166 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 October 1926.
niet zuiver is geredeneerd. Het kan zijn dat de nering
doenden direct voordeel hebben bij de tentoonstelling,
maar dan moet men bij de betrokkenen ook de gelden
daarvoor vragen in plaats van uit de gemeentekas. De
gemeente als gemeente heeft hierin niet een object,
waaruit zij direct voordeel kan halen; men moet ver
schil maken tusschen de gemeente en de neringdoenden
en het blijkt nu reeds dat de gemeente, zonder eenige
verplichting, een bedrag van 10.000.— wil garan
deeren.
Spreker kan daarom stemmen voor het voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi heeft het veel
genoegen gedaan en zij denkt ook aan heel veel
menschen in de gemeente toen zij hoorde dat deze
groote tentoonstelling hier zal worden gehouden. Zij
kan zich niet anders voorsteilen dan dat dit van een
enorm groot belang zal zijn voor deze gemeente, voor
nu en in de toekomst.
De heer Weima heeft al gezegd dat er directe voor
deden aan verbonden zijn voor de neringdoenden, maar
er zullen ook indirecte voordeden zijn in de toekomst.
Het doel van de tentoonstelling is toch in de eerste
plaats kennis bij te brengen aan de bevolking van het
platteland en die kennis zal meehelpen de provincie en
de boeren tot meerdere welvaart te brengen. Er is een
oud gezegde: „als het den boer goed gaat, gaat het de
stad ook goed" en tot nu toe is dat altijd uitgekomen.
Spreekster gelooft dus werkelijk dat, als de tentoon
stelling wordt opgezet, zooals het plan is, deze voor
Leeuwarden in de toekomst van heel groot belang zal
zijn.
Spreekster zou nog iets aan de cijfers van den heer
Weima willen toevoegen. Deze berekent dat in het aller
ongunstigste geval en dat zou al een zeer ongunstig
geval zijn 50.000.aan entreé's zou worden ge
heven en de helft van het waarborgfonds zou moeten
worden aangesproken. De gemeente zou dan in elk ge
val nog 10.000.aan belasting innen en, zou zij voor
30.000.deelnemen in het waarborgfonds, dan zou
zij in dat geval een schadepost hebben van 5000.
Spreekster wil er echter toch attent op maken dat de
Friesche Maatschappij van Landbouw 7000 leden heeft
en dat aan al die leden met hunne 7000 dames vrijkaar
ten zullen worden gegeven. Van al die vrijkaarten met
een gemiddelden prijs van 2.— zal echter wel belas
ting worden geheven, zoodat de gemeente in elk geval
reeds een bedrag van ongeveer 5600.— aan belasting
binnen krijgt buiten en behalve de entreé's.
Spreekster zou nu graag zien dat de gemeenteraad
het voorstel wilde aannemen om het aandeel van de
gemeente in het waarborgfonds te verhoogen. Zij kan
wel meegaan met de argumenten van Burgemeester en
Wethouders tegen teruggave van de belasting, niet op
principieele gronden, zooals de heer Visser, maar op
die van Burgemeester en Wethouders. Om dezelfde
reden heeft zij ook een voorstel, dat zij aanvankelijk had
willen doen, om een vast subsidie te geven, weer inge
trokken, omdat daaraan dit gevaar is verbonden dat,
ais men ruim uitkomt, de aandeelhouders in het waar
borgfonds zullen profiteeren van het geld, dat door de
gemeente is gegeven. Om dat te voorkomen, dus op
grond van hetzelfde bezwaar dat ook Burgemeester en
Wethouders hebben tegen teruggave van belasting,
omdat, wanneer die belasting een heel groot bedrag
zou zijn, deze dan ook ten goede zou komen aan de
aandeelen, heeft spreekster haar aanvankelijk voorstel
ingetrokken, maar zij heeft met groote sympathie onder
teekend het voorstel om het bedrag, dat de gemeente
zal deelnemen in het waarborgfonds, op te voeren tot
30.000.omdat zij werkelijk deze zaak van zeer
groot belang vindt, omdat zij hier, in tegenstelling met
den heer Visser, wèl een verplichting in ziet voor de
gemeente en omdat deze tentoonstelling naar hare mee
ning in alle opzichten, nu en in de toekomst, een voor
deel zal zijn voor de gemeentenaren.
De heer Botke zegt dat, toen hem ter oore kwam dat
de Friesche Maatschappij van Landbouw hier in 1927
een tentoonstelling zal houden ter gelegenheid van haar
J 75-jarig bestaan, hem dit genoegen deed, omdat wij
kunnen vermoeden dat deze tentoonstelling voor Leeu-
l warden en voor Friesland van groot belang zal zijn.
Dat de zaak groot zal worden opgezet, heeft de heer
Weima al gezegd en dat blijkt ook inderdaad uit wat
het bestuur van de Maatschappij reeds heeft gedaan;
er zijn 16 ondercommissies benoemd, die de verschil
lende onderdeelen van de tentoonstelling voor hun reke
ning zullen nemen.
Het ligt voor de hand dat, als men een tentoonstelling,
zooals hier wordt bedoeld, gaat opzetten, daaraan een
heel groot risico is verbonden en dat dus getracht wordt
i een zoo groot mogelijk waarborgfonds daar te stellen,
Het ligt ook voor de hand dat, als men dat niet doet,
men moeilijk met kracht en met liefde voor den opbouw
van de tentoonstelling kan werken. Zoo'n zaak moet
groot worden opgezet, wil men succes hebben; de be
doeling is menschen uit de provincie, uit het geheele
land en ook uit het buitenland hierheen te trekken, op
dat het bezoek zoo groot mogelijk zal worden. Verschil
lende corporaties hebben reeds ingeteekend en spreker,
kan zich indenken dat men ook de gemeente heeft aan-
gezocht.
Er is een verzoek ingediend, 't welk om prae-advies
is gegaan naar Burgemeester en Wethouders en dat
prae-advies is nu uitgebracht en ligt in den vorm van
i dezen raadsbrief voor ons.
Toen spreker daarmee begon te lezen, deed het hem
genoegen te kunnen constateeren dat Burgemeester en
Wethouders van oordeel waren dat ook door de ge
meente moest worden meegewerkt om deze tentoonstel
ling te doen slagen, omdat zij in het belang van de ge
meente wordt geacht.
Burgemeester en Wethouders hebben gezegd dat zij
niet accoord gaan met wat de Maatschappij het liefste
heeft: teruggave van de vermakelijkheidsbelasting. Spr.
kan de zienswijze van Burgemeester en Wethouders in
die kwestie wel deelen, hun motieven acht hij wel juist.
Maar toen hij verder las en bemerkte dat maar
I 10.000.voor het waarborgfonds zou worden be-
stemd, achtte hij dit bedrag al zeer matig, omdat hij
meent dat het van groot belang is voor Leeuwarden
wanneer een massa volk naar de hoofdstad van het ge
west komt en de neringdoenden en vele anderen daar
van zullen profiteeren.
Gister is de zaak in sprekers fractie besproken en
van alle kanten bezien en algemeen was men daar van
oordeel dat het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders, om voor 10.000.deel te nemen in het Waar
borgfonds wel een beetje een te klein gebaar is; in zijn
fractie is dan ook besloten een voorstel te doen om dat
bedrag te verhoogen. Waar nu het voorstel van sprekers
fractie ongeveer overeen kwam met het voorstel van
den heer Weima, heeft spreker dav voorstel van den
heer Weima en van mevrouw Buisman namens zijn
fractie mede onderteekend en kan hij daarmee accoord
gaan.
De heer Dijkstra heeft, na wat door den heer Weima.
mevrouw Buisman en den heer Botke is gezegd, niet
veel meer te zeggen, maar hij heeft niet met veel ge
noegen de rede van den heer Visser aangehoord.
Hij vindt dat de heer Visser deze belangrijke zaak
van den meest kleinen kant heeft bekeken. De heer
Visser zegt dat de gemeente niets verplicht is, maar
dat is toch eigenlijk geen redenatie. Als er iets op hei
spel staat en er zeer belangrijke dingen staan te ge
beuren, die in het belang van onze gemeente zijn, dan
dienen wij onze schouders daar onder te zetten; dat is
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 October 1926. 167
een heel andere redenatie dan dat de gemeente hiertoe
niet verplicht is. Spreker zal dan ook met groot ge
noegen steunen het voorstel tot storting van 30.000.
in het waarborgfonds.
Spreker kan zich voorstellen dat ook de Friesche
Maatschappij van Landbouw krachtige pogingen
wenscht te doen om den landbouw vooruit te brengen
en te behartigen en daardoor ook het belang van de
provincie Friesland en van de Friesche hoofdstad te
dienen, hij kan zich ook voorstellen dat daar een be
langrijk kapitaal voor noodig is en weet dat ook wel.
Stel nu de zaak eens zoo. Als nu die organisaties alles
doen om een behoorlijk kapitaal bij elkaar te krijgen
en de zaak zoo breed en zoo flink mogelijk op te zetten
en het zou dan ten gevolge hebben wat best mogelijk
zou kunnen zijn dat door de schriele houding van
den Raad van Leeuwarden deze groote tentoonstelling
niet zou kunnen worden gehouden, dan zou spreker dat
ten zeerste betreuren. Het is om die reden dat hij met
de vorige sprekers graag zal stemmen voor het voorstel
om voor 30.000.in het Waarborgfonds deel te
nemen.
De heer Westra behoort tot die leden, die het ten
zeerste toejuichen dat de Friesche Maatschappij van
Landbouw tracht in 1927 hier deze tentoonstelling te
houden- Maar hij heeft toch met eenige verwondering
kennis genomen van het schrijven dat de leden thuis
hebben gekregen, dat de Friesche Maatschappij aller
minst tevreden is met het voorstel van Burgemeester
en Wethouders. Spreker meende eigenlijk dat de
Friesche Maatschappij dit voorstel met beide handen
zou moeten aannemen; hij vindt het nog al royaal met
10.000.voor den dag te komen en een terrein vrij
ter beschikking te stellen en eventueel de veemarkt ook.
Het blijkt echter dat men dit anders apprecieert en dat
men ook hier in den Raad meent dat een deelname voor
een bedrag van 10.000.in het waarborgfonds te
laag is en dat een bedrag van 30.000.beter aan
geeft het belang dat de gemeente bij de tentoonstelling
heeft en dat beter uitdrukt.
Nu is dat wel mogelijk het is moeilijk te bepalen
hoe hoog dat bedrag precies moet wezen. Maar ten
opzichte van de redeneering, die wij hier hebben ge
hoord en die wij ook hebben gelezen in den brief,
omtrent de belasting, staat spreker eenigszins op het
standpunt, dat door den heer Visser is verdedigd. Men
kan wel zeggen dat de gemeente profiteert van zooveel
belasting van de tentoonstelling, maar men vergeet dat
de gemeente ook eenige kosten heeft voor de tentoon
stelling, n.l. voor politie, schoonmaak, enz. Er komt
nog al iets kijken bij dergelijke tentoonstellingen en
in het algemeen is dit op vermakelijkheden van toe
passing dat de gemeente zekere kosten oplegt en
spreker meent dat men de belasting eerder moet be
schouwen als staande tegenover die kosten, dan tegen
over een subsidie, dat men zou willen geven.
Nu is sprekers groot bezwaar wanneer de gemeente
voor een bedrag van 30.000.in het fonds zou deel
nemen, dat hij vreest dat dan heel veel gemeentenaren,
tot wie persoonlijk het verzoek is gericht om de zaak
te steunen -- de heer Visser zegt dat dit moest ge
beuren, maar dat is gebeurd zullen zeggen: wij zullen
op ons belastingbiljet daarvoor wel een zoo belangrijk
bedrag zien vermeld, dat wij er niet persoonlijk aan
mee doen. Het is voor den gemeenteraad wel gemak
kelijk uit net belastinggeld een dergelijk bedrag te
nemen, maar spreker vindt het in dit geval toch beter
eerst de zaak eens over te laten aan het particulier
initiatief; hij vreest dat, wanneer hier het besluit wordt
genomen om voor 30.000.deel te nemen in het
waarborgfonds, dit een verkeerden invloed heeft op de
particuliere deelname in datzelfde fonds.
Als straks op 1 November de particuliere deelname
gesloten is en het blijkt dan dat er niet voldoende is
deelgenomen, dan dunkt spreker dat het op den weg
van de Friesche Maatschappij ligt om eens bij de ge
meente te informeeren of het niet mogelijk is er nog
een bedrag bij te krijgen, maar als van particuliere zijde
voldoende kan worden bijgedragen, meent spreker dat
het eerst op den weg der Maatschappij ligt om het
zoo te doen en dat het beter is dat de gemeente niet
hooger gaat dan tot 10.000.
Als werkelijk mocht blijken dat de opbrengst van de
vermakelijkheidsbelasting zoo buitengewoon groot zou
zijn, dan mag dit een voordeel zijn voor de gemeente,
het is dan ook een voordeel voor het uitvoerend comité
van de tentoonstelling, dat er in veel grootere mate van
zal profiteeren. Dat behoeft dus niet bezwarend te zijn,
omdat in het gunstigste geval de aandeelhouders niet
behoeven bij te dragen, de Friesche Maatschappij heel
goed uit kan en de belastingbetalers bovendien niet
gedrukt zullen worden door een belangrijke uitgaaf,
maar integendeel verlicht, omdat de belasting op de
vermakelijkheden dan in 1927 heel wat opbrengt. Dan
is er dus alle reden tot vreugde. En verder behoeven
wij ons niet al te bang te maken; als de gemeente voor
10.000.— deelneemt, zal de tentoonstelling óók wel
doorgaan en wanneer dat eventueel niet zou kunnen,
kan men altijd nog een verhooging vragen aan den
Raad.
Spreker zal daarom stemmen voor het voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
De heer Ij. de Vries stond aanvankelijk op hetzelfde
standpunt als de heeren Visser en Westra. Toen hij den
raadsbrief las, kreeg hij ook den indruk, dat het college
van Burgemeester en Wethouders werkelijk niet onsym
pathiek tegenover deze zaak stond en dat zij naar zijn
meening ook een voldoenden steun toezegden. Maar
nadat hem verschillende inlichtingen zijn bekomen, is
spreker toch eenigszins van standpunt veranderd en
heeft hij een beetje meer den indruk gekregen, dat de
waarde van deze tentoonstelling voor Leeuwarden
grooter is, dan blijkt uit de geste van Burgemeester en
Wethouders en zooals zij die waarde aanslaan. Spreker
is te meer tot die gedachte gekomen, waar men zoo nu
en dan een stem hoort opgaan dat misschien het houden
van de tentoonstelling in Leeuwarden of in een andere
plaats afhankelijk zal zijn van den steun, dien Leeu
warden zal verleenen. Dat is spreker meegedeeld; of
het op zuivere gronden berust, ja of neen, is voor hem
een vraagstuk, maar wel is hem bekend dat op de
laatstgehouden tentoonstelling te Drachten de burge
meester van een zekere gemeente, dicht bij ons in de
buurt, een terrein voor een te houden tentoonstelling
heeft aangeboden. Waar die gemeente dicht bij Leeu
warden ligt, zouden de Leeuwarder ingezetenen er ook
eenigszins voordeel van hebben, wanneer de tentoon
stelling in die gemeente werd gehouden, maar zoo is
het spreker meegedeeld.
Waar de toestand van dien aard is, dat Leeuwarden
niet alleen onze stad is, maar tevens hoofdstad van de
provincie, daar heeft Leeuwarden de plicht mede te
bevorderen de belangen van de geheele provincie, omdat
deze gemeente het centrum is en dus zal zij wel met een
eenigszins grooter aanbod moeten komen dan
10.000.—.
Het komt spreker ook voor dat, als de tentoonstelling
eenigszins slaagt en waar zij een week zal duren
zullen wij toch hopen dat er enkele goede dagen bij
zullen zijn de vermakelijkheidsbelasting aanmerkelijk
meer zal opbrengen dan 10.000.Hij stelt zich voor
dat deze zaak de gemeente aan toezicht, politie, brand
weer, enz. misschien 5.000.zal kosten, maar voor
de neringdoenden en voor de geheele stad gelooft hij
niet dat het onverantwoord is als wij 5.000.moeten
storten bij een eventueel niet slagen.
Na die overwegingen is spreker gekomen tot een
ander standpunt en vindt hij het voorstel van Burge-