350 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 7 December 1925.
Voortzetting der vergadering op Dinsdag 8 December 1925.
wordt er een reserve gevormd voor dien grond? Wan
neer dat meerdere in de gemeentekas zou worden ge
stort, zou ik dat een gevaarlijk bedrijf achten. De sociale
politiek zou dan een fiscale politiek worden en dat acht
ik niet verantwoord. Ik zou graag daarop een antwoord
willen hebben en ook op de vraag wat er zal gebeuren
met het getaxeerde verlies van 200.000.want dit
verlies staat vast en zal men met een verordenings- j
wijziging niet weg kunnen maken.
De heer Botke: Nu de heer De Boer erover begonnen
is, zou ik ook iets willen vragen. Wanneer de gronden i
zijn ondergebracht in de verschillende rubrieken: cul- j
tuurgronden, bouwterreinen en erfpachtsgronden, zal
volgens de nieuwe verordening, wanneer er winst wordt
gemaakt op de cultuurgronden, deze komen in de ge
meentekas, terwijl verliezen uit de gemeentekas uit de
gewone middelen zullen moeten worden betaald. An
ders staat het met de bouwterreinen. Wanneer daar
winst wordt gemaakt, dan wordt daarvan een reserve
gevormd, waaruit later eventueele verliezen worden be
streden. Ik wou nu alleen dit vragen. Bij de nieuwe indee
lingen worden onder de bouwterreinen gebracht die gron
den, waarvan men kan verwachten dat zij binnen 5 jaar
aan de snee kunnen komen. Wanneer zich het geval nu
voordoet, dat het vlugger gaat en in den loop van die
5 jaren gronden van het cultuurbedrijf overgaan naar
bouwbedrijf, tegen welke waarde worden zij dan daarin
overgebracht Als dit gebeurt volgens de geschatte
waarde als cultuurgronden, is dit tot schade van het
cultuurbedrijf en het bouwbedrijf zou dien grond dan
zeer goedkoop krijgen. Wanneer die cultuurgronden
bouwterreinen kunnen worden, wordt de waarde van
den grond belangrijk verhoogd en wanneer die gronden
dan overgaan tegen de geschatte waarde als cultuur
gronden, trekt het bouwbedrijf daar groot voordeel van
en het cultuurbedrijf legt het loodje. Nu zou ik dit niet
gewenscht vinden, want wanneer het cultuurbedrijf ver
liest, moet de gemeente uit eigen middelen bijpassen
en de winsten vloeien in de kas der gemeente. Ik zou
het wenschelijk vinden dat die grond wordt overgeno
men tegen de waarde welke hij heeft op het oogenblik
van de overname. Het bouwbedrijf krijgt dan den grond
tegen de werkelijke waarde, die hij op het oogenblik van
overname heeft en het cultuurbedrijf heeft de winst.
De Voorzitter: Ik zou willen opmerken dat wij met de
begrooting bezig zijn en niet met de verordening en j
daarom zou ik willen voorstellen alleen de begrooting
en geen verordening, die aan de orde is geweest, te
behandelen. De heer De Boer heeft een positieve vraag
gesteld, maar de heer Botke is met grondtheorie bezig,
die zuiver bij de verordening thuisbehoort. Laat men
zich nu bij de begrooting houden.
De heer Beekhuis (wethouder): U heeft gelijk dat U
dit zegt, maar ik zou toch met een enkel woord willen
antwoorden, omdat ook naar mijn meening die verore-
ningswijziging van het grondbezit wel een beetje haas
tig de revue is gepasseerd. Ik zou in de eerste plaats
willen spreken over de kwestie van de boeking, wan
neer de taxatie van de bouwterreinen lager blijkt te
wezen dan de taxatie van vroeger. Ik geloof dat dit
geboekt moet worden door afboeking op de boekwaarde,
zooals die van de bouwterreinen in het bedrijf genoteerd
staan. De waarde van de verschillende perceelen wordt
in de boeken teruggebracht tot de waarde van taxatie.
Wat de bouwterreinen betreft, is door den heer De Boer
gevraagd: wanneer cultuurgronden gelegen zijn achter
de strook van bouwterreinen en zij worden na verloop
van eenigen tijd door uitbreiding van de stad voor
bouwterrein geschikt, hoe zal het daar dan mee gaan?
Wel dat gaat zoo. Die cultuurgronden worden dan door
een besluit van den Raad gebracht van cultuurgronden
naar de bouwterreingronden. Zij verhuizen van de eene
rubriek naar de andere. Men moet niet vergeten dat het
aan het oordeel van den Raad wordt onderworpen om
die gronden te verdeelen in cultuur- en bouwgronden.
Welke gronden de eerste 5 jaar aan de snee zullen ko
men, is een gissing, maar de Raad is daaraan niet ge
bonden; wanneer er aanvraag komt om een stuk grond,
dat geboekt staat als cultuurgrond, dan levert dat geen
bezwaar op, maar het moet afgeboekt worden van cul
tuurgronden en overgebracht naar bouwgronden en de
waarde zal moeten worden getaxeerd. Cultuurgronden
worden niet meer getaxeerd, omdat het geen beteekenis
meer heeft.
Ik meen hiermee de vragen van beide heeren eenigs-
zins te hebben beantwoord en zal nu geen tijd meer
vergen.
De algemeene beraadslagingen worden gesloten.
Wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling.
Aan de orde zijn de Raten.
Volgnos. 113 worden onveranderd vastgesteld.
Aan de orde zijn de Lasten.
Volgnos. 1433 worden onveranderd vastgesteld.
De geheele begrooting wordt onveranderd vastge
steld.
De heer M. Molenaar verzoekt aanteekening in de
notulen, dat hij geacht wil worden tegen de begrooting
te hebben gestemd.
Aan de orde is de ontwerp-begrooting van het
WONINGBEDRIJF.
De algemeene beraadslagingen worden geopend.
De heer IJ. de Vries: lk heb een vraag betreffende de
soliditeit van de 20 betonwoningen aan het Cambuur-
sterpad. Hoe voldoen ze in het gebruik? Er zijn een jaar
of 5 a 6 verloopen na den bouw. Toen heette het een
goedkoopere bouw te zijn en nu ben ik nieuwsgierig
hoe de proef uitgevallen is, of zij verder toegepast kan
worden en op de prijs van de woningen van invloed is.
De heer Fransen (wethouder)Ik heb niet gehoord
dat er meer onderhoud of gebreken aan die woningen
zijn dan aan andere. Ze staan nog maar kort. Wanneer
er nu al iets aan mankeerde dan was dat wat anders,
maar nu is er nog niets aan te vinden. Of het nu voor-
deeliger is om betonwoningen te bouwen, geloof ik niet;
toen misschien wel, omdat de steen toen verbazend duur
was, maar de prijs van de steen is op het oogenblik al
weer vrij wat omlaag. In verband met den bouw der 151
woningen, die binnenkort zullen worden aanbesteed, is
deze kwestie ook besproken, maar het maakt geen ver
schil van eenige beteekenis uit in prijs of men gewone
metselsteen dan wel beton gebruikt en voor het aanzien
der woningen hebben wij liever metselsteen.
De heer IJ. de Vries: Wij hebben eerst klachten ge
had dat de hoorigheid zoo groot was en dat men bij
het slaan van een spijker direct een gat had, waar een
man door kon
De heer K. de Boer: Kon de vrouw er niet door?
De heer IJ. de Vries: Dit was dus mijn nieuwsgierig
heid, maar ik hoor wel dat men het systeem niet verder
zal toepassen.
De algemeene beraadslagingen worden gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 7 December 1925. 351
Voortzetting der vergadering op Dinsdag 8 December 1925.
Wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling.
Aan de orde zijn de Baten.
Volgnos. 1—13 worden onveranderd vastgesteld.
Aan de orde zijn de Lasten.
Volgnos. 1431 worden onveranderd vastgesteld.
De geheele begrooting wordt onveranderd vastge
steld.
Aan de orde is de ontwerp-begrooting van de
GASFABRIEK.
De algemeene beraadslagingen worden geopend.
De heer K. de Boer: Er is dit jaar in de sectie ten
opzichte van de gasfabriek de vraag gesteld of Burge
meester en Wethouders in overweging zouden willen
nemen, evenals vorige jaren is gevraagd, om een andere
wijze van tarieven voor onze gasfabriek in te voeren.
Burgemeester en Wethouders hebben daarop geant
woord
,,Ten opzichte van de prijsverlaging van het gas
voor industrieele doeleinden zijn Burgemeester en
Wethouders in het bezit van het rapport van den di
recteur."
Dat antwoord is wel buitengewoon kort en ik zou
ook zeggen buitengewoon onbevredigend, want als
Burgemeester en Wethouders hier verklaren dat het
rapport bij den directeur is, dan weten we niet of het
er ooit vandaan zal komen. Het gaat in de eerste plaats
om de wetenschap wat er met dat rapport zal gebeuren,
hoe de zaak in den Raad zal worden gebracht.
Wij hebben nu in ons land gekregen een aantal
voorbeelden van differentieele tarieven in verschil
lende gemeenten, die buitengewoon goed werken.
Ik heb voor mij een voorbeeld van de wijze, waarop
b.v. in Amsterdam de gastarieven zijn ingericht. De ge
meente Amsterdam heeft, zooals men weet, een vast
rechttarief in het leven geroepen, als volgt ingericht.
Het zomerverbruik wordt vastgesteld. Hierbij wordt
gevoegd 12 f2 voor meerdere afname in den winter
tengevolge van de grootere koude. Bovendien wordt
toegevoegd 5 voor administratie en zoo komt men
tot een bedrag, berekend naar de zomerbasis voor het
geheele jaar. Wanneer men dan voor een huis een be
paald kwantum heeft vastgesteld, wordt voor dat kwan
tum 6 cent per M3. betaald. Dat tarief wordt ook ge
bruikt voor het muntgas op eenigszins andere wijze,
Wanneer door die gasverbruikers meerdere M3. worden
afgenomen, wordt hiervoor 5 cent per M3. betaald in
Amsterdam. De vraag kan worden gesteld hoe dat tarief
in Amsterdam heeft gewerkt. Men heeft dat over een
bepaalde wijk nagegaan en het resultaat was als volgt:
„Hoewel het vastrechttarief slechts één winter in
werking is geweest en de tweede winter nog voor de
deur staat, kunnen de resultaten niet anders dan zeer
goed genoemd worden. Bij een groote groep van 2700
abonné's over den gewonen meter bedroeg het ver
bruik in de wintermaanden 1923/1924 1,148,226 M3.,
in den winter 1924/1925, na het aangaan van een
vastrechtcontract, 2,111,707 M3., een vooruitgang dus
van 84 Voor een groep van 300 abonné's over
den muntmeter zijn die cijfers 59,911 M3. en 170,765
M3., zoodat bij hen een vooruitgang van 185 valt
te constateeren."
Men weet dat de tariefberekeningen van de Amster-
damsche gasfabriek, gelet op het batig saldo, gezien
kunnen worden. Wij kunnen dus vaststellen dat met het
tarief, dat met een goedkoop tarief van 6 cent als basis
van het vastrecht en 5 cent voor de meerdere M3., de
gasfabriek behoorlijk rendabel is en het gebruik, dat
de burgerij van het gas maakt, belangrijk is toegenomen.
Wij kunnen vaststellen dat de Amsterdamsche gasfa
briek, door op deze wijze haar tarieven in te richten,
een grooten dienst bewijst aan de inwoners en dat dit
wordt geapprecieerd, gezien de meerdere afname. De
vraag kan worden gesteld: wanneer Leeuwarden in die
zelfde richting te werk ging, zou dan ook de mogelijk
heid bestaan dat onze gasfabriek met grootere afname,
meer rendabel mocht blijken Ik heb aan de hand
van de winst- en verliesrekening uit het jaarverslag van
de Gasfabriek dezen zomer eenige vragen aan Burge
meester en Wethouders gesteld, ook die, hoe het met
de capaciteit onzer gasfabriek op het oogenblik gesteld
is en daarop kreeg ik tot antwoord, dat kan worden
aangenomen dat, in plaats van de 54 retorten die in
gebruik zijn, gemiddeld 72 in gebruik kunnen worden
genomen. Er zijn 90, maar 72 kunnen geregeld in ge
bruik zijn, zonder dat er gevaar voor het overschrijden
van de capaciteit bestaat. Wij kunnen ook bij onze gas
fabriek met een ander tarief de productie en distributie
belangrijk opvoeren als wij andere tarieven nemen,
kunnen wij een grooteren dienst aan de inwoners van
Leeuwarden bewijzen dan op het oogenblik. Het is niet
mijn bedoeling een bepaald voorstel te doen, dat aan
wijst in welke richting wij het tarief wenschen. Ik heb
dit gebruikt als illustratie en daarom zou ik op het oo
genblik, nu die zaak reeds 2 jaar bij Burgemeester en
Wethouders aanhangig is, dit voorstel willen indienen:
„Ondergeteekenden stellen U voor een speciaal
tarief in het leven te roepen voor levering van gas
voor ruimte-verwarming en industrieel gebruik en
daaromtrent met nadere voorstellen bij den Raad te
komen."
(De heer Tiemersma heeft dit voorstel mede onder
teekend).
Er wordt niet aangewezen in welke richting wij zouden
willen, dat Burgemeester en Wethouders met nadere
voorstellen komen. Het is zoo ruim mogelijk gesteld,
zoodat zij in elke richting daarmee kunnen komen. Ik
hoop dat dit voorstel door Burgemeester en Wethouders
in ernstige overweging zal worden genomen. Ik dank U.
De Voorzitter: Ik geloof niet, dat er eenig bezwaar
is om dit voorstel in handen van Burgemeester en Wet
houders te stellen om prae-advies.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De heer Van der Veen: In de sectievergadering is door
mij de vraag gesteld of Burgemeester en Wethouders
jaarlijks met de begrooting een lijst zouden willen over
leggen van het vaste personeel der gasfabriek. Nu zeg
gen Burgemeester en Wethouders in de Memorie van
Antwoord
„Indien verlangd zal een lijst van het vaste ambte
naren- en het vaste werkliedenpersoneel kunnen wor
den overgelegd."
Is het de bedoeling dat de Raad zich eerst hierover moet
uitspreken?
De Voorzitter: Indien meerderen het wenschen, is er
een kans te meer dat het gebeurt. Een lid wil dit, een
ander weer wat anders. Wanneer dit algemeen geappre
cieerd wordt, dan kan het wel gebeuren. Dit is de be
doeling van de Memorie van Antwoord.
De heer Van der Veen: Dan zou ik het voorstel willen
doen
„De Raad verzoekt Burgemeester en Wethouders
jaarlijks bij de bedrijfsbegrootingen der Gasfabriek en
van het Electriciteitbedrijf een lijst te voegen van het
vaste ambtenaren- en werkliedenpersoneel."
Ik heb het Electriciteitbedrijf er ook bij genoemd, omdat
dit er gelijkelijk voor in aanmerking komt.