154 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 September 1926.
Bij schrijven van 15 Februari j.l. heeft IJ. Jelsma,
bouwondernemer, alhier, vergunning gevraagd om de
Leeuwrikstraat over een lengte van ongeveer 30 Meter
te mogen doortrekken, in voege als op de hierbij over
gelegde teekening in rood is aangegeven. De voorge
nomen straataanleg zet zich in overeenstemming met
het voorloopig vastgestelde uitbreidingsplan in Weste
lijke richting voort, in aansluiting aan de reeds bestaande
bestrating, voor den aanleg waarvan aan adressant bij
Uw besluit van 22 December 1919 vergunning werd
verleend.
Onzerzijds bestaat tegen het verleenen van de ge
vraagde vergunning geen bezwaar. Ook de Commissie
voor de Openbare Werken kan zich, blijkens haar schrij
ven van 10 September j.l., met de voorgenomen door
trekking vereenigen. Bij de uitvoering zal rekening
moeten worden gehouden met enkele bijzondere voor
waarden, welke vermeld zijn in den mede overgelegden
brief van den Directeur der Gemeentewerken d.d. 1 Juli
j.l. no. 880.
De door te trekken straat zal, evenals het vroeger
aldaar reeds aangelegde en aan de gemeente bereids
in eigendom overgedragen straatgedeelte, behooren tot
de straten der eerste klasse, zijnde in het rechtstreeksch
belang van het algemeen verkeer, zoodat bij overdracht
aan de gemeente geen bijdrage in de kosten van het
voortdurend onderhoud behoeft te worden betaald, doch
alleen verschuldigd zijn de kosten van het van gemeen
tewege op den aanleg te houden toezicht, berekend naar
een bedrag van 0.27 per vierkanten Meter overge-
diagen straat.
De rooilijnen voor de aan de door te trekken straat
te stichten gebouwen zijn op de hierbij overgelegde
teekening in zwarte bloklijnen aangegeven.
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten
overeenkomstig het hierachter afgedrukte ontwerp.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden
Gelet op het door IJ. Jelsma, bouwondernemer aldaar,
bij schrijven van 15 Februari 1926 gedaan verzoek om
vergunning tot doortrekking van de Leeuwrikstraat over
eene lengte van ongeveer 30 Meter, in aansluiting aan
de ter plaatse bestaande bestrating, in voege als op de
overgelegde teekening in rood is aangegeven
Mede gelet op het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
besluit
I. te verklaren, dat de door te trekken straat is een
straat in het rechtstreeksch belang van het algemeen
verkeer
II. de gevraagde vergunning tot straataanleg te ver
leenen onder de volgende voorwaarden en bepalingen
1. de straat wordt, wat hare afmetingen en richting
betreft, aangelegd overeenkomstig de bij dit besluit
behoorende teekening en voor de toepassing van art. 6
der Bouwverordening gerangschikt in de eerste klasse
2. de straataanleg moet zonder onderbreking worden
uitgevoerd en voltooid zijn vóór 1 November 1926,
waarna de straat in eigendom aan de gemeente zal
worden overgedragen onder bijbetaling, vóór den len
December 1926, van de bij de Bouwverordening be
paalde kosten van het van gemeentewege gehouden
toezicht op den aanleg der straat, tot een bedrag van
0.27 per M2. overgedragen straat, volgens door den
Directeur der Gemeentewerken te verstrekken opgave na
gedane opmeting, zullende pas na de voltooiing van den
straataanleg en na de betaling der bovenbedoelde kos
ten van toezicht de aan de straat gestichte gebouwen
in gebruik mogen worden genomen, op straffe als bij de
Bouwverordening is bepaald
3. op de tusschen rooilijn en straat gelegen ruimte
mogen zonder vergunning van Burgemeester en Wet
houders geen getimmerten van welken aard ook worden
opgericht
4. de eventueel door Burgemeester en Wethouders
nader vast te stellen voorschriften in zake de hoogte
ligging, helling en verderen aanleg der straat, de aan
sluiting aan bestaande straten, de hoogte, doorsnede en
aansluiting der riolen, aantal der putten en kolken en
dergelijke moeten worden nagekomen
5. de kosten van uitmeting, overdracht, overschrij
ving, de levering van een notarieel afschrift der acte
van overdracht ten behoeve van het gemeente-archief
enz., komen ten laste van den concessionaris
III. als rooilijnen voor de aan het bovenbedoelde
straatgedeelte te stichten gebouwen aan te wijzen de
op de bij dit besluit behoorende teekening aangegeven
zwarte bloklijnen.
6 (Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester cn
Weihouders inzake het in gebruik geven aan Voogden
der Stadsarrncnkamer van een terrein met gehouwen
nabij de gemeentelijke schietbaan ten behoeve van de
werkverschaffing.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij een bespreking, welke wij hebben gehad met
Voogden der Stads-Arrnenkamer in zake de werkver
schaffing in deze gemeente, werd o. a. de aandacht ge
vestigd op de gebreken, aan het terrein aan de Eestraat
klevende, met name op de omstandigheid, dat daar
grootendeels in de open lucht moet worden gewerkt,
hi dezen toestand dient inderdaad verbetering te wor
den gebracht, hetgeen zou kunnen geschieden door
overdekking van het voorste gedeelte van het terrein,
waarmede volgens een globale raming een bedrag van
ongeveer 5000.a 6000.gemoeid zoude wezen.
In hun schrijven van 14 April j.l. wijzen Voogden
er echter op, dat een voordeeliger oplossing ver
kregen kan worden door de loodsen nabij de
schietbaan ten behoeve van de werkverschaffing be
schikbaar te stellen. Zij hebben hierbij het oog op de
in 1924 van het Rijk kosteloos in eigendom overgenomen
groote voertuigenloods, staande op het kadastrale
perceel Sectie F no. 3451, en op de gebouwen, zich
bevindende op het in 1888 aan het Rijk in gebruik afge
stane gedeelte van het kadastrale perceel Sectie F no.
1572, thans genummerd 2142, grenzende aan de ge
meentelijke schietbaan. De laatstbedoelde gebouwen
worden, in verband met de oprichting van een munitie-
bergplaats in de voormalige infanteriekazerne, ontruimd
en zullen, met uitzondering van twee houten berg
plaatsen voor schijven, welke naar het terrein der schiet
baan worden verplaatst, ingevolge de betrekkelijke
overeenkomst bij de teruggave van het terrein aan de
gemeente in eigendom overgaan. Blijkens het overge
legde schrijven van den Luitenant-Kolonel, Eerstaan
wezend Ingenieur te Groningen, d.d. 2 September j.l.,
is deze door den Minister van Oorlog gemachtigd het
terrein met de gebouwen, in afwachting van de defini
tieve overgave door tusschenkomst van het Ministerie
van Financiën, reeds dadelijk na de ontruiming aan de
gemeerfte in gebruik te geven.
Na het aanbrengen van enkele kleine veranderin
gen, waarvoor Voogden der Stads-Armenkamer zullen
zorg dragen, leenen de gebouwen zich ook naar onze
meening uitstekend voor het doel der werkverschaffing,
zoodat wij ons geheel met de aangegeven oplossing
kunnen vereenigen.
Het terrein aan de Eestraat zal hierdoor vrijkomen
en wederom bij de gemeentewerf kunnen worden ge
voegd.
Wij hebben mitsdien de eer U in overweging te geven
te besluiten
o. het aan de gemeente behoorend perceel, kadas
traal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie F no. 3451.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 September 1926. .o5
groot 0.29.30 H.A., als bergplaats en erf, benevens het
eerstdaags door het Rijk aan de gemeente terug te geven
perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie
F no. 2142, groot 0.14.40 H.A., met de daarop staande,
aan de gemeente komende, gebouwen aan Voogden der
Stads-Armenkamer kosteloos in gebruik af te staan, om
te dienen als terrein voor de werkverschaffing
b. met ingang van den dag van ingebruikneming
van de sub a vermelde perceelen, de toestemming tot
het gebruiken van het terrein aan de Eestraat, kadastraal
bekend Sectie F no. 2644-, thans 3669, bij Raadsbesluit
van 11 November 1919 verleend, in te trekken.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders
sub 46 (agenda sub 5—7).
7 (Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot beschikbaarstelling van gelden ten be
hoeve van de inrichting van gemeenteschool no. 9 tot
school voor buitengewoon lager onderwijs (school voor
zwakzinnigen).
Dit voorstel luidt als volgt
Uwe Vergadering besloot den 13den April j.l. de te
openen school voor buitengewoon lager onderwijs
(school voor zwakzinnigen) onder te brengen in het
gebouw der gemeenteschool no. 9 aan de Kalvcrgloppe.
Dit geschiedde mede op advies van den Inspecteur
van het Buitengewoon lager onderwijs, die, gelijk wij
U reeds eerder mededeelden, de gemeenteschool no. 9
zeer geschikt achtte om tot school voor zwakzinnigen
te worden ingericht.
Het blijkt nu, dat, ten einde de school aan de te
stellen eischen te doen beantwoorden, enkele veran
deringen aan het gebouw moeten worden aangebracht,
waarvan de kosten globaal op 11.800.worden ge
raamd. Eene specificatie van dit bedrag gelieve U onder
de ter visie liggende stukken aan te treffen. De uitgaven
voor het aanschaffen van leermiddelen (eerste inrich
ting), welke op 2000.gesteld kunnen worden, zijn
daarin niet begrepen.
Onder mededeeling, dat de Commissie voor de Open
bare Werken zich blijkens haar hierbij overgelegd ad
vies met de voorgestelde verbeteringen en veranderingen
van het schoolgebouw kan vereenigen, geven wij Uwe
Vergadering in overweging ons College te machtigen
over te gaan tot de inrichting, overeenkomstig het door
den directeur der gemeentewerken bij brief van 27 Au
gustus j.l. no. 1139 ingezonden plan, van het gebouw
der gemeenteschool no. 9 tot school voor buitengewoon
lager onderwijs (school voor zwakzinnigen) en te dien
einde een bedrag van 13.800.t. w. 11.800.voor
de verbetering en verandering van het gebouw en
2000.voor het aanschaffen van leermiddelen, be
schikbaar te stellen.
De beraadslagingen worden geopend.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi heeft zich eenigs-
zins verwonderd dat de leden dit raadsstuk nu na de
vacantie krijgen. Zij had gehoopt dat, toen voor eenige
maanden het personeel is benoemd, de school na de
vacantie in werking zou kunnen komen. Nu krijgen wij
na de vacantie echter pas de plannen voor verbouwing,
waarmee allicht weer een paar maanden heen zullen
gaan. Spreekster zou nu willen vragen wat gebeurt
op het oogenblik met het personeel van de school is
dat hier werkzaam aan andere scholen of is het nog
op de plaatsen, waar die leerkrachten tot nu toe werk
zaam zijn geweest En wanneer denkt men nu dat die
school zal beginnen
De Voorzitter kan mevrouw Buisman antwoorden, dat
alleen het hoofd der school, de heer Pape, hier is, de
anderen zijn hier nog niet. De school zal zoo gauw
mogelijk beginnen, laten we maar zeggen van met 1
Januari, zoodat wij kunnen zeggen dat zij over een paar
maanden in gebruik zal zijn genomen.
Door buitengewone omstandigheden en door allerlei
overleg, dat is gepleegd, is het gekomen dat Burge
meester en Wethouders nu pas met dit voorstel bij den
Raad komen. Zij hadden zelf ook gedacht dat de school
eerder in werking zou kunnen komen, maar het blijkt
nu dat, om haar bruikbaar te maken voor buiten
gewoon lager onderwijs, er meer aan de school te doen
is, dan Burgemeester en Wethouders zich oorspronkelijk
hadden voorgesteld. De opening zal zoo spoedig mo
gelijk gebeuren, maar Burgemeester en Wethouders
hadden niet gedacht dat ook dit er nog bij zou komen
anders hadden zij er misschien wel eerder werk van
gemaakt.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
8 (Agenda no. 9). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot vaststelling van verordeningen tot hef
fing en op de invordering van schoolgeld voor het
onderwijs aan de gemeentelijke bewaarscholen (bijlage
no. 21).
De algemeene beraadslagingen worden geopend.
De heer Muller heeft zich eenigszins verwonderd dat
dit stuk zoo weer in de portefeuille lag als het den
vorigen keer is aangehouden; hij had minstens verwacht
dat het advies van de bewaarschoolcommissie in de
portefeuille zou hebben gelegen, opdat de leden daarvan
inzage hadden kunnen hebben.
Spreker zou nu willen vragen is het nu de bedoeling
van Burgemeester en Wethouders om hun eigen voorstel,
dat zij bij den Raad hebben ingediend, te handhaven
of nemen zij het advies der commissie over Die vraag
zou spreker het eerst willen bespreken.
De Voorzitter zegt dat, hoewel hij de agenda wei
vooruit heeft gezien, het hem eigenlijk ontkomen Js dat
dit punt op de agenda stond. De zaak is na dieiV tijd
niet weer bij Burgemeester en Wethouders geweest
dit is de concept-verordening, die indertijd ook door
Burgemeester en Wethouders is voorgesteld. Spreker
gelooft dat het nu het beste is dit punt nog 14 dagen
aan te houden en hij zou dat willen voorstellen, opdat
Burgemeester en Wethouders ook kennis kunnen nemen
van het advies, dat door de commissie voor de bewaar
scholen is uitgebracht en dat niet in de vergadering van
Burgemeester en Wethouders is geweest. Hij vermoedt
dat er een misverstand heeft plaats gehad en dat daar
door dit punt op de agenda is gekomen. Spreker wil
dat wel voor zijn rekening nemen, omdat hij altijd de
agenda vooruit ziet, maar hij heeft daaraan dezen keer
blijkbaar niet genoeg attentie geschonken, anders zou
hij dit punt hebben geschrapt. Spreker stelt dus voor
dit punt nog 14 dagen aan te houden.
Er is toch wel advies over uitgebracht
De heer Muller Ik zou zeggen, ik kan U den inhoud
wel even mededeelen.
De Voorzitter: Ik weet niet of ik het geteekend heb.
De heer Muller: In de commissie zijn wij tot overeen
stemming gekomen dat de oude verordening, gemeente
blad no. 24 van 1925, moet worden gehandhaafd en
dat daarin alleen deze wijziging moet worden aan
gebracht dat, waar nu staat beneden 1100.vrij",