208 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad De adressen sub 69 worden in handen van Burge meester en Wethouders gesteld om prae-advies. 10. dat Burgemeester en Wethouders bij openbare aanbesteding hebben gegund aan W. Smeding, alhier, de levering van 77 dienstpetten voor 3.75 a 3. per stuk, en aan de N. V. Vereenigde Kleermakerijen de levering van 30 stuks bevertin jekkers voor 12.50 per stuk, alles ten behoeve van den dienst der gemeentereiniging. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 11. De heer K. de Boer vraagt een voorstel te mogen doen over de orde der vergadering. De Voorzitter verleent den heer De Boer daartoe het woord. De heer K. de Boer merkt op dat de vorige raads vergadering zoo entre nous is besproken om het besluit te nemen dat deze vergadering zou plaats hebben van 10 tot 6 uur en dat dus geen avondvergaderingen zouden worden gehouden. Nu heeft spreker op de agenda ge zien dat het plan bestaat om des avonds om 8 uur ook nog te vergaderen hij wil bij dezen nu het voorstel doen om geen avondvergaderingen te houden. De beraadslagingen worden geopend. De Voorzitter meent verstaan te hebben dat de heer De Boer zei, dat is besloten geen avondvergaderingen te houden De heer K. de Boer: Entre nous. De Voorzitter: Dus U stelt voor om geen avond vergaderingen te houden en U wilt dat in stemming doen brengen nu we allen nog frisch zijn De heer K. de Boer: Ja. De Voorzitter wil dat wel in stemming brengen, maar wil opmerken, dat, als wij dat besluit nemen, dit eigen lijk beteekent, dat wij ons zelf den pas afsnijden. De mogelijkheid bestaat dat de lust om nog te vergaderen tegen 5 uur wèl bestaat bij de leden, dat men het dan algemeen zoo prettig vindt, dat men nog wenscht terug te komen en ook is het mogelijk dat er dan kans bestaat om er vanavond door te komen. Spreker vraagt of het voorstel-De Boer wordt onder steund. Dit blijkt wel het geval te zijn. De heer IJ. de Vries is het volkomen met den Voor zitter eens, dat het veel beter en verstandiger is hierover vanavond te beslissen en dan te zien, als wij weten hoe de zaken staan, hoe wij er over denken. Als wij nu be slissen, is het best mogelijk dat wij vanavond zeggen dat het toch verstandiger zou zijn een bepaald punt dan af te werken. De heer Dijkstra begrijpt die redenatie niet. Als de raadsleden hier vandaag voor 't eerst zaten en niet eer der zoo'n vergadering van 10 uur 's morgens tot 12 uur 's avonds hadden meegemaakt, zou hij zich dat wèl kunnen begrijpen, maar als men prijs stelt op een seri euze behandeling van de gemeentebegrooting, meent spreker dat, als men hier eerst van tien tot half-een en dan nog eens tot zes uur zit, het dan wel welletjes is. Spreker is er geen voorstander van dergelijke belang rijke onderwerpen op die manier af te handelen; dat is absoluut niet goed. De heer Hofstra zegt dat het voor hem niet zoo ge makkelijk is om een conclusie te nemen over een voor stel, om nu alvast te besluiten geen avondvergaderingen van Leeuwarden van Maandag 22 November 1926. te houden. Spreker moet er bij deze zaak en hij ver onderstelt dat ook van de meeste leden rekening mee houden, dat hij niet alleen lid is van den Raaif maar dat hij daarnaast ook nog andere werkzaamheden heeft. Wanneer hij daarmee kan voorkomen dat wij no« een dag langer moeten zitten, geeft spreker de voorkeur er aan 's avonds wel te vergaderen, maar een toezeggino daaromtrent kunnen de leden van den Raad allerminst geven nog voordat er iets is gebeurd. Daarom zou spreker, zooals de heer IJ. de Vries zegt, van avond willen beslissen of er avondvergadering zal worden gehouden of niet; anders is 't best mogelijk dat wij later betreuren de wijze, waarop wij onze stem hebben uitgebracht. De heer Beekhuis (wethouder) meent in aansluiting met de woorden van den heer Hofstra, dat het niet ver standig is dat de heer De Boer nu zijn voorstel indient. Hij gelooft dat daardoor een verdeelde en onzuivere stemming zal ontstaan; het is toch best mogelijk dat leden, die nu tegen dat voorstel zullen stemmen, mis schien vanavond daar voor zouden stemmen. Spreker zou daarom den heer De Boer werkelijk in overweging willen geven dat voorstel nu niet te doen. De Voorzitter zou zeggen dat wij nu verder niet onzen kostbaren tijd hieraan moeten besteden. Handhaaft de heer De Boer zijn voorstel De heer K. de Boer: Ja. De heer IJ. de Vries merkt op dat de heer Dijkstra zegt dat hij sprekers redeneering niet kan begrijpen. Spreker wil alleen dit zeggen: wij stellen niet voor om wèl een avondvergadering te houden, wij stellen alleen voor de stemming hierover uit te stellen en dan is het vanavond best mogelijk dat wij precies naast de heeren staan. De redeneering van den heer Dijkstra is er dus volkomen naast. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van den heer K. de Boer wordt met 13 tegen 9 stemmen aangenomen. Vóór stemmen: de heeren K. de Boer, Muller, Hooi- ring, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Weima, O. F. de Vries, Botke, Van der Veen, Dijkstra, M. Molenaar, Posthuma, Tiemersma en B. Molenaar. Tegen stemmen: de heeren Visser, Oosterhoff, IJ. de Vries, Van der Schoot, Beekhuis, Hofstra, Westra, Fran sen en Lautenbach. III. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1 (Agenda no. 2). Benoeming van een lid der Commissie voor de Stads Bank van Leening, wegens periodieke aftreding van den heer G. Pyselman. De aanbeveling der commissie luidt als volgt 1. O. Pyselman, Spanjaardslaan 119; 2. J. M. Kingma, Emmakade 63. Wordt benoemd G. Pyselman, voornoemd, met 21 stemmen en 1 stem op J. M. Kingma. 2 (Agenda no. 3). Benoeming van een leerares (leeraar) in de Oude Talen aan het Gymnasium, vaca ture Dr. B. A. van Groningen. De niet alphabetische aanbeveling van Curatoren luidt als volgt 1. mej. H. W. F. Stellwag, doctoranda in de letteren en wijsbegeerte te Utrecht; 2. S. Wijnberg, doctorandus in de klassieke letteren, leeraar aan het Gymnasium te Sneek. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 November 1926. 209 De beraadslagingen worden geopend. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi meende dat het de bedoeling was dat het hier de benoeming zou zijn van een tijdelijke leerares. De Voorzitter: Dat is de bedoeling ook mevrouw. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi Dat staat er niet. De Voorzitter: Dat staat hier niet, maar we zullen eens kijken of het in het voorstel ook staat. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi meent dat het wel in het voorstel staat. De Voorzitter: Ja, dat is wel de bedoeling, U hebt gelijk. Ik wil even opmerken dat in het advies van Cura toren staat, dat de benoeming zal moeten dragen een tijdelijk karakter en dat die zal moeten gelden uiterlijk tot het einde van den cursus 1927/28. De bedoeling is dus dat de benoeming zal geschieden voor één cursus jaar. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt benoemd voor den tijd als bedoeld in het advies van Curatoren mej. H. W. F. Stellwag, voornoemd. 3 (Agenda no. 4). Voorstel van Burgemeester en Weihouders tot vaststelling van de begrooting der in komsten en uitgaven voor 1927 a. voor de Stads Armenkamer b. het Stads Ziekenhuis; c. Nieuwe Stads Weeshuis. Aan de orde is de begrooting sub a. De algemeene beraadslagingen worden geopend. De heer M. Molenaar merkt op dat het verhaal tamelijk eentonig wordt; verleden jaar heeft hij bij de behandeling van dezelfde begrootingen de opmerking gemaakt dat, wat deze begrootingen betreft, de Financi- eele commissie daarin niet was gekend. Hij achtte het toen noodzakelijk dat, evenals trouwens vorige jaren steeds geschiedde, de Financieele commissie kennis kreeg van deze begrootingen. De wethouder van Finan ciën heeft toen zijn excuses aangeboden, hij heeft enkele redenen aangevoerd, waarom het toen niet was gebeurd en hij heeft de pertinente toezegging gedaan dat het in 't vervolg anders zou gebeuren. Hij heeft gezegd: „Spreker wil echter graag toezeggen dat hij er naar zal streven dat ze in liet vervolg in handen der commissie worden gesteld hij is het er volkomen mee eens dat de Financieele commissie in de eerste plaats geroepen is om dergelijke begrootingen na te gaan." Spreker heeft toentertijd ook een opmerking gemaakt over de samenstelling van de begrooting van het Stads ziekenhuis, n.l. dat deze niet overzichtelijk genoeg was, omdat daarin geen overzicht was opgenomen omtrent de uitkomsten van het vorige jaar. Ook daaromtrent heeft spreker toezegging ontvangen dat wij een ver andering zouden krijgen, maar nu heeft die begrooting dit jaar weer denzelfden vorm. Spreker vindt vooral de begrooting van de Stads- Armenkamer zoo belangrijk, dat men daar wel even rustig bij mag gaan zitten. Nu is zijn bedoeling niet om voor deze begrootingen de commissie in vergadering bijeen te roepen; vroeger onder wethouder Berghuis gebeurde het zoo, dat de stukken werden rondgezonden bij de leden der commissie, dan kon men op zijn gemak de zaak nagaan en dan kon men betreffende sommige punten aan de betrokken ambtenaren nog inlichtingen vragen, als die punten niet duidelijk waren. Dat was nu niet mogelijk in den korten tijd, dat men de gelegen heid heeft gekregen om deze stukken in te kijken; spre ker heeft nu slechts een globalen indruk gekregen van wat er in staat. Spreker zou graag willen vernemen wat de aanleiding is geweest, dat ook nu weer de commissie is gepas seerd. Verleden jaar zei de heer Beekhuis dat een van de redenen was dat de begrootingen zoo laat waren binnen gekomen, maar de begrooting van de Stads- Armenkamer is nu gedateerd 8 Juli 1926, die van het Stads-Ziekenhuis 2 Augustus 1926 en alleen die van het Weeshuis was wat later n.l. van 27 October, zoodat er toch tijd genoegd was geweest om de zaak even rond te sturen bij de leden van de commissie. De heer Beekhuis (wethouder) gelooft dat de heer Molenaar heelemaal mis is, als hij zegt dat niet, zooals was beloofd, de stukken de Financieele commissie zijn gepasseerd. Dat is gebeurd; de stukken hebben als bijlage bij de begrootingsstukken ter visie gelegen en de Financieele commissie heeft een aparte vergadering gehad over alle stukken, die bij de begrooting lagen. Spreker moet dit verwijt dus afwijzen; hij heeft in zoo verre dezelfde methode als van den heer Berghuis, om de stukken rond te sturen, niet toegepast, maar de stukken hebben ter visie gelegen, zoodat de Financi eele commissie daarvan dus kennis had kunnen nemen. De heer M. Molenaar zegt dat, als dit het geval is, hij zijn woorden moet intrekken. Het is hem inderdaad ontgaan dat er meer stukken bij de begrootingsstukken lagen; hij heeft die nagekeken, maar heeft de bedoelde stukken niet aangetroffen. Als de wethouder echter pertinent zegt dat die stukken er bij lagen, moet spreker zijn woorden intrekken; alleen wil hij herhalen dat het vroeger de gewoonte was dat de stukken werden rond gestuurd bij de commissie en dan kon ieder lid op zijn gemak de zaak bekijken. De algemeene beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders sub o, b en c. 4 (Agenda no. 5). Voorstellen van Burgemeester en Wethouders om perceelen bouwterrein in erfpacht af te staan aan a. F. Hoeksma en F. Tiemersma (Fonteinstraat) b. J. J. Visser (nabij den Poppeweg) c. J. J. Visser (Balistraat) d. J. Hamersma (Spreeuwenstraat). Deze voorstellen luiden als volgt a. De heeren F. Hoeksma en F. Tiemersma, alhier, heb ben bij hun schrijven d.d. 5 October j.l. den wensch te kennen gegeven, een perceel bouwterrein aan de Zuid zijde van de Fonteinstraat in erfpacht te ontvangen. Het door de adressanten bedoelde terrein, op de hierbij overgelegde situatieteekening met een roode arceering aangegeven, maakt deel uit van het per ceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie D no. 267, dat bij Uw besluit van 12 October j.l. werd verhuurd aan de Friesche AAaatschappij van Landbouw, ten behoeve van de in 1927 te houden landbouwtentoon stelling. In het deswege te sluiten contract zal de be paling worden opgenomen, dat de gemeente te allen tijde het recht heeft om een gedeelte van het verhuurde aan de huur te onttrekken tegen een evenredige vermin dering van den huurprijs, zoodat in dit opzicht zonder bezwaar aan het verzoek van de adressanten kan wor-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1926 | | pagina 2