288 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad
Voortzetting der vergadering op
Volgno. 115 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 116 en 117 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 118. Onderhoud van reddingsmiddelen,
waarschuwingshordenafsluitingen, enz. 1.337.50.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Cohen zegt dat het hem genoegen deed in
de Memorie van Antwoord te lezen dat Burgemeester
en Wethouders geen bezwaar hebben om bij wijze van
proef lange stokken bij de vaste bruggen te plaatsen,
dienende voor het redden van drenkelingen. Spreker
heeft het vorig jaar dat verzoek ook gedaan, maar in
het afgeloopen jaar is hem er niets van gebleken dat het
gebeurd is; hij hoopt dat, wat Burgemeester en Wet
houders nu zeggen, in den loop van het volgend jaar
zal worden bewaarheid. Het is verder niet alleen de
bedoeling lange stokken te plaatsen, maar spreker heeft
ook duidelijk gezegd: met halfronde haken met een dia
meter van een halven meter en uitloopende in een ronden
knop. Juist met dien haak moet men den drenkeling
redden, een stok alleen is niet voldoende.
Nu spreker toch over het redden van drenkelingen
spreekt, meent hij dat wij daar nog noodig iets voor
moeten doen; het betreft de verlenging van de leuning
op de Kelders. Burgemeester en Wethouders zeggen
dat zij dat niet beslist noodzakelijk achten, maar kost
het nu zooveel die leuning 2 of 3 M. te verlengen? Juist
op deze plek geraken door het in- en uitrijden van voer
tuigen dikwijls fietsers te water.
De Voorzitter weet heel goed welke haken de heer
Cohen bedoelt; ze worden ook in Amsterdam gebruikt.
Ze zullen hier spoedig aanwezig zijn. Spreker heeft
gehoord dat een bepaalde organisatie hier in Leeuwar
den dergelijke haken bij de vaste bruggen beschikbaar
wil stellen; hij werd gister telefonisch opgebeld dat toen
de eerste haak was aangekomen en dat het vrij positief
is dat die organisatie ze beschikbaar zal stellen en
bovendien bij de verschillende brugwachters verband-
trommels zal doen plaatsen. Spreker heeft met zeer veel
genoegen gehoord dat die organisatie dat doen wil.
De verlenging van de leuning op de Kelders is ook
een oude kwestie. Het is waar, het kost niet zooveel
en Burgemeester en Wethouders hebben daar dan ook
geen bezwaar tegen, maar op deze manier, net als bij
de bruggen en de scholen, zijn er zoovéél punten, waar
men dan ook een dergelijke leuning zou moeten plaat
sen.
Dat er daar nu op dat punt speciaal meer menschen
te water raken dan op andere punten, kan spreker uit
zijn ervaring uit de politierapporten niet zeggen. Dat is
niet juist; er zijn ook zeer veel andere punten, waar de
menschen met of zonder fiets in het water raken. Het
is echter wel mogelijk dat het daar ook gebeurd is
Burgemeester en Wethouders willen dat graag onder
zoeken.
Op zichzelf zijn de kosten niet zoo groot 't betreft
maar een paar paaltjes maar 't gevaar bestaat dat
men dan straks weer aanmerking gaat maken op andere
punten en deze worden dan ook des te gevaarlijker,
omdat de attentie van het publiek minder wordt.
Burgemeester en Wethouders willen die kwestie ech
ter nog gaarne eens bekijken.
De heer Oosterhofï zegt dat de vraag, die hij bij dit
volgno. heeft gedaan, niet geheel juist is overgebracht
en daardoor is het antwoord daarop ook niet geheel
juist. Het was niet sprekers bedoeling, dat men maar
hier en daar een roeibootje zou leggen, want hij begrijpt
heel goed dat, als daarop geen toezicht is, zij dan niet
zullen worden gebruikt waarvoor zij zijn bestemd.
Sprekers bedoeling was en Burgemeester en Wet
van Leeuwarden van Maandag 22 November 1926.
Woensdag 24 November 1926.
houders zullen daar nu nog wel op willen antwoorden
dat er bij de verschillende bruggen schouwtjes zullen
worden gelegd. Daar zijn nu wel vaartuigjes aanwezig,
maar dat zijn platboomde vaartuigjes en die zijn voor
het redden van drenkelingen niet geschikt. Spreker her
innert zich dat in het vroege voorjaar een kind te water
raakte bij de Oldehove en dat de brugwachter met het
platboomde vaartuigje al zijn best deed om ter plaatse
te komen, zonder dat hij echter iets verder kwam. Spr.
zou daarom willen vragen of het niet wenschelijk is die
vaartuigjes te vervangen door behoorlijke roeibootjes,
■waarmee men beter vooruit kan komen. Nu weet spreker
niet of roeibootjes ook geschikt zijn voor de andere
doeleinden, waarvoor die platboomde vaartuigjes ge
bruikt worden, maar als dat wel zoo is, lijkt het spreker
practisch dat die platboomde dingen worden vervangen
door behoorlijke roeibootjes.
De Voorzitter was bij hetzelfde geval, dat de heer
Oosterhoff bedoelt, ook aanwezig en kan wel mee-
deelen dat de brugwachter zooals in dergelijke ge
vallen wel meer gebeurt in zijn verbouwereerdheid
een verkeerden boom had meegenomen. Wanneer daar
een roeibootje had gelegen, was het ook best mogelijk
geweest dat de brugwachter door de haast maar één
riem had meegenomen en dan had hij er ook onmogelijk
kunnen komen, ten minste lang zoo gauw niet. In elk
geval. Burgemeester en Wethouders willen deze kwestie
wel eens bespreken en dan ook met de brugwachters
zelf, die er goed over kunnen oordeelen, de zaak onder
de oogen zien.
De heer Westra heeft met genoegen vernomen dat
het de bedoeling is reddingsmiddelen bij de bruggen
aan te brengen. Maar is het ook de bedoeling deze ook
te plaatsen bij de verschillende pijpen in de binnenstad?
Waar er dezer dagen aan de Voorstreek nog bijna
iemand is verdronken hij is er uitgehaald doordat
hem een fiets werd toegestoken, alle winkels waren
reeds gesloten zou spreker dat ook wel nuttig achten.
De Voorzitter: Het is nog maar een voorloopige mede-
deeling, maar ik heb een bespreking gehad met een
van de bestuursleden van Eerste Hulp bij Ongelukken'
en nu meen ik dat het juist de bedoeling was de red
dingshaken bij de pijpen te plaatsen, omdat daar de
meeste ongevallen plaats hebben.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 118 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 119 en 120 worden onveranderd vastge
steld.
Volgno. 121. Onderhoud van privaten en water
plaatsen 350.—.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Muller: Een van de grieven, die wij tegen het
college hadden ten opzichte van het niet uitvoeren van
verschillende werken, was, dat er bij de vorige begroo
ting naar ik meen een voorstel is aangenomen, om op
een drietal plaatsen in de stad een nieuw urinoir te
plaatsen en dat dit tot nog toe niet is uitgevoerd.
Nu zeggen Burgemeester en Wethouders in de Me
morie van Antwoord dat zij vandaag of morgen met een
voorstel bij den Raad zullen komen. Het komt mij toch
voor ik heb bij de algemeene beschouwingen over
dit punt niet willen spreken dat wij op een dergelijke
kwestie niet een jaar behoeven te wachten en ik zou
nu willen vragen: moeten wij nu weer een jaar wachten,
alvorens die waterplaatsen er zijn?
De heer Fransen (wethouder): Er is het vorig jaar
bij de begrooting werkelijk over gesproken en ik meen
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad
Voortzetting der vergadering op
ook dat toen door Burgemeester en Wethouders is ge
zegd: wij zullen die zaak onderzoeken. Al is dat nu niet
officieel gedaan door het college, ik heb toch met Ge
meentewerken besproken dat er geschikte plaatsen
moesten worden gezocht. Maar het gaat met die zaken
zoo, als men ergens komt om een plan te maken en de
huren krijgen er lucht van, dan komen zij al heel gauw
met bezwaren; men wil overal liever niet zoo'n inrich
ting. Maar op het oogenblik een paar weken geleden
zijn er toch een drietal plaatsen in de buitenwijken
aangewezen, waar een urinoir zal worden geplaatst en
binnenkort zullen Burgemeester en Wethouders den
Raad een crediet vragen om dat te bevorderen. Ik hoop
dat het dit voorjaar in orde zal komen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 121 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 122. Onderhoud van het sportterrein
f590.—.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Van der Veen wist tijdens de sectieverga
dering niet precies hoe het gesteld was met het sport
terrein, maar juist in dien tijd is door den wethouder
van Openbare Werken de vraag gedaan hoe het kwam,
dat een van de kleine voetbalvereenigingen geen ge
bruik meer maakte van het terrein aan de Fonteinstraat.
Toen is later door den wethouder bericht ontvangen
van de vereeniging, dat ons sportterrein daar niet meer
geschikt voor was. De wethouder heeft daarop gezegd
dat hij een onderzoek zou instellen en waar wij nu toch
met de begrooting bezig zijn en dit punt een uitgaaf
vraagt, zou spreker den wethouder willen vragen is
er ook iets anders bekend geworden of zijn er plannen
om, als het niet goed is, zoodanige veranderingen aan
te brengen, dat het aan het doel beantwoordt
De heer Fransen (wethouder) heeft kort geleden een
brief ontvangen om inlichtingen omtrent het sportter
rein. Spreker heeft zich gewend tot den Secretaris en
zijn collega, wethouder De Boer, die voorzitter is van
de commissie voor lichamelijke opvoeding. Hij heeft
toen de zaak met den heer De Boer besproken en omdat
deze wegens ongesteldheid zich er niet mee kon be
moeien, heeft spreker op zich genomen de zaak te on
derzoeken. Hij heeft toen de commissie gevraagd of die
er niet aan kon voldoen, maar daar kreeg hij ten ant
woorder staat niets op de begrooting, maar wij meen
den dat het door de gemeente zou gebeuren. Als echter
werkelijk blijkt dat er verbetering moet worden aange
bracht het terrein moet bespeelbaar zijn dan zal
door Burgemeester en Wethouders een voorstel aan den
Raad worden gedaan en dan hoopt spreker dat het ter
rein dit voorjaar in orde zal worden gemaakt.
De heer Muller zou bij deze gelegenheid willen vragen
hoe Burgemeester en Wethouders denken ten opzichte
van een speelplaats voor kinderen bij den Groninger
straatweg. Die zaak is al eerder in den Raad besproken
en toen is er op aangedrongen dat, wanneer de speel
plaats aan den Groningerstraatweg voor iets anders in
gebruik zou worden genomen, dan gelijktijdig voor een
andere plaats in die buurt, waar de kinderen zouden
hunnen spelen, zou gezorgd worden. Spreker heeft er
tot nog toe niets van vernomen dat daaraan is voldaan
en zou daarom graag willen vragen wat Burgemeester
en Wethouders denken te doen.
De Voorzitter zegt dat het in de practijk blijkt betrek
kelijk moeilijk te zijn, goede speelplaatsen te vinden,
goed in dien zin, dat de buren niet worden gehinderd.
Speciaal op zijn voorstel hebben Burgemeester en Wet
zan Leeuwarden van Maandag 22 November 1926. 289
Woensdag 24 November 1926.
houders indertijd het groote speelterrein bij school 13
ook buiten de schooltijden opengesteld; spreker vond
het zonde dat zoo'n open terrein daar braak lag buiten
de schooltijden. Gedurende de schooltijden was het hek
open en even voor en na schooltijd mochten de kinderen
er spelen, maar verder moest, terwijl het terrein open
lag, het hek dicht en mochten de kinderen er naar kij
ken. Wel gebeurde het dan dat zij over en door het hek
klommen, maar dat was iets wat niet mocht. Toen is
het hek opengesteld en in minder dan geen tijd regende
het klachten van de omwonenden dat steenen en ballen
door de ruiten en in de tuinen werden gegooid en dat
de jongens over de schuttingen klommen. Daar is toen
wel tijdelijk toezicht op gehouden, maar dat gaf eigenlijk
niets; de jongens zaten gewoon in de kippenhokken.
Nu is het toch ook te gek dat, als men dergelijke speel
terreinen open stelt, daar voortdurend iemand, die moet
worden bezoldigd, toezicht houdt; op die manier wordt
de aanleg van speelterreinen ook niet goedkoop. Dat is
juist het ongeluk. Anders zou men misschien bij meer
scholen het speelterrein open kunnen stellen en op die
manier meer vrij terrein kunnen krijgen voor de jeugd,
maar men weet dat die dingen zich bij dergelijke ter
reinen zullen herhalen, wat er ten slotte toe dwingt om
het hek dicht te doen. De moeilijkheid blijkt dus te zijn
terreinen te vinden die zoo liggen, dat de jeugd de buren
niet kan hinderen; het zal moeten gebeuren op een der
gelijke manier als bij het terrein voor de Ambachts
school. waar de straat aan alle kanten omheen ligt en
eventueele ballen dus ruimte hebben om uit te loopen.
Het terrein aan den Groningerstraatweg was door
toevallige omstandigheden speelterrein geworden als
bouwterrein ging het eerst, door bepaalde omstandig
heden, niet van de hand nu wel en zoo kwam het
dat de kinderen daar expansie zochten en het speel
terrein werd. Nu is het wel de bedoeling daar in de
buurt weer een terrein te krijgen, niet alleen voor de
jeugd maar ook voor andere doeleinden. Zooals spreker
straks ook al zei, Burgemeester en Wethouders zijn
bezig met onderhandelingen zij zouden daar wel een
paar terreinen kunnen koopen en het eene terrein staat
hun ook wel aan en het andere ook wel, maar de prijs
staat hun niet aan. Daardoor is er mee getraineerd,
anders was hier al een voorstel geweest. De bedoeling
is, daar een ruimte te scheppen die, evenals het Wil-
helminaplein, voor allerlei doeleinden kan worden ge
bruikt, n.l. voor vrachtwagens, voor spelende kinderen
en eventueel ook voor andere dingen. Het terrein zal
dan misschien niet zoo groot worden als het Zaailand,
maar het wordt dan toch een kleinere uitgaaf daarvan.
Burgemeester en Wethouders zijn daarover doende,
maar juist omdat zij niet te veel willen aandringen op
vermindering van prijs, is er nog niets van gekomen.
Het is zeer ongelukkig dat het bij school 13 zoo is
gegaan, want anders kon er meer speelterrein beschik
baar worden gesteld. Er wordt overal door de jeugd
wel eens wat uitgehaald, maar als het zoover komt
zooals daar is gebeurd dat op een Zondagmiddag bij
één persoon tweemaal een ruit wordt stuk gegooid, dan
is dat een toestand, die niet is te dulden.
De heer Van der Schoot had gedacht over de kwestie
van de speelterreinen bij volgno. 140 te spreken, maar
nu die zaak toch aan de orde is, zou hij er ook graag
iets over zeggen. De Voorzitter heeft gezegd dat het
zoeken of het daarstellen van speelterrein zooveel moei
lijkheden geeft. Dat mag zoo wezen en ook gebleken
zijn bij het speelterrein bij school 13 Achter de Hoven,
dat eerst is opengesteld en dat later, jammer genoeg,
weer moest worden gesloten, maar spreker zou toch
willen vragen: is er dan werkelijk in dat deel der stad
geen andere gelegenheid voor speelterrein te krijgen?
Spreker meent daar met alle vrijmoedigheid op te
mogen wijzen, omdat juist op het oogenblik door de
gemeente onderhandelingen worden gevoerd om een