358 Verslag van cle handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 7 December 1925. Voortzetting der vergadering op Woensdag 9 December 1925. hem is naar voren gebracht dat, trots de moeite die van de zijde van Burgemeester en Wethouders wordt ge daan om het verkeer te regelen, er altijd nog personen zijn die, als er zich geen agent bevindt op de verkeers punten, moedwillig een verkeerde richting houden. Spr. heeft dat met een voorbeeld in de sectie geïllustreerd en gezegd dat die personen maar eens tegen de lamp moeten loopen en dat hij hoopt dat het college dan ook streng tegen hen zal optreden. Spreker vindt het treurig dat, als Burgemeester en Wethouders zoo goed moge lijk trachten het verkeer in goede banen te leiden, er dan, vooral 's avonds, dingen gebeuren, zooals hij heeft meegemaakt. Als het verantwoordelijkheidsgevoel van dergelijke nienschen niet grooter is, dat zij altijd een agent naast zich moeten hebben, hoopt spreker dat, als zoo iemand tegen de lamp loopt, men ook streng tegen hem zal optreden. In dien zin heeft hij zich uitgelaten. De Voorzitter antwoordt dat dit strenge optreden dan natuurlijk moet zijn het opmaken van proces-verbaal; de straf is echter aan den rechter. Spreker kan dit wel verzekeren, dat de politie, als zij ziet dat het werkelijk met opzet gebeurt, ook altijd proces-verbaal opmaakt, maar dat, als zij begrijpt dat de overtreding eenigszins aan onkunde of aan toevallige omstandigheden ligt, zij wel iets door de vingers ziet. De heer Hooiring wil naar aanleiding van de opmer king van den heer K. de Boer meedeelen, dat deze vol komen gelijk heeft; in het rapport van den rapporteur van de betrokken sectie komt iets van die opmerking voor, maar het was den algemeenen rapporteur niet mogelijk daarvan iets op te nemen. Ook de heer B. Mo lenaar heeft volkomen gelijk dat hij het zoo heeft ge zegd. Spreker meende dit even te moeten zeggen, omdat de algemeene rapporteur afwezig is. De heer Cohen meent dat het ook mogelijk is dat het antwoord van Burgemeester en Wethouders bij volgno. 237 slaat op een vraag, door hem in de sectie gedaan, die we! is opgenomen, n.l. of er niet een klein beetje meer politietoezicht misschien dat de verordening iets kan worden gewijzigd kan worden gehouden bij de diensten, die op Zaterdagmorgen en andere feest dagen worden gehouden in de Israëlietische Kerk in de Sacramentstraat. Voor den dienst, die daar van 8.30 tot 10 uur plaats heeft, is het geschreeuw van venters, het kloppen van kleeden en het verkeer zeer lastig en hin derlijk. Spreker heeft in de sectie gevraagd of daarom trent niet rechtstreeks een vraag aan Burgemeester en Wethouders is gedaan door het kerkbestuur. Dat is niet opgenomen, maar aangezien een antwoord op spre kers verzoek wèl is opgenomen, schijnt het, dat het kerkbestuur niet bij Burgemeester en Wethouders is geweest. Spreker zou graag willen dat daar op Zater dagmorgen en feestdagen evenals dat gebeurt op Zondagmorgen voor andere gezindten niet gevent kan worden of dingen gebeuren, die hinderlijk zijn voor den dienst; met een beetje goeden wil is er ten behoeve van de godsdienstoefeningen toch wel wat op te vinden dat dit niet meer geschiedt. De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders willen dit verzoek graag tot zich nemen en met den Commis saris van Politie bespreken of die zaak niet met of zonder verordening te regelen is. De beraadslagingen worden gesloten. Volgnos. 236259 worden onveranderd vastgesteld. HOOFDSTUK IV. Volksgezondheid. De beraadslagingen worden geopend. De heer Van der Veen heeft in de sectie-vergadering de opmerking gemaakt of het niet daarheen kan worden geleid, dat het aantal dagen, waarop bezoeken in het Stads-Ziekenhuis kunnen worden toegestaan, wordt ver meerderd met een. Op het oogenblik is een bezoek tweemaal per week toegestaan. Spreker grondde zijn verzoek op het feit, dat aan andere ziekeninrichtingen het aantal dagen, waarop bezoek is toegestaan, veel grooter is, n.l. gedurende 6 dagen en dan drie maal per dag, dus in het geheel 18 keer per week. Spreker weet niet of op de twee dagen, dat bezoek is toegestaan aan het Stads-ziekenhuis, dat ook geldt voor meer dan een maal per dag; de wethouder zal daarop wel een nader antwoord willen geven, maar in ieder geval meent spr. dat het aantal dagen met een moet worden vermeer derd. Daarmee zou men al heel wat tegemoet komen aan de gezinsleden van de verpleegden. Spreker heeft hierbij ook nog een bemerking gemaakt omtrent het feit dat bij de voordeur van het Stads-zie kenhuis een bordje is getimmerd met het opschrift Boodschappen en bezoekers om den hoek. Als men nu die ingang over de binnenplaats neemt, vindt men daar een niet erg vriendelijke entrée voor de bezoekers, n.l. een brancard, linnenrekken, melkbussen, aschvaten, enz. Nu staat in het antwoord van Burgemeester en Wet houders dat die klacht niet van overdrijving is vrij te pleiten, doch als iemand onzer gasten ontvangt, laat hij die toch ook bij voorkeur niet binnen door de steeg of door de achterdeur, maar door de voordeur. Als het dus anders kan, zou spreker graag de toezegging heb ben dat men de bezoekers liever door de voordeur zal toelaten dan door de zijdeur en verder zou hij graag antwoord van Burgemeester en Wethouders willen heb ben of er door middel van overleg tusschen hen en de commissie van beheer geen verbetering in het aantal bezoekdagen kan komen. De heer Fransen (wethouder) antwoordt dat het juist is wat de heer Van der Veen heeft gezegd, dat bezoekers slechts twee maal in de week in het Stads ziekenhuis worden toegelaten, n.l. Woensdags- en Za terdagsmiddags. Men moet echter niet vergeten dat het in het Stads-ziekenhuis wat anders is als in de andere hospitalen, waar de patiënten in veel meer klassen worden verpleegd en dus ook meer op afzonderlijke kamers liggen. In het Stads-ziekenhuis, waar 10, 12 en meer patiënten op één kamer liggen, is het bezoek niet bijzonder aangenaam voor de patiënten, in dien zin, dat het vrij wat drukte geeft en vooral voor de patiën ten, die geen bezoek ontvangen, last veroorzaakt. Spr. heeft van de directrice gehoord dat na afloop van de bezoeken bijna zonder onderscheid de patiënten, of zij al of niet bezoek hebben gehad, verhooging van tem peratuur vertoorien. Burgemeester en Wethouders mee- nen daarom dat het niet in het belang van de patiënten is het aantal bezoekdagen uit te breiden, omdat dit wer kelijk hinderlijk is, in hoofdzaak doordat de nienschen liggen op gemeenschappelijke zalen. Bij ernstige zieken is het echter toegestaan alle dagen te komen en ook meermalen per dag en bij zeer ernstige patiënten is het toegestaan 's nachts te verblijven; er wordt dan een ruststoel ter beschikking van de bezoekers gesteld, om bij gevaar onmiddellijk aanwezig te zijn. Wat de entrée aangaat, de bezoekers van het Stads ziekenhuis komen zeer veel met de fiets en ook zeer veel met kinderwagens. Het vorig jaar is bij de voor deur een tochtportaal gemaakt de kamers van de di rectrice en van den dokter komen daarin uit omdat in het gure jaargetijde, waar de voordeur op het noorden uitkomt, veel wind en koude door huis gaat. Als men nu de personen met fietsen en kinderwagens bij de voordeur zou binnenlaten, zou men wel twee personen bij de tochtdeuren moeten houden, omdat anders de deuren er in een ommezien zeer slecht zouden uitzien. Het ziet er daar nu zeer netjes uit en de directrice is Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 7 December 1925. 359 Voortzetting der vergadering op Woensdag 9 December 1925. een kraakzindelijke vrouw, die alles graag netjes heeft, terwijl er achter, op de binnenplaats, gelegenheid is om de kinderwagens en fietsen te bergen. Op het oogen blik staan daar nog een brancard en enkele andere din gen, omdat het gebouwtje aan den overkant, dat vroe ger voor berging van die zaken door het ziekenhuis werd gebruikt, thans is verdwenen. Dat is echter iets, wat nu weer in orde zal komen door verbouw van het huis aan den overkant, dat van het Rijk is overgenomen. Er komt nog bij dat men daar achter onmiddellijk bij de trap is, die naar boven voert, terwijl alleen de kinder afdeling beneden achter is. Men moet het dus niet beschouwen alsof dit zoo wordt gedaan, omdat men de bezoekers als een soort minderwaardige nienschen beschouwt, maar omdat het voor de bezoekers zelf een gemak is, omdat zij daar hun fietsen en kinderwagens gemakkelijk kunnen stal len en zij die anders buiten de deur moeten laten staan. Het is dus in het belang van de bezoekers zelf. De heer Van der Veen komt uit het laatste deel van het antwoord van den wethouder nu te weten dat in ieder geval het beheer van het ziekenhuis bezig is, de entrée beter te maken en de verschillende dingen, die zich daar bevinden, op een andere plaats op te bergen. Wat betreft het eerste deel van wat de wethouder heeft betoogd, krijgt spreker nu inderdaad de zekerheid, dat het aantal keeren per dag, dat bezoeken mogen worden afgelegd, slechts één bedraagt. Dat steekt heel ongunstig af bij de andere ziekenhuizen; de verhouding van de bezoeken, die mogen worden afgelegd bij het Stads-ziekenhuis en bij de andere ziekenhuizen, is dus als 2 18. Nu is het wel waar dat men den indruk heeft gekregen van verhooging van temperatuur bij de patiënten na de bezoekuren, maar de voorstelling, die de wethouder geeft omtrent de ligging van de patiënten op verschillende kamers in andere inrichtingen, is toch niet juist. Dat mag voor sommige klassen zoo zijn, maar het meerendeel ligt daar toch ook op gemeenschappe lijke zalen. Spreker heeft gemeend dat het in het belang van de gezinsleden van de verpleegden zou zijn, wanneer het aantal bezoekuren werd uitgebreid en hij zou alsnog graag willen dat èn Burgemeester en Wethouders én de commissie van beheer er eens over zouden willen nadenken om hieraan tegemoet te komen. De heer Fransen (wethouder) heeft toch gezegd dat ernstige patiënten dagelijks en meermalen per dag mogen worden bezocht. Spreker wil echter graag toe zeggen dat hij in de eerstvolgende vergadering der commissie deze kwestie ter sprake zal brengen en dan het advies zal vragen van de commissie van beheer. De heer Dijkstra voelt iets voor de redeneering van den heer Van der Veen, maar meent toch dat men in het algemeen met bezoeken in een ziekenhuis voorzich tig moet wezen. Hij acht het noodig hier in het open baar te zeggen dat het publiek, dat die bezoeken aflegt, er zich rekening van moet geven dat het in een zieken zaal komt, want dat is juist de kwestie. Spreker is dit voorjaar zelf nog opgenomen geweest in het Diacones- senhuis en heeft daar meegemaakt hoe de bezoeken zijn, hoe de menschen klossen en leven maken. Men moet er rekening mee houden dat men in een ziekenhuis is. De beraadslagingen worden gesloten. Volgno. 260. Toelage aan de gezondheidscommissie f l.OOO.—. De beraadslagingen worden geopend. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi heeft gevraagd naar het bedrag voor de gezondheidscommissie, omdat het haar voorkomt dat het salaris, dat de secretaris van de commissie tot voorlichting bij de beroepskeuze krijgt, in het nadeel uitvalt bij het salaris van den secretaris van de gezondheidscommissie. Deze laatste ontvangt 800.en de secretaris van de commissie voor be roepskeuze 600.terwijl toch, naar spreeksters bescheiden meening, het werk aan het bureau voor be roepskeuze minstens zoo uitgebreid is als dat van de gezondheidscommissie. Het is waar dat spreekster niet wist dat 400. wordt betaald door het Rijk; dat zal hier wel in staan, maar zij heeft het niet onder de inkomsten kunnen vinden. De Voorzitter antwoordt dat Burgemeester en Wet houders, nu dit de kwestie is, het even zullen nazien, maar dat deze bedoeling, eerlijk gezegd, niet blijkt uit het sectieverslag, waarin staat ,,Een lid vraagt, of niet bezuinigd kan worden op de toelage van den secretaris der gezondheidscom missie," en waarop Burgemeester en Wethouders hebben geant woord „Vermoedelijk is aan het hier vragende lid niet be kend dat van rijkswege in het salaris van den secre taris der gezondheidscommissie 400.wordt bij gedragen; ook de gemeente betaalt in de wedde een gelijk bedrag." Uit de vraag meenden Burgemeester en Wethouders te moeten opmaken dat het hier gold een soort bezuini ging, die te verkrijgen was; de vergelijking met het sa laris van den secretaris van een andere commissie is in het verslag niet tot haar recht gekomen. Het betreft hier dus niet een kwestie van bezuiniging, maar een van ongelijke bezoldiging voor een even drukke betrek king. Spreker meent echter, als hij zich goed herinnert, dat het salaris van den secretaris der gezondheidscom missie bij Koninklijk besluit is vastgesteld. Dat zal nog even worden nagezien, maar hij meent het haast wel zeker. De heer Beekhuis wil, waar het blijkt te betreffen een vergelijking, niet spreken over de appreciatie van die vergelijking, maar hij wil wel dit zeggen, omdat thans in bespreking is de gezondheidscommissie en hij daar van jaren lang lid is geweest, dat het bedrag van 800.dat de secretaris krijgt, stellig niet te hoog is. De secretaris is iemand, die er buitengewoon veel werk van maakt en die uiterst nauwkeurig en zorgvuldig zijn taak opvat, zoodat het bedrag stellig niet te hoog is. Verder vraagt mevrouw Buisman nog waar de 400.-, die de commissie van het Rijk krijgt, geboekt staat. Ja, dat bedrag is in dezen post verwerkt, dat krijgt de ge zondheidscommissie rechtstreeks van het Rijk" dus dat komt in deze begrooting niet voor. De Voorzitter zegt nog toe dat mevrouw Buisman omtrent haar andere vraag straks zal worden ingelicht. Dat moet eerst even worden nagezien. De beraadslagingen worden gesloten. Volgno. 260 wordt onveranderd vastgesteld. Volgnos. 261271 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 272. Subsidie aan het bestuur van het Dia- conessenhuis te Leeuwardenf 3.000. De beraadslagingen worden geopend. De heer K. de Boer heeft in de pers gelezen dat bij een aanbesteding van het Diaconessenhuis de eisch is gesteld, dat alleen menschen van Protestantsche rich ting mochten inschrijven. Waar hier nu aan die instel- lig een subsidie wordt verleend uit de openbare kas,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1925 | | pagina 37