184 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 Juli 1925. aan dezelfde fout als toen en dus niet een besluit nemen, waarvan later weer moet worden gezegd dat wij het weer moeten veranderen. Burgemeester en Wethouders doen dus een neutraal voorstel, waarbij jaarlijks over de kwestie wordt beslist en stellen niet voor een bindend besluit te nemen, waar men later toch weer op terug zou moeten komen. Spreker vindt dat de heer Ooster- hoff een groot pleidooi heeft gehouden voor hetgeen door Burgemeester en Wethouders wordt voorgesteld. Spreker wil nu toch nog even op enkele punten terug komen. De heer Dijkstra heeft niet begrepen hoe spr. kon zeggen dat, wanneer men het batig saldo van een vorige rekening brengt als eerste post op die van het volgend jaar, dit een achteruitgang tot gevolg kan heb ben. Dat zit zoo. Die volgende rekening zal door dat feit niet achteruit gaan, maar gaat daarmee in het al gemeen vooruit. Waar men dan echter zoo'n groot batig saldo krijgt dat is de bedoeling en de opzet daar zal men aan het slot gaan zeggen: wij maken zooveel winst, dus de gasprijs kan wel verlaagd worden. Nu heeft spreker juist betoogd dat wij op het oogenblik met dien prijs zijn aan de grens, waar beneden wij niet moeten gaan. Als wij dus toch doorgaan met de winst te brengen als eerste post op de volgende rekening en wij dan aan het slot, niet tengevolge van de uitkomsten van het bedrijf, maar omdat wij met een groot saldo be gonnen zijn, weer een groote winst hebben en daarom den gasprijs gaan verlagen, dan moet die rekening ver keerd uitkomen, dan gaat men dat batig saldo langzaam aan opeten. Dat is de bedoeling van wat spreker heeft gezegd. Als waar is dat een prijs van 8 cent de grens is en wij die prijs op 7 cent brengen, dan zal de rekening niet meer uit komen. Dan zal de rekening van de gas fabriek het volgend jaar nog wel uit kunnen, omdat wij begonnen zijn met een groot batig saldo en ook het daar op volgende jaar misschien nog wel, maar op den duur zal er met verlies worden gewerkt. Dan heeft men, door dat batig saldo misleid, feitelijk met verlies ge werkt en dat beteekent achteruitgang. Het bedrijf moet zichzelf kunnen bedruipen en daarom moet de gasprijs zoodanig worden gesteld, dat er een matig overschot is. Men moet dus niet de winst als eerste post op de be grooting van het volgend jaar brengen, want dan krijgt men straks een groot batig saldo en als men dan den gasprijs verlaagt, komt men een volgend jaar bepaald verkeerd uit. Door den Burgemeester is, naar spreker dunkt zeer terecht, een splitsing gemaakt tusschen de beide punten die ook in de verordening staan waarom het gaat, dat zijn: de 350.000.die op het oogenblik over is en de winst, die dit jaar en volgende jaren zal kunnen worden gemaakt. De Voorzitter wil daar verschillend mee handelen en heeft alleen bezwaar tegen onderdeel IX; wat in onderdeel VII staat, kan hij dus goedkeuren. Daar staat in wat de Voorzitter ook wil, de winst kan gestort worden in de gemeentekas, evenals dat staat in onderdeel IX ten opzichte van de 350.000.Spreker zegt echter ook hier weer: er staat niet dat die som ge stort moet worden in het uitbreidingsfonds, er staat ook niet dat zij gestort moet worden in de gemeentekas, maar er staat alleen dat er geheel of ten deele door den Raad over kan worden beschikt. De bedoeling van spr. is ook niet anders geweest, dan om zooveel mogelijk te zorgen voor het nageslacht door het fonds zooveel mo gelijk in stand te houden, hetzij met het oog op een uit breiding van het bedrijf, hetzij als een kleine bijdrage voor het stichten van een nieuwe fabriek. Spreker is het overigens eens met den heer Westra, die zooeven heeft betoogd dat men niet een overdreven zorg voor het nageslacht behoeft te hebben. Spreker vindt die zorg prachtig, maar men moet haar niet over drijven; de omstandigheden, waaronder men leeft, zullen bepalen de mate waarin men royaal tegenover het na geslacht kan zijn. Het zou op het oogenblik wel kunnen, maar er kan een tijd komen dat dit niet mogelijk is en dan is het heel goed dat men een fonds heeft, waaruit eenigszins zou kunnen worden geput. Spreker pleit niets anders dan op utiliteitsgronden dat men naar gelang van de omstandigheden, waaronder men op een gegeven oogenblik verkeert, moet uitmaken op welke wijze men met de winsten uit bedrijf zal handelen. De heer H. de Boer (wethouder) wil ook even zijn stem motiveeren voordat aanstonds de verschillende voorstellen in stemming worden gebracht. Hij wil even nader uiteenzetten wat zijn motieven zijn waarom hij aanstonds zal stemmen voor het voorstel, dat zoopas door den heer Tiemersma is ingediend en waarom hij dus is tegen het voorstel, zooals dat door Burgemeester en Wethouders ter tafel is gebracht. Spreker kan zich voor een groot deel aansluiten bij het betoog, zooals dat door den Voorzitter is gehouden, maar in één opzicht heeft hij een andere meening, n.l. wat betreft de 3/2 ton. Hij komt daar aanstonds op terug. Spreker erkent dat, wanneer in het voorstel-Tie- mersma staat dat een gedeelte van de 3l/2 ton zou kunnen worden aangewend voor een ander doel dan waarvoor die 3x/2 ton eigenlijk volgens de verordening al aangewend had moeten worden, dit niet zoo heel veel verschilt van het voorstel, dat Burgemeester en Wet houders aan den Raad hebben gedaan: „tenzij de Raad mocht besluiten die winst geheel of gedeeltelijk in de gemeentekas te laten vloeien", waaromtrent de Raad elk jaar zou hebben te beslissen. Daar had spreker echter bezwaar tegen, omdat z. i. dan wel degelijk het hek van den dam zou zijn. Er werd tot nog toe elk jaar een zekere winst gemaakt en dat zal ook in de toekomst zeer zeker het geval zijn. Nu zweeft als het ware de op die wijze gekweekte winst van 3y2 ton in de begrooting van de gasfabriek; men heeft daar geen bestemming voor, want hij kan niet worden gebruikt voor verlaging van den gasprijs, omdat er ieder jaar te weinig winst werd gemaakt om dien prijs met 1 cent te verlagen en men daarbij niet met halve centen of fracties van centen rekening houdt. Zoo zal er dus zeer zeker ieder jaar een gedeelte overblijven, dat dan tot nog toe als eerste post op de begrooting van het volgend jaar werd geplaatst. Nu heeft spreker dit bezwaar tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders dat, wanneer de mogelijk heid wordt opengelaten om de winst te storten in de gemeentekas, men dan aanstonds, om de winst hooger te doen zijn, de gasprijs niet zoo laag mogelijk zou stel len. Dat streven, om de winst zoo hoog mogelijk te doen zijn, kan er toe leiden dat dit gaat ten koste van den gasprijs en spreker wil het hek niet van den dam heb ben. Het principe, dat eenmaal is aangenomen, moet, als het eenigszins kan, worden gehandhaafd. Spreker neemt een ander standpunt in ten opzichte van de 3J/2 ton. Die had er eigenlijk niet moeten zijn, maar volgens de verordening had daarmee de gasprijs in de afgeloopen jaren verlaagd moeten worden. Omdat dat bedrag nu echter bijeen is en wij den gasprijs daar mee nu toch niet kunnen verlagen, omdat men dan een verlaging zou krijgen met 4 of 5 cent, zegt spreker: dat geld is er nu eenmaal en ik kan mij voorstellen dat, als alle andere bronnen zijn aangeboord, dat geld voor het aanwenden voor een of ander doel noodig kan zijn. Wij kunnen dat geld op het oogenblik niet terug geven, maar als het noodig is, kan het bestemd worden voor het een of ander heel algemeen doel. Dat mag misschien oppor tunistisch zijn, maar dat is voor spreker de reden, waarom hij niet kan meegaan met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Elke winst die voortaan wordt gemaakt, gaat voortaan in het uitbreidingsfonds, zoodat dit elk jaar grooter kan worden, maar als de nood aan den man komt, zou spreker dit niet willen doen met de winst van 3]/2 ton, die ten onrechte is ge- i maakt. Daarom is hij voor het voorstel-Tiemersma. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 Juli 1925. 185 De Voorzitter wil niet verder op de zaak ingaan, maar is het niet met den heer De Boer eens; spreker wil de oude winst wel in het reservefonds storten. Wil de Raad anders beslissen, dan is het hem goed, hij geeft het alleen maar als zijn meening. Nu lijkt het spreker het zuiverst de zaak zoo te stellen. Zijn bedoeling is de verschillende zaken in stemming te brengen, speciaal de woorden van den heer Tie mersma, de voorstellen, die Burgemeester en Wethouders zelf hebben gedaan en een voorstel, dat van den Oos- terhoff is ingekomen. Omdat het echter moeilijk is de zaken zuiver uit elkaar te houden, is het tevens sprekers bedoeling om, wanneer hier door den Raad thans een principieele beslissing wordt genomen, Burgemeester en Wethouders de volgende vergadering te doen komen met de redactie, gemaakt op grond van de principieele beslissingen, die hier zijn genomen. De eerste kwestie betreft de oude winst, de loopende winst tot en met 1924, laat maar zeggen de 3'/2 ton. Spreker wil de voorstellen even metnoreeren. Burgemeester en Wethouders stellen voor dat die winst blijft zweven in de begrooting van de gasfabriek; dan kan de Raad eventueel een beslissing nemen om dat geld aan te wenden ten bate van de gemeentebe- grooting. De heer Tiemersma stelt voor die winst te storten in een uitbreidingsfonds, maar den Raad de macht te geven er te zijner tijd geheel of gedeeltelijk over te beschikken. Spreker voor zich zou het nog anders willen, maar zal daar geen voorstel van maken; zijn idee is de oude winst te storten in het reserve- of uitbreidings- en ver- nieuwingsfons -hoe men het noemen wil doet er niet toe, het komt in de practijk op hetzelfde neer en daar niet meer aan te komen. Dat is de eene kwestie. De tweede kwestie betreft de winst, die voortaan zal worden gemaakt, de winst dus, gemaakt in 1925 en vol gende jaren. Het verststrekkende voorstel zou zijn om die winst eenvoudig te brengen ten bate van de gemeentebegroo- ting. Burgemeester en Wethouders stellen dat niet voor, maar stellen voor dat daarover jaarlijks zal worden be slist. Dit is, naar sprekers meening, toch ook het verst strekkende van de ingediende voorstellen. Daarop volgt het voorstel van den heer Oosterhoff, hetwelk luidt als volgt „VIL Art. 27, 3e alinea. Zoodra en zoolang het reservefonds 200.000. bedraagt, zal 50 van de dan nog overblijvende winst in een uitbreidingsfonds worden gestort en 50 aan de gemeente worden uitgekeerd. IX laten vervallen." Het derde voorstel, n.l. dat van den heer Tiemersma, bedoelt de geheele zuivere winst in het uitbreidings fonds te doen storten. Dat zijn de drie verschillende voorstellen omtrent de nog te maken winst. De heer K. de Boer zou het toch op prijs stellen dat ook het voorstel-Tiemersma, wat de oude winst betreft, in twee gedeelten in stemming werd gebracht, omdat hij persoonlijk geen gebruik wenscht te maken van de oude winst ten bate van de gemeentekas. De Voorzitter stelt dan de zaak als volgt Oude winst. a. Voorstel van Burgemeester en Wethouders De winst ten bate van de winst- en verliesrekeningen der gasfabriek van volgende jaren; jaarlijks wordt beslist door den Raad of deze winst geheel of gedeeltelijk in de gemeentekas zal vloeien. b. Voorstel-Tiemersma: De winst wordt gestort in het uitbreidingsfonds, zoo noodig wordt daaraan door den Raad geheel of gedeeltelijk een andere bestemming gegeven. c. Voorstel-K. de Boer: De winst wordt gestort in het uitbreidingsfonds, zonder meer. Spreker brengt, wat betreft de oude winst, eerst in stemming het voorstel sub a. Dit voorstel wordt met 18 tegen 6 stemmen ver worpen. Vóór stemmen de heeren Lautenbach, Fransen, Koopmans, Weima, Beekhuis en Westra. Tegen stemmen de heeren Dijkstra, H. de Boer, Visser, Tiemersma, O. F. de Vries, Van der Laan, Hof- stra, Van der Schoot, Hooiring, Scheltema, Van der Veen, IJ. de Vries, Cohen, Wölcken, Muller, Oosterhoff, B. Molenaar en K. de Boer. Het voorstel sub b, daarna in stemming gebracht, wordt met 15 tegen 9 stemmen aangenomen, waardoor het voorstel sub c is vervallen. Vóór stemmen: de heeren Lautenbach, Dijkstra, H. de Boer, Tiemersma, O. F. de Vries, Fransen, Koopmans, Hooiring, Scheltema, Van der Veen, Wölcken, Muller, Beekhuis, Westra en B. Molenaar. Tegen stemmen: de heeren Visser, Van der Laan, Hofstra, Van der Schoot, IJ. de Vries, Cohen, Weima, Oosterhoff en K. de Boer. De Voorzitter stelt ten opzichte van de nieuw te maken winst aan de orde a. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om jaarlijks te beslissen deze winst geheel of gedeeltelijk ten bate van de gemeentebegrooting te brengen. De heer Beekhuis (wethouder) Burgemeester en Wethouders stellen voor daartoe de gelegenheid te openen. De Voorzitter: Dus het voorstel van Burgemeester en Wethouders komt er op neer de gelegenheid te openen de jaarlijksche winst geheel of gedeeltelijk ten bate van de gemeentebegrooting te brengen. Dit voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met 16 tegen 8 stemmen verworpen. Vóór stemmen: de heeren Lautenbach, Fransen, Van der Schoot, Koopmans, Wölcken, Weima, Beekhuis en Westra. Tegen stemmen de heeren Dijkstra, H. de Boer, Visser, Tiemersma, O. F. de Vries, Van der Laan, Hof stra, Hooiring, Scheltema, Van der Veen, IJ. de Vries, Cohen, Muller, Oosterhoff, B. Molenaar en K. de Boer. b. Het voorstel van den heer Oosterhoff, thans in stemming gebracht, om 50 van de winst te storten in het uitbreidingsfonds en 50 uit te keeren aan de gemeente, wordt met 20 tegen 4 stemmen verworpen. Vóór stemmen: de heeren Lautenbach, Fransen, Beek huis en Oosterhoff. Tegen stemmen de heeren Dijkstra, H. de Boer, Visser, Tiemersma, O. F. de Vries, Van der Laan, Hof stra, Van der Schoot, Koopmans, Hooiring, Scheltema, Van der Veen, IJ. de Vries, Cohen, Wölcken, Muller, Weima, Westra, B. Molenaar en K. de Boer. De Voorzitter vraagt of een van de leden nog stem ming verlangt over het eenige voorstel dat nog over blijft c. Voorstel van den heer Tiemersma om de geheele winst te storten in het uitbreidingsfonds. De heer Beekhuis wethouder)Het is natuurlijk ook nog mogelijk de winst te brengen als eerste post op de begrooting van het volgend jaar. Ik doe dat voorstel. De Voorzitter zou willen vragen: wat heeft men daar aan? Z. i. was dit ook in het eerste voorstel begrepen,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1925 | | pagina 7