226 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 1 November 1927.
bruikbaar is voor plaatsing van graskalveren, maar dat
ook de Lange Marktstraat vaak geheel is verstopt,
omdat men met de wagens geen weg weet. Hij heeft
nu op zichzelf geen voorstel gedaan om den verbreeden
Zuidersingel aan den publieken dienst te onttrekken,
maar het zou kunnen zijn zooals ook de heer O. de
Vlies heeft opgemerkt dat een niet drukke paarden
markt daar zou kunnen worden gehouden spreker
geeft toe dat de oplossing, door den heer J. de Boer
gegeven, n.l. om dan alleen de middenbalie te gebruiken,
een goede oplossing is maar dan moet men kunnen
zeggen: het is op het oogenblik geen publieke weg.
Dan gebruikt men den weg voor paardenmarkt, opdat
men niet de geheele veemarkt behoeft vuil te maken
en zoodra de markt is afgeloopen, wordt de weg weer
opengesteld. Dit is echter geen voorstel, maar een idee.
Spreker zou er veel voor kunnen voelen om den weg
onder één profiel te brengen. Hij heeft daar op zichzelf
geen bezwaar tegen het eenige bezwaar is, dat het
hek om de veemarkt en het hek aan den anderen kant
ook een beetje verband houden mét het gebroken profiel.
Nu de kwestie van het gebroken profiel zelf. Het
wordt hier voorgesteld, alsof het onmogelijk zou zijn
daar langs te rijden. Men krijgt daar echter een rijweg
van 5.50 M. en spreker wil opmerken dat de St. jacobs-
straat maar 4.90 M. is, zoodat die weg nog 60 cM.
breeder wordt. Verder is sprekers persoonlijke ervaring
als automobilist dat men als zoodanig heel graag een
goot tusschen de wielen heeft. Dat rijdt het meest aan
genaam, veel aangenamer, dan wanneer men langs de
goot rijdt, omdat men dan veel meer kans heeft naar
den kant te rijden. Hoe scheever de weg aan weers
kanten is, hoe aangenamer het rijdtde voorwielen
worden als het ware gevangen en de chauffeur heeft
niets te doen. Men zal zien dat, wanneer de weg op
dit profiel wordt gelegd, verreweg de meeste auto
mobilisten met de goot tusschen de wielen zullen rijden.
Op een interruptie, hoe de paard-en-wagens dan moeten,
antwoordt spreker dat deze zoo langzamerhand worden
afgeschaft en dat, zoolang de paarden nog niet op
5.50 M. breedte komen en zulke dikke paarden
hebben we hier in Leeuwarden niet deze daar ook
nog wel kunnen passeeren. Spreker gelooft dus dat men,
wat het verkeer betreft, niet veel bezwaar kan hebben
tegen een gebroken profiel.
Nu heeft spreker persoonlijk ook niet zoo'n bezwaar
tegen een tonrond profiel; het eenige bezwaar daar
tegen is, dat de kalveren dan niet zoo goed verzorgd
kunnen liggen als het kon en dat men met de paarden
markten eventueel niet zooveel kan bergen. De dooi
den heer J. de Boer aangegeven manier lijkt spreker
dan nog de beste.
Spreker zou nu zeggen Raad, neem nu in elk geval
asjeblieft deze verbetering van den Zuidersingel aan
Burgemeester en Wethouders hebben er toch al jaren
lang op zitten vigileeren om deze uitbreiding mogelijk
te maken. Of dan de weg tonrond zal moeten worden
of met een gebroken profiel, dat zal alles wel voor
elkaar komen.
Spreker deelt mede dat zijn ingekomen een amende
ment van den heer Feddema, luidende
,,Ondergeteekende stelt voor het profiel van den
weg bij den Zuidersingel zoodanig te maken dat dit
in 3 vakken van 2, 7 en 2 M. verdeeld wordt"
en een van de heeren B. Molenaar en J. de Boer,
luidende
,,Ondergeteekenden stellen voor den weg uit te
voeren volgens profielen 1 en 2."
Spreker acht het 't beste eerst het amendement-Feddema
in stemming te brengen.
De heer B. Molenaar: Kunt U het andere voorstel niet
eerst in stemming brengen
De Voorzitter: O, best.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het amendement-B. Molenaar-J. de Boer wordt met
15 tegen 12 stemmen verworpen.
Voor stemmen: de heeren Fransen, Westerhuis, Hooi-
ring, Tiemersma, J. de Boer, Hofstra, Van der Veen,
Dijkstra, B. Molenaar, Botke, Feddema en Lautenbach.
Tegen stemmen: de heeren Ritmeester, Feitsma, me
vrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren H. de Boer,
Vromen, Blanson Henkemans, Muller, IJ. de Vries, M.
Molenaar, O. F. de Vries, Peletier, Oosterhoff, Westra,
Visser en Tamminga.
De beraadslagingen worden heropend.
De heer Fransen (wethouder) zou, voordat het amen
dement-Feddema in stemming komt, daarover een enkel
woord willen zeggen. Het voorstel-Feddema wil den
weg gedeeltelijk tonrond maken ter breedte van 7 M.,
met aan weerskanten een ruimte van 2 M. Indien de
Raad dat mocht aannemen, zou spreker willen voor
stellen om het gedeelte van den weg, dat het smalst is,
dus dat, liggende aan den kant van het Stationsplein,
over de volle breedte tonrond te maken en niet in
tweeën te splitsen met een goot in 't midden.
De heer Feddema: Dat is ook de bedoeling.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het amendement-Feddema, zooals dat nader is toe
gelicht door den heer Fransen, wordt met 15 tegen 12
stemmen aangenomen.
Voor stemmen: de heeren Feitsma, Vromen, Tie
mersma, Blanson Henkemans, Hofstra. Dijkstra, B. Mo
lenaar, Botke, Feddema, IJ. de Vries, Peletier, Ooster
hoff, Lautenbach, Visser en Tamminga.
Tegen stemmen: de heeren Ritmeester, Fransen, me
vrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Wester
huis, H. de Boer, Hooiring, J. de Boer, Van der Veen,
Muller, AL Molenaar, O. F. de Vries en Westra.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders,
zooals dit door het, door wethouder Fransen nader
toegelichte, amendement van den heer Feddema is
gewijzigd.
8 (Agenda no. 9). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot beschikbaarstelling van gelden voor
uitbreiding van de hangruimte voor geslachte dieren in
het Openbaar Slachthuis.
Dit voorstel luidt als volgt
Van den Directeur van het Openbaar Slachthuis
alhier, ontvingen wij het verzoek tot uitbreiding der
z.g. hangruimte in die inrichting over te gaan. Wegens
de in aantal zeer sterk toegenomen exportslachtingen
toch zijn de onderscheidene lokaliteiten tegenwoordig
te beperkt, een gebrek, dat zich in het bijzonder doet
gevoelen bij de hangruimte. Op de gronden, door den
Directeur in zijn overgelegd rapport uitvoerig uiteen
gezet, zijn ook wij van meening dat tot uitbreiding van
het hanglokaal moet worden overgegaan.
De bedoeling is de bestaande hangruimte te verlen
gen op de wijze, zooals op de ter visie liggende teeke-
ning is aangegeven. In het midden van het nieuwe ge
deelte wordt dan een transportbaan gemaakt, ter weers
zijden waarvan drie rijen buizen worden aangebracht,
die gebruikt worden om de geslachte, voor export be
stemde, dieren op te hangen. De voorgestelde oplossing
biedt verder het voordeel, dat het voor export bestemde
vleesch dicht bij het aan te leggen zijspoor der Neder-
landsche Tramweg AAaatschappij komt te hangen.
Mocht het exportbedrijf te eeniger tijd verminderen
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden van Dinsdag 1 November 1927. 227
of zelfs stop gezet worden, dan nog zou de aldus uit
gebreide inrichting niet nutteloos zijn, vermits bij uit
breiding der gemeente en de daarmede gepaard gaande
toeneming van het aantal slachtingen toch vergrooting
der hangruimte het allereerst ter hand genomen zou
moeten worden.
De Commissie voor de Openbare Werken kan zich,
blijkens haar schrijven van 25 October j.1met het
ontworpen plan vereenigen. De kosten daarvan worden
geraamd op een bedrag van rond 15.500.
Op grond van het bovenstaande geven wij U in over
weging ten behoeve van de uitbreiding der hangruimte
in "het Openbaar Slachthuis een bedrag van, in ronde
som, 15.500.beschikbaar te stellen en te bepalen,
dat de kosten zullen worden gebracht ten laste van de
exploitatierekening, ieder jaar voor Vs gedeelte, te
beginnen met het exploitatiejaar 1927.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Peletier zou simpel deze vraag willen stellen,
of het de bedoeling van Burgemeester en Wethouders
is dit werk te doen aanbesteden of het in eigen beheer
uit te voeren.
De heer Fransen (wethouder)Bij aanbesteding.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
9 (Agenda no. 10). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot beschikbaarstelling van gelden voor
verbetering der bestrating van een gedeelte van den
Sneekertrekweg en het maken van een kademuur ter
plaatse.
Dit voorstel luidt als volgt
De bestrating van het gedeelte van den Sneeker
trekweg tusschen den ingang van den los- en laadheuvel
van de Nederlandsche Spoorwegen en de brugwachters
woning bij de Spoorhaven verkeert in zoodanig slechten
toestand, dat verbetering daarvan dringend noodig is.
Ten einde deze verbetering afdoende te doen zijn, is
het wenschelijk ter plaatse de bestrating over de volle
breedte van den weg aan te brengen, in voege als is
aangegeven op het door den Directeur der Gemeente
werken bij schrijven van 16 September 1.1. no. 1295
overgelegde project. Met inbegrip van het maken van
een kademuur langs de Harlingervaart over een lengte
van 56 M., worden de kosten in gemeld rapport ge
raamd op 21.090.Dit bedrag kan echter verminderd
worden met 2310.(660 M2. a 3.50), omdat voor
de bestrating ook gebruikt kunnen worden keien, af
komstig van het Noordvliet ten Westen van de Jacob
Binckesstraat, alwaar het plaveisel door klinkers zal
worden vervangen, welke laatste bestrating voor het
verkeer daar ter plaatse alleszins geschikt is. Derhalve
worden de kosten van de bestrating langs het in den
aanhef genoemde gedeelte van den Sneekertrekweg
met aanleg van den kademuur in totaal geraamd op
18.780.
Zooals uit de ter Uwer inzage gelegde stukken kan
blijken, heeft ons College bij de voorbereiding van de
onderhavige aangelegenheid overleg gepleegd met de
eigenaren der onderscheidene industriëele onderne
mingen aan den Sneekertrekweg. Het resultaat van de
gevoerde onderhandelingen is o. a. geweest, dat zij in
de wegverbetering en den kadeaanleg een bedrag van
8900.zullen bijdragen, zoodat ten laste der ge
meente 9880.zal komen.
Onder mededeeling, dat de Commissie voor de Open
bare Werken zich, blijkens haar schrijven van 14 Octo
ber j.l., met de voorgestelde werken kan vereenigen,
geven wij U in overweging te besluiten
a. voor de verbetering van den Sneekertrekweg tus
schen den ingang van den los- en laadheuvel der spoor
wegen en de brugwachterswoning nabij de Spoorhaven
en het maken van een kademuur langs dien weg over
een lengte van 56 Meter een bedrag van 18.780.
beschikbaar te stellen;
b. Burgemeester en Wethouders te machtigen voor
de gemeente een bedrag van 8900.als bijdrage van
belanghebbenden in de kosten der sub a bedoelde
werken te aanvaarden.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
10 (Agenda no. 11). Prae-advies van Burgemeester
en Weihouders op de adressen van de heeren D. Lauten
bach en Mr. C. Beekhuis, om als oud-wethouders dezer
gemeente in het genot van pensioen te worden gesteld.
Dit praeadvies luidt als volgt
In Uwe vergaderingen van 27 September en 4 Octo
ber 1927 werden om praeadvies in onze handen gesteld
adressen van de heeren D. Lautenbach en Mr. C. Beek
huis, oud- wethouders dezer gemeente, om in het genot
van pensioen te worden gesteld overeenkomstig de
bepalingen van de verordening, regelende de pension-
neering van wethouders (gemeentebladen nos. 19 van
1914 en 39 van 1917).
Het pensioen wordt krachtens artikel 2, sub a, der
verordening verleend aan hem, die opgehouden heeft
wethouder te zijn, nadat hij den leeftijd van 65 jaren
heeft bereikt. Deze bepaling is op beide belangheb
benden van toepassing.
Ingevolge het bepaalde bij artikel 5, le lid, der ver
ordening bedraagt het pensioen voor elke maand, gedu
rende welke de betrekking van wethouder is bekleed,
een twee honderd veertigste gedeelte van de laatst
genoten jaarwedde.
De heer Mr. C. Beekhuis is opgetreden als wethouder
gedurende de tijdvakken 9 Juli 189818 September
1906 en 13 Januari 19256 September 1927 (129
maanden), zoodat hem, naar onze meening, op grond
van de verordening een pensioen van 129/24ü X
3000.is 1612.50 behoort te worden toegekend.
De heer D. Lautenbach heeft van 4 September 1923
tot 6 September 1927 (48 maanden) de betrekking van
wethouder bekleed; het aan hem te verleenen pensioen
bedraagt derhalve 48/240 X 3000.is 600.
Wij geven U mitsdien in overweging aan de heeren
Mr. C. Beekhuis en D. Lautenbach, oud-wethouders der
gemeente, gerekend met ingang van 7 September 1927
pensioen toe te kennen ten bedrage van resp. 1612.50
en 600.
De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders wijzigen
hun voorstel, zooals dat bij den Raad is ingediend, zoo
danig, dat in de vierde alinea voor het cijfer 129/24o
moet worden gelezen 31/24o en in verband daarmede
in plaats van het bedrag 1612.50 in de laatste alinea
387.50.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders,
zooals dat bij monde van den Voorzitter namens Bur
gemeester en Wethouders is gewijzigd.
De heer Westerhuis zou nog gaarne naar aanleiding
van punt 11 even het woord willen hebben, als de Voor
zitter het goed vindt.
De Voorzitter: Ja, mijnheer Westerhuis, U zegt naar