202 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 18 Augustus 1925.
De rechtsgeleerde raadsman der gemeente acht den
eisch niet gegrond en adviseert in zijn brief van
3 Augustus dat de gemeente zich verweert, onder over
legging waarvan wij U in overweging geven te
besluiten
dat de gemeente in rechten optrede zoowel in eersten
aanleg als c.q. in hooger beroep en in cassatie met be
trekking tot den door S. A. Spanninga te Joure tegen
haar ingestelden eisch tot betaling van 1865.62, ter
zake als boven is omschreven.
11 (Agenda no. 12). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om aan den voormaligen pachter van de
bruggelden, geheven bij de Vlietster- en Boomsbruggen,
L. van der Wal, een vergoeding toe te kennen wegens
schade, die hij heeft geleden door den bouw van de
nieuwe Oosterbrug.
Dit voorstel luidt als volgt
Van L. van der Wal, voor het jaar 1924 pachter van
de opkomsten van de Vlietster- en Boomsbruggen, ont
vingen wij het verzoek om vergoeding van de schade,
die hij heeft geleden door den bouw van de nieuwe
Oosterbrug.
Gelijk de directeur der Gemeentewerken in zijn hierbij
overgelegd advies van 31 Juli 1.1. opmerkt, is het be
zwaarlijk een juisten maatstaf voor het bedrag der
geleden schade te bepalen; het is echter zeker dat de
pachter schade heeft geleden door het tijdelijk leggen
van een vaste brug. De directeur geeft een overzicht
van het aantal schepen, die in de maanden April, Mei
en Juni 1925 door de Oosterbrug zijn gelaten en die niet
zouden hebben kunnen passeeren, wanneer de dammen
en de hulpbrug nog aanwezig waren geweest; voor die
drie maanden komt hij tot een totaal van 554 schepen
met een bedrag aan bruggeld van 106.65. Voorts
geeft hij een opgaaf van het aantal schepen, waarvoor
de le Kanaalbrug in de laatste 7 maanden van het
vorige jaar is gedraaid, om die becijfering in evenredig
heid toe te passen op de doorvaart der Oosterbrug; hij
komt dan tot een getal van 1303 schepen, die door den
bouw niet door de Oosterbrug konden varen, met een
opbrengst aan bruggeld van 8.33 per week. De tegen
woordige pachter van de Vlietsterbrug geeft als meerdere
opbrengst van die brug, sedert de doorvaart door de
Oosterbrug hersteld werd, een bedrag van 5.per
week op, in verband waarmede wij met den directeur
het gemiddelde van de beide genoemde bedragen zouden
willen nemen. Eene vergelijking op grond van het aantal
schepen, door de le Kanaalbrug gevaren, is trouwens
niet in het nadeel van den verzoeker.
Wij geven U dus in overweging ons te machtigen aan
den verzoeker een schadevergoeding als bedoeld toe te
kennen gedurende 30 weken a 6.50 per week
195.—.
12 (Agenda no. 13). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om met overneming van stoepen Burge
meester en Wethouders een crediet te verleenen voor
de verbreeding van het trottoir aan het Zuiderplein,
van de Wirdumerpoortsbrug tot de Potmargebrug.
Dit voorstel luidt als volgt
Het steeds toenemende verkeer op het gedeelte van
het Zuiderplein, gelegen tusschen de Wirdumerpoorts
brug en de Potmargebrug, heeft ons doen omzien naar
middelen om te geraken tot een verbreeding van het
bedoelde straatgedeelte voor het voetgangersverkeer.
Het oog viel daarbij op de stoepen, welke zijn gele
gen vóór de woningen plaatselijk genummerd Zuider
plein nos. 7783 en voor de winkels van de Noord-
Nederlandsche Coöperatieve Eier-, Pluimvee-, Konij
nen-, Bijenteeltproducten-, Voeder- en Fruithandel
(N. N. C.) en van den heer Weistra, welke twee laatst
genoemde zijn gelegen tusschen de Keizersbuurt en de
Posthoornsteeg.
De bedoelde stoepen zijn alle kadastraal bij den
openbaren weg getrokken en een onderzoek heeft uit
gemaakt, dat de stoepen voor de woningen nos. 7783
voormeld aan de gemeente in eigendom toebehooren,
zoodat deze terstond voor wegverbreeding konden wor
den aangewezen.
Het eigendomsrecht van de twee laatstvermelde stoe
pen staat, ook na onderzoek, niet voldoende vast, doch
het is gelukt om met de eigenaren van de aanliggende
pereeelen, de N. N. C. en de heer Weistra voornoemd,
behoudens Uwe goedkeuring, een regeling te treffen,
waarbij de belanghebbenden onder bepaalde voorwaar
den afstand doen van alle rechten, welke zij mogelijk
zouden kunnen doen gelden op de vermelde stoepen.
Die voorwaarden zijn voor de gemeente geen bezwaar.
Met den aanleg van een trottoir op de plaats van de
stoepen is een bedrag van 1442.vermeerderd met
algemeene onkosten ad 25 alzoo rond 1800.l
gemoeid, tot welk bedrag wij U een crediet aanvragen,
zulks in afwachting van een wijziging der begrooting
der Gemeentewerken, dienst 1925.
In het genoemde bedrag van 1442.— is begrepen
een som van 200.voor kosten van werkzaamheden
die tengevolge van het verwijderen der stoepen aan de
gevels der huizen noodig zullen zijn.
De Commissie voor de Openbare Werken kan zich
met de plannen tot trottoirverbetering vereenigen.
Onder overlegging van de stukken geven wij U in
overweging te besluiten
I. met D. Weistra, alhier, eigenaar van het perceel
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie G no.
3425 en met de Noord-Nederlandsche Coöperatieve
Eier-, Pluimvee-, Konijnen-, Bijenteeltproducten-, Voe
der- en Fruithandel (verkort N. N. C.), gevestigd alhier,
eigenares van het perceel kadastraal bekend alsvoren
no. 11804 een overeenkomst aan te gaan, waarbij de
genoemde personen afstaan alle rechten, die zij mogelijk
kunnen doen gelden op de vóór en ten noordwesten van
hun eigendom liggende stoepen en goedvinden, dat de
gemeente de bedoelde stoepen wegneemt, zulks onder
de volgenden voorwaarden en bedingen
a. de uit de stoep komende materialen blijven des-
gewenscht het eigendom van den heer Weistra en de
N. N. C. voornoemd en worden op kosten der gemeente
naar door hen aan te wijzen plaatsen binnen de ge
meente vervoerd;
b. de werkzaamheden, die tengevolge van het ver-
wijderen der stoep aan de gevels van voormelde per
eeelen noodig zijn, geschieden door en voor rekening
der gemeente Leeuwarden;
II. voor verbetering van trottoiraanleg aan het Zui-
derplein een crediet te verleenen groot 1442.ver
meerderd met algemeene onkosten ad 25 alzoo
totaal 1800.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou
ders sub 812 (agenda sub 913).
13 (Agenda no. 14). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om hun een crediet te verleenen voor uit
breiding van het Stads-Ziekenhuis.
Dit voorstel luidt als volgt
Met het oog op de verpleging der meer ernstige aan
zielsziekten lijdende patiënten in het Stadsziekenhuis is
een verbouwing dier inrichting ontworpen in dezen zin
dat op de plaats van het bestaande gebouwtje aan de
oostzijde, dat thans voor deze patiënten in gebruik is,
na slooping een bijbouw verrijst, die op de ver
dieping door een gang met het hoofdgebouw zelf
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 18 Augustus 1925. 203
verbonden wordt. Hierin zullen zich op den beganen
grond ook bevinden een lijkenhuisje, een bergplaats
en twee cellen, terwijl op de verdieping drie isoleer
kamers en een kamer voor zieke zusters een plaats
vinden; op het verbindingsportaal worden twee water
closets aangebracht. Dit plan, waaromtrent van te
voren met de directie overleg is gepleegd, heeft,
blijkens het schrijven der commissie voor het Stads
ziekenhuis van 15 April 1.1., dat een kleine wijziging
heeft tengevolge gehad, ook haar instemming. De
tegenwoordige toestand, waarbij slechts over één cel
en één isoleerkamer beschikt wordt, is bijkans onhoud
baar doordat, zoodra de cel is ingenomen, ieder vol
gende patient, die voor eene opneming daarin in aan
merking komt, geen bij zijn toestand passende ver
pleging kan ontvangen. Eene uitbreiding, gelijk thans
wordt voorgesteld, beteekent dus eene goede verbete
ring, terwijl in een zoo groote inrichting, als het Zieken
huis langzamerhand geworden is, ook een kamer voor
zieke zusters, die niet, gelijk de tegenwoordige, tevens
voor andere doeleinden wordt gebruikt, niet overbodig
kan worden geacht. Dat tenslotte het lijkenhuisje zoo
wordt ingericht dat het tevens als rouwkamer dienst kan
doen, zal niet anders dan instemming vinden, zoodat
wij op grond van een en ander meenen U te moeten
voorstellen te besluiten:
Burgemeester en Wethouders een crediet te verleenen
van 15.300, ten einde het Stadsziekenhuis uit te breiden
volgens het plan en de begrooting, onderscheidenlijk
door den Directeur der Gemeentewerken ingediend bij
brieven van 28 Mei 1925 no. 845 en 3 Juni 1.1. no. 872.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Oosterhoff heeft tot op zekere hoogte met
genoegen van dit voorstel kennis genomen, omdat daar
bij een poging wordt gedaan om meer gelegenheid te
maken tot het tijdelijk onderdak brengen van krankzin
nigen. Toch is hem van deskundige zijde verzekerd dat
de wijze, waarop men dat denkt te doen, verre van af
doende is, omdat men wel meer gelegenheid schept,
maar er klaarblijkelijk in de wijze, waarop het zal ge
beuren, geen verandering zal komen. En het was toch
zoo broodnoodig dat krankzinnigen, die niet meer aan
huis kunnen worden verpleegd, maar evenmin geschikt
zijn om in een krankzinnigengesticht te worden opge
nomen en die in het Stadsziekenhuis thuis behoorden,
daar werden verpleegd. Spreker begrijpt dat dit een niet
zoo eenvoudige wijziging met zich zou brengen, omdat
clit pand zich daartoe werkelijk niet leent, maar het heeft
hem toch gespeten dat Burgemeester en Wethouders
niet tevens een poging hebben gedaan om een onderdak
voor die menschen te krijgen waar men ze kan houden
in plaats van, zooals het nu is, een tijdelijk verblijf.
Een tweede bezwaar, dat spreker veel sterker voelt,
is het volgende. Spreker heeft gedurende acht jaren
tegenover het Stadsziekenhuis gewoond en waar hij de
gewoonte heeft altijd met open ramen te slapen, kan hij
verklaren 's nachts meer dan eenmaal hinder te hebben
gehad van het geschreeuw van de menschen die waren
opgesloten in de cellen. Nu begrijpt spreker niet dat hier
wordt voorgesteld om boven en naast de cellen een zaal
voor zieke zusters te maken, waardoor dat personeel
toch nooit de volledige rust, die het noodig heeft, zal
kunnen krijgen. Er komen beneden 2 cellen en naast de
2 isoleerkamers, die boven worden gebouwd, zal de
ziekenzaal voor de zusters komen.
Spreker zou nu aan Burgemeester en Wethouders
willen vragen of in overleg met de commissie of met den
directeur daarvoor geen betere gelegenheid zou zijn te
vinden. Zou het desnoods niet kunnen in het zusterhuis?
Misschien dat de verpleging daar wel eenige moeilijk
heid zou opleveren, maar de zieke zusters zullen daar
dan toch in elk geval rust hebben.
De heer Visser acht het, in verband met het gespro
kene door den heer Oosterhoff, wenschelijk dit voorstel
aan te houden.
De heer Weima maakt ook ernstig bezwaar tegen dit
voorstel. Het feit dat de heer Oosterhoff naar voren
heeft gebracht, had spreker ook naar voren willen bren
gen. Het lijkt hem onhoudbaar dat de zusters die ziek
zijn, dus ook de ergste, zullen komen in een kamer naast
de isoleerkamers van de ernstigste zenuwpatiënten.
Spreker heeft ook het vorig jaar in de sectievergade
ring over deze zaak gesproken; wel krijgt men telkens
bij stukjes verbetering, maar spreker meent toch dat
men in het algemeen kan zeggen dat alle verbeteringen
langs dezen weg lapmiddelen zijn. Hij meent dat alle
raadsleden het er in de sectievergadering mee eens wa
ren dat men, wat men ook doet, op deze wijze met steeds
meer kosten nooit bereikt waar een stad als Leeuwarden
recht op heeft. Spreker heeft er op gewezen dat niet
alleen hetgeen waarover dit voorstel gaat aan het zie
kenhuis veranderen moet, maar dat ook aan het hulp
ziekenhuis aan het eind van de Voorstreek veranderingen
noodzakelijk zijn, omdat daar de toestand onhoudbaar
is. Op welke wijze? Misschien is dat niet op te lossen,
misschien is dit niet mogelijk in verband met de ruimte.
Voor de drie gebouwen staat nu reeds jaarlijks 3000.-
op de begrooting en nu komt er weer deze 15.000.
bij. Het is meer dan noodig dat er in het hulpziekenhuis
aan de Voorstreek verandering komt. Straks komen er
misschien ook weer meerdere kosten bij voor het zuster
huis.
Het een met het ander maakt dat spr. straks bezwaar
moet maken tegen dit voorstel. Daardoor krijgt men wel
iets meer, maar wij hebben daarmee nog lang niet dat,
waar de gemeente recht op heeft. Het eene gebouw ligt
een kwartier van het andere af; deze toestand lijkt spr.
in de naaste toekomst onhoudbaar.
Het verbaast spreker dan ook dat Burgemeester en
Wethouders niet met een beter voorstel komen; hij had
gedacht dat zij met een voorstel zouden komen tot het
bouwen van een geheel nieuw ziekenhuis. Spreker weet
wel dat dit in den tegenwoordigen tijd niet zoo gemak
kelijk gaat en dat wij van heel wat kanten moeten be
zuinigen. Hij heeft zich echter ingedacht of het niet
mogelijk is dat Leeuwarden hulp krijgt uit de provincie,
ook van andere gemeenten een zekere toezegging krijgt,
waardoor men een nieuw ziekenhuis wél zal kunnen
betalen. Spreker meent dat men, wat betreft een zieken-
inrichting, werkelijk wel goed uit zijn oogen mag zien
en dat het noodig is dat men inderdaad iets opzet dat
aan bepaalde redelijke eischen voldoet. Waar dat hier
niet het geval is, lijkt het spreker toe dat men beter zal
doen nog eens opnieuw onder de oogen te zien op welke
wijze men kan komen tot een ziekenhuis in één complex
van gebouwen, eventueel met medewerking van andere
gemeenten in de provincie. Daarom en om hetgeen de
heer Oosterhoff zegt, lijkt het spreker beter toe dit
voorstel zoo niet aan te nemen.
De heer Fransen (wethouder) hoort dat de heer Oos
terhoff meent dat de cellen, die nu worden gebouwd,
niet aan de eischen voldoen en dat daarmee feitelijk
geen verbetering wordt verkregen. Dit voorstel is echter
niet direct van Burgemeester en Wethouders afkomstig,
maar gedaan op verzoek van de directie van het zie
kenhuis en van de commissie, in hoofdzaak op verzoek
van den directeur van het ziekenhuis zelf, omdat de te
genwoordige toestand onhoudbaar is.
Dat de nieuwe cellen niet voldoende zullen zijn, kan
spreker moeilijk beoordeelen, maar toen men bezig was
deze zaak voor te bereiden, zijn, op sprekers verzoek,
de directeur der Gemeentewerken en de directeur van
het Stadziekenhuis een paar plaatsen rond geweest om
de beste manier van inrichting te onderzoeken. De hee-
ren zijn teruggekomen en hebben toen aangegeven hoe