358
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 December 1926.
aan de Noordoostzijde van de Marssumerstraat in erf
pacht wenscht te ontvangen. Het door den adressant
bedoelde terrein is op de hierbij overgelegde situatie-
teekening in roode kleur aangegeven.
De adressant heeft met de gebruikelijke voorwaarden
genoegen genomen. De erfpachtscanon zal worden be
rekend naar een grondwaarde van 7.per M2., welk
bedrag ook voor terreinen van soortgelijke ligging is
bedongen en voldoende kan worden geacht.
Op grond van het bovenvermelde geven wij U in
overweging te besluiten
aan C. Th. van der Kolk. alhier, tot 31 December 1990
in erfpacht af te staan een perceel bouwterrein aan de
Noordoostzijde van de Marssumerstraat, ter breedte van
21.70 M. langs den weg gemeten, zooals op de bijbe-
hoorende situatieteekening in rood is aangegeven, ter
grootte van ongeveer 543 M2., de juiste grootte nader
door een landmeter van het kadaster uit te meten, zulks
op de volgende voorwaarden
1. de canon wordt berekend naar een grondwaarde
van 7.per M2. en een rentevoet van 6 per jaar;
2. de erfpachter stort binnen tweemaal 24 uren,
nadat hij van het raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht
kennis heeft bekomen, een bedrag van 190.ten
kantore van het gemeentelijk grondbedrijf, als waarborg
voor de nakoming der voorwaarden, welk bedrag hem,
na voldoening daaraan, op aanvrage zal worden terug
gegeven;
3. de rooiïng der te stichten gebouwen zal nader
door den dienst der gemeentewerken worden aange
geven;
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag be
bouwing door derden niet plaats hebben;
5. overigens zijn van toepassing voor zoover
mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd de
bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouw
terreinen, gelegen tusschen Oostersingel en Cambuur-
sterpad en toebehoorende aan de gemeente Leeuwarden.
.9 (Agenda no. 10). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verhuring van de villa „Baensein"
aan Mr. P. C. J. A. Boeles.
Dit voorstel luidt als volgt
Van M. W. van der Meer, huurder van het perceel
weiland der gemeente, gelegen aan den Groninger-
straatweg en deel uitmakende van het kadastrale perceel
gemeente Leeuwarden, sectie F, no. 3303, groot onge
veer 0.74.40 H.A., ontvingen wij het verzoek dat perceel
lïro o«-*7 r\ r*. U.-JrrA
voor den
Dit voorstel luidt als volgt
Bij schrijven van 18 November 1.1. berichtte de Admi
nistrateur van het Gemeentelijk Woningbedrijf ons, dat
de heer Mr. P. C. J. A. Boeles te Arnhem, in verband
met het vertrek van den tegenwoordigen bewoner, heeft
verzocht als huurder van de villa „Baensein" aan den
Harlingerstraatweg in aanmerking te mogen komen. De
heer Boeles wenscht het pand te huren met ingang van
1 Januari e.k. tot zoolang blijft dus de tegenwoor
dige huurder, Ds. J. A. Visscher, voor de betaling der
huursom aansprakelijk. De nieuwe gegadigde zal den
tegenwoordigen huurprijs van 1000.per jaar beta
len, welken prijs wij nog voldoende achten. Bovendien
komen te zijnen laste alle onderhoudskosten van het
gebouw binnenshuis. De gemeente heeft voorts te allen
tijde het recht, zonder schadevergoeding een gedeelte
van het terrein, om de villa gelegen, uit de huur te
nemen.
Wij geven Uwe Vergadering in overweging te be
sluiten
de villa „Baensein", plaatselijk bekend Harlinger
straatweg no. 75, kadastraal Sectie D no. 1920, groot
23 Are 50 centiare, voor het tijdvak van 1 Januari 1927
tot 12 Mei 1932 te verhuren aan Mr. P. C. J. A. Boeles
te Arnhem, voor den prijs van 1000.per jaar en
verder op de overeengekomen voorwaarden.
10 (Agenda no. 11). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verhuring van een perceel weiland aan
den Groningerstraatweg aan M. W. van der Meer.
j
waarvan de huur den 5en Maart 1927 eindigt, UCII
tijd van vijf jaren tegen een verlaagden huurprijs te
mogen inhuren. De deskundige voor de gemeentelijke
landerijen heeft tegen een herverhuring aan van der
Meer geen bezwaar en acht eenige verlaging van de
huursom, thans 180.— per jaar bedragende, wel ge
wettigd.
Blijkens de overgelegde verklaring, is adressant be
reid het land voor het volgend vijfjarig tijdvak te huren
voor 170.per jaar, met welk bedrag naar onze
meening genoegen kan worden genomen.
Wij geven U derhalve in overweging te besluiten aan
Meindert Wijbes van der Meer, alhier, voor het tijdvak
van vijf jaren, ingaande 5 Maart 1927 en eindigende
5 Maart 1932, te verhuren het weiland, deel uitmakende
van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwar
den, sectie F, no. 3303, groot ongeveer 0.74.40 H.A.,
tegen een huurprijs van 170.per jaar en overigens
op de bestaande, zoo noodig eenigszins te wijzigen,
voorwaarden.
11 (Agenda no. 12). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verhuring van een perceel weiland nabij
1 den Greunsweg aan P. E. van der Weide.
Dit voorstel luidt als volgt
Van R. E. van der Weide, alhier, ontvingen wij het
verzoek het perceel weiland Sectie G no. 3651, waarvan
de huur den 12den November j.l. is afgeloopen, weder
om te mogen inhuren voor den tijd van twee jaren.
De deskundige voor de gemeentelijke landerijen geeft
bij zijn advies van 8 November j.l. in overweging dit
verzoek in te willigen; bij een verhuring op dien termijn
valt het einde van den huurtijd ongeveer samen met
het afloopen der huur van de zathe en landen op Kleijen-
burg, welke tot 12 Mei/5 Maart 1929 aan van der Weide
verhuurd zijn.
De deskundige acht een huurprijs van 75.per
36% Are voldoende, waarmede ook wij ons kunnen
vereenigen; bij eene oppervlakte van 1.19.86 H.A.
bedraagt de huursom dan 3'/4 X 75.243.75.
Wij geven U daarom in overweging te besluiten
aan R. E. van der Weide, alhier, met ingang van 12
November 1926 voor den tijd van twee jaren, alzoo tot
12 November 1928, te verhuren het perceel weiland,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie G no.
3651, groot ongeveer 1.19.86 H.A., voor den prijs van
243.75 per jaar en verder onder de bestaande, zoo
noodig eenigszins te wijzigen, voorwaarden.
12 (Agenda no. 13). Voorstel van Burgemeester
en Wethouders tot verhuring van een perceel grond,
bedekt met baggerspecie aan de '1 ijnje, aan M. Rinsma.
Dit voorstel luidt als volgt
De huurder van het met baggerspecie bedekte ge
deelte van het perceel weiland der gemeente, kadas
traal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie G no. 5763,
gelegen aan de Tijnje, heeft ons verzocht het daarnaast
gelegen, eveneens met baggerspecie bedekte, gedeelte
van het perceel, kadastraal gemeente en sectie alsvoren
no. 3663, te mogen huren. De deskundige voor de ge
meentelijke landerijen adviseert bedoeld gedeelte land,
groot ongeveer 3995 M2., tegen een huursom van 40-
per jaar te verhuren voor den tijd van drie jaren, waar
door de huur afloopt tegelijk met die van het reeds bij
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad v
den adressant Rinsma in gebruik zijnde land. Deze
heeft hiermede, evenals met de overigens nog te stellen
voorwaarden, genoegen genomen.
Aangezien bij ons tegen deze verhuring geen bezwa
ren bestaan, geven wij U in overweging te besluiten
aan M. Rinsma, alhier, te verhuren voor den tijd van
driejaren, ingaande 1 Januari 1927 en eindigende alzoo
1 Januari 1930, het met baggerspecie bedekte gedeelte,
groot ongeveer 3995 M-'., van het perceel weiland,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie G no.
3663, gelegen aan de Tijnje, voor een huursom van
ƒ40.per jaar en verder op de overeengekomen voor
waarden.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders
sub 6—12 (agenda sub 713).
13 (Agenda no. 14). Voorstel van Burgemeester
en Wethouders tot overneming van stoepen in de Weerd,
enz.
Dit voorstel luidt als volgt
In een tot ons gericht adres d.d. 1 Juni 1926 gaf
een aantal eigenaren van perceelen aan de Weerd te
kennen, dat zij in het belang van de verkeersgelegenheid
in die straat genegen zijn de voor hunne eigendommen J
liggende stoepen aan de gemeente over te dragen.
Alvorens op dat aanbod in te gaan, achtten wij het
gewenscht te trachten ook de eigenaren van de overige
perceelen in de Weerd te bewegen om van hunne stoe
pen afstand te doen. Het resultaat van de met de eige
naren gevoerde onderhandelingen is geweest, dat, op
een drietal na, alle stoepen in de Weerd door de ge
meente kunnen worden overgenomen. Wij brengen
hierbij in herinnering, dat Uwe Vergadering reeds eer
der heeft besloten, de stoepen, gelegen voor de panden
van den heer Gerbenzon en de firma Brenninkmeijer en
Zonen, aan te koopen.
De kosten van trottoiraanleg worden, met inbegrip
van de bijkomende werken aan de perceelen, door den j
Directeur der Gemeentewerken geraamd op 2700.
te vermeerderen met 800.voor algemeene kosten,
in totaal derhalve op 3500.
Op grond van het bovenstaande geven wij U in over
weging te besluiten
A. in eigendom over te nemen van
1. C. S. Althuis, wed. van T. van der Werf c.s., al
hier, eigenaren van het perceel, kadastraal bekend ge
meente Leeuwarden sectie C no. 512, de stoep, welke
is gelegen tusschen het op het gemelde perceel staande
pand en de Weerd;
2. P. Hilarius, alhier, eigenaar van het perceel,
kadastraal bekend alsvoren no. 513, de stoep, welke is
gelegen tusschen het op het gemelde perceel staande
pand en de Weerd;
3. E. van der Zweep, alhier, eigenares van het per
ceel, kadastraal bekend alsvoren no. 1841, de stoep,
welke is gelegen tusschen het op het gemelde perceel
staande pand en de Weerd;
4. R. C. Koopinans te Haarlem, eigenares van het
perceel, kadastraal bekend alsvoren no. 1585, de stoep,
welke is gelegen tusschen het op het gemelde perceel
staande pand en de Weerd;
5. H. Ronner en J. A. Ronner, alhier, eigenaren van
het perceel, kadastraal bekend alsvoren no. 1738, de
stoep, welke is gelegen tusschen het op het gemelde
perceel staande pand en de Weerd;
6. P. F. J. Westra en J. A. J. van den Borg, hande
lende onder de firma P. F. J. Westra en Co., alhier,
eigenaren van het perceel, kadastraal bekend alsvoren
no. 1998, de stoep, welke is gelegen tusschen het op
het gemelde perceel staande pand en de Weerd;
7- J. L. M. Vergnes c. s., alhier, eigenaren van het
Leeuwarden van Dinsdag 14 December 1926. 359
perceel, kadastraal bekend alsvoren no. 1571, de stoep,
welke is gelegen tusschen het op het gemelde perceel
staande pand en de Weerd;
8. J. Meindersma en A. Andringa, alhier, eigenaren
van het perceel, kadastraal bekend alsvoren no. 1962,
de stoep, welke is gelegen tusschen het op het gemelde
perceel staande pand en de Weerd, alsmede een aan
de Weerd grenzend strookje grond van gelijke breedte
als de bedoelde stoep, hetwelk behoort bij het gedeelte
van de Gloppe, dat bij het bovenomschreven kadastrale
perceel behoort;
9. E. van Keulen te Kampen, eigenares van het per
ceel, kadastraal bekend alsvoren no. 530, de stoep,
welke is gelegen tusschen het op het gemelde perceel
staande pand en de Weerd;
10. W. Schatraad, alhier, eigenaar van het perceel,
kadastraal bekend alsvoren no. 1614, de stoep, welke
is gelegen tusschen het op het gemelde perceel staande
pand en de Weerd;
11. H. Pieters, alhier, eigenaar van het perceel,
kadastraal bekend alsvoren no. 539, de stoep, welke is
gelegen tusschen het op het gemelde perceel staande
pand en de Weerd;
12. E. G. A. Doerk, alhier, eigenaar van het perceel,
kadastraal bekend alsvoren no. 1245, de stoep, welke
is gelegen tusschen het op het gemelde perceel staande
pand en de Weerd;
13. H. Hoffman, alhier, eigenaar van het perceel,
kadastraal bekend alsvoren no. 1246, de stoep, welke
is gelegen tusschen het op het gemelde perceel staande
pand en de Weerd;
14. J. IJpes, alhier, eigenaar van het perceel, kadas
traal bekend alsvoren no. 537, de stoep, welke is gele
gen tusschen het op het gemelde perceel staande pand
en de Weerd;
15. de Vereeniging „de Groote Sociëteit", gevestigd
alhier, eigenares van het perceel, kadastraal bekend als
voren no. 1333, de stoep, welke is gelegen tusschen het
vlak, waarin de bovenvoorgevel van het op het gemelde
perceel staande pand is gelegen en de Weerd;
16. P. Popma, alhier, eigenaar van het perceel,
kadastraal bekend alsvoren no. 1873, de stoep, welke
is gelegen tusschen het op het gemelde perceel staande
pand en de Weerd;
17. A. H. B. Berssenbrugge, alhier, eigenaar van
het perceel, kadastraal bekend alsvoren no. 1874, de
stoep, welke is gelegen tusschen het op het gemelde
perceel staande pand en de Weerd;
een en ander op de volgende bedingen
1. de koopprijs bedraagt 1.voor elke stoep;
2. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor
rekening der gemeente Leeuwarden;
3. bij trottoiraanleg door de gemeente blijft het uit
komende materiaal desverlangd het eigendom der ver-
koopers en wordt door de gemeente kosteloos naar een
door hen aan te wijzen plaats binnen de gemeente ver
voerd;
4. wanneer ten gevolge van den trottoiraanleg werk
zaamheden aan de gevels van bovenvermelde gebouwen
noodig zijn, geschieden deze door en voor rekening der
gemeente;
en overigens op de gebruikelijke en verdere, door
Burgemeester en Wethouders noodig geachte, voor
waarden;
B. de onder /I bedoelde strooken grond te bestem
men voor den publieken dienst;
C. voor den aanleg van trottoirs in de Weerd een
bedrag van 3500.— beschikbaar te stellen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Hooiring zegt dat, als hij een paar woorden
naar aanleiding hiervan wil zeggen, dit dan niet is, om
zich te verzetten tegen dit voorstel, zooals het hier ligt,
maar om deze vraag aan het college te stellen: indien