36
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Februari 1925.
andere met een breedte van 7 M. zooveel is alle dagen
te koop. Zoo is de zaak precies. Nu er dus geen sprake
is van loozing, komt het spreker niet juist voor ook
ai stonden er twee huizen, al waren beide terreinen be
bouwd dat men De Boer een dubbelen prijs laat be
talen. Spreker meent dus dat het zeer zeker zin heeft
dat het college, zooals de heer Molenaar voorstelt, deze
zaak tot zich neemt om prae-advies. Spreker heeft de
zaak plaatselijk opgenomen en met De Boer gesproken
en hij kreeg toen zeer sterk den indruk dat deze zaak
niet in orde is. Als morgen dit terrein wordt bebouwd,
valt het in de rioolbelasting. De Boer is trouwens ook
niet onwillig; hij is begonnen met te betalen, om niet
de eene aanmaning na de andere te krijgen. Spreker
meent echter dat deze zaak zoo niet passeeren kan.
De Voorzitter zegt dat ook over de kwestie, die door
den heer Dijkstra is aangeroerd, den vorigen keer is
beslist. Spreker wil nog even memoreeren wat Burge
meester en Wethouders toen hebben meegedeeld
„Het bezwaar van den anderen reclamant, J. de
Boer, is dat zijn huis slechts een breedte heeft van
7 Meter (de halve steeg inbegrepen) en de sloot ook
slechts voor dat gedeelte is gedempt. Hetgeen dien
aangaande hiervoren ten aanzien van het bezwaar
sub 2 van den heer Van der Kooi is opgemerkt, geldt
ook hier, waarbij wij mededeelen dat ook bij het pand
van den heer De Boer het onbebouwde gedeelte als
een aanhoorigheid moet worden aangemerkt."
Toen is dus door den Raad op deze kwestie of het een
aanhoorigheid is, ja of neen, beslist. Hoewel spreker
wil aannemen dat de Raad wel eens meer een verkeerde
beslissing neemt, gelooft hij toch dat de zaak toen vol
doende is bekeken om tot uiting te doen komen wat ge
beurd is. Spreker ziet de noodzakelijkheid dan ook niet
in om de zaak nog eens te bekijken.
De heer M. Molenaar stemt toe dat deze kwestie den
vorigen keer aan zijn aandacht is ontsnapt; hij had niet
gedacht dat dit hieraan verbonden was. Spreker meent
echter na inzage van het adres van reclamant dat deze
zaak wel degelijk onderzocht moet worden en handhaaft
daarom zijn voorstel om het adres te zenden om prae-
advies.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel-M. Molenaar wordt met 20 tegen 5
stemmen aangenomen.
Vóór stemmen: de heeren M. Molenaar, H. de Boer,
Dijkstra, O. F. de Vries, Botke, K. de Boer, mevrouw
BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Muller, Scheltema,
Tientersma, Hot'stra, Van der Schoot, B. Molenaar, Van
der Veen, Hooiring, Weinia, IJ. de Vries, Cohen, Westra
en Wölcken.
Tegen stemmen de heeren Lautenbach, Fransen,
Visser, Koopmans en Beekhuis.
Het schrijven sub 5 wordt in handen van Burgemeester
en Wethouders gesteld om prae-advies.
6. schrijven van het bestuur der afdeeling Leeuwar
den van den Nederlandschen Federatieven Bond van
Personeel in Openbaren Dienst, houdende verzoek om
te beslissen in den geest van de door haar organisatie
aangenomen motie omtrent het raadsbesluit betreffende
inhouding van pensioensbijdragen van gemeente-per
soneel;
7. schrijven van den Nederlandschen Federatieven
Bond van Personeel in Openbaren Dienst waarbij ad-
haesie wordt betuigd aan den inhoud van bovenge
noemde motie.
De punten sub 6 en 7 worden voor kennisgeving aan
genomen.
8. dat Burgemeester en Wethouders
behoudens 's Raads machtiging, hebben besloten tot
afbraak van de gemeentewoningen Pieterseliewaltje nos.
16 en 18, welke in zeer bouwvalligen staat verkeeren;
na gehouden openbare aanbesteding hebben gegund
de levering van 300.000 waalstraatklinkers aan de
Noord-Nederlandsche Bouwstoffenhandel W. J. van
Zuilen te Leeuwarden tegen 42.25 per 1000 stuks en
van 300.000 stuks aan de N. V. de Lint's Industrie-
en Handelmaatschappij te Rotterdam tegen 41.per
1000 stuks;
de werkzaamheden onder de leden van hun college,
overeenkomstig het betrekkelijk reglement van orde, als
volgt hebben verdeeld
1. de heer inr. C. Beekhuis: de zaken betreffende
de financiën, den Prinsentuin, het Stedelijk Orkest, de
Muziekschool, het Armwezen, de Ijsbanen en de Stads
Bank van Leening;
2. de heer D. Lautenbach: de zaken betreffende de
Lichtbedrijven, de Gemeentereiniging, het Slachthuis,
de Vleeschkeuring, de Arbeidsbemiddeling en Werk
loosheidsverzekering, de Veemarkt, de Beurs en Waag
en de personeelsaangelegenheden;
3. de heer W. Fransen de zaken betreffende de
openbare werken en het Stadsziekenhuis;
4. de heer H. de Boer de zaken betreffende het
onderwijs en de lichamelijke opvoeding,
zoodat zullen optreden als voorzitter van de finan-
cieele commissie en van de commissie voor het Stedelijk
Orkest de heer Beekhuis, voor de gemeentereiniging en
de gemeentelijke lichtfabrieken de heer Lautenbach, van
de openbare werken de heer Fransen en voor de ge
meentelijke bewaarscholen de heer De Boer.
Wordt voor kennisgeving aangenomen, terwijl de ge
vraagde machtiging, bedoeld in het eerste lid van dit
punt, wordt verleend.
II. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1 (Agenda no. 2). Benoeming van:
a. een lid der Commissie voor het Stedelijk Orkest,
wegens optreden van den heer Mr. C. Beekhuis als
Voorzitter
b. twee leden der financieele commissie, wegens
optreden van den heer Mr. C. Beekhuis als voorzitter
en van den heer H. de Boer als wethouder.
Vacature sub a. Wordt benoemd de heer Cohen met
14 stemmen, 9 stemmen op den heer Hofstra en 1 stem
op den heer Oosterhoff, terwijl 1 biljet blanco is inge
leverd.
Vacature sub b. In de eerste vacature wordt benoemd
de heer Botke met 20 stemmen, 3 stemmen op den heer
Westra en 1 stem op ieder der heeren Cohen en M.
Molenaar.
Bij stemming over de tweede vacature is de uitslag:
mevrouw BuismanBlok Wijbrandi 1 stem;
de heer Holstra 2 stemmen;
M. Molenaar 11
Westra 8
Cohen 1 stem.
terwijl 2 biljetten van onwaarde worden verklaard.
Geen volstrekte meerderheid verkregen zijnde, wordt
tot een tweede vrije stemming overgegaan, waarbij
wordt benoemd de heer M. Molenaar met 14 stemmen,
10 stemmen op den heer Westra en 1 stem op den heer
Hooiring.
2 Agenda no. 3). Benoeming van een tijdelijk
leerares in de geschiedenis aan de school van middel
baar onderwijs voor meisjes, zulks in verband met het
aan de directrice verleend ziekteverlof met voorstel van
Burgemeester en Wethouders omtrent de salarisuit-
keering aan mej. K. W. J. Cremer gedurende de waar
neming der betrekking van directrice.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Februari 1925. 37
Overeenkomstig de aanbeveling wordt benoemd mej.
L. Z. Harkema, tijdelijk leerares in de Staatsinrichting
aan die inrichting van onderwijs, met 23 stemmen en
1 stem op den heer Westra, terwijl 1 biljet blanco is
ingeleverd.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
3 (Agenda no. 4). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om mej. J. C. E. van der Loeff eervol
ontslag te verleenen als tijdelijk leerares in de Fransche
taal aan de gemeentelijke Hoogere Burgerschool en
Hoogere Handelsschool.
4 (Agenda no. 5). Prae-advies van Burgemeester
en Wethouders inzake bezwaarschriften tegen aanslagen
in de belasting op het houden van honden, dienst 1924.
5 (Agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot onderhandsche verhuring van bouw
landen aan den Sneekertrekweg en het Schapendijkje
aan K. Hoogland.
Dit voorstel luidt als volgt
De huur van de perceelen bouwland aan den Sneeker
trekweg, kadastraal bekend gemeente Huizum sectie A
no. 855 en gemeente Leeuwarden sectie G no. 10194
(gedeeltelijk), krachtens Uw besluit van den 11 Maart
1924 verhuurd aan K. Hoogland, is met 31 December 1.1.
afgeloopen; hetzelfde is het geval met het bouwland
aan het Schapendijkje, gedeelte van het perceel sectie
D no. 119, tot dusver in huur bij H. Hettema en K. J.
Dijkstra.
Voor laatstgenoemd perceel hebben wij openbare
inschrijving gehouden, waarvan het resultaat was, dat
H. van Gelder inschreef met een bedrag van 185.
als hoogste bieder. De beide afgaande huurders boden
slechts 125.Wij konden de inschrijving van eerst
genoemde echter niet aanvaarden bij het ontbreken van
een borg of zekerheid voor een richtige betaling der
huursom en de nakoming der voorwaarden. De
deskundige voor de gemeentelijke landerijen, dien wij
omtrent deze aangelegenheid raadpleegden, gaf ons te
kennen clat z. i. eene verhuring van de genoemde bouw
landen in massa aan Hoogland aanbeveling zou ver
dienen. Het gevolg van de gevoerde besprekingen was,
dat de laatste zich bereid verklaarde deze landen te
huren, die aan den Sneekertrekweg voor 240.per
jaar, het land aan het Schapendijkje voor 180.per
jaar. De eerstgenoemde bouwlanden zijn, blijkens het
overgelegde advies van den deskundige, niet van de
beste kwaliteit, zoodat de huurprijs van 240.per
jaar, hoewel niet hoog, z. i. dient te worden aangenomen.
Wij geven U dan ook in overweging te besluiten
aan K. Hoogland, alhier, voor den tijd van vijf jaren,
ingaande 1 Januari 1925 en eindigende 1 Januari 1930,
te verhuren:
a. de perceelen bouwland aan den Sneekertrekweg,
kadastraal bekend gemeente Huizum sectie A no. 855,
groot 0.55.35 H.A. en gemeente Leeuwarden sectie G
no. 10194, gedeeltelijk, groot 1.67.59 H.A., voor de som
van Twee honderd veertig gulden 240.—) per jaar;
h. het perceel bouwland aan het Schapendijkje,
deel uitmakende van het perceel kadastraal bekend ge
meente Leeuwarden sectie D no. 119, ter grootte van
ongeveer 1.11.80 H.A., voor de som van Honderd tachtig
gulden (f 180.per jaar,
een en ander onder de overeengekomen voorwaarden.
6 (Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot onderhandschen verkoop van een strook
grond gelegen aan de Rembrandtstraat aan de woning
stichting Patrimonium.
Dit voorstel luidt als volgt
Ten zuiden van de woningen, welke door de woning
stichting Patrimonium aan de Oeverdwarsstraat nabij
de Eilartstraat zijn gebouwd, ligt een strook grond, uit
komende op de Rembrandtstraat, welke aan de gemeente
in eigendom toebehoort.
De bedoelde strook is overgebleven van de bouw
blokken aan de noordzijde van het Nieuwe Kanaal,
omdat in de betrekkelijke voorwaarden van uitgifte was
bepaald, dat de gemeente zich den vollen eigendom
voorbehield van in het bouwterrein vallende slootge-
deelten, met een strook grond van 1 AT breedte daar
langs gemeten uit den waterkant.
Den 27 Juli 1901 werd aan de firma Faber en Zeilinga
vergunning verleend om de helft der bedoelde sloot met
den aanliggenden grond te gebruiken tegen een jaar-
lijksche retributie van 1.60. Deze retributie werd tot
voorverleden jaar steeds voldaan, doch in 1924 werd
aan het kantoor der gemeentewerken kennis gegeven
door den kooper van de in 1923 verkochte pakhuizen
aan de Emmakade N.Z. dat de strook grond, waarvoor
de retributie was verschuldigd, door de bewoners van
de bovengenoemde Patrimonium-huizen als tuintje werd
gebruikt.
Wij hebben toen aan het bestuur der stichting voor
noemd aangeboden om te bevorderen, dat de bedoelde
strook grond aan haar worde verkocht. Het bestuur is
hierop ingegaan en biedt een koopprijs van 2.50 per
AA2., welk bedrag ons voldoende voorkomt.
Onder overlegging van de stukken geven wij U in
overweging te besluiten:
aan de woningstichting Patrimonium, gevestigd alhier,
te verkoopen het perceel kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden sectie G no. 10693, groot 1.16 A., tegen
een prijs van 2.50 per M2. en overigens op de voor
waarden door Burgemeester en Wethouders noodig ge
oordeeld.
7 (Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester
en Wethouders tot overneming in eigendom van een
gedeelte der 3e Vegelindwarsstraat, een zijstraatje
der Baljeestraat en een der zijstraatjes van Achter
Tulpenburg.
Dit voorstel luidt als volgt
In verband met de verordening betreffende de over
dracht van particuliere straten (gemeenteblad 1923 no.
4), hebben alle eigenaren van drie particuliere straten
een verklaring ingediend om de bedoelde straat aan de
gemeente over te dragen.
De bedoelde straatjes zijn:
a. het gedeelte van de Derde Vegelindwarsstraat,
hetwelk is gelegen tusschen de Vegelinstraat en den
weg Achter de Hoven;
b. een zijstraatje van de Baljéestraat, schuin tegen-
ever de Van Swietenstraat;
c. een der zijstraatjes van Achter Tulpenburg.
De bedoelde straatjes zijn op de hierbij overgelegde
situatieteekeningen nader aangegeven.
Onder overlegging van de stukken geven wij U in
overweging te besluiten:
van de onderscheidene eigenaren op de bepalingen
der aangehaalde verordening in eigendom over te nemen:
.4. de particuliere straat, genoemd Derde Vegelin
dwarsstraat, voorzoover gelegen tusschen de Vegelin
straat en den weg Achter de Hoven en wel: het voor
straat bestemde gedeelte van het perceel kadastraal be
kend gemeente Leeuwarden sectie G
1. no. 10379 van J. van Kuijpers, alhier;
2. no. 10378 van D. Postma, alhier;
3. no. 10377 van R. Elzinga, alhier;
4. no. 10376 van T. A. Joustra, alhier;
5. no. 10375 van wed. J. R. Gramsma, alhier;
6. no. 10374 van B. Wenselaar te Franeker;
7. no. 10373 van A. Lamsma, alhier;