het was de heer Oosterhoff, die bij de algemeene beschouwingen omtrent het punt bezuiniging opmerkte „De wethoudersverkiezingen zijn geleid door een in beginselkwesties weinig homogene combinatie. Ten opzichte van één punt was die combinatie echter wel degelijk homogeen, n.l. dat er een ernstige bezuiniging moest komen." Dit laat aan duidelijkheid niets te wenschen over. De heer Oosterhoff stond dus het vorig jaar op het stand punt dat er moest worden bezuinigd en hij meende ook dat dit kon. Want als men zegt dat het moet, dient ook te worden bewezen dat het kan. Het zij mij geoorloofd er aan te herinneren dat het vooral Openbare Werken was, waarop werd gezinspeeld

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1924 | | pagina 2