348 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 7 December 1925.
Voortzetting der vergadering op Dinsdag 8 December 1925.
Te 6 uur nam. wordt de vergadering geschorst.
Te 8 uur nam. wordt de vergadering heropend.
Volgnos. 156164 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 164a. Verlichting, verwarming, enz. van het
Princessehaf, waarin ondergebracht de verzameling van
Chineesche en Indonesische kunst 220.97.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer K. de Boer. Een kleine opmerking betreffende
volgno. 164a. Ik heb gezien, dat de Verversbrug in het
Indonesische museum terecht gekomen is. Is dat ook
humor van den rapporteur Ik wil hierbij de vraag
stellen of het Princessenhof ook beschikbaar is gesteld
voor vergaderingen. Die vraag is niet in het rapport
opgenomen en dus niet beantwoord. Ik zou hier nu een
antwoord op willen hebben.
De Voorzitter: Het is ook voor vergaderingen ver
krijgbaar. Ik heb er wel eens vergaderd met een com
missie, die niets met het Princessenhof te maken had.
In de achterkamer beneden.
De heer K. de Boer: Ik dacht dat het alleen voor leden
beschikbaar was.
De Voorzitter: Het is ook voor kleine vergaderingen
te verkrijgen, maar er kunnen hoogstens 8 menschen
vergaderen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 164a wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 165169 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 170. Kosten van openbare vermakelijkheden,
het aanschaffen en onderhouden van de benoodigde toe
stellen daarondei begrepen444.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Van der Veen: Bij volgno. 170 staat in de
Memorie van Antwoord
„Voor de openbare zomerconcerten op de Lange-
pijp, die gewoonlijk van niet zeer langen duur zijn,
komt het Burgemeester en Wethouders niet noodza
kelijk voor een tent in gebruik te nemen op de wijze
als het lid, hier aan het woord, noodzakelijk acht."
Toen in de sectievergaderingen door mij daarover ge
sproken werd en gezegd, dat het wel noodzakelijk was
dat er op die Zaterdagavonden een tent voor werd ge
bruikt, heeft de wethouder van Openbare Werken ge
zegd, dat er zoo'n tent in het bezit van de gemeente
was, maar dat daar wel wat aan mankeerde.
Al zijn die concerten maar van korten duur, het is
toch gebeurd, dat de muzikanten of zangers daar weg-
regenden. Die concerten vallen in den smaak van de
Leeuwarders en de gemeente mag zich dus wel de
weelde veroorloven een tent aan te schaffen. Ik weet
niet welke tegemoetkoming de muzikanten krijgen,
maar ik geloof toch, dat een tent hun wel zou toekomen.
Ik zou het volgende voorstel willen doen
„De Raad besluit tot het aanschaffen van een ge
makkelijk verplaatsbare muziektent en deze te ge
bruiken bij de concerten te geven in den zomer op
Zaterdagavonden op de Langepijp.
Het bedrag van volgnummer 170 begrooting Ge
meentewerken met 1.— te verhoogen."
De Voorzitter: Er bestaat in de gemeente voor de
afdeeling muziek een tent, die gebruikt werd in den
Prinsentuin, toen de muziekuitvoeringen dichter bij de
gebouwen werden gegeven. Er is ook een dak op ge
weest, maar in den laatsten tijd is dat er niet weer op
geplaatst, omdat de heele zaak eigenlijk wat gammel
was. Ik vermoed dat die tent heel wat meer zou kosten
dan 1.want het neerzetten en verplaatsen zou ook
heel wat kosten. Het valt in den tijd, waarin overuren
betaald worden. Men moet immers rekenen op kosten
voor opslaan, heenbrengen en ook voor het op Zater
dagavond afbreken. Als men nu zegt de menschen
moeten op plankiers zitten, maar als men spreekt van
een overdekte tent, dan wordt dat een heele opzetterij
en afbrekerij. Ik ben blij dat niet, evenals in het sectie-
verslag, wordt voorgesteld daar een „bewegelijke tent"
te zetten, want daar zouden de menschen heelemaa!
niets aan hebben. In ieder geval vermoed ik, dat de
wekelijksche kosten vrij hoog worden.
De heer Beekhuis (wethouder): Ik zou er aan willen
toevoegen dat wij vroeger een tent hadden, die b.v. op
de Wilhelminabaan geplaatst werd. Er was voor die
kleine tent 50.-voor brengen en 50.voor weg
halen aan kosten mee gepaard. Later werd die tent
geplaatst in den Prinsentuin en toen vergroot. Het aan
schaffen is duur en iedere week opzetten en afbreken
zal niet meevallen. Het zou wel beter en mooier wezen,
maar niet gemotiveerd door de hooge kosten.
De heer Van der Veen: Omdat hier bezwaar wordt
gemaakt tegen de hooge kosten, zou ik mijn voorstel in
willen trekken en Burgemeester en Wethouders ver
zoeken hierover ernstig na te denken, in het vertrouwen,
dat hier dan in den loop van het jaar op eenigerlei wijze
aan tegemoet wordt gekomen.
De heer Beekhuis (wethouder)Verleden jaar hebben
wij ook al geprobeerd een zangkoor op de stoep van
het stadhuis te laten zingen. Maar dat bleek ook niet
te gaan. Ik weet niet op welke wijze hierin moet worden
voorzien, zoodanig, dat er niet te veel geld mee gemoeid
zal zijn. De muziek zou met een verhooging beter tot
haar recht komen, maar ik heb er geen kans toe gezien.
De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders kunnen
de kwestie nagaan en het resultaat aan den Raad mee
deden. Het voorstel is dus hierbij ingetrokken.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 170 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 171196 en volgno. 204 worden onver
anderd vastgesteld.
Volgno. 205. Voortzetting van het maken van een
walmuur met bestrating aan het Noordvliet (Slot)
Memorie.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Muller Ik heb zoopas gesproken over de
vervanging van straatkeien. Wij zijn nu zoover. Ik zou
graag van Burgemeester en Wethouders deze toezeg
ging hebben of het niet mogelijk is, dat de zaak aan
het Noordvliet-Slot in den loop van dit begrootingsjaar
in orde wordt gebracht. Ik wil hier dan geen cijferpost
van maken.
De Voorzitter: Wij hebben er in de vergadering van
Burgemeester en Wethouders ook over gesproken. Ik
geef toe, dat die toestand verbeterd moet worden. Dit
zou bestaan in verlenging van den walmuur en dan ver
vanging van de keien door klinkers. Waar Burgemeester
en Wethouders den post voor memorie hebben uitge
trokken, blijkt wel, dat zij in den loop van dit begroo
tingsjaar niet van plan waren den toestand te veran
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 7 December 1925. 349
Voortzetting der vergadering op Dinsdag 8 December 1925.
deren. Wanneer nu het meerendeel der raadsleden van
oordeel is dat het nu moet, dan zal het ook gebeuren,
maar ik voor mij geloof, dat de wal nog best een jaar
kan overgaan. U kunt er wel een cijferpost voor in de
plaats zetten, maar Burgemeester en Wethouders waren
niet van plan het in 1926 te doen. Ik zal niet zeggen dat
het in 1927 niet zal gebeuren, maar in 1926 wilden Bur
gemeester en Wethouders het niet doen.
De heer Muller: Ik vind op het oogenblik geen vrij
moedigheid om hier een cijferpost van te maken, omdat
Burgemeester en Wethouders dat toch wel het volgend
jaar zullen doen.
De heer O. F. de Vries: Ik wil de aandacht vestigen
op de slechte toestanden aan den Harlingerstraatweg
en den singel daarlangs. Hier wonen vrij veel men
schen en wanneer het nat weer is, zijn die wegen
voor voetgangers onbegaanbaar. Aan den singel is
heelemaal geen trottoir en ook op den hoek van den
Marssumerstraatweg is de toestand heel slecht. De zaak
is in de commissie voor Openbare Werken al besproken,
maar wij hebben geen positief antwoord van den wet
houder gekregen. Ik zou hierop de aandacht van Bur
gemeester en Wethouders willen vestigen, opdat de zaak
daar voor het voetgangersverkeer in orde wordt ge
maakt; een trottoir brengt geen groote kosten mee.
De heer Fransen (wethouder): Die zaak is reeds in
het college besproken, ook omtrent den Harlingerstraat
weg zelf als rijweg. Maar Burgemeester en Wethouders
meenen te moeten wachten tot het wegnemen van de
rails, opdat dan de zaak in zijn geheel kan worden aan
gepakt. Ik geloof niet dat bij hen het plan bestaat daar
voor nu reeds belangrijke uitgaven te doen. Zoodra de
rails zijn weggenomen dat zal in 1927 zijn zal de
zaak goed onder handen worden genomen, maar het is
de bedoeling ook om tot zoo lang te wachten.
De heer O. F. de Vries: Ik ben door het antwoord
van den wethouder niet tevreden gesteld. Ik geloof niet
dat het aanbrengen van een trottoir aan den Harlinger
straatweg behoeft te wachten op het wegnemen der
rails. Aan den zuidkant van den weg kan best een
trottoir worden gelegd met weinig moeite; ik bedoel
langs het eerste deel waar de huizen staan. Voorbij de
Engelschestraat ligt ook een trottoir, maar langs het
eerste deel, van de Engelsche straat naar de Groene
Weide, ligt absoluut niets; daar is het een modderpoel.
De heer Fransen (wethouder)Nu de heer De Vries
meer de juiste plaats heeft aangegeven, n.l. aan de zuid
zijde van den Harlingerstraatweg, wil ik wel de toe-
zegging doen, die zaak te zullen onderzoeken en te
bespreken en in het college die zaak verder voor te
bereiden.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 205 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 206 en 207 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 208. Het verplaatsen van de Blauwebrug
naar het Vliet tegenover den Poppeweg 12.000.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer IJ. de Vries: Het vorige jaar is door U gezegd
dat hier een drukfout stond en dat „de Blauwebrug"
moest zijn „de Wittebrug". Daar die fout nu voor de
2de keer wordt gemaakt meen ik er op te moeten wijzen.
De Voorzitter: U heeft gelijk, de officieele naam is
Wittebrug maar die is blauw geverfd.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 208 wordt, behoudens wijziging van „Blauwe
brug" in „Wittebrug", onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 209212 worden onveranderd vastgesteld.
Aan de orde zijn de Inkomsten.
Volgnos. 190a en 197203 worden, behoudens
wijziging van de op de gewijzigde uitgaafposten cor-
respondeerende volgnos., onveranderd vastgesteld.
De geheele begrooting wordt vastgesteld.
Aan de orde is de ontwerp-begrooting van het
GRONDBEDRIJF.
De algemeene beraadslagingen worden geopend.
De heer K. de Boer: Het gaat buitengewoon moeilijk
voor mij om algemeene beschouwingen te houden over
het Grondbedrijf, waar deze begrooting is opgemaakt
onder een verordening, die mij niet bekend is. Ik moet
informeeren naar dingen, die met deze begrooting in
nauw verband staan en voor het Grondbedrijf van alge
meene beteekenis zijn. Ik heb gezien dat bij die ver
ordening, die ons is overgelegd, ook een stuk is ge
voegd, dat de taxaties bevatte van de gronden van het
Grondbedrijf. Ik heb daaruit gezien, dat deze
200.000.lager zijn, dan de boekwaarde van het
Grondbedrijf. Het is mij niet duidelijk op welke wijze
Burgemeester en Wethouders met die 200.000.
lager getaxeerde waarde willen handelen. Er is mij
meer niet duidelijk, wat ik wil trachten met een voor
beeld duidelijk te maken. Wanneer door de gemeente in
de nabijheid van de stad grond wordt gekocht, die nog
niet binnen het terrein van bebouwing ligt, dan zal door
de ligging van dien grond in het algemeen daarvoor
een prijs worden betaald, die hooger is, dan de cultuur
waarde van den besten grond in deze provincie, maar
lager dan van bouwterreinen in de z.g. smalle strook van
de stad. Wanneer de stad door de bebouwing dien grond
nadert, dan zal men in het algemeen het verschijnsel
zien, dat de waarde langzamerhand stijgt; hoe meer de
stad dien grond nadert, des te meer stijgt de verkoop
waarde. Wanneer de stad nu eigenares van dien grond
is, dan zal op dien grond rente rusten, er zal elk jaar
rente van moeten worden betaald. Waar het grond is
die in cultuur zal worden gebracht, zal die grond waar
schijnlijk een opbrengst opleveren, lager dan de rente
van het kapitaal dat er voor betaald moest worden,
zoodat elk jaar die grond met een bepaald verlies
wordt geëxploiteerd. Zal dit verlies nu worden bijge
schreven bij de waarde van dien grond, zoodat de boek
waarde van den cultuurgrond ook
De heer Beekhuis (wethouder): Dat gebeurt hier
juist niet.
De heer K. de Boer: Die cultuurgrond, onverschillig
hoe de stad nadert, zal dus geen verlies opleveren. Nu
de bouwterreinen. Wanneer die gronden overgaan in de
smalle strook, in de naaste toekomst bestemd voor ver
bouwing en die worden getaxeerd, onverschillig op
welken tijd, hoe zal de gemeente dan staan ten opzichte
van die grondwaarde?
De heer H. de Boer (wethouder) Het antwoord
staat in de verordening.
De heer K. de Boer: De heer De Boer interrumpeert:
dat staat in de verordening. Maar wij hebben die niet
kunnen bestudeeren. Ik weet niet wat daarin staat. Wat
zal er gebeuren, wanneer die taxatiewaarde hooger is
dan de boekwaarde? Zal deze dan de boekwaarde wor
den en de winst in de gemeentekas worden gestort of