120 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Mei 1925. was; ook hij kan het intellect apprecieeren. Wat hem echter is opgevallen is, dat de heer De Vries het doet voorkomen alsof de meisjes-hoogere burgerschool een school is voor buitengewoon onderwijs. Hij zegt: als het gymnasium en de hoogere burgerschool te moeilijk is voor de kinderen, stuurt men ze naar de meisjes- hoogere burgerschool. Spreker gelooft dat dit een ab soluut verkeerde opvatting is; dat staat niet op den voorgrond dat men eerst probeert de meisjes op het gymnasium of op de hoogere burgerschool geplaatst te krijgen en dat, als ze daar niet mede kunnen, men ze dan in 's hemelsnaam maar stuurt naar de meisjes- hoogere burgerschool. Dat heeft absoluut niets met el kaar te maken. Spreker gelooft dat er heel veel meisjes naar het gymnasium worden gezonden, die daar niet thuis hooren, maar die naar de meisjes-hoogere burger school moesten gaan, omdat dit onderwijs voor hen past. Niet omdat die meisjes minderwaardig zijn, zooals de heer IJ. de Vries wil laten uitkomen. Hij zegt toch: als het zulk bijzonder onderwijs is dan vordert het ook bijzondere bepalingen, maar spreker meent dat het geen bijzonder onderwijs is maar heel normaal onderwijs en spreker meent ook dat het gymnasium en de H. B. S. geen normaal onderwijs is voor meisjes. Die hooren daar im Groszen und Ganzen niet thuis maar hooren op de meisjes-H. B. S.; in doorsnee zijn zij op die andere inrichtingen niet op hun plaats. Het lukt wel eens een keer met een bijzonder knap meisje of een uitlooper, niet alle meisjes mislukken daar, maar in het algemeen hooren zij daar niet maar hooren zij op de meisjes- H. B. S. Dat is geen bijzonder onderwijs en daarom behooren daarvoor ook geen bijzondere bepalingen te worden gemaakt. De meening moet niet post vatten dat de ineisjes-H. B. S. een buitengewone school is, zooals bij het lager onderwijs. Dat is het absoluut niet; het is een heel gewone school. De heer IJ. de Vries wil er alleen dit van zeggen dat hij nooit een sterker bevestiging van zijn woorden heeft gehoord dan het betoog van den Voorzitter. Meer wil hij er niet van zeggen. De heer Westra zegt dat de heer Lautenbach in tweede instantie met een argument naar voren is geko men, dat erg sterk lijkt, n.l. dit argument, dat ten slotte het belastingbetalen niet geeft, omdat iemand, die 500.betaalt, dit ook weer terug krijgt, als er een kind van hem op school is. Spreker gelooft dat dit ar gument toch werkelijk niet opgaat. Als wij nagaan dat de Hoofdelijke Omslag ongeveer een millioen opbrengt, zullen wij daarnaast zien dat, naar spreker meent, voor het onderwijs in de gemeente meer dan een millioen of ongeveer zooveel wordt uitgegeven, zoodat ten slotte voor iedereen, die het geld aan belasting heeft opge bracht, dit weer aan het onderwijs wordt uitgegeven. Daar is dus niets geen bijzonders aan en dus kan dit geen argument zijn. De heer Lautenbach (wethouder) merkt op dat de heer Westra van meening schijnt te zijn dat alle ouders, die in een dergelijke klas van den Hoofdelijken Omslag vallen, een meisje op deze school hebben. Waar dat niet het geval is, is zijn redeneering spreker zegt het maar heel beknopt van allen grond ontbloot. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel-Lautenbach wordt met 19 tegen 5 stem men verworpen. Vóór stemmen: de heeren Lautenbach, Van der Laan, Hofstra, Van der Schoot en IJ. de Vries. Tegen stemmen: de heeren O. F. de Vries, Fransen, Muller, Dijkstra, Wölcken, H. de Boer, mevrouw Buis manBlok Wijbrandi, de heeren Cohen, Scheltema, K. de Boer, Van der Veen, Hooiring, Tiemersma, B. Mo lenaar, Oosterhoff, Visser, Westra, Botke en Beekhuis. 8 (Agenda no. 9). Voorstel van het lid, Mevrouw Buisman-Blok Wijbrandi om van gemeentewege hulp te verschaffen aan beho'eftige kraamvrouwen. Het betrekkelijk prae-advies van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt Nadat gedurende eenige jaren, laatstelijk in 1925 onder volgno. 272 (1924 volgno. 263), voor de z.g. moederschapszorg een post pro memorie op de begroo ting is uitgetrokken, terwijl door omstandigheden, hoofd zakelijk samenhangende met de verwerping der plannen voor het Militair Hospitaal, nog steeds in onze handen berusten om prae-advies voorstellen van 1921 gedaan bij de behandeling der begrooting voor 1922 door Uw medelid mevrouw Buisman betreffende in de eerste plaats het instellen van consultatiebureaux voor moe ders en aanstaande moeders en in de tweede plaats om eene regeling te treffen omtrent kraamverzorging met de vereeniging „Het Groene Kruis", is het vorige jaar bij de behandeling der begrooting door het zelfde lid een voorstel ingediend en om prae-advies in onze handen gesteld, om op de begrooting van 1925 eene post van 2000.te plaatsen voor hulp aan behoeftige kraam vrouwen. De naar aanleiding hiervan met de vereeniging „Het Groene Kruis" gehouden besprekingen hebben tot het resultaat geleid, dat zij bereid is met de gemeente voor het beoogde doel samen te werken. Bij brief van 13 Maart 1.1. stelt het bestuur de hulp der vereeniging beschikbaar voor 1500.waarvoor aan die kraamvrouwen, aan wie van gemeentewege verloskundige hulp wordt verstrekt, onder controle van een gediplomeerd kraamverpleegster driemaal per dag bakerhulp wordt verzekerd. Hiervoor moet de gemeente jaarlijks eene som van 1500.-betalen, onder nadere verplichting dat, indien de duur van het contract dat door ieder der partijen op drie maanden kan worden opgezegd te kort mocht zijn met het oog op de ge maakte onkosten, de gemeente de Vereeniging tegemoet komt. Het lijkt ons overbodig dit voorstel nog in den breede te verdedigen, nu telkens voldoende gebleken is dat de Raad sympathiek tegenover eené dergelijke ge meentelijke zorg staat. Daar het Groene Kruis hierin voorzien wil voor eene geringere som dan welke daar voor dezerzijds noodig geacht werd, aangezien de noodige krachten ook door de Vereeniging zelve voor haar eigen doel kunnen worden aangewend, is het niet noodig op eene uitgave van 2000.aan te houden. Wij hebben mitsdien de eer U voor te stellen te be sluiten in afwachting van de regeling der daarvoor noodige uitgaaf ad 1500.op de begrooting van 1925 voor hulp aan behoeftige kraamvrouwen, Burgemeester en Wethouders te machtigen met de vereeniging „Het Groene Kruis" te Leeuwarden eene overeenkomst aan te gaan waarbij zij deze zorg op zich neemt in den zin als nader in haar brief van 13 Maart 1.1. is aangegeven, onder verplichting van de gemeente om, mocht de over eenkomst van zoo korten duur zijn, dat de uitgaven voor de vereeniging in verhouding te hoog zijn, deze in de kosten tegemoet te komen. Met algeineene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 9 (Agenda no. 10). Bespreking inzake het Koninklijk Besluit van 18 Februari 1925, no. 5, waarbij is onge grond verklaard het beroep tegen het besluit van Ge deputeerde Staten van 29 Augustus 1924, houdende niet-goedkeuring van het besluit van den Raad van 19 Augustus 1924 tot het regelen op de begrooting, dienst 1924, van het niet langer aanvaarden door de gemeente van het rijkssubsidie voor het gymnasium. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Mei 1925. 121 De Voorzitter kan den Raad meedeelen dat van Cura toren nog geen advies is ingekomen omtrent deze zaak, waarom Burgemeester en Wethouders voorstellen dit punt nog eens aan te houden tot de volgende ver gadering. Burgemeester en Wethouders zouden echter den Raad machtiging willen vragen om aan de leeraren, die blijk geven zulks te willen hebben, een voorschot te geven op hun salaris. Burgemeester en Wethouders zullen dan dat voorschot zoo hoog mogelijk opvoeren; zij weten dat er enkele leeraren zijn die zeer bezwaarlijk eenigen tijd zonder salaris kunnen en dat men over het algemeen graag een voorschot wenscht. Burgemeester en Wet houders vragen hierbij machtiging dat te mogen geven. Met algemeene stemmen wordt de gevraagde mach tiging aan Burgemeester en Wethouders verleend, terwijl het agendapunt tot de volgende vergadering wordt aangehouden. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergade ring door den Voorzitter gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1925 | | pagina 7