106 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 29 Juni 1926. Zal worden behandeld bij de begrooting voor 1926. 10. schrijven van H. Wierda en H. Boonstra, eige naren der woningen staande aan het Noordvliet, hoek Bleeklaan, houdende bereidverklaring tot afstand der daarvoor liggende stoepen indien de gemeente de kosten op zich neemt van de in verband met den brugbouw noodige verbouwing dier perceelen, c. q. aanbod van eerstgenoemde tot overneming door de gemeente van zijn eigendom. De Voorzitter merkt op dat dit verzoek later is inge komen, nadat de stukken ter visie hebben gelegen. Wierda en Boonstra, die eigenaren zijn van de hoek- perceelen NoordvlietBleeklaan, doen hierbij het aan bod van afstand van hun stoepen aan de gemeente, maar zij zeggen er meteen bij dat door den aanleg van de brug hun perceelen in de diepte zullen komen te raken. Nu is door de gemeente al aangeboden om een eventueel noodige verandering aan de gevels van die perceelen voor haar rekening in orde te willen maken, maar adressanten gaan verder; zij zeggen dat de in wendige vertimmering van hunne perceelen ook voor rekening van de gemeente zal moeten komen en zij vragen dat de Raad in de som, die hij Burgemeester en Wethouders zal toestaan voor den bouw van de brug ook zal opnemen de eventueele kosten van verbouw van hun perceelen. Nu zit hierin een principieele kwestie, n.l. of, indien de gemeente een straat verbetert, door den grondslag van die straat te verhoogen, waardoor naastgelegen perceelen iets dieper komen te liggen, de gemeente dan ook verplicht is de geheele inrichting van zoo'n huis in orde te maken. Spreker gelooft wel dat dit hier niet zoo'n enorm verschil op de kosten van die brug zou maken die kosten zouden misschien nog wel uit het geraamde bedrag zijn te vinden en anders zou een sup- pletoire begrooting kunnen worden ingediend maar toch wil hij voorstellen dit schrijven in handen van Burgemeester en Wethouders te stellen om prae-advies, juist omdat hier een principieele kwestie in zit. De beraadslagingen worden geopend. De heer K. de Boer vraagt of het de bedoeling is dan alleen deze kwestie onder de oogen te zien, of in het algemeen dergelijke dingen onder de oogen te zien. Spreker gelooft dat, als hierover prae-advies wordt uit gebracht, men dan in het algemeen dergelijke zaken onder de oogen moet zien; het is hier een kwestie van schade aan gebouwen, maar deze kunnen er ook meer waarde door krijgen. Het lijkt spreker daarom het beste de zaak in het algemeen met het voor en tegen onder de oogen te zien. De Voorzitter; Naar aanleiding van dit speciale geval kan door Burgemeester en Wethouders ook meteen het principe in het algemeen besproken worden. De beraadslagingen worden gesloten. Het schrijven sub 10 wordt in handen van Burge meester en Wethouders gesteld om prae-advies. 11. voorstel van de raadsleden, de heeren O. F. de Vries, B. Molenaar en J. Muller, om bij het Rijk voor- schotten aan te vragen voor den bouw van 100 een voudige arbeiderswoningen op een nader aan te wijzen terrein en deze woningen te bestemmen voor de bewo ners van een gelijk aantal, op te ruimen, krotwoningen en Burgemeester en Wethouders uit te noodigen met nadere plannen dienaangaande bij den Raad te komen. Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld om prae-advies. 12. dat Burgemeester en Wethouders na gehouden openbare aanbesteding hebben gegund het wijzigen der rioleering op en bij de veemarkt aan B. van der Kooij, alhier, voor 4747.en de levering van 200 H.L. witte haver, ten behoeve der gemeentereiniging, aan B. Wie- benga, alhier, voor 9.99 per 100 K.G. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 13. de Voorzitter kan nog mededeelen dat door Burgemeester en Wethouders de volgende niet-alfabe- tische voordracht is opgemaakt voor de benoeming van een secretaris der gemeente 1. Mr. E. Schotman, referendaris ter gemeente secretarie van Leiden 2. Mr. B. Taconis, hoofdcommies-redacteur ter ge meente-secretarie van Haarlem. De bedoeling is dat deze benoeming in de volgende vergadering, dus over 14 dagen, aan de orde zal worden gesteld. Spreker kan nog mededeelen dat alle stukken betreffende deze zaak voor de leden op de kamer van den secretaris, dus bij den heer Bakker, ter inzage liggen. Deze mededeeling wordt voor kennisgeving aan genomen. 111. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. (Agenda no. 2). Benoeming van een lid der commissie van beheer over het Stads-Ziekenhuis, vaca ture S. Dijstra. De aanbeveling van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt 1. Mevrouw C. F. Baronesse van Harinxma thoe Slootenvan Harinxma thoe Slooten 2. Mevrouw W. C. Wilkens, wed. H. K. Mulder. De beraadslagingen worden geopend. De heer Hofstra zou naar aanleiding van dit punt iets willen zeggen. Voor en aleer ik hier iets van zeggen ga, aldus spreker, zou ik voorop willen stellen dat deze voor dracht van Burgemeester en Wethouders, die voor ons ligt, in een ander geval misschien onze volle sympathie zou hebben en dat wij ook in waardeering ten opzichte van de voorgestelden op deze voordracht niet voor Burgemeester en Wethouders onderdoen. Maar er is iets anders, dat ons noopt, ook van dezen kant iets te zeggen over deze voordracht. Wat is het geval Wanneer wij de personen nagaan, die in de commissie hebben zitting genomen en wij bedenken dat de heer Dijstra, die daarin ook een zekere richting vertegen woordigde, n.l. de Protestant-christelijke richting, al thans van dat deel van Leeuwarden, dan meenen wij dat er van dezen kant ook met klem bij Burgemeester en Wethouders op moet worden aangedrongen, of er ook nog verandering in deze voordracht plaats kan hebben, of het ook nog mogelijk is ook een plaats te krijgen voor die richting in de commissie van beheer over het Stads-Ziekenhuis. Ik zou daarom willen voorstellen dat deze zaak 14 dagen wordt aangehouden, opdat Burgemeester en Wethouders de gelegenheid krijgen met een andere voordracht te komen en een keuze te doen uit dames uit die richting, waarmee dan meteen zal worden vol daan aan een verzoek, dat ik hier indertijd van een ander lid van den Raad heb opgevangen, dat het wen- schelijk is dat in iedere commissie ook een vrouw ver tegenwoordigd is. Wij meenen dat recht zal worden gedaan, wanneer langs dezen weg Burgemeester en Wethouders de gelegenheid krijgen de voordracht te veranderen. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 29 Juni 1926. 107 Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi heeft juist het woord gevraagd om het college te bedanken voor deze voordracht, bestaande uit 2 vrouwen, daargelaten van welke richting deze zijn. Spreekster is van het idee uitgegaan dat in de commissie van beheer over het Stalls-Ziekenhuis niet speciaal de richtingen behoeven te worden vertegenwoordigd, maar zij heeft het zeer gewaardeerd dat het college thans is gekomen met een aanbeveling van 2 vrouwen, omdat zij meent dat er ceen enkele commissie van beheer is, waarin een vrouw meer op haar plaats zal zijn dan in die over het Stads ziekenhuis. Dat heeft spreekster willen zeggen. De heer Hofstra brengt de zaak nu op een ander terrein, maar daar blijft spreeksters dankbaarheid precies de zelfde om. De Voorzitter kan mededeelen dat deze aanbeveling wel officieel van Burgemeester en Wethouders is, maar dat zij geheel is overgenomen van die van de commissie. Burgemeester en Wethouders staan op het standpunt al mag zoo'n aanbeveling dan officieel uitgaan van Burgemeester en Wethouders dat dergelijke com missies in het algemeen om advies moeten worden gevraagd, omdat de leden van zoo'n commissie moeten samenwerken met het nieuw te benoemen lid. Burge meester en Wethouders hebben dus de commissie ge vraagd, deze heeft 2 namen opgegeven en Burgemeester en Wethouders hebben die zoo overgenomen, omdat zij meenen dat de commissie er het beste over kan oor- deelen, wie in haar midden het beste op zijn plaats zal zijn. De heer Hofstra doet nu het voorstel om deze zaak 14 dagen aan te houden, maar spreker kan niet positief toezeggen, dat Burgemeester en Wethouders dan met een andere aanbeveling zullen komen dan die, welke nu ter tafel ligt. Zij hebben zich geheel gehouden aan de aanbeveling van de commissie en spreker vermoedt niet dat, als de commissie niet met een andere aanbe veling komt, Burgemeester en Wethouders dan met een andere aanbeveling zullen komen. De heer IJ. de Vries: Een kleine opmerking. Wanneer deze zaak wordt aangehouden, wordt dezerzijds verze kerd dat binnen 3 dagen dezerzijds 2 dames genoemd zullen worden, waarmee zal worden tegemoet gekomen aan het verzoek, vroeger door mevrouw Buisman ge daan. Waar ook wij wel willen dat een vrouw in de commissies zitting zal hebben, zullen er dus 2 dames worden genoemd en wij zouden zeer graag die voor dracht willen inzenden bij de commissie of bij Burge meester en Wethouders het ligt maar aan den wenk, dien wij daaromtrent zullen ontvangen terwijl wij haar ook wel bij beide willen inzenden, opdat Burge meester en Wethouders niet zoo ver behoeven te zoe ken, welke dames zij zullen voordragen. De heer Fransen (wethouder) merkt op dat de heer IJ. de Vries zegt dat men van die zijde een tweetal dames wenscht voor te dragen bij de commissie en bij Burge meester en Wethouders. Spreker zou zeggen: Iaat men dat bij de commissie maar niet doen deze heeft reeds een voordracht gemaakt, zij heeft de betrokken personen gevraagd of deze zich bereid verklaarden eventueel een benoeming te aanvaarden, deze hebben daarin toege stemd en nu kan men natuurlijk niet verwachten, wat er ook gebeurt, dat de commissie haar voordracht terug zal nemen. Burgemeester en Wethouders kunnen natuur lijk hun voordracht wijzigen, als zij dat willen, maar gehoord hetgeen door den Voorzitter is gezegd, gelooft spreker dat het college er niet veel voor voelt om daarin eenige wijziging te brengen. De heer IJ. de Vries had wel verwacht dat dit zou komen. Daarom is ook voor de stemming deze kwestie naar voren gebracht. Als wordt verwacht dat noch de commissie noch het college van Burgemeester en Wet houders eenige verandering in de voordracht zal bren gen en wij dus over 14 dagen weer precies dezelfde voordracht zouden krijgen, is spreker er niet tegen dat nu tot stemming wordt overgegaan, maar, aldus spr., dan zullen wij de vrijheid nemen om dan twee andere namen naast die van Burgemeester en Wethouders te noemen. Dat is misschien het gemakkelijkst. De Voorzitter wil opmerken dat dit een aanbeveling is, zoodat de Raad volkomen vrij is. Spreker vraagt of de heer Hofstra zijn voorstel handhaaft. De heer Hofstra: Neen, ik ben zoo vrij naast de aan beveling van Burgemeester en Wethouders nog 2 na men te noemen, n.l. mevrouw G. MulderRousseau en mevrouw Mr. J. H. G. Schutte—Struyck. De beraadslagingen worden gesloten. Wordt benoemd mevrouw C. F. baronesse van Harinxma thoe Slooten—van Harinxma thoe Slooten, met 13 stemmen, terwijl verder zijn uitgebracht op me vrouw MulderWilkens 1 stem, op mevrouw Mulder Rousseau 9 stemmen en op mevrouw SchutteStruyck 2 stemmen. 2. (Agenda no. 3). Benoeming van een lid der commissie van toezicht op het Middelbaar Onderwijs, vacature L. F eenstra. De aanbeveling van de commisise luidt als volgt 1. A. J. de Greve, bankier te Leeuwarden 2. J. Bekius, directeur van de Friesche Coöperatieve Handelsvereeniging voor zaaizaad en pootgoed te Leeuwarden 3. D. F. Wouda, hoofd-ingenieur van den provin cialen waterstaat te Leeuwarden. De beraadslagingen worden geopend. De heer Van der Schoot: Ik zou bij dit punt ook iets willen vragen in hetzelfde verband als wat bij het vorige punt is gezegd, al is het dan iets anders. Het heeft mij getroffen dat, waar hier iemand als de heer Feenstra een plaats in de commissie van toezicht op het middel baar onderwijs vervulde, men er niet eenige rekening mee heeft gehouden of er niet aan heeft gedacht ook weer een candidaat van die richting te krijgen. Ik wil nu vragen of het niet mogelijk is dat deze benoeming 14 dagen wordt uitgesteld, opdat wij alsnog de gele genheid zullen krijgen ons met de commissie te ver staan. Die gelegenheid was er niet; Zaterdag hebben wij deze aanbeveling in handen gekregen, op Zondag wordt er niet gewerkt en gister hadden wij geen kans, zoodat wij de commissie niet hebben kunnen spreken. Ik zou daarom deze benoeming 14 dagen willen aan houden, opdat wij de commissie kunnen vragen of zij misschien genegen is aan onzen wensch te voldoen. De beraadslagingen worden gesloten. De Voorzitter vraagt of het voorstel van den heer Van der Schoot, om deze benoeming 14 dagen aan te houden, wordt ondersteund. Dit blijkt wel het geval te zijn. Het voorstel-Van der Schoot wordt met 20 tegen 5 stemmen verworpen. Tegen stemmen de heeren Fransen, H. de Boer, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Visser, Dijkstra, Scheltema, Koopmans, Cohen, Tiemersma, Oosterhoff, Botke, Beekhuis, B. Molenaar, Hooiring,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1926 | | pagina 2