178 Verslag van de handelingen van den mond van den Voorzitter dat op dat oogenbiik reeds 80.000.was geteekend voor het waarborgfonds; hoe ter wereld komt de Raad er dan bij zoo vindt spreker, dat is zijn oordeel om dan toch nog ƒ30.000.te geven? M- a. w., men kwam daarmee reeds 10.000. boven het maximum De heer Dijkstra: Neen, dat is de kwestie juist. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi Er is geen maximum. De heer Beekhuis (wethouder) Er is op den voorgrond gesteld, dat er een waarborgfonds moest wezen van 100.000. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi: Minstens De heer Beekhuis (wethouder) Daarmee kon men toe en dan is het een zeer overdreven besluit van den Raad, als hij dan nog 30.000.— voteert en daar mee komt boven de 100.000.Het gevolg is dan oor geweest dat onmiddellijk door de Friesche Maatschappij van Landbouw is gezegd: nu gaan wij de zaak uitbrei den; we zullen trachten nog meer te krijgen en dan gaan wij de zaak nog breeder opzetten dan tot dusverre het plan was. Daaruit blijkt dus wel degelijk dat het in het plan lag van de Friesche Maatschappij een zoodanigen opzet te maken, dat een waarborgfonds van 100.000.- voldoende was en toen dus de Raad ging boven die 100.000.vindt spreker dit als antwoord aan den heer Posthuma dat wèl het oogenbiik voor Gedepu teerde Staten was aangebroken om in te grijpen en te zeggen dat een dergelijk raadsbesluit niet was overeen komstig een goede financieele politiek. Overigens zal spreker op deze zaak niet verder in gaan; hij meent dat die de vorige vergadering voldoende is besproken. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi zal ook niet terug komen op alles, wat den vorigen keer is bespro ken, maar wil toch even, naar aanleiding van de woor den van den heer Beekhuis, zeggen dat, nog vóór dat het besluit van den Raad viel om voor een bedrag van 30.000.— deel te nemen in het waarborgfonds, het bestuur van de Friesche Maatschappij van Landbouw reeds zei: wij houden niet op met een waarborgfonds van 100.000.maar dat is het minimum. Het besluit van den Raad heeft ten opzichte van mogelijke uitbrei ding dus geen gevolgen gehad. Verder vindt spreekster in den brief van Gedepu teerde Staten geen nieuwe gezichtspunten, waarom zij blijft bij haar eenmaal ingenomen standpunt. De Voorzitter wil niet over het feit zelf spreken, n.l. of het bedrag 10.000.of 30.000.- moet zijn, maar hij wil opmerken dat er ten slotte toch een begrootings- post moet komen, hetzij dat de Raad aanneemt dat die 10.000.of 30.000.zal moeten zijn. Het bedrag doet er in zooverre niet toe, maar men zal op de be grooting voor 1927 toch dat bedrag in uitgaaf moeten brengen, daar ontkomt men niet aan. Dat hebben Bur gemeester en Wethouders juist voorzien. Eigenlijk zou de loop van zaken zoo moeten zijn dat, als de Raad be sluit tot een vermoedelijke uitgaaf, tegelijk met dit be sluit een begrootingswijziging zou moeten worden aan genomen. Dat zou zijn, zooals het hoort, maar dat ge beurt niet, omdat in de practijk een gemakkelijker ma nier wordt toegepast, n.l. deze, dat aan Gedeputeerde Staten wordt gevraagd: als er later een begrootings wijziging komt als er een stuk of wat bij elkaar zijn, daarop wordt gewacht zult gij hiertegen dan bezwaar maken? Dat is de gewone manier, en wil men nu de zaak terstond uitvechten, dan zal men naar sprekers meening een begrootingswijziging moeten maken, van Leeuwarden van Dinsdag 26 October 1926. waarop als ontvangst b.v. 10.000.als hooger ge raamde opbrengst voor de vermakelijkheidsbelasting en als uitgaaf 30.000.als deelname in het waarborg fonds voor de tentoonstelling. Als die wijziging dan niet zou worden goedgekeurd, zou men daarop voorziening kunnen vragen bij de Kroon. Zoo gebeurt het nu niet, maar dat zou toch de goede manier zijn. Spreker meent echter dat, als hier een besluit wordt genomen om voor 10.000.—, 20.000.— of 30.000.— deel te nemen in het waarborgfonds, men dan met die „misschiene" uitgaaf zooals spreker haar zou willen noemen op de begrooting voor 1927 rekening zal moeten houden en die uitgaaf daarop dan dus wel degelijk zal moeten aanbrengen. De heer Weima had ook niet het plan om hier nog over te spreken, omdat hij er den vorigen keer al genoeg over heeft gezegd, maar hij wil nu toch den heer Beekhuis opmerken, dat hem, die toch wel eenigszins met de kwestie op de hoogte is, niet bekend is, dat de Friesche Maatschappij van Landbouw in verband met de 30.000.die haar door de gemeente Leeuwarden is toegezegd, de zaak wil uitbreiden. Spreker heeft ver leden week nog een vergadering gehad met enkele heeren en toen was daar heeletnaal niets van bekend en is daar ook heelemaal niet op gedoeld. Wel is er gezegd hoe grooter waarborgfonds, hoe liever, hoe kleiner risico. Dat is ook vanzelfsprekend. Spreker wil opmerken dat in het schrijven van Gede puteerde Staten wel met een enkel woord de heer Beek huis is gehuldigd voor de wijze, waarop hij het voorstel van Burgemeester en Wethouders heeft verdedigd, maar dat daarin met geen enkel woord is gesproken over onze verdediging, die toch goed was toegelicht. Daar is niets van gezegd er is alleen verwezen naar den noodtoe stand, waarin de gemeente verkeert. Omdat dit niet is gedaan en spreker het niet met den heer Beekhuis eens is misschien dat de heer Beekhuis zijn woorden nader kan toelichten en kan blijken dat spreker verkeerd is ingelicht meent spreker dat de toestand onveranderd is gebleven, ongeacht de 30.000.die door de ge meente is toegezegd spreker staat er nog precies gelijk onder als den vorigen keer en hij wenscht niet op het genomen besluit terug te komen. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders, zooals dat door den Voorzitter is aangebracht, wordt met 13 tegen 12 stemmen verworpen. Tegen stemmen de heeren B. Molenaar, Tiemersma, Posthuma, Muller, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren M. Molenaar, O. F. de Vries, K. de Boer, Van der Schoot, Hooiring, Dijkstra, Botke en Weima. Vóór stemmen de heeren Cohen, Westra, Lauten- bach, Fransen, Visser, Scheltema, Van der Veen, IJ. de Vries, Beekhuis, Koopmans, Hofstra en Oosterhoff.. 2. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de raadsbesluiten d.d. 28 September 1.1. tot uitgifte van bouwterrein in erfpacht aan P. Mook en tot kostelooze ingebruikgeving aan Voogden der Stads-Armenkamer van een terrein met gebouwen nabij de gemeentelijke schietbaan ten behoeve van de werkverschaffing. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 3. adressen van den Nederlandschen Roomsch- Katholieken Politiebond Sint Michael en van de afdee- ling Leeuwarden van den Algemeenen Bond van Politie personeel in Nederland, houdende adhaesiebetuiging aan het adres van den Bond van politie-ambtenaren in Nederland, om een gunstiger regeling van de salariëe- ring der politiedienaren in deze gemeente. Zullen worden behandeld bij de begrooting voor 1927. 4. schrijven van de afdeeling Leeuwarden van den Bond van Onderwijzeressen bij het Voorbereidend on Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 October 1926. 179 derwijs, houdende bezwaren tegen de door Burgemees ter en Wethouders voorgestelde herziening der jaar- wedderegeling voor de leerkrachten bij het bewaar- schoolonderwijs en verzoek dit voorstel niet ongewijzigd aan te nemen. Wordt gevoégd bij de stukken die onder punt 13 der agenda voor heden aan de orde zijn gesteld. 5. De Voorzitter kan tevens mededeelen dat van ochtend nog is ingekomen een adres van dezelfde af deeling, waarbij enkele cijfers, genoemd in de memorie van toelichting, behoorende bij het schrijven sub 4, worden gerectificeerd. Spreker vraagt, of de Raad er prijs op stelt, dat van dit adres voorlezing wordt gedaan. De Raad geeft daartoe niet het verlangen te kennen. Het adres sub 5 wordt gevoegd bij de stukken, die onder punt 13 der agenda voor heden aan de orde zijn gesteld. 6. adres van de afdeeling Leeuwarden van den Nederlandschen Bond van Technici, om dien bond toe te laten tot de commissie voor Georganiseerd Overleg. Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld om prae-advies. 7. dat de Ministers van Arbeid, Handel en Nijver heid en van Financiën hebben goedgevonden de bij Koninklijk besluit van 30 November 1918, no. 28, aan deze gemeente toegekende voorschotten uit 's Rijks kas ten behoeve van de uitvoering van een bouwplan van de woningstichting „Patrimonium" te verlagen met 11.078.45 voor wat betreft het grondvoorschot en te verhoogen met 11.078.45 voor wat betreft het bouw- voorschot, en die voorschotten derhalve nader vast te stellen respectievelijk op ten hoogste 63.421.55 en 555.078.45. Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt besloten het verhoogd voorschot te aanvaarden. 8. dat Burgemeester en Wethouders na gehouden openbare aanbesteding hebben gegund de levering van 200 H.L. inlandsche voerhaver ten behoeve van het be drijf der gemeentereiniging aan R. IJpeij te Witmarsum, tegen den prijs van 8.29 per 100 K.G. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 9. De Voorzitter: Dan is nog ingekomen wat niet ter visie heeft gelegen, maar ik zou dat gaarne, als de Raad daartegen geen bezwaar heeft, mondeling willen aanbrengen een schrijven van de Intercommunale Waterleiding Gebied Leeuwarden, waarin wordt ge vraagd dat de gemeente zich, tegelijk met de andere gemeenten en op precies dezelfde voorwaarden als in dertijd bij het aangaan van een definitieve leening, ga rant wil verklaren voor de richtige betaling van rente en aflossing van een tijdelijke kasgeldleening van ten hoogste 500.000.tegen parikoers, met een rente van ten hoogste 4% per jaar. De Waterleiding is in staat het geld tegen een beduidend lageren rentekoers op te nemen bij een semi-overheidsinstelling te Amsterdam, maar de rente is hier hooger gezet, omdat die binnen het jaar zou kunnen worden verhoogd. Door Burgemeester en Wethouders wordt nu voor gesteld te besluiten, dat de gemeente zich borg zal stellen voor de richtige betaling van rente en aflossing van bedoelde geldleening, dat, evenals vroeger is bepaald, de verschillende ge meenten in verhouding tot het aantal aandeelen, dat zij hebben in de Naamlooze Vennootschap, eventueel zullen moeten bijbetalen, wanneer een dier gemeenten als borg wordt aangesproken, en dat, wanneer een van de gemeenten niet op de zelfde voorwaarden dit besluit neemt, dit als niet geno men zal worden beschouwd. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders, zooals dat door den Voorzitter is aangebracht. II. De Voorzitter deelt mede, dat hem door den heer Muller is gevraagd thans even een besloten vergadering te houden. Spreker weet het onderwerp en gelooft dat tegen het verzoek van den heer Muller geen bezwaar behoeft te worden gemaakt. Aangezien de Raad daar tegen blijkbaar ook geen bezwaar heeft, stelt hij voor in geheime vergadering over te gaan. Dienovereenkomstig wordt besloten. Wordt in geheime vergadering overgegaan. III. Na heropening der openbare vergadering wordt overgegaan tot behandeling van de voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1 (Agenda no. 2). Benoeming van leden der stem- bureaux voor de verkiezing van leden der Provinciale Staten en van den Gemeenteraad. De aanbeveling luidt als volgt Aanbeveling uit de leden van den Gemeenteraad en uit inwoners, tevens kiezers, voor de benoeming voor den tijd van vier jaren van leden en plaatsvervangende leden in de stembureaux voor de te houden stemmingen ter verkiezing van leden van de Provinciale Staten en den Gemeenteraad (artt. 58, 59 en 60 der Kieswet). Ie stemdistrist voor de Provinciale Staten en le stemdistrict van kieskring I voor den Gemeenteraad (Stadhuis). Voorzitter: Burgemeester (ingevolge art. 60, le en 2e lid der Kieswet) plv.v. voorzitter: Mr. C. Beekhuis, lid van den Raad leden: Mr. F. C. Stoop, Nieuwestad 102 C. W. Eisma, Nieuwestad 48 plv.v. leden: E. Lagro, Raadhuisplein 23 J. H. Borgesius, Eewal 63 J. Jonker, St. Jacobstraat 9 E. Komter, Emmakade 6 D. J. Koopmans, Wijbr. de Geeststr. 18 H. Hoven, Voorstreek 1 J. J. H. Gramser, Eewal 76 S. Hepkema, Emmakade 25 2e stemdistrict voor de Provinciale Staten en 2e stemdistrict van kieskring 1 voor den Gemeenteraad (een lokaal in de Schipperschool aan het Oldehoofsterkerkhof). Voorzitter: J. Scheltema, lid van den Raad leden: D. Audier, Prins Hendrikstraat 15 A. van der Velde, Nieuwestad 90 plv.v. leden: W. H. W. van Calsbeek, KI. Kerkstraat 28 P. van Erp, Nieuwestad 57 J. Goedemoed, Nieuwestad 93 F. van Dijk, Doelestraat 4 A. Ganzevoort, Nieuwestad 103 H. A. Drontman, St. Jacobstraat 25 D. Ebbens, Weerd 4 G. Dalenoord, Nieuwestad 32 3e stemdistrict voor de Provinciale Staten en 3e stemdistrict van kieskring I voor den Gemeenteraad (de gymnastiekschool no. 1 in de Groote Kerkstraat). Voorzitter: L. Dijkstra, lid van den Raad leden: I'. Hilarius, Weerd 26 B. Timminga, Kleine Kerkstraat 25 plv.v. leden: D. A. Hettema, St. Jacobstraat 28 J. W. Greidanus, Gr. Kerkstraat 43 H. D. M. Hofstede, St. Jacobstraat 23 C. C. Hoekstein, Heerenwaltje 20 G. de Haas, Wirdumerdijk 20 G. W. Habekottee, W. Lodewijkstraat 25 N. Emmerik, Elizabethstraat 35 J. Beeling, Nieuwestad 91

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1926 | | pagina 3