Vergadering van Maandag 18 Juli 1927.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 18 Juli 1927. 139
Tegenwoordig 24 leden, te weten: de heer Lauten-
bach, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren
Visser, O. F. de Vries, Cohen, Tiemersma, Muller,
Weima, Fransen, Posthuma, Botke, M. Molenaar,
Hooiring, IJ. de Vries, Hofstra, mevrouw Fernee—Hee-
rema, de heeren B. Molenaar, Dijkstra, De Boer, Koop-
nians, Beekhuis, Wölcken, Van der Schoot en Westra.
Afwezig, zonder kennisgeving, 3 leden, de heeren
Oosterhoff, Van der Veen en Scheltema.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
I. De verslagen der vergaderingen van 3 en 17 Mei
1927 worden onveranderd vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld
1. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de
Raadsbesluiten d.d. 8 Juni 1927 tot uitgifte in erfpacht
van bouwterrein aan K. de Haan en T. van der Hoek,
R. Dijkstra, Th. D. Keuning en aan L. de Vries en H.
Zalmstra, tot ruiling van grond aan de Rozenstraat met
H. Jongedijk, tot verkoop van grond aan den Noorder-
weg aan L. de Jong, tot onderhandsche verhuring van
perceel Schapestraat no. 56 aan A. Algra, tot instelling
van een rechtsvordering tegen J. Ferwerda en R. van
der Haag wegens achterstallige huur voor gemeente
woningen, tot het garandeeren van eene geldleening
van 380.000.ten behoeve van de Vereeniging voor
Volkshuisvesting en d.d. 21 Juni 1927 tot uitgifte in
erfpacht van bouwterrein aan Th. Terpstra en T. Pos-
tema, J. Loopstra, T. D. Wijma c.s. en J. J. Visser
2. proces-verbaal van de opneming van kas en
boeken van den gemeente-ontvanger
3. verslag van de Stadsarmenkamer over 1926
4. verslag omtrent hetgeen ter verbetering der
volkshuisvesting in de gemeente Leeuwarden over het
jaar 1926 is verricht.
De mededeelingen sub 14 worden voor kennis
geving aangenomen.
5. dat zijn ingekomen
verzoeken van de Vereeniging tot bestrijding der
tuberculose, de Vereeniging „Openbare Leeszaal en
Bibliotheek", de afdeeling Friesland van het Neder-
landsch Genootschap tot Zedelijke Verbetering der
Gevangenen en de Vereeniging tot oprichting en exploi
tatie van een Friesch Volkssanatorium, om haar over
1928 subsidies te verleenen.
Zullen worden behandeld bij de begrooting voor het
jaar 1928.
6. verzoek van den Leeuwarder Bestuurdersbond,
om te bepalen dat de vakvereenigingscontributie in min
dering mag worden gebracht bij de gemeentelijke
inkomstenbelasting.
Burgemeester en Wethouders stellen voor, het adres
voor kennisgeving aan te nemen, aangezien de bedoelde
mindering wordt toegepast.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
7. adres van het Bestuur van de Nederlandsche
Vereeniging tot bescherming van dieren, afdeeling
Friesland, houdende verzoek aan de vereeniging koste
loos een terrein af te staan voor de oprichting van een
dierenasyl met woonhuis.
Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders
gesteld om praeadvies.
8. adressen van het Bestuur der Vereeniging
„Voorstreek Vooruit" en van H. Brenninkmeijer e. a.,
houdende verzoek om aanleg van een autopark aan den
Groningerstraatweg en te bepalen dat de personen-
bussen, bestemd voor deze gemeente en komende van
Oostelijke richting, daarin moeten worden onder
gebracht.
Burgemeester en Wethouders stellen voor, deze
adressen, evenals met vroegere adressen van gelijke
strekking is geschied, voor kennisgeving aan te nemen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Westra is, afgezien van de vraag of het op
den weg der gemeente ligt om maatregelen te nemen
om het bezoek van winkels in een zeker gedeelte van
de stad te bevorderen, toch van meening, dat dit adres
ook gaat over de kwestie, of het niet nuttig kan wezen
aan autobussen, die uit het Oosten naar Leeuwarden
komen, een standplaats aan te wijzen aan de Oostzijde
van de stad, waardoor dan ook de standplaats bij Cas-
telein belangrijk zou kunnen worden ontlast. Spreker
meent dat dit punt van genoegzaam belang is om ook
door den gemeenteraad te worden behandeld en hij zou
er daarom voor zijn dat Burgemeester en Wethouders
praeadvies uitbrachten over dit adres, opdat de Raad
deze zaak nader kan bezien.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi ondersteunt het
verzoek van den heer Westra.
De Voorzitter begrijpt, dat het de bedoeling van den
heer Westra is dat aan autobussen, die van het Oosten
in de stad komen, aan den Oostkant een standplaats
wordt aangewezen. Daar zou dan echter in opgesloten
liggen dat die bussen onder geen voorwaarde naar het
Westen van de stad zouden mogen doorrijden
De heer Westra: Neen, ze kunnen ook wel naar het
station rijden om daar passagiers voor den trein af te
zetten, maar als zij daarvoor geen passagiers hebben,
zouden zij eenvoudig niet moeten doorrijden.
De Voorzitter wil dan deze opmerking maken, dat
men eiken Vrijdag kan constateeren dat bussen even
stoppen op den hoek van den Groningerstraatweg tot
het uitlaten van 2 of 3 passagiers, dat zij dan door
rijden naar het station, de Beurs of ook naar den Wir-
dumerdijk en dat zij daarna terug rijden naar de vroe
gere herberg van Klopma en daar stallen. Nu zal men
aan die menschen toch niet willen verbieden en naar
sprekers meening kan men dat ook niet doen om
niet verder te rijden, maar op te houden aan den Oost
kant van de stad
Spreker wil wel zeggen dat er Vrijdags bij de herberg
„De Bleek" standplaats genoeg is want 't gaat hier
voornamelijk om den Vrijdag en ook om den Woens
dag maar het groote deel van het publiek wenscht
door te rijden. Daarom rijden de ondernemers door
niet om wat meer benzine kwijt te raken of om wat
meer banden te slijten, maar omdat een groot deel van
de passagiers het wenscht. Er zijn dan ook heel veel
bussen, die elders de menschen afzetten en daarna
stallen bij „De Bleek".
Nu is dit het eigenaardige. Wat is de bedoeling er
van dat de bussen, die op het oogenblik wèl willen
doorrijden, niet verder meer zouden mogen doorrijden?
Is het de bedoeling dat de menschen daar dan óók
zullen uitstappen of niet. Daar zou spreker graag een
antwoord op willen hebben, want dan vervalt de heele
kwestie.
De heer Westra acht het moeilijk om dat hier zoo
maar een, twee, drie, uit te maken, maar is juist daarom
van meening dat het gewenscht is dat Burgemeester en
Wethouders praeadvies uitbrengen en de zaak eens
nader bekijken, om te zien wat er in dat opzicht te doen
is. Spreker meent dat de Zuidkant van de stad over
belast is wat betreft de standplaats voor auto's en als
daaraan iets is te doen, zou hij daar graag aan mee
werken.