208 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 18 Augustus 1925. was ter lengte van 30 Meter een tweede trottoir of vluchtheuvel gedacht om het verkeer tusschen den Noordersingel eenerzijds en de Noorderbrug en de Spanjaardslaan anderzijds in goede banen te leiden. Bovendien waren nog trottoirs ontworpen om het plant soen ten noorden van de Noorderbrug en een kleiner terzijde hiervan, gelijk een en ander op de teekening was aangegeven. Wij waren echter van oordeel dat dit ontwerp te groot van opzet was en dat het beoogde doel: op deze wijze vooral het voetverkeer te verbeteren, voldoende werd bereikt, indien het trottoir wordt verlengd tot aan en niet langs den Noordersingel. Een nieuwe opzet van den directeur bij brief van 27 Maart 1.1. ingezonden, waarmede met deze inzichten rekening was gehouden, bevredigt dan ook beter; de demping der Lijkvaart wordt dan beperkt tot het vakje bewesten het hoekperceel Spanjaardslaan-Noordersingel met een oppervlakte van 50 M-. Dit laatste plan dat 2500.— moet kosten, verdient o. i. de voorkeur boven het vorige dat een uitgaaf van 8500.zou vorderen. De Commissie voor de Openbare Werken is echter van een andere meening. In haar brief van 15 dezer geeft zij te kennen dat demping ook van de sloot langs den Noordersingel, benevens die van de geheele Lijkvaart met trottoiraanleg ter plaatse, noodig is om een goeden toestand te verkrijgen. O. i. wordt met het kleinste plan echter eene bevredigende oplossing bereikt en moet het grootere om de kosten achterwege blijven, op grond waarvan wij U voorstellen te besluiten I. Burgemeester en Wethouders te machtigen op het meest geschikt geoordeelde tijdstip over te gaan tot demping van een zoodanig gedeelte der Lijkvaart, met trottoiraanleg tot den Noordersingel, als op de bij den brief van den directeur der Gemeentewerken d.d. 27 Maart 1925 no. 470 ingezonden blauwdruk is aange geven en hun hiervoor een crediet te verleenen van 2500.— II. adressanten voornoemd te berichten dat op hun verzoek is gelet. De beraadslagingen worden geopend. De heer Visser kan zich niet met dit voorstel tot ge deeltelijke demping vereenigen. Hij heeft van morgen ter plaatse een bezoek gebracht, maar het wil hem voor komen dat men hiermee half werk zal doen. Het gaat hier over een rechthoek, waarvan men het eene gedeelte zal dempen en het andere niet, maar z. i. is het meer practisch het geheel te dempen, omdat er anders een 40 a 50 M. stinksloot overblijft, die niet zal worden ge dempt. Het college beroept zich op de uitgaven, die in het eene geval 2500.en in het andere geval meer zullen bedragen, maar spreker dunkt toch dat men deze ver betering moet beschouwen in het kader van het geheel en moet bedenken dat de trottoiraanleg beter tot zijn recht zal komen wanneer het geheel wordt gedempt dan in het andere geval. Vroeger of later zal men toch tot demping van dat gedeelte, dat nu niet zou worden ge dempt, moeten overgaan. Spreker kan zich niet met het voorstel van Burgemeester en Wethouders, om tot ge deeltelijke demping over te gaan, vereenigen, omdat het geen radicale verbetering is. De heer O. F. de Vries is ook voor het plan, zooals dat door de Commissie voor Openbare Werken is voor gesteld, om het plan direct geheel uit te voeren. Er waren verschillende overwegingen, die daartoe leidden, in de eerste plaats de passage van de Spanjaardsbrug naar den Noordersingel, waardoor het over de oude brug over de Lijkvaart vrij druk is en verder het verkeer van wandelaars, dat, vooral des Zondags, ook vrij druk is. Nu er toch een plan in de commissie kwam tot gedeel telijke demping van de Lijkvaart, heeft de commissie gedacht dat men beter in één tempo direct de geheele sloot kon dempen. Er is over deze demping ook bij de begrooting meer dan eens gesproken en de commissie vond dit nu een heele goede oplossing, omdat daardoor vanaf de brug en de Spanjaardslaan en den Noorder singel heel wat ruimte vrij komt met nog een vlucht- heuveltje er bij. De commissie meende ook dat het voor- deeliger zou zijn dit plan in eens uit te voeren dat dat er twee maal over zou worden gewerkt. Er komt nog bij dat, naar spreker meent, door den voorzitter of door den directeur is gezegd dat de toestand van het brugje van dien aard is dat dit binnenkort aan vrij ernstige reparatie toe komt. Dat zijn de overwegingen, waarop de meerderheid der commissie spreker meent zelfs dat zij eenstemmig was aan Burgemeester en Wet houders heeft geadviseerd het geheele plan direct uit te voeren. Spreker zou daarom willen voorstellen te be sluiten overeenkomstig het plan, zooals dat door den directeur der Gemeentewerken, spreker meent bij brief van 16 Januari, is ingediend. De heer K. de Boer meent dat de gedeeltelijke dem ping van de Lijkvaart, langs de Spanjaardslaan, die Burgemeester en Wethouders voorstellen, een halve maatregel is, waaraan dat hoekje niet mag worden op geofferd. Als er iets moet gebeuren, dunkt spreker dat dit radicaal moet zijn. Als men het trottoir tot den Noor dersingel doortrekt, bereikt men eigenlijk niets; wat men dan bereikt is, dunkt hem, eerder een verslechtering dan een verbetering. Er wordt dan geen ruimte gemaakt, integendeel, het wordt er nog iets nauwer dan het op het oogenblik is. Men moet zich eigenlijk den toestand zoo voorstellen dat het verkeer uit de stad, aan den rechterkant van de brug. dat den Noordersingel op moet, vlak voor de brug naar den Noordersingel moet opdraaien, waardoor men daar op een zeer nauwe dis tantie een kruising van het verkeer krijgt. Bovendien schijnt het daar een gezellige hoek te zijn, waar voort durend sociëteit wordt gehouden door de omwonenden, wat ook niet bevorderlijk is voor het verkeer. Spreker zou dan ook niet willen wat Burgemeester en Wethou ders voorstellen, dan ziet hij nog liever den toestand, zooals die is. Er dient een radicale verbetering te komen met een goeden weg, waarop aan wagens, rijwielen en voetgangers de paden dienen te worden aangewezen, waarlangs zij kunnen verkeeren. De heer Fransen (wethouder) merkt op dat aanleiding tot dit voorstel is een adres van eenige bewoners aan de Spanjaardslaan, om een behoorlijk voetpad te maken, dus om straat- of trottoirverbetering, waarbij echter over demping van de sloot, als spreker zich goed herinnert, niet is gesproken, maar alleen over een behoorlijk voet pad langs de Spanjaardslaan. Nu zijn er twee plannen, een van 2500.— en een van 8500.die beide in het college zijn besproken en waarvan het college meende dat voorloopig het kleine plan moest worden uitgevoerd. Uit het advies van de commissie voor Openbare Werken blijkt echter dat deze is voor directe demping van de geheele Lijkvaart en de massale sloot, die loopt langs den singel en die half gemeente-eigendom is, terwijl de Lijkvaart geheel van de gemeente is. Persoonlijk voelde spreker in het college meer voor het groote plan en de commissie voor Openbare Werken heeft ook, zooals de heer De Vries al zegt, met algemeene stemmen gead viseerd tot uitvoering van het groote plan over te gaan. Spreker heeft daar in de commissie zelf ook voor ge stemd, terwijl hij ook in het college voor het groote plan was. Toen de zaak echter weer in het college kwam, meende het college daarop niet te kunnen ingaan, omdat een bedrag van 6000.meer op het oogenblik in de gemeentekas niet te vinden is; het bedrag, dat voor „Onvoorzien" op de begrooting staat, is zoo goed als uitgeput. Nu kan men wel een bedrag voteeren, maar als daarvoor geen geld aanwezig is, wordt het moeilijk Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 18 Augustus 1925. 209 en zoodoende heeft spreker zich in het college nood gedwongen er bij aangesloten om dit plan uit te voeren en de rest zoo gauw mogelijk te laten volgen, omdat dat ook zeer noodig is. Dat het groote plan in tweeën wordt uitgevoerd, is technisch heelemaal geen bezwaar. Wel moet men dan echter de zekerheid hebben dat de eigenaren van de sloot langs den singel genegen zijn die sloot te dempen of de helft van de kosten van het dempen te dragen, want als zij daartoe niet genegen zijn. kan het nog heel lang duren. Burgemeester en Wethou ders meenden dus dat, met dit bedrag te voteeren, in de eerste behoefte wordt voorzien tot aan de brug wordt dan een behoorlijk trottoir gemaakt. Dat zijn de redenen waarom dit voorstel hier ligt; dat het college niet kon meegaan met het voorstel van de commissie voor Openbare Werken is, omdat op het oogenblik de zaak zoo staat dat men kan zeggen ,.de wal keert het schip". De Voorzitter wil daar aan toe voegen dat juist de laatste uitdrukking van den heer Fransen, dat de wal het schip keert, voor spreker wel degelijk de reden is geweest waarom hij heeft meegewerkt om dit voorstel te maken zooals het is. De financiën laten niet toe om een werk zooals dit, dat niet al te dringend en niet be paald noodzakelijk is er zijn heel wat andere plaatsen in de stad, die eerder voor verbetering in aanmerking komen uit te voeren en het komt spreker voor dat een uitgaaf van 8500.niet gewettigd is, als wij met 2500.den toestand beter kunnen maken, te meer waar de wethouder zegt dat dit plan volstrekt niet in den weg staat om t. z. t. het groote plan toch uit te voeren. Men krijgt nu een aardige verbetering voor 2500.en men kan dan later, als men daartoe de gelegenheid heeft, voor het groote plan de rest ad 6000.— uitgeven. Dat is de overweging geweest, waarom Burgemeester en Wethouders dit voorstellen. Spreker wil wel verklaren dat, wanneer de Raad in meerderheid mocht meenen dat direct het geheele werk moet worden uitgevoerd, hij daar dan tegen zal stem men, niet omdat hij het niet gewenscht acht en hij het groote plan ten slotte niet beter acht dan dit, maar om dat de financiën niet toelaten uitgaven, die niet dringend noodzakelijk zijn, te doen. De heer B. Molenaar was ook een voorstander van het plan, dat door den heer De Vries is verdedigd en heeft er in de commissie aan herinnerd dat 2 of 3 jaar geleden de toestand van de Lijkvaart bij de begrooting is besproken. Als spreker zich goed herinnert dan heb ben Burgemeester en Wethouders toen aan zijn naam genoot, den heer M. Molenaar, toegezegd een onderzoek omtrent de verhouding tot de sloot in te stellen en is toen door Burgemeester en Wethouders erkend dat het dempen van die sloot noodzakelijk was. Men heeft zich dus in de commissie voor Openbare Werken op het standpunt gesteld het plan geheel uit te voeren. Nu is hier door den wethouder verteld dat ook hij op dat standpunt stond maar dat hij, bij een her nieuwde bespreking in het college van Burgemeester en Wethouders, van dat standpunt is teruggedrongen om financiëele overwegingen. Als de toestand werkelijk zoo is, staat spreker op het standpunt dat dan nu het ge heele plan moet overgaan en dat wij op de begrooting van het volgend jaar moeten zetten het plan om den algeheelen toestand daar te verbeteren. Dat kan men beter doen dan nu half werk te doen; spreker vindt het beter dan de zaak een paar maanden te laten liggen en daarna de kwestie radicaal onder de oogen te zien en daarvoor een post uit te trekken. De heer O. F. de Vries sluit zich geheel bij de woorden van den heer Molenaar aan; als werkelijk de toestand zoo nijpend is als de Voorzitter zegt, gelooft spreker ook dat het beter is het voorstel van den heer Molenaar te ondersteunen en het plan voorloopig niet uit te voeren. De heer K. de Boer heeft duidelijk uiteengezet dat aan leg van een trottoir daar niet noodzakelijk is en ook zoozeer geen verbetering zal aanbrengen. Als de toe stand van de financiën dus zoo is, zou spreker zeggen dat men beter kan doen die 2500.nog een jaar of een paar jaar in kas te houden en dit plan nu nog niet uit te voeren. Noodzakelijk voor de voetgangers is het niet dat deze verbetering er komt, ten slotte komen zij tot nu toe ook op den harden weg. Spreker zou dus het voorstel van den heer Molenaar willen ondersteunen. De heer Dijkstra zal er niet veel van zeggen, maar wil toch nog krachtig ondersteunen de idee, die de heer O. F. de Vries het eerst heeft gelanceerd, n.l. om te komen tot een radicale verbetering. Wil het college nu toezeggen dat het dat plan op de volgende begrooting zal plaatsen, dan is dat spreker ook goed, maar hij denkt er niet over als er alleen een halve maatregel wordt ge nomen. Daar ziet hij niets geen nut in. De heer Fransen (wethouder) had niet verwacht dat er zoo'n oppositie zou komen tegen dit onschuldige voorstelletje. Had spreker zich voorgesteld dat er kans zou zijn dat dit werd verworpen en dat het groote plan zou worden aangenomen, dan zou hij zich hebben voor genomen den Raad te verzoeken Burgemeester en Wet houders de gelegenheid te geven dit bedrag van 8500.op de begrooting voor 1926 te brengen. Want als de Raad op het oogenblik het plan van 2500. aanneemt, behoeven we nergens meer op te wachten, dan moet het uitgevoerd worden. De heer IJ. de Vries: Tenzij Gedeputeerde Staten het niet aannemen. De heer Fransen (wethouder)Ja, die hoop hebben wij altijd nog. De Voorzitter deelt mede dat Burgemeester en Wet houders in hetgeen door enkele sprekers is gezegd aan leiding vinden om dit voorstel in te trekken met de toe- zegging dat zoo mogelijk spreker voegt er dat uit drukkelijk bij het groote plan op de begrooting voor 1926 zal worden gebracht. Spreker zegt ,,zoo mogelijk" en wil volstrekt niet de toezegging doen dat het er zeker op gezet wordt. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders is ingetrokken. 15 (Agenda no. 16). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hen te machtigen tot het aangaan van eene overeenkomst met het bestuur der Industrie- en Huishoudschool betreffende het plaatsen van toestellen voor gas- en electriciteitsgebruik in die school, zoo ten dienste van het onderwijs als ter demonstratie. Dit voorstel luidt als volgt Voor en na zijn in Uwe Vergadering stemmen opge gaan om te komen tot oprichting van een gemeentelijken winkel van artikelen voor gas- en electriciteitsgebruik; een voorstel dienaangaande is laatstelijk bij de behan deling der begrooting voor 1925 verworpen. Wel is echter het algemeen oordeel dat het gebruik van derge lijke voorwerpen van overheidswege moet worden aan gemoedigd, zoowel in het belang der gas- en stroom afnemers als in dat der bedrijven. Toen dan ook de Directeur der gemeentelijke lichtbedrijven in zijn brief van 17 November 1924 no. 24/106 met een voorstel kwam het gebouw der Industrie- en Huishoudschool in de Speelmanstraat zoodanig in te richten, dat dit als het ware werken zou als een uitgebreide toonkamer op

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1925 | | pagina 6