50 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 Maart 1926. De heeren L. van der Meij en G. Dijkstra, alhier, hebben zich bij adres d.d. 12 Maart 1926 en onder overlegging der vereischte stukken tot den Gemeente raad gewend, met verzoek hun vergunning te verleenen tot het aanleggen van een straat met rioleering ten noorden van den Harlingerstraatweg, in het verlengde van de Engelsche straat. De ontworpen straat, welke geprojecteerd is in overeenstemming met het voorloo- pig vastgestelde uitbreidingsplan, zal worden aangelegd op de kadastrale perceelen sectie D nos. 1957 en 1992, tot aan de zuidzijde van het perceel sectie D no. 1006, zooals op de overgelegde teekening is aangegeven. De in de bestrating vallende slooten zullen worden gedempt. Voor het dempen van de sloot tusschen den Harlingerstraatweg en het voor straataanleg bestemde gedeelte der terreinen van adressanten, is vergunning van den Gemeenteraad noodig, welke tevens in het adres wordt gevraagd. De ontworpen straat zal, wat hare afmetingen betreft, behooren tot die der eerste klasse en moet voorts wor den beschouwd als een straat in het rechtstreeksch be lang van het algemeen verkeer. Bij de overdracht dier straat in eigendom aan de gemeente is, volgens de bepa lingen der Bouwverordening, door de concessionarissen geen bijdrage verschuldigd in de kosten van het voort durend onderhoud, doch behoeven alleen te worden betaald de kosten van het van gemeentewege op den straataanleg gehouden toezicht ten bedrage van 0.27 per M2. overgedragen straat (rijweg en trottoir). Onzerzijds bestaan tegen dezen straataanleg geen bezwaren. Uit het overgelegde bestek blijkt dat de trot toirs zullen worden bekleed met basaltinetegels, terwijl de trottoirbanden zullen worden vervaardigd van gra niet of hardsteen. Hoewel het zevende lid van art. 4 der Bouwverordening als bekleeding van trottoirs Friesche bakklinkers en voor trottoirafsluiting rollagen van klinkertmop of waalstraatklinkers voorschrijft, komt ons het gebruik van eerstgenoemd materiaal, dat tegen woordig meest gebezigd wordt, raadzaam voor. Van gemelde bepaling zal derhalve dienen te worden afge weken, waartoe aan Burgemeester en Wethouders bij het laatste lid van genoemd artikel de bevoegdheid is gegeven. De rooilijnen voor de aan de ontworpen straat te stichten gebouwen zijn reeds vastgesteld bij raadsbe sluit van den 26 Januari 1926, no. 21R13 De Commissie voor de Openbare Werken kan zich blijkens haar rapport met den voorgenomen straataanleg vereenigen. Wij hebben derhalve de eer U voor te stellen te be sluiten aan adressanten de gevraagde vergunning tot straat- en rioolaanleg en tot slootdemping te verleenen en daartoe vast te stellen het hierna afgedrukte ontwerp. ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden; gelezen het adres d.d. 12 Maart 1926 van L. van der Meij en G. Dijkstra te Leeuwarden, waarbij onder over legging van de vereischte stukken vergunning wordt gevraagd a. tot straat- en rioolaanleg op de kadastrale per ceelen in sectie D nos. 1957 en 1992, ten noorden van den Harlingerstraatweg in het verlengde van de En gelsche straat, overeenkomstig het bij het adres over gelegde bestek en teekening; b. tot demping van de sloot tusschen den Harlinger straatweg en het voor straataanleg bestemde gedeelte der terreinen van de adressanten; gelet op het voorstel van Burgemeester en Wethou ders; besluit I. te verklaren dat de ontworpen straat is een straat in het rechtstreeksch belang van het algemeen verkeer; II. de gevraagde vergunning tot straat- en riool aanleg te verleenen onder de volgende voorwaarden 1. de straat wordt wat hare afmetingen, richting en hoogteligging, helling en doorsnede der riolen met put ten enz. betreft, aangelegd overeenkomstig de aandui ding op het bij dit besluit behoorende bestek en tee kening, voorzoover deswege door Burgemeester en Wethouders geen nadere voorschriften worden gegeven, terwijl zij wat hare afmetingen betreft en voor de toe passing van art. 6 der Bouwverordening wordt gerang schikt in de eerste klasse; 2. de straataanleg moet zonder onderbreking worden uitgevoerd en vóór 17 Mei 1926 voltooit) zijn, waarna onmiddellijk de straat de uitmeting, overdracht, over schrijving, de levering van een notarieel afschrift ten behoeve van het gemeente-archief enz. voor rekening van adressanten in eigendom aan de gemeente zal worden overgedragen onder bijbetaling vóór den 17 Juni 1926 van de bij de Bouwverordening bepaalde kosten van het van gemeentewege te houden toezicht op den aanleg der straat, tot een bedrag van 0.27 per M2. overgedragen straat, volgens door den direc teur der gemeentewerken te verstrekken opgave na ge dane opmeting, zullende pas na de voltooiing van den straataanleg met inbegrip der na te noemen slootdemping en na de betaling der bovenbedoelde kosten van toezicht de aan de straat gestichte gebou wen in gebruik mogen worden genomen op straffe als bij de Bouwverordening is bepaald; 3. de in de bestrating vallende slooten worden ge dempt op de wijze zooals in het bij dit besluit behoo rende bestek en teekening is aangegeven; 4. op de tusschen rooilijn en weg gelegen ruimte mogen, behoudens het bepaalde bij de Bouwverorde ning, zonder vergunning van Burgemeester en Wethou ders geen getimmerten van welken aard ook worden opgericht; 5. de eventueel door Burgemeester en Wethouders nader vast te stellen voorschriften inzake de hoogte, helling en verderen aanleg der straat, de aansluiting aan bestaande straten, doorsnede der riolen, aantal der putten en kolken en dergelijke moeten worden nage komen; III. aan adressanten vergunning te verleenen tot demping van het gedeelte sloot tusschen den Harlinger straatweg en het voor straat bestemde terrein van adressanten, onder nader door Burgemeester en Wet houders te stellen voorwaarden. De beraadslagingen worden geopend. De heer O. F. de Vries wou een enkele inlichting vragen. Zooals de vergunning er nu ligt, komt het zoo, dat de straat niet geheel wordt doorgetrokken, eigenlijk maar slechts tot de helft. Nu meent spreker dat het achtergelegen terrein, dat ligt tusschen de straat, die nu zal worden aangelegd en het terrein van Volkshuis vesting, dat nu eigendom is van de gemeente, ook be hoort aan een van de aanvragers van deze vergunning. Spreker zou er nu op willen aandringen of het niet mogelijk is dat deze straat meteen wordt doorgetrokken, dat is toch ook van groot belang, omdat dan de kinde ren van den kant van den Marssumerstraatweg vlugger de nieuwe school zullen kunnen bereiken. Mogelijk is men al in onderhandeling met den eigenaar om de straat in haar geheel aangelegd te krijgen en haar ineens door te trekken tot de Merelstraat De heer Oosterhoff wil alleen een vraag stellen. Het is hem bekend, dat een deel van de landerijen tusschen den Marssumer- en den Stienserstraatweg liggen in een waterschap. Hij zou nu willen vragen of het dempen van de slooten ook moeite zal veroorzaken, of daarbij ook met de afwatering van de landerijen wordt rekening gehouden, of daar ook maatregelen tegen zijn genomen Verslag van de handelingen van den of dat Burgemeester en Wethouders dat niet noodig hebben geacht. De heer Fransen (wethouder) kan den heer De Vries antwoorden dat een van de beide adressanten, aan wien het achtergelegen terrein behoort, kort geleden bij spi js geweest om inlichtingen te vragen, ten einde ook dat terrein in exploitatie te brengen en de straat door te trekken. Spreker weet dat er reeds voorloopige teeke- ningen worden klaargemaakt door den architect van den heer Dijkstra in verband met het voorloopig uitbrei dingsplan en hij verwacht dan ook dat de straat spoedig zal worden doorgetrokken tot de Merelstraat. De heer Oosterhoff vraagt of er geen moeilijkheden zullen komen met het waterschap. Daaromtrent zullen de eigenaren zich wel met het waterschap verstaan, omtrent het aanbrengen van duikers, enz. Spreker weet niet in hoeverre dit terrein tot het waterschap behoort hij weet zelfs niet of het er in ligt. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 8 (Agenda no. 9). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhuring van de gebouwen van het voormalig dakloozentehuis met omgevend terrein aan den Groningerstraatweg acn de afd. Leeuwarden van de Arbeiders Jeugd Centrale. Dit voorstel luidt als volgt Door de afdeeling Leeuwarden van de Arbeiders Jeugd Centrale (A. J. C.) werd bij schrijven van 13 Maart j.l. aan ons college gevraagd of en zoo ja. onder welke voorwaarden zij van de gemeente zou kunnen huren het voormalige dakloozentehuis (,,de Philantroop") aan den Groningerstraatweg. Genoemde organisatie is, blijkens het schrijven, bereid het gebouw zoowel van buiten als van binnen op hare kosten in orde te maken, indien daartegenover de huurtijd op ten minste tien jaren kan worden gesteld. Wij hebben door den administrateur van het gemeen telijk woningbedrijf een onderzoek laten instellen naar den staat waarin het gebouw zich bevindt. Uit diens rapport blijkt dat het gebouw in een zeer desolaten toestand verkeert: de ruiten zijn zoo goed als alle stuk geslagen, de muren zijn beschadigd, de paneelen in de deuren vernield, terwijl zelfs het zink van het dak is gesneden. Om het gebouw in een eenigszins behoor lijken staat te brengen, zal naar schatting van den technischen ambtenaar een bedrag van 2500.noodig zijn. Wij meenen dat de gemeente een dergelijke som hieraan niet ten koste kan leggen, omdat het de vraag zou zijn of, zelfs na grondige herstelling, verhuring mogelijk zou blijken. Nu dan ook de afdeeling van de Arbeiders Jeugd Centrale aanbiedt om het gebouw op hare kosten te restaureeren en daarbij alleen als voorwaarde stelt dal zij zeker moet zijn van een tenminste tienjarig gebruik, komt het ons voor dat op dit aanbod moet worden ingegaan. De herstelling van het gebouw met aanhoorigheden zal ten genoegen van Burgemeester en Wethouders onder toezicht van de gemeente moeten geschieden, waardoor de zekerheid bestaat dat aanpassing aan de omgeving zal worden verkregen. Tegen verhuring voor een termijn van 10 jaar bestaat dan onzerzijds geen bezwaar. Alleen zal moeten worden voorbehouden het recht der gemeente om zoo noodig een deel van den bijbehoorenden grond (de meest westelijk gelegen punt) aan de huur te onttrekken indien dat noodig mocht zijn om tot verbreeding van den weg te kunnen overgaan. van Leeuwarden van Dinsdag 23 Maart 1926. 51 De huurprijs zou, in verband met het vorenstaande, o. i. op 160.per jaar gesteld kunnen worden. Wij hebben derhalve de eer U voor te stellen te besluiten aan de afdeeling Leeuwarden van de Arbeiders Jeugd Centrale voor den tijd van tien achtereenvolgende jaren, ingaande 1 April 1926, te verhuren het voormalige dak loozentehuis (,,de Philantroop"), met bijbehoorend erf, aan den Groningerstraatweg, kadastraal bekend in sectie F no. 2713, voor een som van een honderd zestig gulden 160.per jaar, onder de volgende voor waarden 1. de huurster zal het gebouw en de aanhoorigheden op hare kosten herstellen ten genoegen van Burge meester en Wethouders, zijnde onder deze herstelling cok begrepen het uitdiepen van de om het terrein gele gen slooten en het maken van nieuwe afsluitbare toe gangen; 2. het gehuurde moet op kosten van de huurster in goeden staat worden onderhouden ten genoegen van Burgemeester en Wethouders; 3. de grondbelasting en de kosten van assurantie komen voor rekening van de gemeente; 4. de gemeente heeft het recht te allen tijde een ge deelte van den bijbehoorenden grond uit de huur te nemen, indien dit noodig mocht zijn om tot verbreeding van den weg te kunnen overgaan, zonder dat deswege door de huurstei aanspraak op huurvermindering kan worden gemaakt, en voorts onder de voorwaarden die Burgemeester en Wethouders in het belang der gemeente noodig zullen voorkomen. De Voorzitter zegt dat Burgemeester en Wethouders dit voorstel nog wenschen aan te vullen in den volgenden geest. Het is n.I. gebleken, wat Burgemeester en Wet houders niet bekend was, toen zij het punt in behan deling hadden dit is ook vrij vlug gegaan maar pas na afhandeling, toen het stuk al bij de leden van den Raad rond was, dat voor dit terrein door de ge meente nog moet worden betaald 100.aan grond rente. Daarmee hebben Burgemeester en Wethouders bij het doen van hun voorstel geen rekening gehouden, dat was in de vergadering van Burgemeester en Wet houders niet bekend, want anders hadden zij hun voor stel zoo niet gedaan. Zij meenen dat het eigenlijk al een zeer geringe huur is, die de gemeente ten goede zal komen, omdat van het huurbedrag bovendien ook nog afgaat de kosten van grondbelasting en assurantie, die de gemeente op zich heeft genomen. Zoodoende is er op gerekend dat door de gemeente ongeveer 100.— netto hiervan zou gemaakt worden. Zou daarvan nu echter ook nog de grondrente moeten worden betaald, dan zou de gemeente heelemaal niets ontvangen. De meerderheid van Burgemeester en Wethouders stelt zich nu op het standpunt dat de 100.netto ont vangst voor de gemeente moet blijven, waarom het voorstel als volgt moet worden aangevuld, dat even tueel boven de huur zal moeten worden betaald de grondrente, die op het perceel ligt. De beraadslagingen worden geopend. De heer Visser kan betrekkelijk, na hetgeen de Voor zitter heeft gezegd, zeer waarschijnlijk wel met dit voorstel meegaan, maar hij gelooft niet dat dit een de gelijke handelstransactie voor de gemeente is. Als hij het cijfermateriaal voor zich neemt, blijkt hem, dat wordt verondersteld dat het in orde maken van het pand 2500.moet kosten. Nu zou men de zaak ook zoo kunnen berekenen, dat dit eigenlijk een soort huur is, die door de Jeugdcentrale wordt besteed voor verbe tering van het gebouw. Dit, gerekend over 10 jaar, maakt per jaar een bedrag van 250.aan huur, waarbij komt het huurcijfer van 160.dat de ge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1926 | | pagina 4