112 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Mei 1925. vragen aan dengene, die de zaak in zijn geheel be oordeelt. De heer Van der Laan zegt dat hij zijn voorstel uit zichzelf doet. De Voorzitter begrijpt dan niet hoe de heer Van der Laan spreekt van een verlaging van 4. De heer Van der Laan merkt op dat Schuitema vroe ger 13.betaalde. Toen is hij verhoogd en moest hij noodwendig toegeven, maar nu vraagt hij weer ver laging. De Voorzitter deelt mede dat van den heer Van der Laan het volgende voorstel is ingekomen: „Ondergeteekende stelt voor om den huurprijs van het perceel Peperstraat no. 14 met 4.- te verlagen." De heer Visser: Zou het niet wenschelijk zijn dat de heer Van der Laan zijn voorstel intrekt en dat wij op Uw voorstel ingaan? De Voorzitter: Ik stel niets voor. De heer Visser: Ja, maar ik ben zoo niet competent om over den huurprijs te oordeelen. De heer K. de Boer: Als de heer Van der Laan zijn voorstel in dezen zin wijzigde, dat hij den Raad in over weging geeft de zaak nader na te gaan, dan binden we ons tot niets. De heer Muller is het er volkomen mee eens dat de Raad niet competent is hierover te oordeelen, of het goed is, ja of neen. Spreker zou willen voorstellen wat hij uit de woorden van den Voorzitter heeft meenen te moeten opmaken: punt aan te houden en daarop den volgenden keer een beslissing te nemen, nadat door Burgemeester en Wethouders advies is ingewonnen. De heer Van der Laan: Dan trek ik mijn voorstel in. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van den heer Muller, om punt I i van het voorstel van Burgemeester en Wethouders aan te houden en daarover nader advies in te winnen, wordt met 14 tegen 10 stemmen verworpen. Vóór stemmen de heeren O. F. de Vries, Muller, Van der Laan, H. de Boer, Hooiring, B. Molenaar, Hof- stra, Van der Schoot, Visser en IJ. de Vries. Tegen stemmen de heeren Fransen, Lautenbach, Dijkstra, Wölcken, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Cohen, Scheltema, K. de Boer, Van der Veen, Tiemersma, Oosterhoff, Westra, Botke en Beekhuis. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 3 (Agenda no. 4). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van het kohier wegens riool belasting terzake de Spoorstraat. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 4 Agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot overneming door de gemeente van een zijstraat der Fabriekssteeg. Dit voorstel luidt als volgt Door de eigenaren van een zijstraatje van de Fabriek- steeg werd ons verzocht om hen toe te laten tot de overdracht van dat straatje aan de gemeente op de voorwaarden vermeld in de verordening regelende de overdracht van particuliere straten. Wij hebben de adressanten in kennis gesteld met de bedragen, die zij terzake van de overdracht aan de gemeente moesten voldoen en daar allen het door hen verschuldigde ten kantore der gemeentewerken hebben afgedragen, kan tot de overneming der straat door de gemeente worden overgegaan. Het door de adressanten bedoelde straatje ligt aan de oostzijde van de Fabrieksteeg en wordt begrensd door de woningen plaatselijk bekend Fabrieksteeg nos. 13—33. Onder overlegging van de stukken geven wij U in overweging te besluiten in eigendom over te nemen het voor straat bestemde gedeelte van de perceelen aan een zijstraat van de Fa brieksteeg, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie G a. nos 11362 en 7965 van H. van der Meer, alhier; b. no. 7966 van A. Slotboom, alhier; c. no. 7967 van O. Feiters, alhier; d. no. 7968 van F. Noorderhaven te Opeinde (Sm.); e. no. 7969 van C. Mebius, alhier; no. 9847 van P. Woudstra, alhier; g- no. 9848 van J. Dijkstra, alhier; h. no. 9849 van G. Binsma, alhier; i. no. 9850 van R. Sijbrandij, alhier. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 5 (Agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot bekrachtiging van den aankoop van eigendommen aan en nabij den weg Achter de Hoven enz. Dit voorstel luidt als volgt Ingevolge Uwe machtiging hebben wij aangekocht een gedeelte ter grootte van 2572 M2. van het perceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie G no. 11870 en twee gedeelten ter grootte van onderschei denlijk 315 M2. en 4225 M2. van het perceel kadastraal bekend alsvoren no. 11760, resp. de perceelen VIII, IX en XX van het op 16 en 30 April 1.1. in openbare veiling gebrachte complex bouwterreinen, alle aan en nabij den Weg Achter de Hoven. Doortrekking der Bernhardus Buma- en van Asbeckstraten is daardoor mogelijk ge worden. Voor 9884.09 vermeerderd met 100.voor over name van geboomte, een rente a 5/2 's jaars tot 12 November 1925 en de onkosten is de gemeente eigenares geworden. Op het gekochte staan eenige gebouwen, die in den koop zijn begrepen en vrij aanvaard kunnen worden op 12 Mei 1925. Bij aanleg van het gekochte tot bouw terrein zullen deze gebouwen moeten verdwijnen en op afbraak worden verkocht. Wij verzoeken U thans reeds machtiging om te zijner tijd tot dien verkoop over te gaan. Tot de straataanleg tot stand is gekomen en de grond bouwrijp is, kunnen de gebouwen, waarvan er thans eenige worden gebruikt als werkplaats, worden verhuurd op den bestaanden voet, waartoe ons reeds eenige aanvragen van de tegenwoordige gebruikers be reikten. Ook hiervoor vragen wij Uwe machtiging. Wij hebben alzoo de eer U voor te stellen te be sluiten I. goed te keuren den aankoop in openbare veiling van een gedeelte ter grootte van 2572 M2. van het perceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie G no. 11870 en twee gedeelten ter grootte van onder scheidenlijk 315 M2. en 4225 M2. van het perceel kadastraal bekend alsvoren no. 11760, uitmakende de perceelen VIII, IX en XX van het den 30 April 1925 ten overstaan van notaris S. W. Wegener Sleeswijk ver Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Mei 1925. 113 kochte complex bouwterrein aan en nabij den Weg Achter de Hoven, tezamen voor 9884.09 met overne- mingskosten, rente en onkosten in totaal 10957.54 II. Burgemeester en Wethouders te machtigen om te zijner tijd de op het bovenvermelde terrein staande ge bouwen op afbraak te verkoopen en deze, voorzoover het geen woningen zijn, tot het tijdstip, waarop met die afbraak zal worden begonnen op den bestaanden voet en verder op de voorwaarden die door genoemd college noodig worden geoordeeld te verhuren. De beraadslagingen worden geopend. De heer Van der Laan zegt dat een zekere Postma, Spoorstraat 144, met wie hij toevallig in aanraking kwam, hem vertelde dat er een hok van hem staat op het terrein, dat door de gemeente is aangekocht. Nu meende spreker uit de stukken te zien dat het hok eigendom van de gemeente is, maar Postma meent dat het hok van hem is. Spreker heeft toen beloofd dat hij er naar zou vragen. De heer Fransen (wethouder) merkt op dat er een paar getimmerten op het gekochte terrein staan, die behooren aan de huurders en die van den koop zijn uitgesloten. Zij blijven het eigendom van de huurders. Spreker weet niet of daar een Postma bij is, maar hij weet wel dat die getimmerten niet mee zijn verkocht maar bij den verkoop zijn uitgesloten. De heer Hofstra zou graag willen vernemen hoever de overname van notaris Wegener Sleeswijk van de complexen gaat. Is dat alles wat op het terrein staat of zijn ook gedeelten daarvan? De Voorzitter zou den heer Hofstra even willen vragen: wat bedoelt U precies? De heer Hofstra: Er staan verschillende gebouwen maar die zitten in één complex. Nu zou ik graag ver nemen hoever de overname gaat; betreft die alle ge bouwen of een gedeelte daarvan? De Voorzitter: Zoover als op de teekening de schei ding is aangegeven. Wat wij gekocht hebben is van ons en wat wij niet gekocht hebben is niet van ons. Wat wij gekocht hebben is op de teekening te zien. De heer Hofstra zou dan willen vernemen wat wij gekocht hebben. De heer Fransen (wethouder)Het is den heer Hof stra niet duidelijk wat wij hebben gekocht. De drie perceelen VIII, IX en XX zijn gekocht. De heer Hofstra: Maar wat er op staat? De heer Fransen (wethouder): Die zijn gekocht en alles wat er op staat is van de gemeente behalve na tuurlijk die hokken. De heer Van der Schoot: Er staat natuurlijk één com plex achter het groote huis. Dat is van de gemeente en het achterste gedeelte van ,,De Bleek" hoort ook aan de gemeente, maar het voorste is van Staal. De Voorzitter: Laat de heer Hofstra dan even hier komen en de kaart kijken, dan kunnen wij hem precies zeggen wat is gekocht. De heer Hofstra zal er in zooverre wel genoegen mee moeten nemen, maar wanneer hij in den raadsbrief leest dat er een complex bouwterrein is aangekocht, meent hij dat door hem de vraag kan worden gesteld hoever de eigendommen loopen, die zijn overgenomen. De Voorzitter wil daarop antwoorden dat de raads leden zooveel vragen kunnen stellen, maar dat het de vraag is of zij terecht worden gesteld en of de leden het op een andere manier niet beter te weten hadden kunnen komen dan hier. De heer Hofstra had het den vorigen keer te weten kunnen komen als hij de kaart en de ver koopboekjes had ingezien. De grens is op de kaart aan gegeven en als de heer Hofstra die bekijkt weet hij wat van de gemeente is. Dat is niet uit te leggen en ook in het stuk niet aan te geven. Geef mijnheer de kaart even aldus spreker tot den bode dan kan hij het zelf zien. Den heer Oosterhoff is een kleinigheid in het prae- advies niet duidelijk. In de derde alinea wordt gesproken over eenige gebouwen, die op het terrein staan en in de laatste alinea wordt voorgesteld die gebouwen, voorzoover het geen woningen zijn, te verhuren tot met de afbraak wordt begonnen. Dit is spreker niet duidelijk. Er staan dus woningen op het terrein, maar zijn die misschien verhuurd en heeft men er nog eenige jaren huur aan, zoodat ze nu niet verhuurd kunnen worden? Wat is de bedoeling? Er is wel gezegd dat de overige gebouwen verhuurd zullen worden tot het tijdstip dat zij geamoveerd zullen worden maar er wordt niet ge zegd wat er met de woningen zal gebeuren. De heer Fransen (wethouder) antwoordt dat de be doeling is: de gebouwen, die hier op het oogenblik nog op staan, de werkplaatsen en dergelijke, uitgezonderd dan de getimmerten waaromtrent spreker den heer Van der Laan heeft geantwoord, en de gebouwen, waarvan 12 of 13 jaar geleden wederrechtelijk woningen zijn gemaakt en die niet zijn gebouwd met goedkeuring van Burgemeester en Wethouders. In de oorlogsjaren is dat blijven liggen. Nu wonen er nog enkele gezinnen in een gedeelte van de bleekerij, maar officieel kan men hier niet spreken van woningen omdat de gemeente ze niet als woningen erkent. Het is nu de bedoeling de ver schillende werkplaatsen zoolang te verhuren tot de menschen iets anders krijgen en tot de straat wordt doorgetrokken. Zoolang het dus niet noodig is de ge bouwen af te breken, zullen ze per maand of per week worden verhuurd. Van woningen weten Burgemeester en Wethouders echter niet. De verkooping heeft plaats gehad. „Aanvaarding gegarandeerd vrij op 12 Mei 1925." De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 6 (Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot bepaling van het percentage van hef fing van de plaatselijke directe belasting naar het in komen voor het belastingjaar 1925 26. Dit voorstel luidt als volgt Bij de aanbieding der begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente voor den dienst 1925 (bijlage no. 31 van 1924) gaven wij als onze meening te kennen dat, indien het i/3 gedeelte van den dienst 1924/25 of juister, als de opbrengst over het belastingjaar 1924/25 het mogelijk zou maken, dat na aftrek van 2/3 der ra ming, welke aan de begrooting van 1924 ten goede kwam, het resteerende deel, bestemd voor 1925, gesteld kon worden op 534.000.met een totaalcijfer van aanslag van 25.000.000, ook voor 1925/26 het heffings percentage voor de plaatselijke directe belasting naar het inkomen op 4 kon blijven bepaald. Uit een van den inspecteur der directe belastingen Ie afdeeling, alhier, onder dagteekening van 5 Mei j.l. ontvangen schrijven blijkt thans, dat het cijfer van aan-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1925 | | pagina 3