236 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 September 1925.
no. 13, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie
B no. 2322 als huis en erf, groot 49 c.A., met ingang
van 12 November 1925 voor den tijd van 5 jaren onders
hands te verhuren aan den heer D. Audier, alhier, voor
den prijs van Vijf honderd gulden 500.—) per jaar
en verder op voorwaarden, door Burgemeester en Wet
houders noodig geoordeeld.
4 (Agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot aankoop van het Rijk van den grond
van het perceel aan het Blokhuisplein, kadastraal be
kend sectie B no. 3161.
Dit voorstel luidt als volgt
Van den ontvanger der registratie en domeinen is d.d.
5 dezer, behalve o. a. de concept-overeenkomst tot
vestiging van het tijdelijk erfpachtsrecht op den onder
grond van net perceel Blokhuisplein no. 26, waartoe de
Raad 28 Juli 1.1. besloot, ook reeds het ontwerp ont
vangen voor de volle eigendomsoverdracht van dien
grond, na de totstandkoming waarvan dan men ver
gelijke de toelichting tot het voorstel dat tot bovenver
meld besluit heeft geleid nog bekrachtiging door den
wetgever noodig is. De uitkomst der schatting, die op
den aangenomen voet heeft plaats gehad, is deze, dat
voor grond met opstal, voor het huis en erf dus, een
koopsom van 6800.zal moeten betaald worden,
waarbij de grond op 3300.en het huis op 3500.
is berekend.
Wij stellen U nu nog voor te besluiten
van het Rijk aan te koopen den grond van het
kadastrale perceel sectie B no. 3161 aan het Blokhuis
plein, ter grootte van 157 c.A., voor de som van
3300.—.
5 Agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en
houders tot aankoop van strookjes grond aan den weg
Achter de Hoven ten behoeve van de verbreeding van
dien weg op het kruispunt met den Zuidergrachtswal.
Dit voorstel luidt als volgt
Het verbod om het gedeelte van den Zuidergrachtswal
tusschen den Weg Achter de Hoven en de Kanaalstraat
te berijden in de richting van de le Kanaalsbrug heeft
het verkeer langs den Weg Achter de Hoven doen toe
nemen.
Het verbeteren van de verkeersgelegenheid op den
bedoelden weg tusschen den Grachtswal en de Fabrieks-
steeg is daardoor wenschelijk geworden. Deze verbe
tering zal, naar wij verwachten, in den loop van het
volgende jaar kunnen worden uitgevoerd.
Reeds thans kan worden overgegaan tot een verrui
ming van den weg op den westelijken hoek van de
Zuidergrachtswal en den Weg Achter de Hoven. De
eigenaren van de twee aldaar liggende perceelen heb
ben zich bereid verklaard om den daarvoor benoodigden
grond aan de gemeente af te staan. Met den Directeur
der Gemeentewerken, wiens adviezen hierbij worden
overgelegd, zijn wij van oordeel, dat van het bedoelde
aanbod gebruik moet worden gemaakt, waarom wij de
eer hebben U voor te stellen te besluiten
in eigendom over te nemen van
a. Mr. J. H. Beucker Andreas, alhier, eigenaar van
het perceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden
sectie G no. 4530, een driehoekig strookje grond, ge
legen op den westelijken hoek van den Zuidergrachtswal
en den Weg Achter de Hoven, zijnde een noordoostelijk
gedeelte van evengemeld kadastraal perceel en op de
bijbehoorende situatieteekening met een roode kruis-
arceering nader aangegeven;
b. de N. V. Hoogslag's Assurantiekantoor, gevestigd
alhier, eigenares van het perceel kadastraal bekend als-
voren no. 4531, een driehoekig strookje grond aan den
Weg Achter de Hoven, aansluitende aan den grond ver
meld onder a, zijnde een noordelijk gedeelte van even-
gemeld kadastraal perceel en op de bijbehoorende
situatieteekening met een roode gebroken arceering
aangegeven;
1. de koopprijs bedraagt 1.per strookje;
2. de tengevolge van trottoiraanleg noodzakelijke
verplaatsing van het afscheidingshek, met in verband
daarmede eventueele verandering aan den tuinaanleg,
geschiedt door en voor rekening der gemeente;
3. alle kosten op de overdracht vallende zijn voor
rekening der gemeente.
6 Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot overneming in eigendom van stoepen
voor panden aan onderscheidene straten.
Dit voorstel luidt als volgt
Wederom hebben een negental eigenaren van panden
op verschillende punten in de binnenstad, waaronder
zes in de St. Jacobsstraat, zich bereid verklaard tot af
stand aan de gemeente van de voor hunne perceelen
gelegen stoepen. De gemeente kan thans de beschikking
verkrijgen over alle stoepen aan de St. Jacobsstraat. De
door de eigenaren gestelde voorwaarden zijn niet te
bezwarend voor de gemeente, zoodat wij de eer hebben
U, in overeenstemming met de adviezen van den Direc
teur der Gemeentewerken, voor te stellen te besluiten
in eigendom over te nemen van
1. a. S. van Messel, alhier, eigenaar van het per
ceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie C
no. 488, de stoep, welke is gelegen tusschen het op het
gemelde perceel staande pand en de Sint Jacobsstraat;
b. N. W. Stoett, alhier, eigenaar van het perceel
kadastraal bekend alsvoren sectie A no. 1471, de stoep,
welke is gelegen tusschen het op het gemelde perceel
staande pand en de Sint Jacobsstraat;
c. H. J. Visser, alhier, eigenaar van het perceel
kadastraal bekend alsvoren sectie B no. 2481, de stoep,
welke is gelegen tusschen het op het gemelde perceel
staande pand en het Droevendal;
d. H. Marcus te Apeldoorn, eigenaar van het perceel
kadastraal bekend alsvoren sectie B no. 3482, de stoep,
welke is gelegen tusschen het op het gemelde perceel
staande pand en de straat Over de Kelders,
zulks op de volgende voorwaarden
1. de koopprijs bedraagt een gulden;
2. wanneer de gemeente overgaat tot het aanleggen
van een trottoir ter plaatse, blijft het uitkomende mate
riaal desverlangd het eigendom van de verkoopers en
wordt op kosten der gemeente naar een door hen aan
te wijzen plaats binnen de gemeente vervoerd;
3. wanneer tengevolge van den trottoiraanleg werk
zaamheden aan de gevels der bovenvermelde panden
noodig zijn, geschieden deze door en voor rekening der
gemeente;
4. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor
rekening der gemeente;
II. a. J. P. de Jong, alhier, eigenaar van het perceel
kadastraal bekend alsvoren sectie A no. 822, de stoep,
welke is gelegen tusschen het op het gemelde perceel
staande pand en de Sint Jacobsstraat, op de onder I,
14 genoemde voorwaarden en bovendien met bepa
ling, dat de eigenaar van het genoemde kadastrale per
ceel no. 822 het recht zal hebben om de fundamenten
van het gebouw, op het bedoelde perceel gesticht, op
de tegenwoordige breedte te houden;
b. J. Huisinga, alhier, eigenaar van het perceel
kadastraal bekend alsvoren sectie C no. 492, een noor
delijk gedeelte van de stoep, welke is gelegen tusschen
het op het gemelde perceel staande pand en de Sint
Jacobsstraat, uitsluitend voorzoover deze strekt langs
de Sint Jacobsstraat en wel over een lengte van 6.15 M.
gemeten van de noordgrens van het genoemde kadas
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 September 1925.
237
trale perceel, op de voorwaarden vermeld onder 1, 14
en bovendien op de volgende voorwaarden
5. een eventueel vrijkomend gedeelte van het met
selwerk aan den gevel wordt door de gemeente met
hardsteen afgedekt, zooals is aangebracht aan het be
staande werk; terwijl op het aan belanghebbende ver
blijvende stoepgedeelte, ter plaatse van de ombuiging
van de Sint Jacobsstraat naar de Nieuwestad, voor re
kening der gemeente een hardsteenen plaat, uit een stuk
vervaardigd, wordt gelegd;
6. de gemeente Leeuwarden zal het recht hebben
om in den grond onder het sub 5 genoemde stoepsge-
deelte in de Sint Jacobsstraat leidingen voor electrisch
licht en kracht, telefoon en telegraaf, gas en water aan
te brengen;
7. de eigenaar van het genoemde perceel no. 492
behoudt het recht .yan licht- en luchtschepping op de
wijze, zooals die thans in de stoep voor het perceel
kadastraal bekend sectie C no. 1171 (plaatselijk bekend
Sint Jacobsstraat no. 1) is geregeld;
III. a. J. G. Snijder, alhier, eigenaar van het perceel
kadastraal bekend alsvoren sectie A no. 1443, de stoep,
welke is gelegen tusschen het op het gemelde perceel
staande pand en de Sint Jacobsstraat
b. I. van Kalsbeek, aihier, eigenaar van het perceel
kadastraal bekend alsvoren sectie C no. 1634, de stoep,
welke is gelegen tusschen het op het gemelde perceel
staande pand en de Sint Jacobsstraat;
op de voorwaarden vermeld onder I, 14 en voorts
onder bepaling, dat de belanghebbenden recht van
kelderingang aan de Sint Jacobsstraat behouden;
IV. S. Schaaf, alhier, eigenaar van het perceel
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie A no.
1261, de stoep, welke is gelegen tusschen het op het
gemelde perceel staande pand en de Voorstreek (Dok
kumerend), zulks op de volgende voorwaarden
1. de koopprijs bedraagt een gulden;
2. de gemeente is verplicht ter plaatse een tegel
trottoir te leggen;
3. bij trottoiraanleg blijft het uitkomende materiaal
desverlangd het eigendom van den verkooper en wordt
op kosten der gemeente naar een door hem aan te wij
zen plaats binnen de gemeente vervoerd;
4. alle kosten op de overdracht vallende zijn voor
rekening der gemeente.
7 (Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot afstand in erfpacht van bouwterrein
aan de Kalverstraat aan J. en H. Hettema, alhier.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij Uw besluit d.d. 28 October 1924 no. 387R/218,
goedgekeurd door Gedeputeerde Staten bij besluit d.d.
12 November 1924 no. 1 werd aan de heeren J. Hettema
en H. Hettema, alhier, tegen een grondprijs van 7.
per M2. een plek bouwterrein aan de Kalverstraat, des
tijds kadastraal bekend sectie F no. 3431, groot 668 M2.,
in erfpacht afgestaan.
Nu het terrein bebouwd en ten behoeve van de split
sing van het erfpachtrecht door een landmeter van het
kadaster opgemeten is, bleek het, dat een strook grond,
gelegen ten zuiden van genoemd kadastraal perceel, bij
het in erfpacht uitgegeven terrein moet worden gevoegd.
Deze strook grond was oorspronkelijk bestemd voor den
aanleg van een trottoir en derhalve bij de eerste meting
bij den openbaren weg getrokken.
Namens de erfpachters voornoemd wordt thans het
verzoek gedaan om de bedoelde strook grond in erf
pacht te mogen ontvangen. Hiertegen is naar onze mee
ning geen bezwaar.
Wij hebben alzoo de eer U voor te stellen te besluiten
aan J. Hettema en H. Hettema, alhier, tot 31 Decem
ber 1990 in erfpacht af te staan een zuidelijk gedeelte-
ter grootte van 33 M2. van het perceel kadastraal be
kend gemeente Leeuwarden sectie F no. 3971, geheel
groot 1.55 A., zulks op de voorwaarden vervat in het
dezerzijdsche besluit d.d. 28 October 1924 no. 387R/218
goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Friesland
bij besluit van 12 November 1924 no. 1, met dien ver
stande, dat geen waarborgsom zal zijn verschuldigd.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou
ders sub 37 (agenda sub 48).
8 Agenda no. 9). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om voor de inrichting van het voormalig
Militair Hospitaal voor de bureaux van Gemeentewerken
enz. een crediet te verleenen en hen uit te noodigen
nadere plannen in te dienen voor de inrichting mede
van dat gebouw ten behoeve van een deel van den ge
neeskundigen dienst, voor den aanbouw ten dienste der
secretarie van een nieuwen stadhuisvleugel enz., onder
aanvaarding van eene door de Onderlinge Brandwaar
borgmaatschappij voor de gemeente gedane schenking
bijlage no. 21).
De algemeene beraadslagingen worden geopend.
De heer B. Molenaar: Het is niet zoozeer dat ik het
woord vraag naar aanleiding van dit voorstel zelve, dat,
naar het schijnt, hedenmiddag wel zonder debat in den
Raad zal worden aangenomen. Het is niet te verwachten
dat dit voorstel, hetwelk in hoofdzaak gelijk luidt als
dat, wat den Raad het laatst is aangeboden, van deze
zijde bestrijding zal ondervinden. Integendeel, het ver
heugt ons dat wij mogen verwachten dat thans een
raadsmeerderheid zich voor dit voorstel zal verklaren.
Toch wil ik, naar aanleiding hiervan, een enkel woord
wijden aan iets, dat m. i. in nauw verband hiermee staat.
Eenigen tijd geleden, bij het woningbouwdebat, is hier
een adres binnengekomen van de afdeeling Friesland
van den Bond van Nederlandsche Architecten en in dat
adres werd toen o. m. betoogd om de particuliere archi
tecten ook eens in de gelegenheid te stellen hun dien
sten aan de gemeenschap te wijden. Met een enkel
woord zijn toen reeds door den heer Oosterhoff de goede
gedachten, die in dat adres lagen opgesloten, verdedigd
en ook bij de beantwoording daarvan heeft de Voorzitter
van den Raad zich niet onsympathiek uitgedrukt tegen
over de gedachte dat het mogelijk zou kunnen zijn dat
bij eventueele groote werken ook particuliere architecten
daar nog wel eens hun gaven aan zouden kunnen wijden.
Bij de bespreking in de commissie voor Openbare Wer
ken, die wij tot ons groot genoegen met het voltallige
college hebben gehouden, is door mij reeds met een
enkel woord op die richting gewezen. Ik meen dat het
niet noodzakelijk is, waar de rijks- en gemeentelijke
bouwmeesters al zooveel voor hebben boven de parti
culiere architecten, dat hier al de werken aan de open
bare gebouwen juist ten allen tijde door de stadsbouw
meesters moeten worden ontworpen. Dat is geen hate
lijkheid of onvriendelijkheid aan het adres van den be-
tiokken dienst, men kent mijn standpunt te dien opzichte
daar wel anders van. Toch meen ik dat, waar het hier
een zoo belangrijke bebouwing van een zoo belangrijk
stadsgedeelte betreft, thans de gelegenheid zou kunnen
worden geschapen om ter zake kundigen in de gelegen
heid te stellen hierbij hun gaven te kunnen ontplooien.
Het is niet te ontkennen dat de verbouwing van het
stadhuis met de omgeving daarvan in de naaste toe
komst een belangrijk geheel zal vormen met een van
onze mooiste stadsgedeelten. Ik zou het werkelijk op
prijs stellen, wanneer de Raad er zich mee zou kunnen
vereenigen, om hier eens een poging te wagen om ook
den particulieren architecten de gelegenheid te geven
hun talenten ten opzichte van dit plan te ontplooien,
een plan, dat vrij zeker in de toekomst of laat ik zeggen
in de verre toekomst, nog uitgebreid zal kunnen en
waarschijnlijk zal moeten worden.