388 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 December 1925. dikwijls met den opzichter besproken, maar de werk lieden schijnen het maar niet te willen doen. Als de straat er uit is, wordt de grond omgewerkt en opge hoogd met wat zand, maar dan zakt de straat weer spoedig op dat losgewerkte deel. Wij zeggen: breng er zand in en maak den ondergrond niet los, maar dat is moeilijker, dan moeten zij er meer werk aan be steden De heer K. de Boer: Het gaat dus om het ineerwerk. De heer Fransen (wethouder): Neen, het gaat niet om het meerwerk, maar het is voor de werklieden niet zoo gemakkelijk, zij werken niet per meter doch meest in daghuur. Toen voor een paar jaar de aannemer de werklieden een gulden per uur wilde geven, om dan goed werk te maken, weigerden zij dat, maar hadden liever aangenomen of tariefwerk. Waarom begrijpt men nu zeker wel. De werklieden zijn zoo bang om voor den baas behoorlijk te moeten werken; als dat niet zoo was, werd het werk ook wel beter. De heer Visser heeft nog opgemerkt dat hij geen voorstander is van het systeem van aangenomen werk. Hij moet daar echter niet al te veel op afgeven, want als spreker zegt dat in den loop van dit jaar zijn aan besteed het nieuwe gebouw voor uitbreiding van de middelbare meisjesschool en het nieuwe aschland en dat men voor dit werk den hoed kan afnemen, omdat het er uitstekend uitziet, dan blijkt toch dat dit systeem nog zoo slecht niet is. De heer O. F. de Vries wil, mede namens den heer B. Molenaar het volgende voorstel indienen „Ondergeteekenden stellen voor, als proef voor het jaar 1926 het gewone onderhoud van de bestratingen in eigen beheer uit te voeren." Spreker heeft er expres geen bepaling in gezet omtrent het loon, omdat hij van meening is dat, wanneer dit voorstel wordt aangenomen, best kan worden volstaan met het loon van de hoogste klasse van werklieden in deze gemeente, die ook uit vaklieden bestaat. Spreker gelooft zeer zeker dat men voor dit loon wel goede werklieden kan krijgen, als de menschen eenige zeker heid hebben, dat zij een bepaalden termijn werk zullen hebben en niet te kampen zullen krijgen met werkloos heid. Spreker meent dus dat los van de argumenten, die de heer Fransen heeft aangevoerd, n.l. dat de Bond 25 meer loon vraagt dan dat in de hoogste loon- klasse, de gemeente moet overgaan tot uitvoering in eigen beheer en spreker is van meening dat daarbij best kan worden volstaan met het loon van een vakman, zooals dat bij verordening is geregeld. Den heer Visser voelt de zaak zoo aan, dat wij hier zitten voor twee moeilijkheden. Hij wil precies zijn meening zeggen; hij voelt niet veel voor het adres, dat een zekere terreur is van de straatmakers, maar ook voelt hij niet veel voor het volgen van het bestaande systeem. Spreker heeft niet gezegd dat wij ons moesten losmaken van het adres, maar hij heeft het college in overweging willen geven of voor het tegenwoordige niet een ander systeem in de plaats is te stellen, of het niet mogelijk is 5 of 6 menschen als bekwaam straat maker in gemeentedienst aan te stellen, zooals dat b.v. ook bij de Reiniging en bij de Gasfabriek gebeurt. Spreker voelt er, eerlijk gezegd, ook even min voor dat de Straatnrakersbond hier zeggenschap zal hebben en de lakens zal uitdeelen. Zooals hem de zaak aanvoelt, zitten wij hier voor twee moeilijkheden; aan den eenen kant om zich van het bestaande systeem los te maken, wat spreker persoonlijk gaarne zou willen en aan den anderen kant, om zich daarbij niet aan banden te leggen van den Straatmakersbond. Sprekers voorstel is dit kunnen wij niet besluiten dat een 5-tal menschen ge woon in gemeentedienst worden aangesteld Als zij hun werk niet goed doen, gaan zij er weer uit; spreker is ook van meening dat wij niet altijd moeten zwichten voor den Straatmakersbond. De Voorzitter wil opmerken dat het schriftelijk voor stel van den heer O. de Vries, waarvan spreker lecture doet, absoluut niet dekt het voorstel, dat de heer De Vries mondeling heeft gedaan. Men moet toch niet ge- looven dat 5 straatmakers het gemeentelijk straatwerk in 1926 kunnen uitvoeren; men zal daar op een gegeven moment, als men 200 M. sleuf open heeft, die nog voor den avond dicht moet, misschien wel een 20 man aan moeten zetten. De heer De Vries heeft gezegd dat 5 straatmakers moeten worden aangesteld, die kunnen worden gebruikt voor het onderhoudswerk, maar dat voorstel wordt niet gedekt door hetgeen hij schriftelijk voorstelt het gemeentelijk straatwerk uit te voeren in eigen beheer. Spreker wil vragen hoe het technisch mogelijk zal zijn -de heer De Vries zal er toch ook wel iets van weten om met 4 of 5 straatmakers op een gegeven moment het werk klaar te krijgen. Als de heer De Vries daarop een antwoord zal geven, ver moedt spreker dat ook hij zal zeggen dat het niet is te doen. Spreker wil dus beweren dat het mondelinge voorstel van den heer De Vries niet hetzelfde is als het systeem, dat hij in zijn schriftelijk voorstel wenscht, omdat dit laatste veel en vee! verder gaat. De heer De Vries is begonnen met de zaak geleidelijk bij den Raad aan te prijzen, maar hij heeft in zijn schriftelijk voorstel niet gesproken van 5 menschen. Dat voorstel bedoelt het straatwerk uit te voeren in eigen beheer en daar tegen hebben Burgemeester en Wethouders zich gekant. De heer O. F. de Vries merkt op dat hij toevallig zijn voorstel heeft afgeschreven van de redactie, zooals die op de agenda is omschreven. De bedoeling is, practisch gesproken, om het gewone onderhoud van de bestra tingen, de ophoogingen, enz., in eigen beheer te nemen met 4 of 5 menschen. Dit aantal is door spreker zelf genoemd en dat is ook nu nog zijn bedoeling; hij wil zijn voorstel wel in dien zin wijzigen. Zijn bedoeling is om zuiver het onderhoudswerk in eigen beheer te nemen. De Voorzitter: Dus het is niet Uw bedoeling, zooals die van den heer H. de Boer, dat in de eerste plaats het sleufwerk er onder zal vallen De heer O. F. de Vries ja. De Voorzitter: Is dat dan ook onderhoudswerk De heer O. F. de Vries: Zoo gebeurt het met den aannemer ook. Deze heeft dikwijls ook niet voldoende menschen in 't werk. Als men 4 of 5 K.M. sleuf moet dichtmaken als gevolg van het leggen van kabels of leidingen door een of ander bedrijf, moet de aannemer er ook losse menschen bij aannemen; dat zal dus door de gemeente ook best kunnen gebeuren. De heer IJ. de Vries meent dat de zaak nu zoo lang zamerhand ingewikkeld begint te worden. Toen spreker de verdediging van wethouder De Boer, die hem heeft gefrappeerd, heeft gehoord, is er een oogenblik geweest dat hij heeft gedacht: ik weet het nog niet; hier worden Hilversum en andere plaatsen aangehaald, waar het juist ging over nieuw werk, over het aanleggen van nieuwe straten en daarvan wordt gezegd dat nieuw werk eerst in aanleg duurder is, maar later veel goed- kooper De heer H. de Boer (wethouder) Eigen beheer Over nieuw werk is niet gesproken. De heer IJ. de Vrieszoodat, als het hier te doen was om het belang van Leeuwarden, ik er in zou kunnen meegaan om vaste straatmakers aan te stellen. Maar Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 December 1925. 389 als het is te doen om het belang van de straatmakers en dien indruk krijg ik n.l. om hier eerst enkele straatmakers aan te stellen en dan meerdere, dan denk ik aan de instelling van het gezantschap bij den Paus en dan ga ik er niet in mee. Ja, ik wilde die uitdrukking hier ook even gebruiken De Voorzitter: Nu krijgen wij den Bartholomëusnacht zeker ook nog weer De heer IJ. de Vries: Neen daar heb ik nooit over gesproken en daar zal ik niet over spreken. Ik heb dit enkel als een waarschuwend voorbeeld willen noemen; er wordt hier op het oogenblik heel mooi gesproken voor een bepaald systeem, maar het gevolg zal zijn dat wij hier eerst krijgen 5 straatmakers, het volgend jaar 10 en dat wij hier ten slotte krijgen een vast De heer K. de Boer: Gezantschap De heer IJ. de Vries straatmakerscorps. Nu een technische vraag: wat is het beste voor Leeu warden Als het in het belang van Leeuwarden was en men niet in de eerste plaats dacht aan dit mooie schrijven, ais er goed werk zou worden gemaakt, waar bij de straten eerst goed zouden worden gelegd en ook de sleuven goed zullen worden gemaakt, dan zou dat beter zijn dan het maken van nieuw werk, waarover de heer Visser sprak met betrekking tot bestrating bij de Ambachtsschool, die geheel is bedorven. Maar wanneer men hier geleidelijk weg eerst 5 menschen wil aanstellen en dan nog eens 5, om zoo te komen tot een nieuw gemeentebedrijf, dan dankt spreker daarvoor en hij gaat dan ook op het oogenblik mee met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter merkt op dat door den heer H. de Boer dit is gezegd: aanleg in eigen beheer is duurder, echter op den duur voordeeliger. De heer H. de Boer (wethouder) zal er niet verder op ingaan; uit hetgeen de Burgemeester heeft gezegd blijkt wel dat met de uitdrukking, die spreker heeft ge bezigd, hij, zooals hij zoopas ook heeft gezegd, niet over het soort werk heeft gesproken. Spreker wil nu nog even terug komen op hetgeen hier door den heer IJ. de Vries en ook door enkele anderen naar voren is gebracht, n.l. alsof hier eigenlijk op een klein beetje minder openlijke wijze getracht zou worden iets in te voeren. Spreker komt daar ten sterkste tegen op. Maar als deze proef goed zou voldoen en zou blijken dat het werk goed werd uitgevoerd, beter dan tot nog toe, dan vraagt spreker den heer IJ. de Vries op den man af: als dat straks blijkt, is U er dan voor, als U er wel voor zou wezen om 5 man aan te nemen, om dan 10 man aan te stellen als dat noodig is? Dan zal de heer IJ. de Vries natuurlijk consequent moeten wezen en ja moeten zeggen. Hen hangt hier niet af van het aanstel len van 5 of 10 menschen, maar het hangt hier af van het resultaat van een dergelijke proef. Wat de heer De Vries bij anderen veronderstelt, laat spreker aan hem zelf over, maar het valt spreker in den heer De Vries tegen, dat deze niet logischer heeft gedacht. Spreker en partijgenooten zeggen: laten wij beginnen met een proef te nemen met 5 menschen en dan kunnen wij afwachten. Als het goed gaat, zullen er mogelijk later 10 noodig zijn, maar dat zullen wij in de toekomst moeten zien. Het gaat op het oogenblik niet aan dat de heer IJ. de Vries anderen iets in de schoenen schuift, als hij het recht niet heeft dat te doen. De heer IJ. de Vries merkt op dat de heer De Boer zegt dat spreker iogisch moet redeneeren en logisch moet denken, maar spreker meent dat hij mocht veron derstellen dat de heer De Boer dan eerst zelf logisch zou hebben gedacht. Want als men een proef wil nemen, kan men die proef nemen, zonder werklieden in gemeen tedienst te nemen, door het geheele werk uit te beste den aan de werklieden, zonder tusschenkomst van een aannemer De heer H. de Boer (wethouder)U snapt er niets van; dat is nog veel onlogischer. De heer IJ. de Vries maar het aanstellen tot gemeentewerkman, met als gevolg daarvan pensionnee- ring wat de bedoeling is is niet noodig om een proef te nemen. En als spreker dan hoort wat de wet houder zegt, dat verleden jaar reeds eenigszins op die wijze aan Oldegalileën is gewerkt en dat dit mislukt is, is dat nu feitelijk niet meer noodig. Spreker wil echter laten zien dat hij wel logisch wil redeneeren; hij heeft er geen bezwaar tegen om die menschen 10 weken lang in dienst der gemeente te laten werken, om dan te zien wat en hoe zij het werk uitvoeren, maar hij wil hen niet in vast gemeenteverband brengen. Maar de bedoeling van den heer De Boer is om de menschen in vasten gemeentedienst te brengen en te houden en hij laat het logische daarvan niet zoo veel naar voren komen. De heer Beekhuis (wethouder) zou één opmerking willen maken. Het verwondert hem dat de zaak van de financieele zijde in het geheel niet in bespreking is ge weest. Hij wil er op wijzen dat voor 2 jaar door den heer Fransen is berekend dat eigen beheer de gemeente 30.000.meer zou kosten. Die kosten dienen ook in oogenschouw te worden genomen en spreker wou alleen daarvoor even waarschuwen. De Voorzitter zou eerst in stemming willen brengen het adres van den Straatmakersbond, als gevolg waar van al het straatwerk in eigen beheer zou worden uit gevoerd. De heer Dijkstra: Ik zou nog even willen reageeeren op de uiting, die de wethouder van Financiën hier maar zoo in den Raad gooit. Misschien was dat niet zoo zijn bedoeling U hebt misschien geen bezwaar dat ik even doorga maar de wethouder zegt dat men wel om de financiën moet denken. Dat slaat dan op het voorstel dat wij verdedigen en de redenatie van den wethouder komt dan hier op neer, dat dit 30.000. meer zou kosten. Dat cijfer slaat echter niet op een proef met 5 man, maar op datgene, waarop de Bond het heeft voorzien. De heer Fransen (wethouder)Neen, het slaat op het geheele eigen beheer. De heer Dijkstra: Dat hebben wij niet verdedigd, dat is hier niet naar voren gebracht. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met 14 tegen 11 stemmen aangenomen. Vóór stemmen de heeren Scheltema, Koopmans, Wölcken, Oosterhoff, Hofstra, Van der Schoot, Westra, Posthuma, Visser, IJ. de Vries, Weima, Beekhuis, Lau- tenbach en Fransen. Tegen stemmen: de heeren O. F. de Vries, K. de Boer, M. Molenaar, H. de Boer, Van der Veen, Botke, Hooi- ring, Muller, Tiemersma, B. Molenaar en Dijkstra. De Voorzitter wil nu in stemming brengen het voorstel van de heeren O. F. de Vries en B. Molenaar. Spreker weet niet of de heeren het allen goed hebben begrepen dat dit een ander voorstel is als dat van den Straatma kersbond, waarin werd gevraagd alles in eigen beheer uit te voeren en waarin verschillende voorwaarden wa-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1925 | | pagina 8