328 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 7 December 1925. Voortzetting der vergadering op Dinsdag 8 December 1925. men die zaak in dit licht bezien dat, waar gesproken wordt van gewoon onderhoud van gebouwen, daarmee wordt bedoeld het gewoon onderhoud van die gebou wen op zichzelf, zooals het doen van kleine herstellin gen aan deuren, ramen, vloeren, kolken, riolen, enz. Daarna komt dan onder de posten voor het onderhoud bestaande in stucadoorwerk, schoonmaken en vernieu wen van glasruiten, zand en grint op de speelplaatsen, tonnenbelasting, enz. Dat zijn eigenlijk ook gewone onderhoudswerken, maar deze zijn gespecificeerd, ter wijl de eerste post in één som is gezet. Nu wordt in het sectieverslag meer specificatie gevraagd, maar Bur gemeester en Wethouders meenen dat die nu al genoeg is doorgevoerd. Zij hebben gezegd dat het eerstbedoelde gewoon onderhoud wel in één post kan, maar zij hebben gemeend het andere te moeten splitsen, opdat zij beter kunnen nazien wat voor werk er aan iedere school ge beurt. Vroeger werden de kosten van het onderhoud van de verschillende scholen in één som genoemd en dan werd er bij het vaststellen van de begrooting maar een slag naar geslagen. Het vorig jaar nog had men op de begrooting geen zuivere specificatie, maar nu wel voor elke school staan er afzonderlijk posten op, die niet overschreden kunnen worden zonder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders en die dan dus weten wat het onderhoud het volgend jaar zal hebben gekost. De heer Van der Schoot heeft ook gezegd dat het on derhoud van Gemeentewerken zoo verbazend hoog is. Zeer zeker is dit een tamelijk hooge som. De Voorzitter heeft echter gister ook al gezegd dat Gemeentewerken een van de belangrijkste takken van dienst is. Spreker wil toegeven dat de begrooting hoog is, misschien wel abnormaal hoog, maar men moet ook niet vergeten dat er ook zooveel op die begrooting wordt gebracht. Spr. heeft zich de moeite getroost eens uit te zoeken, wat ei eigenlijk zooal op de begrooting van Gemeentewerken staat, maar daarmee absoluut niets heeft uit te staan. Men zal verbaasd staan over de sommen, die daarvoor worden genoemd. Spreker heeft alleen die posten, die strikt buiten Gemeentewerken staan, op 5 verschillende staten verzameld, wat ook maar eenigszins betrekking heeft op Gemeentewerken en Publieke Werken, is niet in deze sommen opgenomen. Spreker vindt dan dat de salarissen van brugwachters, concierges van scholen en schoonmaaksters op de reke ning van Gemeentewerken staan voor 61.913.Ge meentewerken heeft daar absoluut niets mee uitte staan; de brugwachters storten het bruggeld bij den gemeente ontvanger, loopen dan den hoek om en komen bij Ge meentewerken hun salaris halen, waarom kan dit niet even goed onmiddellijk bij den ontvanger gebeuren Dan wordt door Gemeentewerken alles betaald, wat verschuldigd is wegens waterlevering en tonnenbelas ting door de verschillende gebouwen en scholen, in to taal tot een bedrag van 2629. Voor de levering van brandstoffen aan de scholen en van gas en electrisch licht betaalt Gemeentewerken 35.084.hoewel het daarmee al weer niets heeft uit te staan, omdat dit kosten zijn van het onderwijs. Voor telefoonkosten van de verschillende bureaux buiten die kosten van Gemeentewerken zelf, het betreft de telefoon van andere gebouwen wordt betaald 2438.en voor verzekering tegen brandschade van verschillende gebouwen 1557.-. Zoo komt men totaal op een bedrag van 103.622.86 aan uitgaven, die ab soluut buiten Gemeentewerken staan. Dan is er nog de grondbelasting a 169.en een bedrag van 1700.voor kinderkleeding en -voeding waarmee Gemeentewerken ook niets heeft te maken, zoodat een bedrag van 105.000.de rekening drukt van Ge meentewerken. Dit bedrag zou er even goed af kunnen en dan vertoonde de rekening een heel ander cijfer De heer IJ. de Vries: Maar Gemeentewerken verdient daar ook 26.000.aan. De heer Fransen (wethouder) Het verdient daar niets aan; als dit alles niet was opgenomen op de begrooting van Gemeentewerken, zou het percentage van onkosten alleen iets grooter zijn en of nu die alge- meene onkosten ook zijn overgeslagen over levering van brandstoffen, salarissen, telefoon, enz., doet er niets toe; de onkosten van den dienst der Gemeentewerken moeten betaald worden, al zou het percentage dan ten slotte ook 70 worden. Men moet hierbij ook niet vergeten dat er van Gemeentewerken ook allerlei dien sten worden gevraagd, zooals het maken van rapporten, plannen, teekeningen, enz., die als zoodanig niet aan het bedrijf worden vergoed. Bij die 105.000.moeten nu eigenlijk nog worden gevoegd de kosten van verschillende werkzaamheden, die niet door Gemeentewerken op de begrooting zijn gebracht, maar door Burgemeester en Wethouders, n.l. deze welke in den loop van het jaar in het college zijn behandeld en noodig geacht, doch waarvoor in 1925 geen geld beschikbaar was en alzoo uitgesteld om op de begrooting van 1926 te worden geplaatst. Het zijn verschillende posten, die in den loop van het jaar zullen worden uitgevoerd als buitengewoon werk, n.l. het maken van een brandleiding in het stadhuis, een berg plaats voor tuinartikelen, een staanplaats voor vracht auto's, rioleering van de veemarkt, verbreeding enz. Schaverneksbrug, uitbreiding schoolplein en hekwerk school 6, aanleg bliksemafleider school 14, aanschaffing van 20 stel jalouziën voor school 13, van markiezen voor school 14 en van schoolbanken, te zamen tot een bedrag van 27.000.zoodat in totaal op de begroo ting van Gemeentewerken een bedrag van 132.000.— staat, dat met Gemeentewerken als zoodanig niets heeft te maken. Spreker heeft dat even geïllustreerd, om te laten zien dat, als men nog meer betalingen laat doen door Ge meentewerken, de begrooting van dit bedrijf nog veel hooger zal worden. Men kan daar ook wel alle onder wijzerssalarissen op zetten, zooals men die begrooting ook belast met de loonen van de schoonmaaksters, concierges en de kosten van brandstoffen, enz. Het is dus alleen maar een illustratie dat, als men Gemeente werken een groot bedrag laat betalen voor diensten, die buiten Gemeentewerken staan, de rekening ten op zichte van Gemeentewerken zelf dan in een zeer slechi daglicht komt te staan. De heer Van der Schoot heeft nog gesproken over ver schillende terreinen en heeft ook genoemd het terrein Achter de Hoven. Dit is ook genoemd in het sectie- verslag en in de Memorie van Antwoord is geantwoord dat dit voor bouwterrein bestemde grond is. Als dal terrein drassig is, dan is dat wel jammer, maar men kan toch niet vragen dat de gemeente het eerst zal ophoogen Dat zou wel gemakkelijk zijn voor de ondernemers, maai het is terrein, waar niemand iets noodig heeft, daar zijn breede straten genoeg; men moet dus maar van dal terrein af blijven, omdat men anders de kans heeft natte en vuile voeten te krijgen. De heer Wölcken heeft gezegd dat hij meende dat ei van de twee opzichters voor de scholen en de bruggen en wallen wel een kan worden gemist. Burgemeestei en Wethouders hebben echter al meegedeeld dat de directie van Gemeentewerken heeft gezegd en ook zeer aannemelijk gemaakt, dat dit niet kan, dat dit onmogelijk is. Men kan wel personeel afschaffen, maar dan zal de dienst er onder lijden en die verantwoording wenschen Burgemeester en Wethouders niet op zich te nemen Burgemeester en Wethouders hebben ook wel de over tuiging dat deze opzichters soms wel wat meer kunnen doen, maar dat gebeurt ook en in den drukken tijd assisteeren ze elkaar ook. Spreker meent hiermee de sprekers van gistermiddag zoo kort en zoo goed mogelijk te hebben beantwoord. De heer Hooiring meent beluisterd te hebben dat de Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 7 December 1925. 329 Voortzetting der vergadering op Dinsdag 8 December 1925. wethouder van Openbare Werken zijn naam heeft ge noemd onder de opmerkers over Gemeentewerken. Spr. heeft echter geen opmerking gemaakt over Gemeente werken, hij heeft alleen een verklaring afgelegd, waar om in het rapport niet voorkwam een uitlating van een bepaald lid in de sectie, dat dit was op verzoek van dit lid zelf. De heer Fransen (wethouder) heeft dan in zooverre den heer Hooiring verkeerd begrepen, dat hij heeft ge zegd dat de opmerking van den heer Hooiring vermoe delijk was gemaakt in vragenden vorm. Spreker begrijpt nu echter dat het gaat over een opmerking, die in de secties is gemaakt en die hier niet naar voren is ge komen. De heer Westra zegt dat hem uit het antwoord van den wethouder van Openbare Werken nog duidelijker is gebleken dan hem dat reeds was, dat de omslag over de onderhoudswerken zeer ten ongunste wordt beïnvloed door allerlei werkzaamheden, waarvoor het bedrijf geen vergoeding ontvangt. Spreker heeft gister ook uiteen gezet dat het percentage, dat op de onderhoudswerken wordt gelegd, feitelijk veel te hoog is, maar vooral veel te hoog wordt, doordat het bedrijf verschillende werk zaamheden verricht, waarvoor het geen vergoeding ont vangt. Nu zegt de wethouder: het doet er niets toe, al wordt het percentage ook 70 het moet er toch uit gehaald worden. Misschien dat de wethouder de zaak beschouwt van een technisch standpunt, maar als men die van een boekhoudkundig standpunt beschouwt, doet het er wél toe. Spr. zou het dan ook op prijs stellen - hij weet niet of dit met de bepalingen, die omtrent de begrooting bestaan mogelijk is om, als dat mogelijk is, een post op de begrooting te brengen, waarop men vergoeding ontvangt voor werkzaamheden voor de secretarie, zoodat dus die kosten niet meer zullen worden gebracht op de onderhoudswerken. Als men nu b.v. voor de Stads-Armenkamer een nieuwe deur maakt, krijgt die instelling daarvoor 40 a 50 algemeene kosten te betalen en die bestaan voor een deel uit kosten van werkzaamheden, die voor de secretarie geschieden. Dat is niet een juiste manier van boekhouden. Spreker zou er dus werkelijk prijs op stellen dat de begrooting in de toekomst voor de leden overzichtelijker wordt. Dit staat ook in nauw verband met zijn opmer king, dat het bedrijf van Gemeentewerken blijkbaar te duur is. Hij heeft gevraagd om een commissie in te stellen om dat te onderzoeken, omdat men op dit oogen- blik werkt met allerlei onbekenden; het is niet bekend, voor welke werkzaamheden geen vergoeding wordt ge vraagd en het is dus best mogelijk dat het bedrijf op het oogenblik niet te duur is. Spreker zal nu, na de be komen inlichtingen, niet bij zijn verzoek, om een com missie in te stellen, persisteeren, maar wel zou hij in het algemeen de vraag aan Burgemeester en Wethouders en aan de directie willen doen om zooveel mogelijk te willen werken in de richting van een zoo economisch mogelijk beheer en een zoo duidelijk mogelijke schifting van de onkosten, opdat er geen onkosten zullen drukken op uitgaven, waarvoor die onkosten feitelijk niet ge maakt worden. De heer Van der Schoot wil een woord van dank brengen, in het bijzonder aan den wethouder van Open bare Werken, voor de zeer uitgebreide toelichtingen, die zijn gegeven op de vragen, die spreker gistermiddag heeft gesteld. Hem dunkt dat, als de wethouder van Onderwijs een beetje koopman is, deze, door het tot zich nemen van verschillende posten van de begrooting van Gemeentewerken, van deze begrooting haast een winstpost zou kunnen maken. Wat de laatste opmerking van den wethouder van Openbare Werken betreft, gelooft spreker dat deze wel een beetje stiefmoederlijk staat tegenover de door spre ker genoemde gronden, het terrein aan de Bleeklaan en het terrein Achter de Hoven, tot hetwelk spreker zich meer in het bijzonder heeft bepaald. Misschien zegt men nu wel dat spreker daar woont, welnu, men heeft gelijk, spreker heeft het alle dagen voor oogen. Nu kan de wethouder wel opmerken dat er breede straten genoeg zijn en dat men op dat terrein niets heeft te maken, maar dat acht spreker juist zoo te bejammeren. Men weet dat er Achter de Hoven een massa menschen wonen, die menschen hebben gelukkig ook kinderen en die kinderen willen graag een terrein hebben, waar zij ook werkelijk kunnen spelen. Op verschillende punten van de stad heeft men dat, maar de menschen Achter de Hoven zijn in dit opzicht stiefmoederlijk bedeeld. De wethouder zegt dat het bouwterrein is. maar het heeft daar al zoo lang gelegen als bouwterrein, niemand heeft daar idee in, omdat het veel te duur is. Spreker gelooft dat het zal blijven liggen, als het tegen den prijs weg moet, waarop het staat. Is het nu zoo'n groote moeite om dat euvel weg te nemen? Spreker heeft daarvoor al eens een wenk ge geven; toen er gratis grond was te krijgen, heeft hij ge zegd: er zijn werkloozen genoeg; laten die den grond weghalen en hier op brengen. Dat is toen niet gebeurd, maar was het wel gebeurd, dan had men hier werkelijk een klein speelterrein gehad met zeer weinig kosten. Spreker wil nu de vrijmoedigheid hebben om nog eens weer bij vernieuwing naar voren te brengen, dat Bur gemeester en Wethouders daarop toch eens het oog zullen vestigen, omdat dit terrein daar naar zijn meening zal blijven liggen. Hij doet dat te meer, omdat de Raad indertijd, toen spreker nog geen raadslid was, heeft be sloten, daar een sportterrein aan te leggen. Hij meent dat men toen het oog had gevestigd op het terrein achter de Bleek, dat nu is verkocht. Hier heeft men echter een daarvoor geschikt terrein, een reden waarom spreker daarop de aandacht wil vestigen, opdat ook de bewo ners van dien kant van de stad iets op het gebied van de sport zullen kunnen krijgen. Dat terrein is met zeer weinig kosten daarvoor geschikt te maken. De heer Weinia merkt op dat gister is ter sprake ge bracht dat in zijn sectie is gesproken over de duurte van Gemeentewerken. Spreker heeft daar ook gezegd dat hij, nadat hij de stukken had nagegaan, ook den indruk had gekregen dat dit bedrijf te duur was, zonder dit evenwel nader te kunnen bewijzen, zijn gevoel zei hem dat zoo. Toen heeft iemand in de sectie spontaan gezegd dat het inderdaad waar was en dat hij dat wel zou be wijzen. Dat was voor ons aldus spreker een op luchting, wij dachten: nu krijgen wij wat te hooren. Achteraf blijkt echter dat het sectierapport die uitlating van dat lid niet weergeeft; de heer Hooiring heeft als rapporteur van die sectie meegedeeld waarom het er niet in stond, hij heeft gezegd dat dit lid bij hem is ge komen en hem heeft gevraagd: trek het asjeblief maar weer terug. Spreker betreurt dat ten zeerste, omdat niet minder dan de voorzitter van de sectie aan dat lid heeft gevraagd: staat U daarvoor? en dat lid toen heeft ge antwoord: ik sta voor wat ik heb gezegd. Daarom had spreker ook verwacht dat het in het sectierapport was weergegeven. Het is nu ook wel bekend wie dat lid is geweest, n.l. de heer Wölcken, die hier gister een sim pele verklaring heeft afgelegd. De wethouder heeft daartegenover echter een verklaring gedaan, waardoor er van de verklaring van den heer Wölcken niet veel meer is overgebleven, althans volgens den wethouder. Spreker hoopt nu met den wethouder dat de heer Wölcken straks nog met een nadere uiteenzetting zal komen en zal zeggen: daar zit de knoop, op die wijze werkt het bedrijf. De heer K. de Boer heeft nog twee opmerkingen, in de eerste plaats over het betrokken sectieverslag. In het algemeen zou spreker deze opmerking willen maken,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1925 | | pagina 22