96 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 April 1925. eigendom over te nemen. Wederom zijn twee eigenaren tot afstand van de voor hunne perceelen aan genoemde straat liggende stoepen bereid bevonden, t. w. de heeren Jonker en Sanders. Eerstgenoemde wenscht een bijzondere voorwaarde gesteld te zien ten aanzien van het zitje voor het achteruitgebouwde gedeelte van zijn hotel, waartegen geen bezwaar bestaat, omdat het door hem bedongen recht niet van blijvenden aard is. Laatstgenoemde neemt genoegen met de gebruikelijke voorwaarden. Onder overlegging van de stukken geven wij U in overweging te besluiten In eigendom over te nemen van a. J. Jonker, hotelhouder, alhier, de stoep, welke een oostelijk gedeelte uitmaakt van de perceelen, kadas traal bekend gemeente Leeuwarden, sectie C, nummers 998 en 1817 en ten oosten wordt begrensd door de Sint Jacobsstraat en ten westen door de lijn waarin de meest oostelijk gelegen gevel van het op gemelde kadastrale perceelen staande gebouw is opgericht, zulks op de vol gende voorwaarden 1. de koopprijs bedraagt een gulden; 2. de gemeente kan de bedoelde stoep aanvaarden, zoodra een doorloopend trottoir wordt aangelegd in de Sint Jacobsstraat, tusschen het Raadhuisstraatje en de Nieuwestad, of indien de eigendom van de op de bovenvermelde kadastrale perceelen staande gebouwen op een derde overgaat; 3. bij aanleg van een trottoir blijven de uit de stoep komende materialen desgewenscht het eigendom van den verkooper; 4. bij aanleg van een trottoir verkrijgt de verkooper vergunning om een hekje te plaatsen voor het meer achterwaarts gelegen zuidelijk gedeelte van den naai de Sint jacobsstraat gekeerden gevel op bovenvermelde kadastrale perceelen, welk hekje zoolang de verkooper in bovengenoemd perceel het bedrijf van hotelhouder uitoefent en daarna tot wederopzegging toe met een flauwe bocht in het trottoir zal mogen inspringen; 5. uiterlijk tot den tijd, waarop de aanleg van het bedoelde trottoir aanvangt, verkrijgt de verkooper ver gunning om tot wederopzeggens een hek op het ver kochte te plaatsen en te houden; 6. alle kosten op de overdracht vallende zijn voor rekening der gemeente Leeuwarden; b. S. Sanders, koopman, alhier, de stoep, welke een westelijk gedeelte uitmaakt van de perceelen kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie A, nos. 633 en 634 en ten westen wordt begrensd door de Sint Jacobsstraat en ten oosten door de lijn, waarin de westelijke gevels van de op gemelde perceelen staande gebouwen zijn opgericht, zulks op de volgende voorwaarden 1. de koopprijs bedraagt een gulden; 2. wanneer de gemeente overgaat tot het aanleggen van een trottoir ter plaatse, blijft het uitkomende mate riaal desverlangd het eigendom van den verkooper en wordt op kosten der gemeente naar een door hem aan te wijzen plaats binnen de gemeente vervoerd; 3. wanneer tengevolge van de trottoiraanleg werk zaamheden aan de gevels van de bovenvermelde gebou wen noodig zijn, geschieden deze door en voor rekening der gemeente; 4. alle kosten op de overdracht vallende zijn voor rekening der gemeente Leeuwarden. 4 (Agenda no. 4). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onttrekking van de Wissessteeg en een gedeelte van de Wissesstraat aan den publieken dienst en verkoop van een gedeelte dier steeg aan D. Kalma. Dit voorste! luidt als volgt In het jaar 1917 werden door de gemeente diverse perceelen aan de Wissesstraat aangekocht met het doel om verbetering te brengen in den toestand der bebou wing aldaar. Onder de aangekochte gebouwtjes behoo- ren ook de perceelen kadastraal bekend gemeente Leeu warden sectie A nos. 53, 54 en 58, die gelegen zijn ten zuiden van de bouwterreinen aan den Wissesdwinger, welke aan D. Kalma, alhier, in erfpacht zijn afgestaan bij Uw besluit van 19 Augustus 1924 no. 292R/165, o. m. op voorwaarde, dat de belanghebbende, indien dit door ons wordt verlangd, in erfpacht zal nemen het gedeelte van de Wissesstraat, voorzoover dit is gelegen achter de bedoelde bouwterreinen, alsmede de perceelen nos. 53, 54 en 58 voormeld. Thans heeft de heer Kalma voornoemd een verzoek ingediend om hem de Wissessteeg in koop af te staan, teneinde aldus een afgesloten achteruitgang te verkrij gen voor de woonhuizen, welke door hem aan den Wissesdwinger worden gebouwd. Nader wenscht de belanghebbende daarvoor een bedrag van 250.te betalen. Wij zijn van oordeel, dat dit bedrag voldoende moet worden geacht, terwijl de Wissessteeg, die door de naastlegers niet als uitgang wordt gebruikt, veilig aan den openbaren dienst kan worden onttrokken. Bij Uw besluit d.d. 11 Maart 1924 werd reeds een middengedeelte van de Wissesstraat aan den publieken dienst onttrokken; dit gedeelte is gelegen ten zuiden van het terrein, dat bij laatstgenoemd raadsbesluit aan J. J. Altena en D. Kalma en de Baptistengemeente in erfpacht is afgestaan. Thans kan ook, in verband met de bouw plannen van den heer Kalma, het oostelijke gedeelte van de Wissesstraat buiten het verkeer worden gesteld. Daarna kan het met de perceelen nos. 53, 54 en 58 voormeld in erfpacht worden uitgegeven, wanneer deze zijn ontruimd; hiertoe hebben wij reeds last gegeven. Onder overlegging van de stukken geven wij U in overweging te besluiten I. aan den openbaren dienst te onttrekken de Wis sessteeg en het gedeelte van de Wissesstraat, hetwelk is gelegen ten westen van de voormalige Spooksteeg en ten oosten van het gedeelte, dat bij raadsbesluit van 11 Maart 1924 no. 78R/38 aan den openbaren dienst is onttrokken; II. aan D. Kalma, alhier, te verkoopen een zuidelijk gedeelte van de Wissessteeg, zijnde een zuidelijk ge deelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie A no. 1778, hetwelk ten zuiden wordt begrensd door de Nieuweburen en ten noorden door de lijn, waarin de zuidgrens van het perceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie A no. 58 is gele gen, zulks op de volgende voorwaarden 1. de koopprijs bedraagt 250.en moet worden voldaan bij het teekenen der koopacte; 2. de gemeente zorgt voor den afbraak van de per ceelen kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie A nos. 53, 54 en 58, zoodra deze zijn ontruimd; 3. het verkochte wordt aanvaard na den onder 2 bedoelden afbraak; 4. de kooper moet het verkochte van den openbaren weg afsluiten en afgesloten houden door middel van een stevige deur; 5. alle kosten op de overdracht en de overschrijving der akte in de openbare registers vallende, daaronder in het bijzonder begrepen de levering van een notarieel afschrift der akte ten behoeve van het gemeentearchief, zijn voor rekening van den kooper. 5 (Agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot opheffing der verplichting, welke de eigenaar van het perceel Over de Kelders no. 28 moet dulden tot het van gemeentewege aanplakken van ken nisgevingen enz. aan den zijgevel van dat perceel in de Korfmakersstraat. Dit voorstel luidt als volgt Bij akte, den 26 Mei 1877 verleden voor notaris P. Zeper Dz., alhier, werd door de gemeente aan Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 April 1925. 97 Johannes en Hendricus Marcus, beiden kooplieden te Leeuwarden, een stukje grond verkocht, toenmaals deel uitmakende van het kadastrale perceel sectie B no. 698, gelegen nabij de Korfmakersstraat. Daarbij werd onder punt 7 de volgende voorwaarde gesteld „De verkoopers (zijnde de gemeente) verbinden zich „aan de koopers te betalen eene som van een honderd „vijftig gulden, nederlandsche munt, in een termijn bij „de verteekening dezer, als bijdrage in de kosten van „bepleistering van den noordelijken muur van het huis „ten kadaster bekend gemeente Leeuwarden sectie B „nummer 699, in eigendom behoorende aan de koopers, „onder voorwaarde dat de gemeente Leeuwarden het „regt zal hebben een gedeelte van dien muur begin- „nende op een meter boven de straat, ter breedte van „vier meter en ter hoogte van twee meter, te gebruiken „of te doen gebruiken voor het aanplakken van biUetten, „aankondigingen enzoovoort, met bepaling dat daarvoor „zal worden bestemd het westelijk gedeelte van den „muur, tot zoolang daarin geene ramen of deuren wor- „den gemaakt, in welk geval een gelijke oppervlakte „in meer oostelijke rigting van den muur, ten bedoelden „einde, in overleg met Burgemeester en Wethouders van „de gemeente Leeuwarden, moet beschikbaar worden „gesteld." Van dit recht tot aanplakking is sedert steeds gebruik gemaakt. De in de akte aangegeven ruimte op den zij muur aan de Korfmakersstraat van het pand, tegen woordig plaatselijk gemerkt Over de Kelders no. 28, is nu nog opgenomen onder de aanplakruimten en -zuilen, welke vanwege de gemeente tot 1 Juli 1927 verpacht zijn. De tegenwoordige eigenaar van het onderwerpelijke pand, Hendericus Marcus te Apeldoorn, heeft zich d.d. 20 Januari 1.1. tot ons gewend met het verzoek om van het bovenomschreven recht afstand te doen. Deze meent bij handhaving van dat recht geen gevolg te kunnen geven aan zijn voornemen tot verfraaiing en uitbreiding van het perceel. Het doen vervallen van de aangewezen muurvlakte als aanplakruimte zal, mits niet alleen het aan de ge meente toegewezen gedeelte, maar de geheele zijgevel niet meer als aanplak- en reclameruimte gebruikt wordt en de verbouwing op oordeelkundige wijze geschiedt, het aanzien daar ter plaatse aanmerkelijk verbeteren. Uit die overweging komt ons tegemoetkoming aan adressant's verlangen wenschelijk voor. Waar hierdoor in de eerste en voornaamste plaats zijn belang gediend zal worden, terwijl de gemeente van hare medewerking schade zal lijden door het derven van de pachtsom voor die muurvlakte, is het billijk, dat de gemeente terug ontvangt de kosten, ten bedrage van 150.welke zij indertijd voor het bepleisteren van den muur heeft ge maakt. Bovendien moet door het stellen van een voor waarde ervoor gewaakt worden, dat de muur later niet toch weer zijn tegenwoordige bestemming verkrijgt. Mocht dit niettemin gebeuren, dan behooren de rechten der gemeente ook te herleven. Verzoeker heeft tegen eene regeling in den boven aangegeven zin geen bezwaar en heeft eveneens inge stemd met de voorwaarde dat eene verbouwing inder daad haar beslag krijgt, daar in het jaar 1916, toen ook een dergelijk verzoek door den eigenaar van dit perceel aan Burgemeester en Wethouders was gericht, de uit voering door zijn toedoen niet heeft plaats gehad, niet tegenstaande de Raad gunstig op zijn verzoek had beslist. Wij raden U derhalve aan te besluiten den tegenwoordigen eigenaar, Hendericus Marcus, koopman te Apeldoorn, van het perceel Over de Kelders no. 28, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie B no. 3482, met ingang van 1 Februari 1926 te ontslaan van de verplichting, opgelegd bij de koopakte aange gaan tusschen zijne rechtsvoorgangers en de gemeente Leeuwarden bij akte, verleden voor notaris P. Zeper Dz., alhier, den 26 Mei 1877, overgeschreven ten kantore der hypotheken te Leeuwarden, den 9 Juni 1877 deel 726, no. 38, om een daarin nader omschreven gedeelte, ter breedte van vier en ter hoogte van twee meter, van den zijmuur aan de Korfmakersstraat van het bovenge noemde perceel, als aanplakruimte aan de gemeente Leeuwarden af te staan en te doen gebruiken, onder de volgende voorwaarden 1. de een honderd vijftig gulden, welke de gemeente voor bepleistering van den muur aan de zijde van de Korfmakersstraat van het evengemelde perceel in 1877 heeft betaald, worden door verzoeker teruggegeven; 2. de verzoeker verbindt zich en zijne rechtverkrij genden op den onder 1 bedoelden muur geenerlei aan kondigingen of voor reclame dienende opschriften of voorstellingen te plaatsen of te doen plaatsen, aan te brengen of te doen aanbrengen, of te dulden, dat die worden geplaatst of aangebracht; 3. bij het niet naleven van de onder 2 gestelde voor waarde, ter beoordeeling van Burgemeester en Wet houders, treedt de gemeente zonder voorafgaande in gebrekestelling onmiddellijk in haar rechten, omschreven in voorwaarde 7 van de bovenaangehaalde koopakte; 4. voor 1 Augustus 1925 moeten aan Burgemeester en Wethouders plannen van den verbouw ter goedkeu ring worden aangeboden, terwijl belanghebbende zich verbindt met de uitvoering der plannen binnen een half jaar na de goedkeuring een aanvang te maken; 5. de kosten, welke vallen op de ter zake te sluiten overeenkomst, zijn voor rekening van verzoeker. 6 (Agenda no. 6) Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot overneming in eigendom van een perceel bouwland aan de Fonteinstraat van de Woningvereeni- ging „Leeuwarden" Dit voorstel luidt als volgt Door de woningvereeniging „Leeuwarden" is in 1916 met een krachtens de Woningwet verleend voorschot uit 's Rijks kas aangekocht, met het doel daarop arbei derswoningen te stichten, het perceel weiland, kadas traal bekend gemeente Leeuwarden, in sectie D no. 267, ter grootte van 3.31.50 H.A., gelegen aan de, nader aan gelegde, Fonteinstraat alhier. In het betrekkelijk raads besluit d.d. 26 October 1915, waarbij de noodige ge meentelijke steun werd toegezegd, is o. m. de bepaling opgenomen dat binnen vijf jaren nadat het voorschot uit de gemeentekas is verleend het plan van bebouwing van het terrein aan Burgemeester en Wethouders moet worden ingezonden. Aan deze voorwaarde is door het vereenigingsbestuur voldaan, doch als gevolg van de ingetreden buitengewone tijdsomstandigheden is van den voorgenomen bouw tot nu toe niets gekomen. Intusschen heeft de gemeente van haar ten oosten van bovenbedoeld perceel gelegen terrein, aan de zijde van de Fonteinstraat een strook grond als bouwterrein uitgegeven, waarop middenstandswoningen zijn gesticht. De woningvereeniging heeft hieruit de gevolgtrekking gemaakt dat gelijke strook van haar terrein aan ge noemde straat zeker niet geschikt is voor den bouw van arbeiderswoningen, terwijl bij haar de vraag is gerezen of zulks wel het geval zal kunnen zijn met het achter gelegen gedeelte van het terrein. Naar de mededeeling van het bestuur is aan de vereeniging reeds een verzoek gericht, waaruit blijkt dat particulieren op het terrein zouden willen bouwen dus werd aan ons college gevraagd of op de medewerking van het gemeente bestuur zal gerekend mogen worden bij het vervreemden van de strook grond langs de Fonteinstraat. Een der gelijke vraag is, met het oog op het ontvangen Rijks voorschot, door het vereenigingsbestuur ook gedaan aan den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, waarop geantwoord werd dat, ook in verband met het feit dat de vereeniging nog anderen grond heeft, die zich I Ili

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1925 | | pagina 2