VeigaMg van Dinsdag 25 Mei 192S. 76 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Mei 1926. nadat hij van het raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht kennis heeft bekomen, een bedrag van 515.ten kantore van het gemeentelijk grondbedrijf als waarborg voor de nakoming der voorwaarden, welk bedrag hem, na voldoening daaraan, op aanvrage zal worden terug gegeven; 3. de rooiïng voor de bebouwing zal nader door den dienst der gemeentewerken worden aangegeven; 4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag be bouwing door derden niet plaats hebben; 5. overigens zijn van toepassing voor zoover mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouw terreinen gelegen tusschen Oostersingel en Cambuur- sterpad en toebehoorende aan de gemeente Leeuwarden. 4 (Agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan A. van den Roven te verhuren het perceel Turfmarkt no. 6. Dit voorstel luidt als volgt Van A. van den Hoven, alhier, ontvingen wij het verzoek hem opnieuw op de bestaande voorwaarden te verhuren het perceel Turfmarkt no. 6, zoo mogelijk echter met eenige vermindering van den huurprijs. De administrateur van het gemeentelijk woningbedrijf is, blijkens zijn advies van den 23 April 1.1., van oordeel dat van huurverlaging geen sprake kan zijn, omdat destijds bij de openbare verhuring van dit pand van den Hoven zelfs niet de hoogste bieder was. Intusschen heeft deze eene verklaring ingezonden, hierbij overge legd, dat hij het pand voor den huurprijs van 2009. per jaar, waarvoor hij in 1923 bij de openbare verhuring inschreef, en waarvoor het hem bij Uw besluit van den 24 April 1923 no. 112r/68 ondershands in huur werd afgestaan voor den tijd van drie jaren, opnieuw wenscht in te huren. Wij geven U daarom in overweging te besluiten het gebouw Turfmarkt no. 6, autogarage enz., kadastraal bekend sectie B no. 2470, groot 3.85 Are, voor het tijdvak van 12 Mei 1926 tot 12 Mei 1929 te verhuren aan A. van den Hoven, alhier, voor den prijs van Twee duizend negen gulden (f 2009.per jaar, onder de voorwaarden van het thans loopende huur contract. 5 Agenda no. 6). Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van P. J. Talsma om hem ontheffing te verleenen van de verplichting tot den aanleg van een straat van den Weg Achter de Hoven tot aan zijne fabriek aldaar. Dit prae-advies luidt als volgt In Uwe vergadering van den 13 April 1.1. werd in onze handen om prae-advies gesteld een adres d.d. 30 Maart 1926 van P. J. Talsma, fabrikant van kunst hoorn, alhier, die daarbij verzoekt hem ontheffing te verleenen van de verplichting tot den aanleg van een straat van den weg Achter de Hoven tot aan zijne fa briek aldaar, plaatselijk gekwoteerd no. 116fr/s. Op een adres van gelijke strekking, den 10 Maart 1921 inge diend, werd den 12 April d.a.v. aldus beslist, dat de termijn van 1 Januari 1922, genoemd in het raadsbesluit van 27 Februari 1917 no. 77r/55, binnen welken de straataanleg moest zijn voltooid, werd verlengd tot 1 Januari 1927, met dien verstande, dat als de omstan digheden er naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders toe liggen, de aanleg overeenkomstig het aangehaalde raadsbesluit te allen tijde door hen kan worden geëischt. In den stand dezer aangelegenheid is sedert Uw be sluit geene wijziging gekomen; wij kunnen dus voor de motieven verwijzen naar die, welke in het prae-advies van 1921 zijn opgenomen. Ook thans bestaat bij ons geen bezwaar den termijn opnieuw met 5 jaar te ver lengen, indien bij Uw besluit het voorbehoud wordt ge maakt als boven aangegeven. Wij stellen U dus voor te besluiten voor den bedoelden straataanleg den termijn van vol tooiing, bij raadsbesluit van 27 Februari 1917 no. 77R/55 gesteld op 1 Januari 1922 en bij raadsbesluit van 12 April 1921 no. 151 r/75 verlengd tot 1 Januari 1927, wederom met 5 jaren, alzoo tot 1 Januari 1932, te verlengen, met bepaling, dat, indien de omstandig heden, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethou ders, daartoe leiden, die aanleg, met inachtneming der voorwaarden van het eerstgenoemde besluit, te allen tijde door hen kan worden geëischt. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou ders sub 15 (agenda sub 26). 6' (Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van verordeningen tot heffing en op de invordering van eene belasting naar het inkomen bijlage no. 11). De Voorzitter wil, alvorens de beraadslagingen te openen, even mededeelen dat het officieele bericht, dat aan de gemeente de heffing door eigen administratie is toegestaan, nog niet is ingekomen, zoodat in zooverre het in den Raad brengen van dit voorstel tot vaststelling der verordeningen eenigszins praematuur is. Van de zijde van het Departement is echter op hun telefonische verzoeken aan Burgemeester en Wethouders uitdrukke lijk meegedeeld, dat er geen bezwaar is om aan deze zaak door te werken. Dat kon geschieden voor zoover het niet officieele zaken betreft, zooals het drukken van beschrijvingsbiljetten enz., maar wat de officieele be treft, kunnen Burgemeester en Wethouders niet door gaan, alvorens het bericht is ontvangen. Daartoe be hoort ook het vaststellen van de verordeningen en waar dit nu toch wel eenige haast heeft, hebben Burgemees ter en Wethouders gemeend deze maar te moeten aan bieden, ondanks het feit dat het officieel bericht nog niet is ingekomen, opdat, zoodra dit binnenkomt, Bur gemeester en Wethouders de verordeningen kunnen uit voeren. De verordeningen kunnen dus nog niet gezonden worden aan Gedeputeerde Staten, waar deze Koninklijk moeten worden goedgekeurd. Spreker geeft de verze kering, dat Burgemeester en Wethouders niet eerder met de uitvoering zullen beginnen dan wanneer het offi cieele bericht is ingekomen. Aan de orde is de verordening sub A. De artt. 120 worden achtereenvolgens onveranderd vastgesteld, waarna de geheele verordening onveran derd wordt vastgesteld. Aan de orde is de verordening sub B. De artt. 111 worden achtereenvolgens onveranderd vastgesteld, waarna de geheele verordening onveran derd wordt vastgesteld. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergade ring door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Mei 1926. 77 Tegenwoordig 26 leden, te weten: de heeren Fransen, M. Molenaar, Lautenbach, K. de Boer, H. de Boer, Wölcken, Oosterhoff, O. F. de Vries, B. Molenaar, Weima, Botke, Visser, Van der Schoot, Cohen, Schel- tema, IJ. de Vries, Hofstra, Tiemersma, mevrouw Buis manBlok Wijbrandi, de heeren Van der Veen, Hooi- ring, Koopmans, Dijkstra, Westra, Muller en Posthuma. Afwezig, zonder kennisgeving, 1 lid, de heer Beek huis. Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Burgemeester. I. De verslagen der vergaderingen van 9 en 23 Fe bruari en 9 Maart 1926 worden onveranderd vastge steld. II. Wordt medegedeeld 1. dat door den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw krachtens machtiging van de Koningin aan deze de gemeente de bevoegdheid is verleend om over de dienstjaren Mei 1926 tot Mei 1931 de plaatse lijke inkomstenbelasting door eigen administratie te heffen 2. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de raadsbesluiten d.d. 27 April 1.1. tot uitgifte van bouw terrein in erfpacht aan A. van der Meulen (Bleeklaan— Groningerstraatweg), tot verkoop van een plek bouw terrein aan de Fonteinstraat aan de Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs, tot verhuring van onder scheidene perceelen aan de Peperstraat en omgeving, van tuingrond aan den Harlingertrekweg aan D. Schin- genga te Dronrijp en van een plek grond aan den Gro ningerstraatweg aan ds. W. G. G. Beerekamp. De mededeelingen sub 1 en 2 worden voor kennis geving aangenomen. 3. verzoek van mej. T. Meijer, onderwijzeres aan gemeenteschool no. 13a, om haar als zoodanig over te plaatsen naar gemeenteschool no. 14 of een andere meer in de nabijheid van hare woning gelegen gemeente school. Wordt bij de desbetreffende stukken gevoegd, opdat de Raad daarop t. z. t. terug zal kunnen komen. 4. schrijven d.d. 22 Mei 1.1. van G. de Roos, alhier, waarbij in beroep wordt gekomen van de afwijzende beschikking van Burgemeester en Wethouders op zijn verzoek om vergunning tot verbouw van perceel Schil kampen 19. Wordt niet ontvankelijk verklaard, wijl het beroep binnen dertig dagen behoorde te zijn ingesteld nadat adressant van het besluit van Burgemeester en Wet houders is kennis gegeven, d. i. 23 December 1925. 5. dat Burgemeester en Wethouders, na gehouden openbare inschrijving, hebben gegund a. het bouwen van een loods op het terrein van het openbaar slachthuis en het maken van een aanlegsteiger tegenover den hoofdingang, aan IJ. de Jong te Leeu warden, voor 1750. b. de huur van het kassierskantoortje aan de vee markt voor den tijd van vijf jaren aan de N. V. de Friesche Bank, voor 426.per jaar. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 6. De Voorzitter doet ten slotte nog mededeeling van een na het vaststellen der agenda nog ingekomen schrijven van den Christelijken Besturenbond om wel de Zondagssluiting voor de bloemenwinkels in te voeren en waarin verder wordt gezegd dat deze Bond het op prijs zou stellen, wanneer de Raad de Zondagssluiting voor alle winkels invoerde. Waar dit schrijven niet bij de stukken ter inzage heeft gelegen, omdat het te kort voor de vergadering is in gekomen, vraagt spreker of de Raad dit stuk nog ter inzage wenscht of verlangt dat daarvan lecture wordt gedaan. Geen der leden geeft daartoe het verlangen te kennen. Het schrijven wordt gevoegd bij de stukken, die onder punt 8 der agenda voor heden aan de orde zijn gesteld. III. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1 (Agenda no. 2). Voorstellen van Burgemeester en Wethouders om perceelen bouwterrein in erfpacht af te staan: a. aan R. en S. Heins (tusschen Cambuurstraat en Javastraat) b. aan P. Mook (Spreeuwenstraat) c. aan A. de Jager (Beetgumerstraat) d. aan F. van der Woude en IV. Schuurmans Beetgumerstraat) e. aan J. Roelé (Willem Sprengerstraat). Deze voorstellen luiden als volgt a. Bij adres d.d. 13 April 1.1. richtten de heeren R. Heins en S. Heins, alhier, tot ons het verzoek om hun een gedeelte der bouwterreinen gelegen tusschen de Cam buurstraat en de Javastraat in erfpacht af te staan. Het door de adressanten bedoelde terrein ligt aan het oosteinde en op den noordelijken hoek van de straat welke zal loopen van den Weg naar Cambuur naar het ten noorden van het Vliet ontworpen plantsoen. De adressanten hebben met de gebruikelijke voor waarden genoegen genomen, terwijl de directeur der gemeentewerken zich met dezen afstand in erfpacht kan vereenigen. De bedongen grondprijs is 8.per M2., welk be drag voldoende moet worden geacht. Onder overlegging van de stukken geven wij U in overweging te besluiten aan R. Heins en S. Heins, alhier, tot 31 December 1990 in erfpacht af te staan een perceel bouwterrein in het bouwblok gemerkt XII van het stratenplan tusschen Cambuurstraat en Javastraat, zooals op de bijbehoo- rende situatieteekening met een roode arceering is aan gegeven, ter grootte van ongeveer 420 M'2., de juiste grootte nader door een landmeter van het kadaster uit te meten, zulks op de volgende voorwaarden 1. de canon wordt berekend naar een grondwaarde van 8.per M2. en een rentevoet van 6 per jaar; 2. de erfpachters moeten binnen tweemaal 24 uren, nadat zij van de toewijzing in erfpacht kennis hebben bekomen, een waarborgsom van 218.— storten ten kantore van het gemeentelijk grondbedrijf voor de na koming der voorwaarden, welk bedrag hun, na voldoe ning daaraan, op aanvraag wordt teruggegeven; 3. de rooiïng der te stichten gebouwen zal nader door den dienst der gemeentewerken worden aan gegeven; 4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag gedurende dien tijd bebouwing door derden niet plaats vinden; 5. de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen gelegen tusschen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehoorende aan de gemeente Leeuwarden worden voorzoover mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd voor dezen afstand in erfpacht van kracht verklaard. b. Bij adres d.d. 1 April 1926 richtte de heer P. Mook

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1926 | | pagina 1