164 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 30 Juni 1925.
meten langs de Bernhardus Bumastraat vergrooten. Wij
hebben daartegen geen bezwaar. Ook de Directeur der
gemeentewerken kan zich hiermede vereenigen. De be
dongen grondprijs is evenals voor het bovenvermelde
perceel 6.50 per M2.
Onder overlegging van de stukken geven wij U in
overweging te besluiten
aan G. Giezen, alhier, tot 31 December 1990 in erf
pacht af te staan een strook bouwterrein aan de Bern
hardus Bumastraat, gelegen onmiddellijk achter en ten
noordoosten van het terrein, dat hem aldaar reeds in
erfpacht is afgestaan, ter breedte van 1 M. langs den
weg gemeten, zooals op de bijbehoorende situatietee-
kening met een kruisarceering is aangegeven, zijnde een
gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden sectie G no. 11906, ter grootte van onge
veer 25 M2., de juiste grootte nader door een landmeter
van het kadaster uit te meten, zulks op de volgende
voorwaarden
1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een
grondwaarde van 6.50 per M2. en een rentevoet van
6 per jaar;
2. de erfpachter stort binnen tweemaal 24 uren, nadat
hij van het raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht kennis
heeft bekomen, een bedrag van 8.ten kantore van
het gemeentelijk grondbedrijf als waarborg voor de na
koming der voorwaarden, welk bedrag hem, na voldoe
ning daaraan, op aanvrage zal worden teruggegeven;
3. de rooiïng voor de bebouwing zal nader door den
dienst der gemeentewerken worden aangegeven;
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag be
bouwing door derden niet plaats hebben;
5. overigens zijn van toepassing voorzoover
mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd de
bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouw
terreinen gelegen tusschen Oostersingel en Cambuur-
sterpad en toebehoorende aan de gemeente Leeuwarden;
6. de erfpachter moet de sloot welke ten noordwesten
van het bedoelde terrein is gelegen op nader door den
Directeur der gemeentewerken aan te geven wijze
dempen.
b.
Bij schrijven van 22 April 1925 richtte de heer
P. Mook, alhier, tot ons het verzoek om hem een perceel
bouwterrein aan den Weg naar Cambuur in erfpacht af
te staan. Het door den adressant oorspronkelijk aange
vraagde terrein is in één kavel gelegen aan de oostzijde
van genoemden weg en ligt onmiddellijk ten noorden
van de bestaande bebouwing aan het Noordvliet. Het
kwam ons voor, dat een betere verkaveling der terreinen
aldaar zou worden bereikt, indien aan den adressant
twee perceelen bouwterrein langs den Weg naar Cam
buur, welke tezamen van ongeveer gelijke oppervlakte,
als door hem was aangevraagd, zijn en van elkaar door
een geprojecteerde straat worden gescheiden. De adres
sant heeft met deze regeling evenals met de gebruikelijke
voorwaarden genoegen genomen. De bedongen grond
prijs is 5.per M2., welk bedrag voldoende moet
worden geacht.
De Directeur der gemeentewerken kan zich met dezen
afstand in erfpacht vereenigen.
Onder overlegging van de stukken geven wij U in
overweging te besluiten
aan P. Mook, alhier, tot 31 December 1990 in erf
pacht af te staan twee perceelen bouwterrein gelegen
langs de oostzijde van den Weg naar Cambuur en ge
schikt voor eene bebouwing met ten hoogste 20 wonin
gen, welke van elkaar zijn gescheiden door een gepro
jecteerde straat, zooals op de bijbehoorende situatie-
teekening met een gele omlijning is aangegeven, zijnde
gedeelten van de perceelen kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden sectie G nos. 8248, 2825, 2826 en 2827,
ter grootte van, ruw berekend, ongeveer 2860 M2., de
juiste grootte nader door een landmeter van het ka
daster uit te meten, zulks op de volgende voorwaarden:
1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een
grondwaarde van 5.per M2. en een rentevoet van
6 per jaar;
2. de erfpachter stort binnen tweemaal 24 uren,
nadat hij van het raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht
kennis heeft bekomen, een bedrag van 715.- ten
kantore van het gemeentelijk grondbedrijf, als waarborg
voor de nakoming der voorwaarden, welk bedrag hem,
na voldoening daaraan, op aanvraag zal worden terug
gegeven;
3. de rooiïng voor de bebouwing zal, mede in ver
band met een ten noorden van het gevraagde terrein
geprojecteerde straat, door den dienst der gemeente
werken worden aangegeven;
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag ge
durende dien tijd bebouwing door derden niet plaats
hebben;
5. voor den afstand in erfpacht zijn verder van toe
passing voorzoover mogelijk en niet in strijd met het
bovenstaande de bepalingen betreffende de uitgifte
in erfpacht van bouwterreinen gelegen tusschen Ooster
singel en Cambuursterpad en toebehoorende aan de
gemeente Leeuwarden.
5 (Agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot overneming in eigendom van stoepen
aan de Sint Jacobsstraat.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij Uw besluit van 9 Juni 1.1. no. 191r/1 13 werden
onderscheidene stoepen aan de Sint Jacobsstraat door
de gemeente in eigendom overgenomen. Nadien hebben
de heer J. Geertsma, eigenaar van het perceel plaatselijk
bekend St. Jacobsstraat no. 15 en de eigenaren van het
perceel aldaar no. 24, te weten de heeren H. E. Lampe,
G. M. E. Tiesselinck, H. M. Lampe en Mevr. Wed. G. H.
Lampe geb. Stuve, te kennen gegeven dat zij bereid zijn
om de bij de vermelde perceelen behoorende stoepen
aan de gemeente in eigendom over te dragen.
Wij hebben mitsdien de eer U voor te stellen te be
sluiten
in eigendom over te nemen van
1. J. Geertsma, alhier, eigenaar van het perceel
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie C no.
484, de stoep, welke is gelegen tusschen het op het ge
melde perceel staande pand en de Sint jacobsstraat
2. H. E. Lampe, G. M. E. Tiesselinck, H. M. Lampe
en M. A. Sttive, wed. van G. H. Lampe, allen alhier,
eigenaren van de perceelen kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden sectie A nos. 1569 en 1152 de stoep, welke
is gelegen tusschen de op gemelde perceelen staande
panden en de Sint jacobsstraat;
zulks op de voorwaarden opgenomen in Uw besluit
d.d. 9 Juni 1925 no. 191 R/l 13.
6 (Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot het instellen van eene rechtsvordering
tegen W. Zondervan en D. Bouwer alhier tot ontruiming
onderscheidenlijk van de woningen Eekhojj'straat no. 21
en Poppeweg no. 45 en tot betaling van de achterstal
lige huurpenningen.
Dit voorstel luidt als volgt
De huurders van de gemeentewoningen Eekhoffstraat
no. 21, W. Zondervan en Poppeweg no. 45, D. Bouwer,
zijn, hoewel herhaaldelijk daartoe aangemaand, in ge
breke gebleven om hun achterstand in de huurbetaling
in te halen, waarom hun, daar gebleken is, dat de nala
tigheid slechts aan onwil is toe te schrijven, de huur bij
deurwaardersexploit tegen 1 Juni 1925 is opgezegd.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 30 juni 1925.
165
Blijkens mededeeling van den deurwaarder is aan de
aanschrijvingen geen gevolg gegeven, waarom wij het
advies hebben ingewonnen van den rechtskundigen
raadsman der gemeente, den heer Mr. J. M. van Hettinga
Tromp, teneinde een rechtsvordering tot ontruiming der
woningen in te stellen.
Onder overlegging van het rechtskundig rapport
geven wij U in overweging te besluiten een rechtsvor
dering in te stellen zoowel in eersten aanleg als in
volgende instantiën en zoo eischende als verwerende,
tot ontruiming, met betaling der achterstallige huur van
de woningen Eekhoffstraat no. 21 en Poppeweg no. 45.
7 Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot oninvorderbaarverklaring van aanslagen
in onderscheidene gemeente-belastingen.
8 (Agenda no. 9). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot het doen van af- en overschrijvingen
op de begrooting der Stads Armenkamer, dienst 1924.
9 (Agenda no. 10). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot wijziging der begrootingen, dienst 1924,
voor de gemeentelijke waterleiding, de gemeentereiniging,
het gem. grondbedrij het gem. electriciteitbedrijde
gem. gasfabriek en het gem. woningbedrijf.
10 (Agenda no. 11). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot wijziging der gemeentebegrooting en
der begrooting der gemeentewerken, beide dienst 1924.
11 (Agenda no. 12). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot wijziging der gemeentebegrooting, dienst
1925.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou
ders sub 411 (agenda 512).
12 (Agenda no. 13). Prae-advies van Burgemeester
en Wethouders op het adres van Tj. de Vries om
vergunning tot plaatsing van een wachthuisje met kiosk
in het plantsoen tusschen het Zuiderplein en het
spoorweg-station.
Dit prae-advies luidt als volgt
In Uwe vergadering van den 28 April 1.1. werd om
prae-advies in onze handen gesteld een adres van
Tj. de Vries, alhier, waarbij hij verzoekt hem voor den
tijd van 10 jaar, ingaande 1 juni 1925, vergunning te
verleenen tot plaatsing van een wachthuisje in het gras
perk tusschen Zuiderplein, den Overijsselschen straat
weg en den Stationsweg, gelijk op eene bijgevoegde
situatieteekening is aangegeven. Het wachthuisje zou
ten dienste gesteld worden van de passagiers der auto
bussen, die in de onmiddellijke nabijheid afrijden; voorts
wenscht hij, om de inrichting rendabel te maken, daarin
gelegenheid aan te brengen tot verkoop van couranten,
tijdschriften, sigaren enz., benevens een openbare tele
fooncel. Het bedrag van de vergoeding, die adressant
voor het gebruik van den gemeentegrond wenscht te
betalen, wordt niet genoemd, hetwelk echter bij ons
ten opzichte van het al of niet toestaan der vergunning
geen verschil maakt, omdat wij in het algemeen tegen
het plaatsen van kiosken op dergelijke punten der ge
meente zijn.
Ten aanzien van dit verzoek merken wij op, dat de
directeur der Gemeentewerken in zijn overgelegd advies
van 19 Mei 1.1. wijst op het feit, dat onderscheidene
hotels-restaurants gelegenheid bieden tot verblijf voor
hen, die eenigen tijd op een vervoermiddel moeten
wachten. Ook wij nieenen dat aan een wachtgelegenheid
ter plaatse geen behoefte bestaat. Bovendien zal naar
ons oordeel het uitzicht op het plantsoen worden be
dorven, gelijk ook de directeur in zijn advies ter sprake
brengt. Verder laat het onderhoud van dergelijke kios
ken na eenige jaren, gelijk in andere plaatsen blijkt,
nogal eens wat te wenschen over en kan de onderneming
alleen financieel uit, indien door verhuring gelegenheid
wordt gegeven voor allerlei reclames, die uit den aard
der zaak gewoonlijk meer opdringend schreeuwerig dan
artistiek zijn. Den adressant een gedeelte van het terrein
ten westen van den vluchtheuvel in gebruik af te staan,
gelijk op de teekening bij het advies van den directeur
is aangegeven, achten wij evenmin gewenscht; de ruimte
is daar toch reeds beperkt. De directeur stipt het trou
wens alleen aan om toepassing te erlangen, wanneer
men adressant in dezen zou willen tegemoet komen.
Blijkt echter daar een wachtlokaal inderdaad noodig te
zijn, dan zou het van gemeentewege dienen te worden
aangebracht. Tot nog toe is die noodzakelijkheid ons
niet gebleken.
Wij meenen U dan ook te moeten raden op het ver
zoek van Tj. de Vries, alhier, eene afwijzende beschik
king te nemen.
De beraadslagingen worden geopend.
Den heer Van der Veen is het opgevallen en het
deed hem genoegen dat in dit prae-advies betreffende
het verzoek van De Vries tot het stichten van een
wachthuis door Burgemeester en Wethouders is gezegd
dat wanneer een dergelijk wachthuis noodig bleek, zij
dan van meening zijn dat dit door de gemeente zelf zal
moeten worden gesticht. Dat deed spreker genoegen,
maar hij is van meening dat hetgeen Burgemeester en
Wethouders verder zeggen, dat de noodzakelijkheid niet
is gebleken, vatbaar is voor verschil van meening. Spr.
passeert meermalen die plaats waar de autobussen
stationneeren en het is hem herhaaldelijk opgevallen dat
daar dan groepjes menschen staan te wachten, zoowel
bij goed als bij slecht weer. Spreker heeft dan vaak bij
zichzelf gedacht, zonder er evenwel dieper bij na te
denken het is toch eigenaardig dat men bij kleine
stations en tramhalten wel wachthuisjes plaatst en bij
de autobussen niet. Het is toen niet zoo diep tot spreker-
doorgedrongen dat hij zelf een verzoek tot Burgemees
ter en Wethouders zou kunnen richten, maar nu het
verzoek van De Vries aan de orde is en daarop prae-
advies is uitgebracht, is spreker van meening dat, ook
al is het inderdaad waar dat er bezuinigd moet worden
en dat hier geen inkomsten tegenover staan wanneer op
de eene of andere manier dit werk wordt uitgevoerd,
men er toch rekening mee moet houden dat wij hier als
centrum van de provincie Friesland in zooverre dege
nen, die Leeuwarden bezoeken, tegemoet moeten komen.
Spreker is van meening dat weliswaar voor hen, die
gebruik maken van de autobussen, tijdens hun noodza
kelijk oponthoud inderdaad gelegenheid bestaat om te
wachten in de restaurants of café's, maar dat het spe
ciaal de menschen met een smalle beurs niet altijd past
om daarin te gaan, wanneer zij om de eene of andere
noodzakelijke omstandigheid met een auto mee moeten.
Spreker voelt er daarom veel voor die leemte op te
heffen en zou graag willen dat Burgemeester en Wet
houders inderdaad zoo'n huisje stichtten. Hij is zoo vrij
het volgende voorstel te doen
,,De Raad verzoekt Burgemeester en Wethouders
met plannen te komen voor den bouw van gemeente
wege van een wachthuisje aan het Zuiderplein ten
behoeve van passagiers der in die omgeving station-
neerende autobussen."
De Voorzitter doet lecture van dit voorstel en zegt dat
dit tevens een onderwerp van behandeling uitmaakt.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi vraagt of het
idee van den heer Van der Veen is het alleen op die
plaats te doen. Als het daar zoo noodzakelijk is, dan