258 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 October 1925.
belang, dat de gemeente bij de geschetste uitvoering
van het werk heeft, de belangen der steun behoevende
grondwerkers door de Armenkamer niet uit'het oog
zullen worden verloren.
Wij stellen U thans voor te besluiten
Burgemeester en Wethouders te machtigen met de
Stads-Armenkamer in overleg te treden voor het maken,
overeenkomstig een door hen vast te stellen plan en
onder door hen aan te wijzen technische leiding, door
die kamer van ligruimte voor woonschepen op een op
het voorloopig uitbreidingsplan als zuidelijkste der beide
ontworpen havens aangeduid gemeenteterrein aan de
Tijnje, met dien verstande, dat voor de uitvoering te
werk zullen worden gesteld diegenen, die met grond
werk vertrouwd zijn en uit hoofde van hun inkomen
hiervoor het eerst in aanmerking komen of zich reeds
bij de werkverschaffing hebben aangemeld.
De beraadslagingen worden geopend.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi zegt dat haar de
laatste zin van dit voorstel niet erg duidelijk lijkt, wan
neer daar staat
„met dien verstande, dat voor de uitvoering te werk
zullen worden gesteld diegenen, die met grondwerk
vertrouwd zijn en uit hoofde van hun inkomen hier
voor het eerst in aanmerking komen of zich reeds bij
de werkverschaffing hebben aangemeld."
Wat is de bedoeling daarvan? Dat in de eerste plaats
zullen worden te werk gesteld diegenen, die met grond
werk vertrouwd zijn? Spreekster zou zeggen dat volgens
de opvatting, zooals het hier letterlijk staat, natuurlijk
nooit kleermakers en dergelijke zooals de Voorzitter
den vorigen keer ook al heeft meegedeeld hiervoor
in aanmerking zullen komen, maar toch ook nooit, laat
zeggen, een timmerman of iemand, die nu niet bepaald
met grondwerk vertrouwd is, maar het toch wel zou
kunnen doen. Deze redactie lijkt spreekster niet duide
lijk en zij meent dat die t. z. t. aanleiding zou kunnen
geven tot moeilijkheden.
De Voorzitter kan antwoorden dat de bedoeling is dat
de woorden „met grondwerk vertrouwd zijn" op alles
slaat, m. a. w. dat de een daar meer mede vertrouwd is
dan de ander, maar dat de bedoeling is dat iemand, die
er heelemaal niet mee vertrouwd is, ook niet te werk
zal worden gesteld. Nog anders gezegd, de woorden
„met grondwerk vertrouwd zijn" slaan op het geheel;
men mag dat in meerdere of in mindere mate zijn, maar
de opvatting zal wel altijd zoo zijn dat men van een
kleermaker en om het voorbeeld van mevrouw Buis
man te gebruiken van een timmerman kan zeggen dat
zij er niet mee vertrouwd zijn.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi: En een trans
portarbeider dan?
De Voorzitter: Als hij er niet mee vertrouwd is, komt
die ook niet in aanmerking. Waarom, als hij er niet mee
vertrouwd is, wèl, en een timmerman, die er ook niet
mee vertrouwd is, niet? In elk geval zal hij er mee ver
trouwd moeten zijn.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi: Het is dus wel
de bedoeling dat zij er wel degelijk mee vertrouwd moe
ten zijn. Maar ik kan mij toch voorstellen dat een trans
portarbeider het eenvoudige grondwerk ook wel zou
kunnen doen.
De Voorzitter zegt dat het ten slotte een kwestie van
uitvoering zal zijn wat men ,,er mee vertrouwd zijn"
noemt. De een zal er beter mee vertrouwd zijn dan de
ander; men moet het zoo opvatten dat er menschen zullen
komen, die er veel minder mee vertrouwd zijn dan zij,
die nooit iets anders doen, maar dat menschen, die hee
lemaal geen schop kunnen hanteeren, er niet voor in
aanmerking komen. Spreker kan het zoo ook niet beoor-
deelen of men b.v. van een opperman kan zeggen dat
hij er mee vertrouwd is; dat zal een kwestie van uitvoe
ring zijn voor hen, die de leiding hebben, dat zullen de
hoofden van de verschillende takken van dienst moeten
beslissen.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi vraagt of de uit
drukking „er mee vertrouwd zijn" dan wel voldoende
duidelijk is. Is het dan niet beter dat er b.v. staat „die
het kunnen doen" of iets dergelijks? Spreekster is zoo
bang dat er anders later moeilijkheden zullen komen,
dat men dan, als er b.v. transportarbeiders komen, zal
zeggen: die zijn niet vertrouwd met grondwerk.
De Voorzitter meent dat mevrouw Buisman de bedoe
ling niet begrijpt. De bedoeling is dat een transportar
beider, om maar bij dat voorbeeld te blijven, als hij er
absoluut niet mee vertrouwd is, ook niet bij dit werk
zou thuis behooren.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi wil maar zeggen
dat verschillende menschen, die zich bij de werkver
schaffing hebben aangemeld, wel kunnen zeggen dat
kunnen wij niet doen, wij zijn er niet mee vertrouwd.
De Voorzitter wil daarop antwoorden dat, als men
alles zou gelooven wat de menschen zeggen, men dan
tegenwoordig niet ver komt. Het is wel heel ongelukkig
dat spreker dat zeggen moet, maar het is volgens zijn
ervaring, die hij in zijn loopbaan als burgemeester dik
wijls heeft opgedaan. Het is jammer dat spreker het
zeggen moet, maar het is zoo; de menschen zeggen vaak
maar wat, maar de bewijzen moeten wij zelf bijbrengen.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi begrijpt dan toch
dit wel, dat het dus niet de bedoeling is alleen grond
werkers te werk te stellen, maar ook andere soorten van
werklieden.
De Voorzitter: Ook andere soorten, maar zij moeten
eenigszins met de schop kunnen omgaan. De bedoeling
is dat zij grondwerk kunnen verrichten en dat kan geen
kleermaker of timmerman.
De heer Van der Schoot had op de vraag, die door
mevrouw Buisman is gedaan, ook graag de aandacht
willen vestigen. In de vorige vergadering is er ook over
deze kwestie gediscussieerd, maar toen zijn de discus
sies plotseling afgebroken; spreker had toen ook graag
een vraag willen doen. Als spreker het goed heeft, vat
men de zaak zoo op, dat dit werk door Burgemeester en
Wethouders wordt beschouwd uit een oogpunt van
werkverschaffing, opdat ook de menschen, die den vo
rigen keer door den Burgemeester zijn genoemd en die
toen een beetje in discrediet kwamen, de menschen, die
nu zijn aangewezen op de werkverschaffing, waar zij
echter vaak zeer noode heengaan, de kans zullen heb
ben om iets extra's te verdienen, n.l. om iets meer te
verdienen dan op de werkverschaffing. Spreker meent
dat het standpunt van Burgemeester en Wethouders is
dat ook die menschen een kans krijgen en dat het werk
niet alleen wordt gelaten aan hen, die hier zijn genoemd
diegenen, die met grondwerk vertrouwd zijn. In hoeverre
dat grondwerkers zijn, laat spreker in het midden; hij
meent dat verschillende menschen als grondwerker
staan ingeschreven, die dat niet zijn, omdat opperlui en
dergelijke alleen met hen in één rubriek zijn genoemd.
Spr. meent echter dat de bedoeling van Burgemeester
en Wethouders hier zal zijn om die menschen te werk
te stellen, die graag iets willen doen om iets meer te
krijgen voor den noodtoestand van hun gezin.
De Voorzitter wil opmerken dat Burgemeester en
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 October 1925. 259
Wethouders dit werk niet zoozeer als „werkverschaf
fing" opvatten. Dat is wel een heel goed Hollandsch
woord, maar het woord „werkverschaffing" heeft in
deze gemeente en ook in andere gemeenten een eigen
aardige beteekenis gekregen. Burgemeester en Wethou
ders wenschen dit werk dan ook meer als werkverrui
ming op te vatten en wel werkverruiming voor hen, die
kennis hebben van dit soort van werk. Dat is de bedoe
ling van Burgemeester en Wethouders.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
11 (Agenda no. 12). Schrijven van Burgemeester
en Wethouders naar aanleiding van het raadsbesluit
dd. 14 April waarbij zij zijn uitgenoodigd te komen
met voorstellen omtrent het instellen van een gemeente
lijken ophaal- en stortingsdienst.
Dit schrijven luidt als volgt
Gesteld voor de uitvoering van Uw besluit van
14 April j.L, waarbij aan ons werd opgedragen de in
diening van voorstellen betreffende de oprichting van
een gemeentelijken ophaal- en stortingsdienst, hebben
wij terzake het advies ingewonnen van den verificateur
der gemeente-financiën en van de hoofden der gemeen
telijke bedrijven. De kennisneming der uitgebrachte ad
viezen heeft het lid van ons college, meer in het bijzon
der belast met de financiën, aanleiding gegeven tot het
opstellen eener nota, waarin enkele bezwaren tegen de
rapporten van den verificateur zijn neergelegd en waarin
het te verwachten verlies op een ophaal- en stortings
dienst wordt geraamd op 10.000.
Nu deze dienst vermoedelijk een zoo belangrijk ver
lies zal opleveren, komt het ons niet wenschelijk voor
onzen voorbereidenden arbeid voort te zetten alvorens
vaststaat, dat het inderdaad 's Raads bedoeling is het
genoemde bedrag voor een ophaal- en stortingsdienst
beschikbaar te stellen en hij in de gelegenheid is ge
weest aan de hand van de thans ten dienste staande
gegevens deze aangelegenheid opnieuw onder de oogen
te zien.
Wij leggen genoemde stukken daartoe aan U over.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Muller heeft, toen hij dit stuk las, aanvan
kelijk gedacht: dit is een trachten van Burgemeester en
Wethouders om den Raad kopschuw te maken voor deze
kwestie. Toen hij echter de zaak eenigszins had bestu
deerd en alle stukken had nagezien, wil hij wel zeggen
dat hij blij was dat het college van Burgemeester en
Wethouders eerst met deze gegevens bij den Raad is
gekomen om hem te vragen: denkt gij er nog precies
zoo over als den 14en April, toen de motie van mevrouw
Buisman en spreker is ingediend en aangenomen? Als
werkelijk waar was dat deze zaak in de tijdsomstandig
heden, waarin wij tegenwoordig verkeeren, zooals de
heer Beekhuis in zijn schrijven naar voren brengt, aan
de gemeente per jaar 10.000.zou moeten kosten,
zou spreker, ais groot voorstander hiervan, het toch niet
op zijn geweten durven nemen om die zaak uit te voeren
en hij zou er dan ook tegen stemmen als er van een
andere zijde een dergelijk voorstel kwam om het uit te
voeren. Maar de stukken, die wij hebben gezien, hebben
spreker nog niet de overtuiging gegeven dat, wat de
heer Beekhuis heeft gezegd, con amore moet worden
aanvaard. Omdat dit voor spreker op het oogenblik niet
vast staat en wij uit andere plaatsen andere berichten
en andere gegevens dienaangaande hebben gekregen
spreker wijst op Zwolle als een sprekend voorbeeld
anderen denken daar misschien anders over maar voor
spreker is Zwolle een welsprekend voorbeeld dat het
misschien wel anders kan zou spreker graag willen
dat deze zaak, waarvan de leden dit schrijven pas Za
terdag in hun bezit hebben gekregen, 14 dagen werd
uitgesteld. Mevrouw Buisman komt aanstonds met een
dergelijk voorstel, dat door spreker mede is ondertee
kend en spreker hoopt dat de Raad er dan in zal mee
gaan om dat voorstel te aanvaarden.
De Voorzitter: Nu mevrouw Buisman zeker?
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi merkt op dat het
thans voor den Raad heelemaal geen verrasing meer is
dat zij komt met het voorstel om deze zaak 14 dagen
uit te stellen. Zij wil er aan herinneren dat de tijd wer
kelijk te kort is geweest om de stukken serieus te be-
studeeren en daarom zou zij graag uitstel willen. Daar
naast komt zij echter nog met een ander voorstel. Zij
is het in dit opzicht met den heer Muller eens dat, als
deze zaak werkelijk 10.000.zou moeten kosten, dat
voor haar dan ook een zeer groot bezwaar zou zijn, maar
dan wil zij ook eerst de zaak heelemaal en van alle
kanten goed bezien en zij stelt zich voor dat meer raads
leden er zoo over denken. Spreekster begrijpt ook wel
dat men hier niet anders dan eenzijdig de zaak heeft
kunnen opzetten en zij wil daarom voorstellen dit punt
14 dagen aan te houden en voor de volgende vergade
ring den gemeente-ontvanger van Zwolle uit te noodigen
hier eens uiteen te zetten hoe men het daar in Zwolle
heeft. Er is altijd van de tafel van Burgemeester en Wet
houders gezegd dat men het daar zoo heel anders doet
en dat de omstandigheden daar ook heel anders zijn.
Spreekster wil dat dadelijk aannemen, maar dan is er
toch niets tegen dat Burgemeester en Wethouders den
heer Van Zandbergen uitnoodigen om in besloten zitting
voor den Raad de zaak eens heel duidelijk uiteen te
zetten.
De heer K. de Boer zou, wanneer gebeurt wat hier
wordt voorgesteld, wanneer de zaak 14 dagen wordt
aangehouden, het zeer op prijs stellen, als door Burge
meester en Wethouders in de becijfering ook werd op
genomen het mindere risico, dat de gemeente door het
instellen van een stortings- en ophaaldienst loopt bij
het binnen komen van belasting. Dat is ook een factor,
waarmede gerekend moet worden. Het zal natuurlijk heel
moeilijk zijn om dat onder cijfers en nog moeilijker om
het onder juiste cijfers te brengen, maar het is toch van
belang dat dit in de stukken tot uitdrukking wordt ge
bracht.
De heer IJ. de Vries heeft er niets tegen dat deze zaak
14 dagen wordt uitgesteld. Hij gelooft, deze zaak heeft
geen haast
De heer Dijkstra: Waarom niet?
De heer IJ. de Vries zij heeft geen haast; het
komt mij voor dat wij met haar niet in te voeren beter
doen dan haar wel in te voeren. Maar als het voorstel
van mevrouw Buisman, om den directeur van Zwolle
hier uit te noodigen, mocht worden aangenomen, zou
spreker toch graag voor dien tijd eerst nog eens de cij
fers van Zwolle onder de oogen willen hebben, omdat
men daar wel een heele mooie en schitterende exploitatie
heeft, maar men daar heeft vergeten de salarissen van
het personeel daarop te zetten en spreker meent dat, als
men die er eens bij zou schrijven, dat mooie overschot
wel eens kon veranderen in een tekort. Spreker meent
toch dat de dienst daar gaat over den gemeente-ont
vanger, maar dat men het personeel betaalt uit de ge
meentekas. Zoo kan men voor alle dingen wel een
mooie exploitatie opzetten, als men de groote posten
vergeet. Spreker zou dus graag, voordat wij die lezing
hier krijgen, de cijfers van Zwolle onder de oogen heb-