254 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 October 1925.
overeenkomst willen ontbinden, waartoe artikel 10 van
het contract recht geeft, terwijl de nalatige pachter in
rechten behoort te worden aangesproken tot betaling
van het achterstallige, overeenkomstig het advies d.d.
21 October 1.1. van den rechtskundigen raadsman der
gemeente.
Wij geven U dus in overweging te besluiten ons te
machtigen
I. met ingang van den 12 November 1925 te ont
binden de overeenkomst van den 15 September 1925,
krachtens Uw besluit van den 26 Mei 1.1., no. 168R/108,
gesloten met H. J. van der Wal inzake de pacht van de
opkomsten van den tol op den Harlinger trekweg op
Koetille, enz.
II. tegen H. J. van der Wal te Koetille eene rechts
vordering in te stellen tot betaling van den achter-
stalligen pachttermijn, voor het tolhek, enz. aldaar,
verschenen 1 Mei 1925, ten bedrage van 202.22 en
de waterschapslasten over 1924 ad 1.73
III. Burgemeester en Wethouders te machtigen de
opkomsten van den tol te Koetille c. a. voor het tijdvak,
eindigende 12 Mei 1928, in het openbaar of ondershands
te verpachten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou
ders sub 37 (agenda sub 48).
8 (Agenda no. 9). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verhooging van het bij Raadsbesluit
van den 18 .Uigustus 1925 toegestaan crediet voor
uitbreiding van het Stads Ziekenhuis.
Dit voorstel luidt als volgt
Nadat bij Uw besluit van 18 Augustus 1.1. no. 281R'
162 ons een crediet van 15.300.werd verleend voor
uitbreiding van het Stadsziekenhuis, werd den 14
October 1.1. tot aanbesteding van het werk overgegaan.
Laagste inschrijvers bleken te zijn J. Hoekstra en
J. Sijtsma te Leeuwarden en W. van der Velde te J'elsum
met de som van 14.997.
Behalve eenige afwijking in den eersten opzet, be
staande uit het aanleggen van koud en warm water
leidingen door het geheele gebouw en het aanbrengen
van een badkamer, waarvan de kosten in totaal 725.
bedragen en welke aanvullingen in het bestek waren
opgenomen, blijkt het volgens het schrijven van den
directeur der gemeentewerken d.d. 14 October 1925
no. 1580 noodig, wijl de verbouwing in het winter
seizoen valt, maatregelen te nemen, ten einde te
verhoeden dat de verwarming der lokalen in het
ziekenhuis door de verandering der centrale ver
warmingsinstallatie wordt gestoord. „Dit bracht met
„zich mee", zegt de directeur, „het aanbrengen van een
„vrij samengesteld kranenstelsel met ingrijpende wijzi-
„ging van de verzamelstukken, welke de beide ketels
„verbinden, welk werk als spoedwerk moest worden
„uitgevoerd. De kosten hiervan zullen ongeveer 650.
„bedragen."
Deze laatste kosten zullen dus boven het bedrag der
bestedingssom ad 14.997.komen, benevens 5.5
honorarium 860.toezicht gedurende 3 maanden
en renteverlies met administratiekosten, samen 993.
het totaal komt dan op 14.997.-j- 860.-|-
993.17.500.te verminderen met 200.
door den directeur in zijne nadere berekening opgeno
men als kosten der aan te brengen walbeschoeiïng over
20 M. Op de loopende begrooting is n.l. een post opge
nomen voor kosten van onderhoud dier beschoeiing,
waaruit de vernieuwing kan worden gekweten. Het be
drag der kosten in totaal wordt dus 17.500.
200.— 17.300.—.
Wij hebben dus de eer U in overweging te geven het
crediet ad 15.300.bij Uw besluit van den 18 Au
gustus 1.1. no. 281 R/l62 ons voor de uitbreiding van het
Stadsziekenhuis toegestaan, te verhoogen tot 17.300.-.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Van der Schoot zou naar aanleiding van dit
schrijven graag een paar vragen willen stellen. In een
vergadering, nauwelijks 2 maanden geleden, is een
crediet gevraagd voor de verbouwing van het Stads
ziekenhuis en spreker meende dat ook toen bij de be
sprekingen van zekere zijde op deze uitgaaf is gewezen,
maar dat men, gezien de noodzakelijkheid, daarin is
meegegaan. Nu echter, 2 maanden nadat het crediet is
toegestaan, bereikt den Raad een schrijven, waarbij
2000.meer wordt aangevraagd. Spreker wil vragen:
hoe is dat mogelijk? Er is wel eenige toelichting bij
gegeven, waar hier staat dat men voor honorarium noo
dig is 860.en voor toezicht gedurende 3 maanden
en renteverlies 993.waarbij nog 650.voor ver
andering aan tie ketels. Zoodoende komt men op dat
bedrag. Moet spreker nu hieruit lezen, voornamelijk wat
het laatste betreft, dat de verandering aan de ketels al
is gebeurd? Spreker meent dien indruk te krijgen en hij
stelt de vraag: als de Raad deze aanvraag afwijst en dat
werk al is uitgevoerd, in wat voor positie komen wij
dan te staan? En waar hier bedragen worden gevraagd
van 860.en 993.zijn dat beide niet sommen,
die van te voren absoluut waren te voorzien? Wat voor
indruk maakt men op die manier naar buiten uit? De
raadsleden kunnen zoo'n zaak niet bekijken ais deskun
digen, daarvoor hebben zij hun deskundigen, maar het
moeten dan ook deskundigen zijn, als de Raad zijn
meening uitspreekt na door hen te zijn voorgelicht en
met het advies van den deskundige meegaat. Dergelijke
dingen zijn hier wel eerder voorgekomen en spreker
heeft er wel eerder op gewezen hoe absoluut onaange
naam dit is. Hij zou dan ook zeer graag zien dat dit in
de toekomst zou kunnen worden voorkomen. Als nu
deze berekening -wat naar sprekers meening ook weer
voor de deur staat ook faalt, zou hij zeggen dat wij
dan maar eens een berekening moeten laten opzetten
door een ter zake kundige; spreker meent dat de erva
ring ons wel heeft geleerd dat wij nog wel eens voor
meer verrassingen kunnen komen te staan.
Spreker ziet het mogelijk niet goed, maar hij zou
graag van die 860.over 3 maanden een specificatie
hebben; als daar mogelijk deskundigen voor aangeno
men zijn, beteekent dat een kleine 300.per maand.
Spreker zou willen weten of het dan over één deskun
dige gaat of over meerdere. Ook het bedrag van 993.
voor renteverlies en administratiekosten is een som, die
voor spreker in het duister ligt; hij gelooft dat, als een
particuliere aannemer ook werkelijk dat bedrag aan kos
ten zou krijgen, er bij dezen dan een geregelden achter
stand zou zijn. Het moet spreker ten slotte nog eens van
het hart dat hij voortaan graag van dergelijke verras
singen verschoond wenscht te blijven.
De heer Muller wil beginnen met te zeggen dat hij
niet tegen deze verhooging van het crediet zal stemmen
en ook dat het hem liever is dat de zaak op deze wijze
wordt gesteld dan dat zij achteraf zou worden getrac-
teerd, zooals wij hier wel dikwijls hebben gehad. Maar
spreker wil hier toch deze verklaring afleggen, dat het
hem op een dergelijke wijze niet naar den zin gaat.
De heer Hofstra heeft evenals de heer Van der Schoot
cok gedacht dat het niet pleizierig is dat men voor een
geval komt te staan, dat men eigenlijk niet verwacht
had. Als men eenmaal de begrooting maakt, weet spr.
wel dat het moeilijk is precies het bedrag te bepalen,
maar hier zijn sommen, die zooveel afwijken van de be-
grootingssommen, dat, naar spreker meent, ook ver
schillende andere raadsleden wel onder de oogen zullen
hebben gezien of dit wel mogelijk is. Spreker heeft deze
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 October 1925. 255
zaak ook onderzocht en heeft in verband daarmede en
kele vragen te doen, dit stuk betreffende.
In de eerste plaats zou spreker inlichtingen willen
hebben over het bedrag van 750.voor toezicht ge
durende 3 maanden, waarbij de directeur spreekt van
„werk boven 15.000.—". Die sommen zijn in het be
geleidend schrijven van den directeur nader aangegeven.
Spreker heeft dat bedrag van 750.niet anders kun
nen rangschikken, hij heeft die som zoodanig gezien,
dat die hoorde bij „werk boven 15.000.Als hij
het niet goed heeft, zal men hem straks wel inlichten,
waarna spreker misschien tevreden zal zijn gesteld.
Iets anders is, als de directeur spreekt over door hem
genomen maatregelen, ten einde te verhoeden dat de
verwarming der lokalen in het ziekenhuis door de ver
andering der centrale verwarmingsinstallatie wordt ge
stoord. Verder zegt de directeur: „Dit bracht met zich
mee het aanbrengen van een vrij samengesteld kranen-
stelsel met ingrijpende wijziging van de verzamelstuk
ken, welke de beide ketels verbinden". Aangaande dit
zou spreker willen opmerken - en het is hem meege
deeld door iemand, die ten nauwste bij het ziekenhuis
betrokken is, n.l., zonder dat hij er naar vroeg, door de
directrice dat er een nacht is overgewerkt voor de
verwarmingsinstallatie opdat, als den anderen dag de
koude zou invallen, zij dan in werking zou zijn. Het was
de directrice echter heelemaal niet gebleken dat dit ge
beuren zou en hieruit blijkt spreker dat de verwarmings
installatie niet veranderd maar gelijk gebleven zou zijn.
Nu staan die verklaringen tegenover elkaar. Als de di
rectrice spreker opmerkt, zonder haar een vraag te heb
ben gesteld, dat er een nacht is overgewerkt, opdat niet
de zieken in koude zalen zouden liggen, blijkt spreker
daaruit dat er niet op gerekend is de zalen te verwarmen
bij koude en dat de verzamelstukken zijn aangebracht
om die zalen bij koude toch te kunnen verwarmen. Dat
staat tegen elkaar over en spreker zou daar graag een
antwoord op hebben.
De heer Fransen (wethouder) wil eerst de heeren
Van der Schoot en Muller antwoorden, die niet zoo bij
zonder tevreden zijn over den loop van zaken, nu wij
weer staan voor een verhoogd crediet. Burgemeester en
Wethouders staan ook op het standpunt dat zij het niet
aangenaam vinden dat het crediet verhoogd moet wor
den. De heer Van der Schoot heeft gesproken over ver
schillende posten, o. a. over de 860.- voor honora
rium. In den laatsten brief van den directeur is dat be
drag gesteld op 860.maar op de eerste begrooting
was het ongeveer hetzelfde bedrag, n.l. 863.
De heer K. de Boer: Dat is bezuiniging!
De heer Fransen (wethouder) Dat is bezuiniging,
wordt er gezegd, maar dat zit in verband met de som
van het werk zelf; het honorarium wordt berekend vol
gens een vast percentage de architecten en bouwkun
digen weten dat als het werk boven de 15.000.
is, wordt het percentage iets lager. Daardoor is het
honorarium in dit geval ongeveer gelijk gebleven, n.l.
3.lager. Spreker komt zoo ook vanzelf bij den heer
Hofstra, die gevraagd heeft naar het bedrag voor toe
zicht gedurende 3 maanden en die meent dat dit in ver
band met „werk boven 15.000.750.is. Dat is
niet juist, dat „werk boven 15.000behoort in den
brief van den directeur bij den regel daarboven de
post honorarium maar die 750.is voor toezicht
van den dagelijkschen opzichter gedurende 3 maanden.
Nu de zaak zelf. Toen voor een paar maanden het
voorstel werd ingediend, was dat geheel gebaseerd op
de begrooting van den directeur. Deze heeft later het
bestek klaar gemaakt en heeft in dien tusschentijd, zon
der er met Burgemeester en Wethouders over te spre
ken, een brief gekregen van de directrice of den direc
teur van het ziekenhuis om ook te zorgen voor koud en
warm water voor de 4 nieuwe kamers, die er bij ge
bouwd werden. Het voorstel was toen in den Raad al
aangenomen en toen het bestek was klaar gemaakt voor
de aanbesteding van het werk, is het overgebracht naar
den adjunct-directeur om voor de verdere uitvoering te
zorgen. Toen deze bestek en teekening onder handen
kreeg voor dien tijd was hij er onkundig van heeft
li ij gezien dat de zaak niet geheel in orde was, waar,
als er eerstdaags werd gebouwd en de verwarming werd
aangelegd, op de oude begrooting vergeten was een
wijziging van de ketelinstallatie. Wanneer toch de aan
sluiting van de nieuwe kamers in januari of Februari
zou moeten plaats hebben, zou het geheele ziekenhuis
2 of 3 dagen zonder verwarming komen te zitten en om
dat te voorkomen, is de installatie gewijzigd. Spreker
heeft deze zaak met den directeur besproken en meent
wel dat het niet opnemen van deze wijziging een ver
gissing was. Zij had door Openbare Werken moeten zijn
voorzien, omdat, waar de zaak in het laatst van Juli bij
Burgemeester en Wethouders aanhangig is gemaakt,
men allicht had kunnen voorzien dat het werk in het na
jaar of in den winter zou worden uitgevoerd. De wijzi
ging van de ketels had dus in het bestek en in de be
grooting moeten worden opgenomen. De directeur heeft
ook erkend dat dit vergeten was; men heeft er niet bij
stilgestaan, omdat de zaak reeds geruimen tijd in de
maak was en men het vorig jaar reeds eerder een be
grooting had gemaakt, die ook weer gewijzigd was.
Eerlijk gezegd, is het dus Openbare Werken ontglipt.
De koud- en warm-waterleidingen voor sanitair heeft
spreker ook met den directeur besproken en deze heeft
spreker meegedeeld dat hij in zijn laatsten brief ook de
kosten daarvoor had verhoogd, omdat hij vreesde dat
ook dit bedrag te laag was geraamd. Waar toch in het
bestek stond dat er een vijftal vaste waschtafels met
nikkelen kranen voor koud en warm water zouden wor
den geplaatst n.l. vier op de nieuwe kamers en een
in het lijkenhuis daar moesten, als er in het bestek
staat dat daar koud en warm water zal zijn te krijgen,
ook de leidingen daarvoor niet worden vergeten. En
spreker heeft toen opgemerkt dat die niet waren opge
nomen, wel te verstaan niet in de eerste begrooting.
Zoodoende, toen de aanbesteding heeft plaats gehad,
bleek het dan ook werkelijk dat die boven de rekening
kwam en dat de directeur in zijn berekening wel ietwat
te zuinig was geweest. Spreker weet, iedere begrooting
blijft ten slotte een begrooting, men moet alle posten
ramen. We hebben hier nu binnen 8 dagen een drietal
aanbestedingen gehad, waarvan er twee 1100.a
1300.beneden de begrooting zijn gebleven; deze is
wat boven de begrooting gekomen, echter in hoofdzaak
of alleen in verband met de kwestie van de verwarming,
die in de eerste begrooting absoluut te laag was ge
raamd. In de begrooting was voor verwarming geraamd
800.terwijl zij, met de wijziging van de ketelinstal
latie, die reeds is uitgevoerd, en de koud- en warmwa
terleidingen heeft gekost of zal kosten 2408.De
centrale verwarming is thans voor een hooger bedrag
in het bestek opgenomen, daar de centrale verwarming
vooruit is aanbesteed, opdat de gemeente de zekerheid
zou hebben dat die betrouwbaar zou zijn.
Het bedrag is nu eenmaal te laag geraamd en daar is
op het oogenblik niet veel aan te doen. De heer Muller
heeft gezegd dat hij liever ziet dat de verhooging nu
wordt voorgesteld dan later; dat is ook in het college
besproken en daar was men unaniem van oordeel dat
het beter was den Raad eerst te raadplegen, nu men
nog niet was begonnen, dan dat men nu het werk zou
gunnen en dan 4 of 5 maanden later zou moeten komen
met een voorstel om het crediet te verhoogen van
15.500.tot 17.300.In dien geest hebben Bur
gemeester en Wethouders dan nu ook gehandeld. Dat
er een verhooging noodig is, zit dus hoofdzakelijk in de
raming van de centrale verwarming en wat daarmee
annex is deze is in de eerste begrooting te laag ge-