292 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad Voortzetting der vergadering op doende aandacht wordt geschonken aan de losse tegels in de trottoirs. Hij heeft daar verleden jaar reeds op gewezen en wil er nu nog eens ernstig op aandringen, dien toestand toch werkelijk eens te verbeteren. Het komt voor dat er maanden en maanden tegels los lig gen; dat is het geval op plaatsen aan den Grachtswal, waar spreker veel langs komt en hij stelt zich voor dat het op plaatsen, waar hij minder veel komt, ook wel zoo zal zijn. Spreker heeft er het vorig jaar al op ge wezen dat er soms geruimen tijd tegels los lagen; dat is ontzettend lastig, vooral voor dames met lichte kous jes aan, als zij op die tegels stappen. De heer M. Molenaar merkt op dat in het Sectie- verslag bij dit punt deze zinsnede staat ,,ln 't algemeen worden nieuwe bestratingen en nieuwe trottoirs te lang aan hun lot overgelaten." Het college antwoordt daarop dat het dat niet kan toe geven, maar spreker moet dat toch volhouden. In het algemeen is men het beste bekend in de omgeving, waar men woont en waar men dagelijks passeert en nu is het bij spreker in de buurt zeer opvallend dat daar in de nieuwe straten kuilen liggen, zoowel in den rijweg als in de trottoirs, die in 5 jaar tijds nog nooit zijn ver beterd. Bij eiken regenval worden die herschapen in ware vijvers, waar men bij donker gemakkelijk in loopt of rijdt en vooral in de buurt van lioolkolken zijn diepe inzinkingen. Het is spreker ook opgevallen dat, als een enkelen keer een straatwerker een sleuf dichtmaakte, hij dan een gat, dat daar dichtbij was, niet meteen even in orde maakte; in plaats van het geheel onder handen te nemen, verbeterde men zoo nu en dan partieel een enkele sleuf. Spreker wil als voorbeeld wijzen op de Molenstraat, waar enkele jaren geleden nieuwe wonin gen zijn gebouwd en waar men bijna niet voorbij kan komen, ten minste niet op de fiets. Er ligt een heuvelrij, ongelogen zulke (spreker wijst met de handen) diepe kuilen en zulke heuvels. Die straten worden te lang aan hun lot overgelaten. De heer O. F. de Vries heeft reeds gewezen op het onderzoek inzake den Harlingerstraatweg. Het college heeft geantwoord dat, zoodra er personeel beschikbaar is, de zaak in kaart zal worden gebracht. Nu moet spr. in de eerste plaats zeggen dat het hem verwondert dat het in kaart brengen van die verbeteringen nu nog moet gebeuren. Er is daar al zoo lang over geklaagd en het college heeft al zoo lang een inzicht in die verbeteringen kunnen hebben, dat spreker zich niet kan begrijpen dat die nu nog in kaart moeten worden gebracht. De toestand is daar letterlijk onhoudbaar. Onze nieuwe Secretaris woont ook in die buurt en die zal het ook in den aanstaanden winter aan den lijve onder vinden wat het beteekent daar te wonen. Bij nattig weer is het al erg, maar als er straks sneeuw valt, is het heelemaal ondoenlijk; dan weet men niet waar men moet loopen om een droog plaatsje te vinden. Nu zullen in den loop van het volgend jaar de tram rails daar worden weggebroken; dat is een persbericht en spreker hoopt ook dat het gebeurt. Hij dringt er bij den wethouder van Openbare Werken op aan dat deze het zoo zal trachten te schikken dat, zoodra men bezig gaat met het wegbreken van de rails, ook aan de ver betering van de straat wordt begonnen, opdat deze voor den volgenden winter in orde zal zijn. Het is een schande voor onze stad, zooals daar een van haar be langrijkste toegangswegen er uit ziet. De heer Botke wil zich aansluiten bij het betoog van den heer Muller; de losliggende tegels op den Grachts wal zijn ook hem opgevallen. Kort geleden is daar een huis verbouwd tot een drogistenwinkel. Deze is nu al 6 maanden geleden geopend en van de tegels, die daar toen door den verbouw zijn losgeraakt, liggen er nu zeker nog wel 4 los. Nu vindt spreker het heel gek dat iemand, die gaat verbouwen, de straat niet van Leeuwarden van Maandag 22 November 1926. Woensdag 24 November 1926. weer in orde maakt, 't Is, zooals de heer Muller zegt; men heeft daar met ware modderfonteinen te doei; waardoor de kleeren vuil worden. Spreker meent dat bij verbouwing de zaak weer in orde moet worden gemaakt Spreker heeft in de sectievergadering ook gesproken over verbetering van den weg Achter de Hoven. Burge meester en Wethouders hebben niet begrepen dat spre ker daarmee bedoelde een stuk weg voor het boeren huis van De Jong. Daar ligt nog een 50 M. grindweg zonder klinkers en dat gedeelte is in den winter, vooral na vriezend weer, zeer vuil. De heer Hooiring zou bij de vele wenschen, die hier zoo voor en na zijn uitgesproken, ook de zijne willen voegen. Spreker wil wijzen op den treurigen toestand van de bestrating aan het Noordvliet-Slot. Dit is een weg, die hier ook reeds meermalen ter sprake is ge komen en waarvoor verbetering meer dan noodig is. Verder wil spreker wijzen op den toestand, waarin nog altijd de Hollanderdijk verkeert. Hij meent dat er indertijd door de bewoners een adres aan den Raad is gezonden en dat dit naar Burgemeester en Wethou ders is gegaan om prae-advies. Spreker zou nu willen vragen hoe het met die zaak is gesteld en of Burge meester en Wethouders ook kunnen meedeelen in hoe verre die zaak is bevorderd. De heer Van der Veen zou ook naar de kwestie van den Nieuwen Hollanderdijk willen informeeren. Hij heeft in de sectie de vraag gesteld wanneer het prae-advies zal komen en Burgemeester en Wethouders zeggen in de Memorie van Antwoord dat zij met de bewoners nog niet tot overeenstemming zijn gekomen. In het begin van 1925 is door de bewoners geadresseerd en toen is door Burgemeester en Wethouders aan adressanten toe gezegd dat zij bereid waren het bedoelde gedeelte van den weg te verharden met puin en met zand; de Nieuwe Hollanderdijk is n.l. maar voor de helft bestraat en de andere helft is een modderpoel. Adressanten hebben toen met den wethouder van Openbare Werken gespro ken en het schijnt dat de kwestie wel is besproken bij Burgemeester en Wethouders, maar dat dezen niet tot verdere stappen bereid waren wegens een bepaalde geanimeerdheid ten opzichte van de gemeente Leeuwar- deradeel, n.l. door het feit dat Burgemeester en Wet houders van Leeuwarden niet zijn geraadpleegd over de bouwvergunningen aan die straat. Toen is met adressanten besproken dat zij bij de woningvereeniging „Leeuwarden" moesten probeeren of deze voor de helft zou willen bijdragen in de kosten van verbetering, maar die heeft gezegd: ik ben mijn straat kwijt, ik ben daartoe niet bereid. Waar nu niet alleen degenen, die aan den eenen kant van den weg in Leeuwarderadeel wonen, de narigheid van den toestand ondervinden, maar ook de bewoners in Leeuwarden, is spreker van meening dat de verbe tering van den weg, voor zoover die het eigendom is van Leeuwarden, niet moet worden uitgesteld tot even tueel met de belanghebbenden overeenstemming is ver kregen, in verband waarmee spreker er op zou willen aandringen, in het belang van de bewoners van die straat, reeds eerder de noodige verbetering aan te brengen. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi merkt op dat er op de Oosterkade in den rijweg een paadje is gemaakt, dat alleen voor fietsers is bestemd, zeker met het oog op de slechte bestrating. Dit pad wordt echter niet al leen door wielrijders gebruikt, maar ook door voetgan gers en daardoor worden de wielrijders dikwijls genood zaakt zich op den rijweg te begeven. Om dat te voor komen, zou spreekster daar een bordje willen plaatsen, waarop de aanwijzing dat het paadje alleen mag worden gebruikt door wielrijders. Zij zou daar even attent op willen maken; de straat is daar zoo slecht. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 November 1926. 293 Voortzetting der vergadering op Woensdag 24 November 1926. De heer Fransen (wethouder) zal trachten de opmer kingen, verzoeken en wenschen zooveel mogelijk te be antwoorden. De heer B. Molenaar is begonnen met te zeggen dat het wenschelijk zou zijn dat hier een beter wegdek in Leeuwarden werd aangebracht en dat hij gaarne een overzicht of een begrooting van de kosten daarvan zou zien, misschien over enkele jaren verdeeld. Spreker geeft toe dat een beter wegdek in het belang zou zijn van het verkeer en hij gelooft ook niet dat Burgemeester en Wethouders er bezwaar tegen zullen hebben aan Ge meentewerken op te dragen om de kosten van een beter wegdek in verschillende deelen van de stad in begroo ting te brengen en deze aan den Raad over te leggen. Spreker moet er echter tegen opkomen dat, zooals de heer Molenaar heeft gezegd, op deze begrooting vrijwat is besnoeid De heer B. Molenaar: Dat is een deugd. De heer Fransen (wethouder) ...Die is niet besnoeid wat aangaat het onderhoud van bestratingen. Alleen stond er eerst een post op voor vernieuwing van straten in plaats van met straatklinkers met vierkante keien en nu hebben Burgemeester en Wethouders gemeend dat het beter was eerst te verstraten en beter in te rijden en, als dan blijkt dat de klinkers niet voldoende zijn, dan over 2 jaar er keien in te brengen. Er is dus alleen een post voor nieuwe keien afgegaan, maar de begrooting zelf is niet veranderd. De Harlingerstraatweg en de Stienserstraatweg en de trottoirs daar hebben de aandacht van Burgemeester en Wethouders. Niet lang geleden zijn de Burgemeester en spreker er nog langs gegaan, om zich te overtuigen of verbetering noodzakelijk was en er is zelfs al gezegd of het niet gewenscht was daarvoor een post op de be grooting van dit jaar te zetten. Dat is er echter bij ge bleven, omdat Burgemeester en Wethouders den Raad ook wel een crediet kunnen vragen, iets, waar, naar sprekers meening, Burgemeester en Wethouders vast niet aan kunnen ontkomen. De rijwegen en voetpaden van den Harlinger-, den Stienserstraatweg en de Span- jaardslaan gelijken het grootste deel van het jaar op modderpoelen. Burgemeester en Wethouders voelen dus de noodzakelijkheid van verbetering; zij zullen de zaak verder onderzoeken en zoo noodig bij den Raad komen cm gelden er voor aan te vragen. Door den heer Muller en anderen is gesproken over losse tegels in de trottoirs en is gewezen op de tegels bij een perceel aan den Grachtswal, dat kort geleden is verbouwd. Maar als bij verbouw van een pand voor riool of beerput of voor aansluiting aan electriciteit of waterleiding een sleuf wordt gegraven, wordt die aan gestampt, maar moet die eenigen tijd hebben om te bezinken en te bezakken, voordat men opnieuw kan herstraten. Elke sleuf moet over 3 of 6 maanden weer worden herstraat 't is eigenaardig, dat zij gedurig weer inzakken. Zoo zal het dus wel eens gebeuren dat enkele tegels beginnen te wippen en spreker weet bij ondervinding dat, als men in den regentijd op zoo'n tegel trapt, er dan een straaltje omhoog spuit. Zooiets is niet te voorkomen. Spreker kan de verzekering geven dat er bij verbouwing, die vandaag hier en dan daar plaats heeft, zooveel mogelijk de hand aan het weer in orde maken van de trottoirs wordt gehouden, maar bij wil er nog wel eens bij Gemeentewerken op aan dringen of het niet mogelijk is dat wat spoediger na te gaan De heer Muller: Het zijn niet altijd sleuven. De heer Fransen (wethouder) Men heeft alle mogelijke verzakkingen, men weet niet waar ze vandaan bomen. Spreker wil er wel bij Gemeentewerken op aan dringen er zoo gauw mogelijk op te letten, alleen zou hij er bij de heeren ook op aan willen dringen om op te geven waar die tegels zijn te vinden. Want het is voor spreker ook geen doen om alle tegels na te loopen en ze alle te probeeren; als men dus hier en daar losse tegels treft en men geeft dat op, dan zal dat wel in orde komen, maar, zooals de heeren weten, spreker zit niet altijd op zijn bureau De heer Van der Schoot: Dat is de kif. De heer Fransen (wethouder) Neen, dat is werkelijk waar; 5/(i van den tijd ben ik de stad in. Door den heer Botke is gesproken over een gedeelte van den weg Achter de Hoven; hij heeft bedoeld de 40 of 50 M. puinweg, die ligt voor het pand van De jong. Die zaak is ai meermalen besproken, maar het college is in verband met de slootdemping niet tot overeenstemming met De Jong kunnen komen. Spreker meent dat niet altijd alle kosten voor rekening van de gemeente moeten komen. Burgemeester en Wethouders zullen echter graag de zaak nog eens onderzoeken en trachten tot een oplossing te komen, want natuurlijk is het een misstand dat in die heele straat een stukje minder goede weg is. Wat het Noordvliet-Slot betreft, waarover de heer Hooiring heeft gesproken, daar zullen Burgemeester en Wethouders ook werk van maken. Dan hebben de heeren Hooiring en Van der Veen gesproken over den Hollanderdijk. Dit is een kwestie, die, zooals den Raad bekend is, nog altijd bij Burge meester en Wethouders is om prae-advies. Dit is echter nog niet klaar, omdat Burgemeester en Wethouders dat niet kunnen aanbieden, voordat zij overeenstemming hebben bereikt met Leeuwarderadeel. Men heeft daar een eigenaardige opvatting. Toen de woningvereeniging „Leeuwarden" daar indertijd een stuk terrein heeft ge kregen, heeft zij ook het recht gekregen om daar een sioot dicht te maken, evenwel onder voorwaarde, dat de eigenaar van het daarnaast gelegen land uitgang zou houden op den weg. Intusschen is echter door dien eige naar dat land verkocht en zijn voor dat terrein door de gemeente Leeuwarderadeel bouwvergunningen gegeven, hoewel dat terrein niet ligt aan een straat. Want de weg is nu slechts voor de eene helft bestraat, in het be lang van de woningen aan den Hollanderdijk en het is niet te eischen dat deze gemeente kosten op zich neemt voor het andere deel van den weg ten behoeve van den bouw en van eigenaren in Leeuwarderadeel. De Burge meester heeft gezegd: als jullie een bedrag bijbetalen, willen wij de geheele straat overnemen in onderhoud en beheer. Maar om voor een belangrijk stuk weg voor die huizen kosten te maken, daar willen Burgemeester en Wethouders niet aan. Zij zijn dus met het gemeente bestuur van Leeuwarderadeel nog niet tot overeenstem ming gekomen en voordat dat niet is gebeurd, is er van Burgemeester en Wethouders ook geen prae-advies te wachten. Mevrouw Buisman heeft nog een opmerking gemaakt over het fietspad van de Oosterbrug naar de Tuinster- brug. Spreker heeft ook meermalen ondervonden dat de wagens daar ook net zoo pleizierig rijden en hij is bang dat, als daar een bordje komt, men dan zal doen alsof men het niet ziet. De Burgemeester zal echter wel willen toezeggen dat de politie er attentie aan zal schenken. De heer B. Molenaar zegt Burgemeester en Wethou ders dank voor het toegezegde onderzoek. De heer Fransen meende echter uit hetgeen spreker heeft ge zegd te moeten opmaken dat spreker het als een be schuldiging heeft gezegd dat deze post lager is dan hij eerst was. Dat is heelemaal niet sprekers bedoeling ge weest, hij heeft alleen willen zeggen dat de post op 67.000.was uitgetrokken, toen de begrooting in de commissie voor Openbare Werken is geweest en dat hij nu ziet dat de post hier op 60.000.is uitgetrokken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1926 | | pagina 44