346 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 7 December 1925. Voortzetting der vergadering op Dinsdag 8 December 1925. opzichter zal dan telkens aan den boekhouder moeten opgeven wat hij heeft uitgegeven voor punt a, 2e, 3e of 4e regel, enz. en men krijgt op die manier een geweldige administratie. Spreker meent dat, waar de administratie, in overleg met den boekhouder en den verificateur, reeds zoo uit elkaar is gehaald, men de kosten voor de scholen afzonderlijk thans wel kan beoordeelen. Dat kon men vroeger heelemaal niet; we zijn dus al een stuk vooruit gegaan. Nu is het best mogelijk dat in den loop van het jaar blijkt dat deze verschillende onderposten nog niet zuiver zijn geraamd. Dit is een systeem, dat pas in 1925 is ingevoerd, het werkt dus nog niet een vol jaar en men heeft zich thans moeten baseeren op de ramingen van de totaalkosten van volgno. 154 over 1923 en 1924 en de werkelijke kosten van de verschillende onderposten over het eerste halfjaar van 1925. Het is dus best moge lijk dat straks in de praktijk blijkt dat de verschillende onderposten nog iets anders moeten zijn; men had geen maatstaf, waarnaar men zich kon richten, al heeft men het zoo goed mogelijk gedaan, maar de verschillende onderposten zullen, in verband met hetgeen uit de prak tijk blijkt, in den loop van den tijd steeds zuiverder worden geraamd. De heer H. de Boer (wethouder) zou naar aanleiding van de vraag van den heer Van der Schoot toch graag precies willen weten waarom deze een splitsing wenscht. Spr. krijgt den indruk, al zegt de heer Van der Schoot dat niet, dat deze de kosten wel wat hoog vindt. Is dat misschien de bedoeling? Burgemeester en Wethouders zullen de zaak zeer zeker onderzoeken, maar als zij toe zeggen dat er zoo zuinig mogelijk wordt te werk ge gaan, zal de heer Van der Schoot toch niet met zijn vraag willen beduiden alsof er onnoodig wordt ge stookt? Spreker begrijpt die vraag niet recht en zou willen weten wat de heer Van der Schoot precies be doelt; is zijn bedoeling dat men technisch de zaak pre cies uit elkaar zet, zooals blijkbaar ook de bedoeling is van mevrouw Buisman, of is zijn bedoeling om te weten te komen of het stoken te duur is? Spreker begrijpt dat niet recht. De heer Van der Schoot heeft in geen geval willen zeggen dat men te duur stookt. Dat is door hem niet genoemd, maar hij heeft het denkbeeld van mevrouw Buisman willen ondersteunen; hij had gaarne de kosten van brandstof aan iedere school apart gezien. De wet houder van Onderwijs zei straks dat hij met stoken niet bekend is, misschien dat spreker er wel een klein beetje van weet. Hij zou willen kunnen bekijken wat iedere school noodig heeft en wat voor sommen daarvoor wor den uitgetrokken. Anders heeft hij niets bedoeld. De heer O. F. de Vries meende te weten dat daarvan wel staten bestaan en dat op de werf van Gemeente werken altijd precies wordt aangehouden hoeveel brandstof eiken winter door elke school wordt gebruikt. De Voorzitter: Dat is de staat van zuinig stoken. Die bestaat ook nog. De beraadslagingen worden gesloten. Volgno. 154 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 155. Instandhouding van schoollokalen voor uitgebreid lager onderwijs en verzekering tegen brand schade 849.50. De beraadslagingen worden geopend. De heer Botke heeft verleden jaar ook gesproken over den toestand bij school 4 en hij heeft toen, naar hij meent, op grond van verschillende dingen aangetoond dat het noodig is daar een hek omheen te plaatsen. Ook dit jaar heeft spreker deze kwestie weer aanhangig ge maakt en nu zeggen Burgemeester en Wethouders in de Memorie van Antwoord ,,Zij hebben die aanbrenging bij nadere beschou wing niet noodig geoordeeld; de kosten, daarmede gemoeid, zouden te hoog zijn, zonder dat het daar door te verkrijgen voordeel daartegen opweegt." Nu meent spreker dat het moeilijk is precies te beoor deelen of de voordeelen tegen de kosten opwegen, maar hij meent ook dat het wel meer zal gebeuren, dat iets wordt gedaan, waarvan men de voordeelen niet direct kan berekenen. Spreker is van oordeel dat de toestand bij school 4 feitelijk onhoudbaar is; als men deze, betrekkelijk nog nieuwe, school vergelijkt met school 12, waar een hek om is, valt het verschil direct op. En ook als men school 4 vergelijkt met de bijzondere school aan de Pieter Fed- desstraat, blijkt dat deze laatste er veel beter uitziet. Spreker is deze week nog een paar maal langs school 4 gegaan en heeft zich geërgerd aan den toestand daar; de muur is van onderen geheel beschreven en ziet er uit als die van een pakhuis. Spreker zegt dat het be neden de waardigheid van Leeuwarden is om zoo'n school te hebben; bij de eene openbare uitgebreid lagere onderwijsschool, die wij hebben, mag naar zijn meening de toestand zoo niet blijven. Bovendien is spreker van oordeel dat het plaatsen van een hek niet nadeelig zal zijn, maar dat de voor deelen daarvan wèl zullen opwegen tegen de kosten. Want als daar een hek omheen wordt geplaatst, kan gemakkelijk één keer verven worden uitgespaard en zullen er ook veel minder ruiten worden gebroken. Een 14 dagen geleden waren er in één lokaal 5 ruiten kapot, ze waren niet groot, maar spreker zegt het maar om aan te toonen wat daar gebeurt. Er komt nog bij dat school 4 zeer druk wordt ge bruikt: overdag als uitgebreid lagere onderwijsschool en verder voor middelbare avondhandelsschool, spreker meent ook voor lagere avondhandelsschool en tevens voor den cursus voor onderwijzeressen bij het bewaar- schoolonderwijs. Er wordt door het hoofd over geklaagd dat het onderwijs door het leven in de buurt nadeel ondervindt, terwijl ook door den dokter is gezegd dat hij zijn werkzaamheden daar zoo minder goed kan uit voeren. Dit zijn alle dingen, waardoor het zeer goed gemoti veerd is dat er een hek om school 4 wordt geplaatst en spreker meent dat dit in plaats van een nadeel veel eerder een voordeel zal zijn. Hij wenscht daarom het voorstel te doen volgno. 155 te verhoogen met een be drag, als noodig is om een hek aan te brengen om school 4. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi: Mag dat voor stel misschien ook om prae-advies? Anders zou ik willen voorstellen de vergadering nu te schorsen en om 8 uur weer te beginnen. De Voorzitter merkt op dat het prae-advies eigenlijk al is gegeven in de Memorie van Antwoord van Burgemeester en Wethouders zij meenen werke lijk dat het niet noodig is daar een hek te plaat sen. Het eenige voordeel, dat men zou kunnen noemen, is dat de school van onderen niet zoo zou worden be krast en dat er misschien een paar ruiten minder zouden worden ingegooid. Burgemeester en Wethouders hebben zich den toestand ook ingedacht, wanneer men een hek zou plaatsen, maar zij meenen dat het argument, dat men het leven zal keeren, absoluut geen argument is. Het hek kon misschien op een afstand van de school worden gemaakt even breed als het trottoir is, maar de voetgangers moeten toch ook een strook van het trot toir overhouden en het is niet mogelijk den rijweg te verleggen; de wagens zullen dus evenveel leven maken, het rijverkeer blijft. Men heeft daar misschien last van Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 7 December 1925. 347 Voortzetting der vergadering op Dinsdag 8 December 1925. spelende kinderen en zal die mogelijk eenigszins kun nen keeren, maar Burgemeester en Wethouders meenen dat de groote kosten, die moeten worden gemaakt om een behoorlijk en fatsoenlijk hek om school 4 te plaat sen want dat moet men dan toch ook hebben niet opwegen tegen de voordeelen. De heer Botke wil opmerken dat het juist de spelende kinderen zijn, die daar, vooral 's avonds, op het trottoir zoo'n leven maken. Men heeft daar een heel mooi en breed trottoir en daarnaast een weg, die dikwijls minder schoon is, waarom het trottoir als een pracht-speelter- rein wordt gebruikt. Als het hek langs den rand van het trottoir wordt geplaatst, wordt de toestand dus veel beter; het is zeer hinderlijk voor het onderwijs als de kinderen steeds onder de ramen langs loopen en spelen. Spreker wil nog eens zeggen dat de school een on- oogelijk aanzien heeft tengevolge van de stukken ruiten en doordat de kozijnen en de muren zijn bekrast. Hij zou liet op hoogen prijs stellen, wanneer er een hek om de school werd geplaatst en doet daarom een voorstel in die richting. De Voorzitter: Zijn de kosten daarvan bekend, mijn heer Fransen? De heer Fransen (wethouder): Neen. De heer O. F. de Vries: De kosten zijn indertijd ge raamd op 1300. De Voorzitter wil er opmerkzaam op maken dat hier wordt voorgesteld volgno. 155 te verhoogen met de kosten van een hek. Het lijkt hem practischer hiervoor een som te noemen. Men kan wel zeggen dat de post niet de eventueele kosten verhoogd moet worden, maar in het algemeen gaat dat moeilijk. De heer Beekhuis (wethouder) vindt toch de voor stelling, die de heer Botke heeft gegeven, overdreven. Deze zegt dat de school er zoo onoogelijk uitziet, maar vandaar ook dat hier staat „buitenverfwerk aan het ge- heele gebouw" en spreker stelt zich voor dat, als dit gebeurd is, de school niet meer zoo'n onoogelijk aanzien zal hebben. In de tweede plaats zou spreker zeker niet willen dat het hek op den rand van het trottoir werd geplaatst. Men moet daar bepaald een trottoir houden, dat is het groote verschil tusschen spreker en den heer Botke; het trottoir moet daarlangs blijven doorloopen en dan wordt het slechts een kleine oppervlakte, waarom een hek wordt geplaatst en wordt dus in verhouding het hek erg duur, terwijl het rijden langs den weg zal blijven door gaan. De heer Botke meent dat, als het hek een paar meter van den rand van het trottoir wordt geplaatst, dit dan ook reeds een groote verbetering geeft. Dan blijft er nog ruimte over voor de voetgangers en de school is er in hooge mate mee gebaat. Verder geeft spreker den wethouder de verzekering dat, als de school geverfd wordt, het toch in een minimum van tijd weer een vuile boel is, als er geen hek om staat. De heer Van der Schoot vraagt of men, als er een hek om de school is, gewaarborgd is dat de school er dan niet meer onoogelijk uit zal zien. We hebben dan toch even goed kinderen binnen het hek. De heer Botke: Dat zijn de schoolkinderen. Ik wil verwijzen naar school 12, waar ook een hek om is en waar de schoolkinderen ook binnen het hek spelen. Hoe ziet die school er uit? Toch veel beter? Ook als men school 4 vergelijkt met de school aan de Pieter Feddes- straat blijkt, dat deze laatste er veel beter uitziet. Met een hek zal men dus in de toekomst ook voordeeliger uit komen. De heer H. de Boer (wethouder) wil, nu de heer Beekhuis hier een pleidooi tegen heeft gehouden, ook even zijn stem motiveeren. Spr. is vroeger altijd voor een hek geweest, heeft daar ook voor gepleit en zal, nu er een voorstel is om dat aan te brengen, ook zijn stem daarvóór uitbrengen. Hij kan onderschrijven elk motief, dat door den heer Botke is naar voren gebracht, zoowel uit onderwijsoogpunt beschouwd als uit een oogpunt dat de school er dan veel beter zal uitzien en meent daarom dat een dergelijke uitgaaf wel gerechtvaardigd is. De heer IJ. de Vries acht zich op het oogenbiik niet competent om zijn stem omtrent dit voorstel te bepa len. Hij kent den toestand daar niet volkomen, maar voor zoover hij er zich een voorstelling van kan maken, komt het hem voor dat een bedrag van 1300.voor het maken van dat hek veel te laag is. Daarom zou hij graag willen dat dit voorstel in een volgende vergadering in stemming komt, dan kan hij er toch eerst even zien. Zoo goed als hij het zich nu kan voorstellen, zal het hek moeten komen van bijna vanaf de Nieuweburen tot bijna aan den Prinsentuin. Komt het voorstel nu in stemming, dan stemt spreker tegen. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi bevreemdt het toch zeer dat men nu plotseling zoo veel van een hek verwacht, terwijl de ondervinding met de bewaarschool aan den Oostersingel toch heeft geleerd, dat zoo'n hek niet de meeste garantie geeft dat de kinders niet op de speelplaats komen. Wil men een goed hek, dan zal men dat op een betonnen muurtje moeten bouwen, maar dan komt het heel duur; als men het maakt zonder betonnen muurtje, kruipen de kinders er net zoo goed onderdoor als aan den Oostersingel. Men heeft toch wel bij de discussies gehoord hoe de leden van de bewaarschool commissie er over klaagden dat dit hek absoluut niets gaf. De heer Botke hoort dat mevrouw Buisman den toe stand bij school 11 aanhaalt. Ja, daar is het eene eind geheel open, dus spelen de kinderen daar altijd. Dat is echter bij school 12 niet het geval en dat zal bij school 4 ook niet het geval zijn. Het terrein zal alleen maar door de kinderen van de school gebruikt worden en niet buiten de schooltijden. Spreker maakt zich sterk dat de kinderen niet onder het hek door zullen kruipen en anders moet men het hek maar zoo maken dat dit niet kan. De beraadslagingen worden gesloten. Door den heer Botke is het volgende voorstel inge diend ,,Ondergeteekende stelt voor om den post volgno. 155 van de begrooting Gemeentewerken met 1000.- te verhoogen, wat noodig is voor het aanbrengen van een hek om school 4." Dit voorstel wordt met 13 tegen 11 stemmen aange nomen. Vóór stemmen de heeren Tiemersma, Posthuma, Dijkstra, Muller, Weima, Hooiring, M. Molenaar. Botke, B. Molenaar, O. F. de Vries, H. de Boer, Van der Veen en K. de Boer. Tegen stemmen: de heeren Hofstra, Van der Schoot, Oosterhoff, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Beekhuis, IJ. de Vries, Westra, Koopmans, Co- hen, Fransen en Lautenbach. Volgno. 155 wordt met 1000.verhoogd en dien overeenkomstig vastgesteld.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1925 | | pagina 31