294 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 November 1926. Voortzetting der vergadering op Woensdag 24 November 1926. Dan is er toch 7000.op bespaard. Spreker meent dat er in eerste instantie 67.000 stond, maar hij heeft alleen maar willen aantoonen hoeveel er voor onder houd noodig is, waarom hij een onderzoek gewenscht achtte. Deze besparing, meent hij, gaat heelemaal in de lijn met wat gister door den wethouder van Financiën is gezegd: doelmatiger werken om zoo tot bezuiniging te komen. De heer Muller gelooft dat men, wat betreft de kwes tie aan den Hollanderdijk, niet op het standpunt kan staan, dat de gemeente verplicht is die straat aan te leg gen. Spreker gelooft dat de zaak zoo zit, dat de eigenaar van het terrein, die daar huizen heeft gebouwd en ze heeft laten verkoopen, de menschen eenigszins verkeerd heeft ingelicht omtrent het aanbrengen van die straat. De kwestie is zoo, dat indertijd de woningvereeni- ging Leeuwarden" toestemming van Burgemeester en Wethouders heeft gekregen om niet de heele straat te moeten aanleggen, maar slechts de halve straat. Later zijn op den tegenoverliggenden grond, gelegen in Leeu warderadeel, woningen verrezen. Nu had men voor het dempen van de sloot, welke demping voor de woning- vereeniging „Leeuwarden" van belang was, van deze de toezegging gekregen dat men vanaf dat land recht van uitgang cp die straat mocht houden. De kwestie, waarom het nu gaat, is, zooals de heer Fransen al heeft gezegd, dat Leeuwarderadeel toestemming heeft gege ven tot het bouwen van die woningen zonder overleg met deze gemeente. Spreker zou nu zeggen dat van deze kwestie de be woners de dupe worden. De toestand is daar slecht, geen neringdoende, die daar moet komen, kan daar behoorlijk terecht. Is er nu geen mogelijkheid om tot een oplossing te komen? De woningvereeniging „Leeu warden" is misschien bereid om een gedeelte van de kosten bij te dragen; zij heeft deze zaak al meermalen onder de oogen gezien en zij is daartoe bereid De heer Fransen (wethouder): Ja? De heer Muller: Ja, zij is bereid en als Leeuwarde radeel daartoe dan ook bereid is en de bewoners ook, dan is er misschien een oplossing mogelijk. Als Leeu warden dan ook niet alles vraagt, wat rechtens ge vraagd zou kunnen worden, meen ik dat langs dien weg de zaak zou kunnen worden onderzocht en dat dan zeer zeker een oplossing zou kunnen worden gevonden. De Voorzitter heeft hier het dossier voor zich van de zaak, die de heer Muller bespreekt. De kwestie is pre cies geloopen, zooals de heer Muller vertelt. Indertijd heeft de woningvereeniging „Leeuwarden" met den naastliggenden eigenaar een overeenkomst gesloten dat de sloot mocht worden gedempt, maar dat dan die eige naar voor zijn perceeien uitgang mocht hebben op dien weg, ook als die perceeien werden verkaveld. De weg is toen over de halve breedte bestraat en later zijn de straten overgedaan aan de gemeente Leeuwarden. Toen is door Leeuwarderadeel bouwvergunning ge geven en daar was niets aan te doen. Had men den bouwers kunnen opleggen de straat aan te leggen, dan zou dit wel in het stuk zijn gezet en had de weg maar gelegen in Leeuwarderadeel, dan had dat ook kunnen gebeuren. Want het blijkt dat dit niet alleen bij ons, maar ook in Leeuwarderadeel gewoonte is. Ook uit de gevoerde correspondentie met die gemeente blijkt dat, toen Burgemeester en Wethouders hebben gevraagd of men daar bereid was bij te betalen, Leeuwarderadeel heeft geantwoord: bij ons moeten de bouwers geheel voor eigen rekening de straten aanleggen en wanneer de gemeente ze overneemt, moeten ze bijbetalen voor het onderhoud. Dat is dus precies hetzelfde als bij ons. Was die straat in Leeuwarderadeel gelegen, dan had die gemeente tot de bouwers gezegd: eerst de straat in orde en de rioleering enz. en dan zullen wij ze overnemen. Aangezien die straat echter niet in Leeuwarderadeel lag, kon die gemeente dat niet zeggen. Nu is door Burgemeester en Wethouders eenige malen tegen de belanghebbenden gezegd: wij willen er mee doorgaan, wanneer door U de prijs voor voort durend onderhoud, die in deze gemeente en ook in Leeuwarderadeel de heerschende is, wordt bijbetaald en wanneer de eigenbouwers zorgen dat de straat met rioleering er komt; deze zal dan door de gemeente wor den overgenomen. Dat is aan belanghebbenden kenbaar gemaakt, maar het is op niets uit geloopen. Toen is aan Leeuwarderadeel gevraagd of men daar ook iets wilde bijdragen en door die gemeente is toen erkend dat het eigenlijk billijk was dat zij iets bijdroeg voor haar be woners; zij biedt dan ook aan een bedrag ineens van 700.het gekapitaliseerde bedrag van 35.kosten voor jaarlijksch onderhoud. Burgemeester en Wethouders hebben steeds met een van de eigenaren gecorrespondeerd, die altijd voorop stelde dat het voor hen van zoo groot belang was dat de straat werd aangelegd, omdat anders, als men zijn huis ging verkoopen, zoo'n perceel minder waard zou zijn; Burgemeester en Wethouders hebben gevraagd of de eigenaren dan ook iets wenschten bij te betalen, maar daar is nooit iets van gekomen. Als nu werkelijk blijkt dat de woningvereeniging „Leeuwarden" ook wil bijbetalen wat Burgemeester en Wethouders onbekend was, maar wat ten slotte blijkbaar aan de eigenaren wel bekend was dan zeg gen Burgemeester en Wethouders: of dat geld nu af komstig is van de woningvereeniging of van de eige naren of van de gemeente Leeuwarderadeel, kan ons niet zooveel schelen, als men het maar op tafel legt. Wanneer men maar kan zeggen: dat is de bijdrage voor de straat, die ongeveer overeenkomt met Uw wenschen en de straat is gemaakt, dan komt die straat in onder houd bij de gemeente I eeuwarden en dan is de zaak in orde. Juist doordat deze woningen precies op de grens van de gemeente staan, loopt het gewone systeem van Leeu warderadeel en van Leeuwarden verkeerd, voor de een, omdat de straat in Leeuwarden ligt en voor de ander omdat de woningen staan in Leeuwarderadeel. Burgemeester en Wethouders hebben alles gedaan wat zij konden, maar eenige toezegging hebben zij nooit gekregen; alleen Leeuwarderadeel heeft iets toegezegd. Als de bijdragen dus van de belanghebbenden moesten komen, zou er misschien niets van komen, maar als de woningvereeniging nu wil bijdragen, kan er misschien nog wel wat van komen. Burgemeester en Wethouders willen dat we! graag, omdat die kwestie dan ook af is en de bewoners daar zullen zijn geholpen, maar niet om het argument van den heer Van der Veen, dat de be woners van Leeuwarden er ook van zullen profiteeren. Spreker geeft volkomen toe dat de straat dan twee maal zoo breed zal worden we willen niet hopen dat die bewoners daar dikwijls het geheele loopvlak van de straat noodig zullen hebben maar zooals de straat nu is, kan men er zeer fatsoenlijk langs. De straat is voor de bewoners van Leeuwarden voldoende, zoodat men niet als argument voor verbreeding moet aanvoeren, dat die ook voor de Leeuwarders van veel belang is. Het is een speciaal belang voor de bewoners daar in Leeuwarderadeel en spreker kan zich begrijpen dat daardoor de huizen beter verkoopbaar zouden worden. Zooals hij zegt, Burgemeester en Wethouders willen ook graag een oplossing. De heer Fransen (wethouder) wil nog even opmerken dat het absoluut niet zijn bedoeling is geweest den heer Molenaar er een grief van te maken; spreker heeft alleen gezegd wat de reden was dat de begrooting 67.000.— was. Die is dat echter nog, want men ziet dat voor ver betering van bestrating en het vervangen van veldkeien Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 November 1926. 295 Voortzetting der vergadering op Woensdag 24 November 1926. door andere steensoorten 4000.is uitgetrokken en voor uitbreiding van trottoirs 3000.Dat is samen weer 67.000.Maar de eerste begrooting was nog ƒ8000.hooger en dat is er in Juni afgegaan, dat be trof de voorgestelde keibestrating. De heer Van der Veen vindt de opmerking heel aardig, dat de bewoners van Leeuwarden, die langs den Hol landerdijk wonen, hopelijk niet als zoodanig de geheele breedte van de straat noodig zullen hebben. Spreker onderschrijft dat, maar toen hij hier straks over sprak, dacht hij ook aan het op een andere wijze gebruik maken van de straat; deze wordt niet alleen gebruikt door de personen, die daar wonen, maar het blijkt dat er ook auto's, karren en wagens van de Reiniging ko men en dan is het daar in dezen tijd van het jaar een reuzensmeerboel. Het is waar dat het verdriet, dat de bewoners van Leeuwarderadeel daarvan hebben, hen er toe zal moeten brengen in de kosten bij te dragen, maar willens en onwillens hebben de bewoners van Leeu warden daar er hetzelfde verdriet van. De heer Hooiring is door het antwoord van Burge meester en Wethouders tamelijk tevreden gesteld. Hij heeft met opzet zijn opmerking in den vorm van een vraag gesteld, want er zit ook zooiets in de lucht als annexatie; daarover is ook wel gesproken en in hoe verre deze dingen daaraan vreemd zijn, weet hij niet. Spreker is blij dat er in het openbaar opheldering is gegeven waarom hij ook zijn vraag had gesteld omdat de bewoners nu zelf kunnen oordeelen. Want degenen, die de zaak aan 't roeren hebben gebracht, zijn vertrokken en met dat die zijn vertrokken is de belangstelling geweken. Zoo gaat het wel meer. Spreker is blij met de duidelijkheid van het antwoord, waaruit hij den indruk krijgt dat, als men aan den anderen kant goed wil, het dan niet aan Leeuwarden zal liggen. De heer O. F. de Vries meent dat de wethouder zich thans in zijn antwoord omtrent den Harlingerstraatweg minder positief heeft uitgedrukt dan in de Memorie van Antwoord. Daarin is gezegd dat de Marssumerstraatweg in kaart zal worden gebracht en de wethouder zegt nu wel dat hij rekening wil houden met de verschillende wenschen, maar als het bedrag niet hooger wordt ge steld, dan kunnen die niet worden uitgevoerd. Nu heeft de wethouder, toen de werkverruiming ter sprake kwam, ook gezegd dat op het terrein van het voormalig opvoedingsgesticht de straten zouden worden aangelegd. Dat plan zal men dus gedeeltelijk over den Marssumerstraatweg in orde moeten maken. Nu daar dus ook aan de andere zijde zal worden gebouwd en de tramrails daar weg komen, is het nu niet noodza kelijk dat korte stuk van de Engelschestraat tot de stad meteen onder de oogen te zien en de kosten daarvan tegelijk met de kosten van dat plan onder te brengen bij den kapitaaldienst? Dan kan daar werkelijk - en dat is noodzakelijk in den toestand een grondige verbetering worden gebracht. De heer Fransen (wethouder) zegt dat, als hij in zijn antwoord thans minder positief is geweest dan in de Memorie van Antwoord, dit dan ligt alleen in het feit, dat hij 3 verschillende dingen tegelijk en ineens heeft beantwoord. Maar niettegenstaande dat, blijft de bedoe ling met den Harlingerstraatweg te handelen, zooals in de Memorie van Antwoord staat en ook het plan, om op het terrein van het voormalig Rijksopvoedingsge sticht de straten door te trekken, gaat door. Spreker is alleen minder positief geweest, omdat hij ook de andere dingen er bij noemde, maar de Harlingerstraatweg gaat niet over. De beraadslagingen worden gesloten. Volgno. 125 wordt onveranderd vastgesteld. Volgnos. 126129 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 130. Onderhoud van kanalen, vaarten, stootcn, vijvers, poorten, statten, enz. f 2.260. De beraadslagingen worden geopend. De heer Botke heeft in de sectievergadering gesproken over de verontreiniging van de Spoorsloot en zoowaar, een dag daarna werd onmiddellijk begonnen met het schoonmaken daarvan. Dat was natuurlijk zuiver toeval, want de spoorweg-maatschappij wist niet, dat er over gesproken was. De sloot ziet er op het oogenblik weer goed uit; direct na de sectievergadering is zij schoongemaakt en nu het water weer hooger is geworden, heeft zij weer een aardig aanzien. Burgemeester en Wethouders hebben te kennen ge geven dat door de gemeente de helft van het onderhoud wordt betaald. Spreker wil er op wijzen dat, als het onderhoud van de sloot niet beter mocht worden, zij het volgend jaar, als het wat een droge zomer mocht wezen, zeer zeker dicht zal komen te zitten. Dit jaar zat de sloot al bijna dicht en zij verbreidde een on aangename lucht, die zeer ongezond was voor de om geving. Het schoonmaken heeft ook oogenschijnlijk goed plaats gehad, maar het is inderdaad gebeurd met den Franschen slag; alleen het groen is er uit gehaald en geen modder. Zoo wordt de sloot steeds ondieper en zal zij ten slotte droog worden. Spreker acht het daarom van belang dat onder de aandacht van de Spoorwegen wordt gebracht dat het onderhoud beter moet worden. Spreker wil er nog op wijzen dat, doordat er hier in openbare vergadering iets over is gezegd, de bevuiling van de sloot minder erg is geworden; dit jaar werden er alleen nog maar kachelpijpen en zeepvaten in ge vonden en vroeger ook beddezakken, enz. Wanneer zeepvaten en dergelijke ook achterwege zouden blijven, zou het nog beter zijn. De heer Hofstra heeft de vraag gedaan of het geen tijd werd dat de oever van de Greuns wordt verbeterd. Burgemeester en Wethouders hebben daarop toegezegd dat zij een onderzoek zullen instellen en nu zou spreker daarmee tevreden kunnen zijn, omdat die toezegging als zoodanig voldoende is; maar er komt nog iets bij. Spreker heeft zich reeds eerder tot den wethouder ge richt en deze heeft ook reeds verschillende malen eerder toegezegd een onderzoek te zullen instellen; spreker wil er den druk op leggen dat hij, ook in de sectieverga dering, niet alleen den oever heeft besproken, maar ook den toestand van het vaarwater. Nu zal hij daarbij niet spreken over de diepte van de geul, maar naast die geul is een oppervlakte water, die niet aan de diepte beanti- woordt en dat vindt zijn oorzaak hierin dat er een 8 a 9 M. van den oever is afgespoeld. Bovendien wil spreker er opmerkzaam op maken dat daarbij de palen van den onderwal zijn blijven staan, zoodat daarop gemakkelijk schouwen en kleine jachtscheepjes kunnen stranden, wat zeer lastig is. Het gedeelte dat spreker bedoelt is gelegen aan de Westzijde van de Greuns, tusschen de Jachthaven en de haven voor woonschepen. Het verwondert hem dat daar niet meer ongelukken gebeuren, maar tijdens het transport van woonschepen is daar een woonschip, dat op het oogenblik daar tegen den wal ligt, ook lek geslagen; dat moet ook gestrand zijn op een van die palen onder water. Spreker wil daarop daarom nogmaals de aandacht vestigen. De Voorzitter antwoordt dat Burgemeester en Wet houders hun toezegging gestand zullen doen. Hij wil alleen opmerken dat de Greuns provinciaal vaarwater is en dat dus, als iemand de palen moet trekken, de gemeente het eigenlijk niet zal moeten doen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1926 | | pagina 45