232 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 7 September 1925.
b. voor den vervolgcursus voor meisjes 99.80
468.245 568.045.
Van de in rekening gebrachte sommen komen niet
voor vergoeding van gemeentewege in aanmerking de
navolgende bedragen
V. ai
ZJ
Redenen waarom niet
■o e
"3
Omschrijving der kwitantie.
voor rekening der
gemeente genomen.
Vervolgcursus voor jongens.
3
Abonnement „Ons Noorden"
f 11.10
Totaal f 11.10
Vervolgcursus voor meisjes.
Van de kwitantie ad
f 22.20 kan slechts de
helft worden betaald, wijl
de uitgaaf voor V2 be
trekking heeft op het jaar
1922.
8
0
Qebr. Kuhlmann f 1.20
S. Duterloo - 3.75
Qebr. Dijkstra - 20.54
Deze uitgaaf heeft be
trekking op 1922.
alsvoren.
alsvoren.
Totaal f 25.49
De uitgaven, die voor vergoeding van gemeentewege
in aanmerking komen, bedragen dus in totaal
a. voor den vervolgcursus voor jongens 872.76
11.10 861.66
b. voor den vervolgcursus voor meisjes 568.045
25.49 542.555.
In totaal was uitgekeerd
a. aan het bestuur der Roomsch-Katholieke School-
vereeniging voor den vervolgcursus voor jongens
213.26 756.60 969.86
b. aan het bestuur van het Roomsch-Katholiek
Meisjespatronaat „St. Gertrudis" voor den vervolgcursus
voor meisjes 230.18 689.35 919.53,
zoodat dus op grond van artikel 102, 3e lid, der wet
moet worden teruggestort
a. door het bestuur der Roomsch-Katholieke School-
vereeniging voor den vervolgcursus voor jongens een
bedrag van 108.20
b. door het bestuur van het Roomsch-Katholieke
Meisjespatronaat voor den vervolgcursus voor meisjes
een bedrag van 376.975.
Op grond van het bovenstaande geven wij U in over
weging te besluiten
le. de bijdrage, die ingevolge artikel 102 der Lager
Onderwijswet 1920 over de jaren 1921 tot en met 1923
aan het bestuur der Roomsch-Katholieke Schoolvereeni-
ging voor den vervolgcursus voor jongens en aan het
bestuur van het Roomsch-Katholieke Meisjespatronaat
„St. Gertrudis" voor den vervolgcursus voor meisjes
moet worden toegekend, vast te stellen op onderschei
denlijk 861.66 en 542.555
2e. te bepalen dat het bestuur der Roomsch-Katho
lieke Schoolvereeniging en het bestuur van het Roomsch-
Katholiek Meisjespatronaat „Sint Gertrudis" bedragen
van onderscheidenlijk 108.20 en 376.975 in de ge
meentekas terug moet storten.
De Voorzitter deelt mede dat Burgemeester en Wet
houders hun voorstel zoodanig wijzigen dat bezwaar
wordt gemaakt tegen betaling van het geheele abonne
ment op „Ons Noorden", aan de Roomsch-Katholieke
Schoolvereeniging voor den vervolgcursus voor jongens.
Dat de helft van het abonnement voor vergoeding van
gemeentewege in aanmerking zou komen berustte op
een misverstand.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het bij monde van den Voorzitter gewijzigde
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
12 (Agenda no. 13). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot wijziging der verordening, regelende
de verplichting inzake de nummering der gebouwen,
(gemeenteblad 1922 no. 37) (bijlage no. 25).
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Ij. de Vries zou de vraag willen stellen of
deze verordening wel voldoende volledig is, omdat
voor enkele perceelen de onmogelijkheid bestaat om
het nummer rechts van de deur te plaatsen. Er zijn
verschillende dubbele huizen met een portiek, waarbij
juist alleen de deurpost de scheiding is tusschen beide
huizen. Zoo ziet spreker dan ook hier en daar dat bij
zoo'n portiek het nummer van het rechtsche huis rechts
en dat van het linksche huis links van de deur komt.
Verder komt men hierbij nog voor enkele bijzonderheden
te staan. Spreker is ook door iemand aangesproken, die
een bijzonder mooie gevelversiering heeft de gevel
is geheel met groen en klimop begroeid en die
persoon heeft spreker gevraagd of ook in die gevallen
ontheffing kan worden verleend. De man zou waar
schijnlijk een paar heele dikke takken moeten weg
snijden en misschien dat dan zijn geheele gevelbeklim
ming zou komen te vervallen. Zou in zulke gevallen niet
kunnen worden volstaan met de nummering boven den
deurpost aan te brengen? Spreker zou zeggen dat in
enkele gevallen, met toestemming van Burgemeester en
Wethouders, uitzonderingen moeten worden toegelaten.
Alhoewel als regel het nummer rechts van de deur
behoort te worden aangebracht, is dat toch in sommige
gevallen onmogelijk, dan móet het links.
De Voorzitter wil namens Burgemeester en Wethou
ders dit zeggen dat, op den voorgrond stellende dat de
nummering zooveel mogelijk uniform geschiedt, reeds
voordat die portiek-mijnheer en die klimop-mijnheer van
den heer De Vries hun klachten hadden geuit, Burge
meester en Wethouders en de Raad die omstandigheden
reeds hadden voorzien en daaraan waren tegemoet
gekomen met de bepaling in het vierde lid van art. 2
der verordening, welke bepaling luidt
„Burgemeester en Wethouders kunnen, wanneer de
inrichting van het gebouw daartoe leidt, van het be
paalde in het eerste en het tweede lid ontheffing
verleenen onder door hen te stellen voorwaarden".
Die mijnheer behoeft dus niet bang te zijn over zijn
dikke takken.
De heer IJ. de Vries: Maar dat was niet publiek be
kend, mijnheer de Voorzitter.
De Voorzitter: Elk raadslid wordt geacht de mede
door hem zelf gemaakte verordeningen te kennen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
13 (Agenda no. 14). Prae-advies van Burgemeester
en Wethouders op het adres van H. Tolman om toe
kenning van een subsidie uit de gemeentekas voor
instandhouding en mogelijke uitbreiding van zijn
Leeuwarder Autobus-onderneming (L. A. B. O.).
Dit prae-advies luidt als volgt
H. Tolman, de eigenaar der Leeuwarder Autobus
onderneming (L. A. B. O.), heeft bij adres van 29 Juni
1.1. aan den Raad een subsidie uit de gemeentekas ver
zocht tot instandhouding en mogelijke uitbreiding van
zijn bedrijf. Met verwijzing naar het rapport dat de
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 7 September 1925.
233
verificateur der gemeentefinanciën na kennisneming
zijner administratie heeft opgemaakt, beroept adressant
zich op de behoefte, die aan dezen dienst in de practijk
van één jaar naar zijne meening gebleken is.
Uit de door den verificateur opgemaakte cijfers blijkt
dat, met afschrijving en rente van het geïnvesteerde
kapitaal, samen ad 3300.de uitgaven over het
jaar Mei 1924/1925 bijna 12.150.hebben bedragen
tegen ruim 12.050.aan inkomsten. Er is dus nog
een tekort van 100.zonder dat dan nog de onder
nemer zelf uit zijn zaak eenige belooning of onderne
mingswinst heeft genoten. Het is alzoo overduidelijk
dat op deze wijze gedreven de zaak niet uit kan.
Moet nu de gemeente bijspringen?
Afgezien nog van het feit dat de genoemde bedragen
niet alleen de uitkomsten van den stadsdienst weer
geven, daar ook nog wel buitenritten worden gemaakt,
is het o. i. allereerst de vraag of het bedrijf wel op de
meest economische wijze wordt gevoerd. Zoo zijn b.v.
andere routes, al of niet met inbegrip van Huizum, denk
baar; zoo kunnen de tarieven wellicht iets hooger of
anders (b.v. sectiegewijs) worden gesteld; zoo kan er
in de morgenuren, als wanneer de wagens steeds slecht
bezet plegen te zijn, met langere tusschenpoozen wor
den gereden. Ook ligt misschien het slechte rendement
in de juist op de drukkere uren te geringe frequentie der
ritten. En zoo zijn er wellicht nog andere omstandig
heden, die de opbrengst van deze onderneming in gun-
stigen of ongunstigen zin beïnvloeden, omstandigheden
die de ondernemer zelf, voor hij de overheidshulp in
roept, eerst onder de oogen moet zien en pogen naar
beste weten aan te wenden of te ontkomen.
Wij laten geheel daar of voor Leeuwarden aan een
goed geëxploiteerd stadsautobusbedrijf wel behoefte
bestaat; in alle geval zal eerst moeten blijken of adres
sant wel getracht heeft zijne onderneming, die, gedreven
als zij thans wordt, geen levensvatbaarheid toont te be
zitten, zoo te exploiteeren dat een behoorlijke bedrijfs
winst mogelijk is.
U dienende van het verlangde prae-advies stellen wij
U voor te besluiten dat op het ter tafel liggende adres
afwijzend wordt beschikt.
De beraadslagingen worden geopend.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi vindt het toch
wel erg jammer om hier eigenlijk zoo zonder meer over
heen te stappen. Spreekster weet het niet, maar zij zou
zeggen dat de man nu misschien zijn zaakje zal opheffen
en daarmee zouden heel veel burgers, die geregeld van
dezen dienst gebruik maken, worden gedupeerd. Zou er
niet een middenweg zijn te vinden, waarmee, door over
leg tusschen Burgemeester en Wethouders en den on
dernemer, wordt voorkomen dat de zaak wordt opge
heven? Spreekster zou het werkelijk een verlies vinden
als deze dienst werd opgeheven.
De Voorzitter zegt hij meende dat het ook in het
prae-advies staat, maar weet het niet dat Burgemees
ter en Wethouders ook nog in overleg met den onder
nemer zullen treden en spreker kan ook wel zeggen dat
ze al met hem in overleg getreden zijn. De man zelf ver
moedt ook dat een wijziging in de routes noodig is, dat
er wel routes zijn te vinden die in het algemeen econo
mischer zijn en hij zegt: daarmee bewijs ik mij zelf een
dienst en er kunnen meer menschen gebruik van maken.
Verder is er nog gesproken over de mogelijkheid van in
voering van een kleine tariefsverhooging. Het publiek,
dat van den dienst gebruik maakt, zal daar waarschijn
lijk wel geen bezwaar tegen hebben, omdat nu al blijkt
dat men over het algemeen al meer betaalt dan een dub
beltje. Dat meerdere komt nu echter niet aan den on
dernemer maar aan den chauffeur. Als het dus moest,
zou men het tarief iets hooger kunnen stellen en men
zal, door het kiezen van meer economische routes, kun
nen bevorderen dat meer menschen van den dienst ge
bruik maken.
Verder wil spreker dit zeggen dat, zooals op het
oogenblik de stand van zaken is, z. i. een gemeentelijk
subsidie niet mogelijk kan zijn, omdat de ondernemer
geheel zijn eigen salaris tekort komt. Die 100.die
er nu tekort is, zegt op zichzelf niets; het eene jaar en
het andere loopen wel eens wat uit elkaar en als men
zegt dat er op zooiets 100.te kort is, dan kan men
toch over het algemeen zeggen dat zoo'n zaak uit kan.
Deze zaak kan echter niet uit, omdat in de uitgaven niet
zit het salaris van den ondernemer. Als nu die man zelf
geregeld meewerkt en hij het toch ook is, die de risico
van de onderneming draagt, moet zoo'n man toch zelf
ook minstens 40.in de week er aan verdienen en
dan komt men op het oogenblik tot een tekort van zeker
ongeveer 2000.per jaar. Zooals de dienst dus op
het oogenblik wordt geëxploiteerd, mankeert daaraan
minstens 2000.per jaar en dat is met een gemeen
telijk subsidie toch niet te stoppen. Dat moet dus op
een andere manier gebeuren. Nu is in het overleg
met den ondernemer al gezegd dat bij deze wijze
van exploiteeren dat gat niet door de gemeente is
te stoppen, dat de ondernemer eerst moet zorgen
dat de dienst beter geregeld wordt door andere
lijnen te kiezen en, als het moet, door een kleine
tariefsverhooging, b.v. van 2l/2 cent, toe te passen. Dan
is hij er, zonder wijziging in het vervoer, al royaal, om
dat, waar er het eerste jaar 100,000 a 110,000 personen
zijn vervoerd, met een tariefsverhooging van 2'/2 cent
al een verhooging der inkomsten zou zijn verkregen van
2500.In dezen geest is er over gesproken om het
gat te stoppen.
De heer K. de Boer zou nog op één punt de aandacht
willen vestigen, waardoor naar zijn meening de exploi
tatie niet wordt bevorderd. Dat is de moeilijkheid dat
die bussen heel vaak, tegelijk met de andere rijtuigen,
moeten wachten voor de afgesloten bruggen. Als de
menschen op een bepaalden tijd bij den trein moeten zijn,
spreekt het vanzelf, dat zij daarvoor een zeker vervoer
middel moeten hebben en waar die zekerheid bij de
L. A. B. O. niet bestaat, omdat altijd de mogelijkheid
bestaat dat de L. A. B. O. voor een brug moet wachten,
wordt van deze bus in dit opzicht weinig gebruik ge
maakt. Spreker weet niet of het mogelijk is een regeling
te maken, waarbij voor een bepaalden trein altijd een
open brug voor de L. A. B. O. is te vinden, maar achtte
het toch gewenscht dit even onder de aandacht te bren
gen, opdat het onder de oogen kan worden gezien.
De Voorzitter antwoordt dat Burgemeester en Wet
houders ook dat onder de oogen hebben gezien, maar
dat naar hun oordeel de eenige mogelijkheid, waarmee
men aan dit bezwaar eenigszins tegemoet kan komen,
is, de bussen van de L. A. B. O. te beschouwen als
openbare middelen van vervoer. Dan zou men aan zoo'n
bus den voorrang kunnen geven, dan zouden zij niet,
evenals de andere voertuigen, slechts tot op een be
paalden afstand van de brug maar tot de boomen mogen
doorrijden om, als deze open gaan, direct verder te rij
den. Dat is misschien het eenige, wat er in dezen aan
te doen is.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
De Voorzitter schorst de openbare vergadering om in
besloten vergadering nog een paar punten te doen be
spreken.
Na heropening der openbare vergadering stelt de
Voorzitter aan de orde