248 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 October 1925. menschen, die anders door de Armenkamer worden te werk gesteld. De heer Molenaar heeft in het begin reeds gezegd dat het hem verwonderde dat Burgemeester en Wethouders met de Armenkamer overleg hebben gepleegd en zich niet in verbinding hebben gesteld met den directeur van de Arbeidsbeurs. Dat was echter toevallig, omdat bij de besprekingen de directeur van de Arbeidsbeurs is op- beld, doch op dat oogenblik niet te bereiken was; Bur gemeester en Wethouders zijn wel degelijk van plan ge weest om met beide lichamen overleg te plegen. Er staat ook in het voorstel „Daar het voornamelijk uit grondwerk bestaat, zullen een aantal werkloozen, die anders aan de werk verschaffing te werk gesteld zouden moeten worden, of werklooze grondwerkers hierbij werk kunnen vin den." Omdat spreker wel vermoedde dat dit voorstel dezen middag niet zoo onder den hamer door zou gaan, heeft hij van morgen nog de moeite gedaan met den directeur van de Arbeidsbeurs te bespreken hoeveel grondwerkers daar op het oogenblik staan ingeschreven en daarop deelde de directeur hem de cijfers mede, die hier reeds door den heer Molenaar zijn genoemd, terwijl verder werd meegedeeld dat bijna al die menschen op het oo genblik reeds werkloos zijn, zoodat het aantal werk looze grondwerkers thans eigenlijk reeds grooter is dan men noodig is voor het werk. Spreker heeft zich toen in verbinding gesteld met de Armenkamer en gevraagd: als deze zaak aan de orde komt, hoeveel menschen dacht U dan dat er beschikbaar zullen zijn van de Armenka mer, die anders bij de werkverschaffing worden te werk gesteld? Spreker kreeg toen een cijfer te hooren, dat twee maal zoo groot is als dat van de werklooze grond werkers. Spreker heeft toen de zaak met den secretaris boekhouder van de Stadsarmenkamer nog besproken en gezegd: wij komen hier voor een heel moeilijk geval te staan; het zal niet aangaan, waar U weet dat het grond werk hoofdzaak is, daar niet anders dan werkloozen van de werkverschaffing te werk te stellen en de grond werkers op de keien te laten loopen. Dat was echter ook niet de bedoeling van de Armenkamer ook daar was men van meening dat het eerst in aanmerking ko men de vakmenschen en dat men verder, voor het hand- langerswerk, zal moeten aanvullen met menschen van de Armenkamer. In hoever zich dat zal uitbreiden, kan spreker moeilijk zeggen, maar hij geeft onmiddellijk toe dat het niet aangaat de werklooze grondwerkers op straat te laten loopen en de anderen daar aan het werk te zetten. Dat was de Armenkamer echter ook niet van plan; wij weten nu den toestand, welken wij voor dien tijd niet kenden. Spreker gelooft dat, als de Armenkamer handelt zooals zij voornemens is te handelen, de heer Alolenaar dan wel zal worden gerust gesteld. De Voorzitter zou thans ook nog wel graag iets willen zeggen, omdat, wat hier nu wordt besproken, eenigszins anders is dan wat bij Burgemeester en Wethouders is besproken. Dit is iets nieuws voor Burgemeester en Wethouders. Hun idee en ook sprekers persoonlijk idee was, het werk eenvoudig in handen te geven van de Armenkamer, omdat spreker liever heeft dat iemand met een schop in den grond staat te klungelen, omdat, wat hij dan doet, tenminste nog productief is, dan dat hij aan het klungelen is met keienkloppen, wat niet productief is. Laten die keienkloppers en houtjeshakkers daar dan maar klungelen, laten zij desnoods nog maar drie keer zoo weinig doen als zij gewoon zijn, het is dan toch ten minste toch productieven arbeid dien zij verrichten. Het gaat er om, de menschen naar boven te helpen en niet naar beneden. Het is natuurlijk jammer, dat er zooveel grondwerkers staan ingeschreven bij de Beurs, dat is iets, wat Burgemeester en Wethouders niet geweten hebben. Sprekers idee was echter de geheele zaak in handen te geven van de Armenkamer. Wij hebben hier elk jaar een 300 a 400 menschen, die daar met keien- kloppen hun tijd en hun geest voorzoover er nog geest in zit komen dooden met improductieven ar beid. En al zullen er misschien zijn, die hier ook hun geest komen dooden, zij doen hier dan ten minste nog productief werk. Spreker zegt niet dat al die 300 of 400 menschen daar heen moeten; zooals gezegd, een werk looze kleermaker zal daar niet worden heengezonden, maar verschillende van die menschen zulien er toch wel komen. Het keienkloppen en houtjeshakken is werk, dat wel kan doorgaan voor de menschen, die zeggen: wij hebben hier niets mee te maken, we krijgen ons geld daar ook wel en je doet er niet te veel. Die menschen krijgen ook geen belooning naar gepresteerden arbeid, al krijgen ze iedere week wel hun 9.40. Tegen de an deren zal men echter zeggen: jullie allen krijgen het zelfde wat de andere werkloozen krijgen, maar boven dien krijg je voor elke kruiwagen vol een penning, die je later kunt inwisselen; laat dus zien wat je kunt, je hebt het nu zelf in je macht om te toonen dat je wel kunt werken. Sprekers idee is eenvoudig dit geweest, om aan de Armenkamer dit stuk land te geven en de menschen in plaats van .den geestdoodenden arbeid nu eens een eenigszins productieven arbeid te laten verrichten. Toen in bespreking kwam de kwestie van de goede grond werkers, is er gezegd: als er enkele werklooze echte grondwerkers zijn, laat die dan ook aan het werk en dan aan een ander deel van de haven. Als het nu echter zoo royaal uit kan wat spreker niet ziet met die 20.000.zou spreker zeggen, laat dan de haven iets grooter maken, beter te groot dan te klein; dan kan men er beter nog een 50 M. bij nemen en dan gelooft spreker dat de menschen wel te werk zijn te stellen. Men zegt nu echter dat er onder de goede grondwerkers al zoo veel menschen kunnen worden te werk gesteld, dat die wel alleen in staat zijn om het te doen, zoodat er voor de andere menschen geen mogelijkheid meer is om aan het werk te komen. Nu zou spreker toch willen zeggen dat het idee van Burgemeester en Wethouders anders was en het spijt hem dat de heer Fransen de zaak een beetje verkeerd heeft voorgesteld of dat diens meening daaromtrent is gewijzigd, omdat, was de kwestie in het college zoo gesteld, Burgemeester en Wethouders dan niet met een voorstel hadden willen komen om deze haven te laten graven. Zij zijn alleen tot dit voorste! ge komen uit overweging dat hier een productieve werk verschaffing mogelijk was, terwijl men anders steeds had een improductieve werkverschaffing. Waar men dat er thans uit licht, vervalt daarmede het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer Fransen (wethouder) zegt dat het volkomen juist is dat de zaak in dien geest in het college is be sproken, maar de Voorzitter zei er toch ook al bij dat het college toen niet wist dat de werkloosheid zoo groot was onder de grondwerkers. Als de Voorzitter nu zegt: het is zulk geestdoodend werk, dat keienkloppen en houtjeshakken, het komt mij beter voor dat wij die men schen in productief werk zetten, zegt spreker: maar wat moeten wij dan met die werklooze vakmenschen begin nen? Die moeten wij toch ondersteunen, of moeten die dan maar langs de straat tippelen Dat is toch ook geestdoodend? Dan gelooft spreker dat het nog beter is, die menschen hier bij de haven aan het werk te zetten en die houtjeshakkers nog maar een jaar hetzelfde werk te laten doen. Spreker heeft de zaak niet verkeerd voor gesteld maar heeft zoo gesproken, omdat wij nu weten dat driekwart van de werkloozen van de werkverschaf fing en verschillende vakmenschen bij de haven geen werk zouden krijgen. De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders trekken op dit oogenblik hun voorstel in en zullen dat nader be kijken naar aanleiding van de gegevens van vandaag. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 October 1925. 249 De heer H. de Boer (wethouder)Dan zou ik nog wel graag iets willen zeggen. De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders hebben nu hun voorstel ingetrokken; dat kan dan den volgenden keer wel. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders is ingetrokken. 11 (Agenda no. 12). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan de Vries Robbé en Co. te Gorinchem ondershands te doen opdragen het bouwen van een gashouder op het terrein der watergasfabriek aan den Oostersingel en het maken van de door hen aan te besteden fundeering voor dezen gashouder. Dit voorstel luidt als volgt Ter uitvoering van Uw besluit van den 18 Augustus 1.1. no. 264R/155 droegen wij den directeur der gemeen telijke gasfabriek op prijsaanbiedingen te doen vragen voor den bouw van een nieuwen gashouder met plaat ijzeren kuip en volbassin, te stichten op het terrein der watergasfabriek aan den Oostersingel. De directeur zond ons de ingekomen aanbiedingen voor dezen bouw, gesplitst in den bouw zeiven en de fundeering. Het laagst is ingeschreven door de heeren de Vries Robbé en Co te Gorinchem, zoowel voor den gashouder als voor zijne fundeering, onderscheidenlijk met 84.100.en 33.750.Het rapport van het bouw- en adviesbureau van den civiel-ingenieur K. Bakker te Amsterdam, waaruit blijkt dat de door de laagste inschrijvers voorgestelde fundeering niet zeker genoeg is, wijl bij de berekening der draagkracht van een onjuist principe werd uitgegaan, gaf den directeur aanleiding tot het volgende voorstel. Hij wenscht n.L, indien aan de Vries Robbé en Co het bouwen van den gashouder wordt opgedragen, het te sluiten contract in dien geest op te maken, dat de fun deering door de aannemers van den gashouder volgens in onderling overleg op te maken bestek en teekening in het openbaar worde aanbesteed. De gunning zal dan onder onze goedkeuring behooren te geschieden. Hierdoor wordt den Leeuwarder aannemers een goede kans geboden en de gemeente de gelegenheid voor een lage aannemingssom. Zij zou dan hebben te voldoen deze som, vermeerderd met de kosten van aanbesteding De directeur acht het voorts wenschelijk de plaat dikte voor den mantel en de dekplaten van den gas houder van 2.55 mM. te verzwaren tot 3 mM., waardoor de kosten met 800.worden verhoogd. De aanne mingssom van den gashouder zal, indien deze aan de laagste inschrijvers wordt opgedragen, dan bedragen 84.100.— -f 800.— 84.900.—. De commissie voor de gemeentelijke lichtfabrieken kan zich hiermede vereenigen; zij stelt nog de voor waarde, dat de bijbehoorende fundeering onder verant woordelijkheid van de aannemers zal bestaan uit een gewapend betonplaat op maaiveldhoogte, gedragen door een aantal onderheide betonmuren, overeenkomstig de door den directeur overgelegde teekening, en dat de fundeering door de aannemers in het open baar wordt aanbesteed, waarvoor hun zal worden be taald het bedrag, dat aan den aannemer der fundeerings- werken verschuldigd is. Hiermede is door den directeur der gasfabriek in het bestek rekening gehouden. Wij meenen dat op deze wijze de belangen der ge meente het best worden gediend en geven U daarom in overweging te besluiten I. aan de heeren de Vries Robbé en Co te Gorinchem ondershands te doen opdragen het bouwen van een gas houder van 12.000 MT inhoud met plaatijzeren kuip en volbassin op het terrein der watergasfabriek aan den Oostersingel, ter plaatse als op de teekening bij het rapport van den directeur der gemeentelijke gasfabriek van 17 Juni 1925 no. 25/49 is aangegeven, volgens het door dien ambtenaar daarvan opgemaakte ontwerp- contract, voor de som van Vier en tachtig duizend negen honderd gulden (f 84.900. II. aan de heeren de Vries Robbé en Co te Gorin chem te doen opdragen het maken van de fundeering voor den sub I bedoelden gashouder, met bepaling dat deze fundeering door hen in het openbaar moet worden aanbesteed, overeenkomstig het in ontwerp overgelegde contract en volgens de door den directeur der gasfabriek aan de commissie voor de lichtfabrieken ingezonden en bij haar advies van 23 September 1925 no. 816 G over gelegde teekening, voor welk werk dien aannemers zal worden betaald hetzelfde bedrag, dat zij krachtens de op grond der openbare aanbesteding onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders gesloten overeen komst aan den onder-aannemer verschuldigd is. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 12 (Agenda no. 13). Voorstel der commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen tot wijziging der Algemeene Politieverordening voor de gemeente Leeu warden (bijlage no. 26). Wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling der verordening. De onderdeelen 1V worden onveranderd vastgesteld. Onderdeel VI. De beraadslagingen worden geopend. De heer K. de Boer zou graag de vraag willen stellen of er op het oogenblik niet door een bepaling in kan worden voorzien dat er in autobussen niet mag worden gerookt. Er is een korten tijd daarop toezicht geweest na het ongeluk bij Raalte, n.l. dat er niet gerookt werd, maar als men thans de autobussen van buiten ziet ko men, dan is het er niet alleen niet in te wezen, maar men ziet er zelfs van den buitenkant ook geen men schen in. Spreker gelooft dat het rooken in autobussen buitengewoon gevaarlijk is, vooral waar zeer veel van die bussen bestaan uit een Ford-chassis, waarbij het benzinereservoir onder de zitbank is aangebracht. Wan neer de chauffeur dan ook nog een werkzaam aandeel neemt in de rookerij, wordt het gevaar nog grooter. Spreker zou daarom graag willen dat er een bepaling werd gemaakt dat er in autobussen niet mag worden gerookt en dat daaraan door de politie streng de hand zou worden gehouden. De Voorzitter antwoordt dat een bepaling, dat er in autobussen niet gerookt mag worden, in deze verorde ning niet voorkomt en ook niet in de algemeene van de provinciale commissie, omdat die verordeningen omvat ten de voorwaarden van keuring, de voorwaarden, waar aan de wagens moeten voldoen en moeten blijven vol doen. Voorzoover spr. weet, is er niet een bepaling ge maakt dat er niet gerookt mag worden spreker zegt dit, omdat de heer De Boer meent dat die bepaling be staat ook niet na het geval bij Heino. Spreker moet zeggen dat hij op zichzelf ook het groote gevaar van het rooken in autobussen niet inziet. Dat gevaar ontstaat pas, wanneer men gekke dingen gaat doen, zooals ook gebeurd is bij het ongeluk bij Heino. Spreker gelooft dat men de verklaring van dat ongeluk hierin moet zoe ken, dat men daar midden in den nacht binnen in den wagen benzine heeft bijgevuld. Zoodoende is er benzine

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1925 | | pagina 6