I
I
1
234 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 15 November 1927.
6 (Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot overneming van grond en stoepen aan
cn nabij het Ruiterskwartier.
Dit voorstel luidt als volgt
De bestrating van het Ruiterskwartier, met name van
het gedeelte tusschen de Oude Doelesteeg en de Scha-
verneksbrug, verkeert in een zeer slechten toestand en
eischt dringend verbetering. In verband hiermede
hebben wij het voornemen opgevat genoemd weg
gedeelte, dat toch in ieder geval verstraat zou moeten
worden, van een nieuwe bestrating te voorzien en daarbij
tevens het pleintje tusschen het Paleis van Justitie en
de Harmonie begaanbaar te maken en een oogelijk aan
zien te verschaffen.
Zoo ergens, dan is toch in dit stadsgedeelte straat
verbetering ten zeerste noodig, mede door de aanwezig
heid van de Harmonie", eene inrichting, die door een
groot deel van de ingezetenen, alsook door vele niet-
stadgenooten, bezocht pleegt te worden. Met verbetering
van dezen in het centrum der stad gelegen verkeersweg
zullen zeer velen gebaat zijn en het algemeene belang,
hetwelk er mede gediend wordt, weegt dan ook naar
onze meening in allen deele op tegen de kosten, die met
deze straatverbetering tevens een geschikt object
voor werkverruiming-gemoeid zijn. Vandaar dat wij in
de gegeven omstandigheden niet het gevoelen kunnen
deelen van de grootst mogelijke meerderheid der Com
missie voor de Openbare Werken, die de vraag, of dit
werk uit een oogpunt van bezuiniging wel moet worden
uitgevoerd, ontkennend meent te moeten beantwoorden.
Ook de oprit van het Ruiterskwartier naar de Scha-
verneksbrug, een steenslagweg, die door het sedert de
brugvernieuwing belangrijk drukker geworden rijverkeer
veel te lijden heeft, moet afdoende worden verbeterd,
aangezien de toestand daar ter plaatse, ook naar het
oordeel der Commissie voor de Openbare Werken,
thans onhoudbaar is.
De werkzaamheden kunnen worden bekostigd uit de
gewone middelen van den dienst 1927, waartoe U te
zijner tijd een begrootingswijziging zal worden aange
boden.
In verband met de voorgenomen straatverbetering is
het wenschelijk, dat de stoepen langs het Ruiterskwar
tier in handen der gemeente overgaan. Op een vijftal
na, zijn alle eigenaren van de aldaar gelegen stoepen
bereid gevonden, deze aan de gemeente in eigendom
af te staan.
Voorts is met het Rijk onderhandeld omtrent de over
neming van grond rond het Paleis van Justitie, met het
gevolg, dat de gemeente den eigendom kan verkrijgen
van den voor en naast dit gebouw gelegen grond, als
mede het beheer en onderhoud over den grond, welke
achter het Paleis van Justitie is gelegen. De perceelen
zijn op de hierbij overgelegde situatieteekening aange
geven met gele kleur en gemerkt c, onderscheidenlijk
met groene ruitjes en gele arceering en gemerkt e. De
voornaamste aan deze transactie te verbinden voor
waarde is, dat de gemeente op den in beheer en onder
houd over te dragen grond een plantsoen en toegangs
wegen aanlegt, hetgeen niet te bezwarend voor de ge
meente is en waardoor het aanzien ter plaatse belangrijk
zal verbeteren.
Onder overlegging van de stukken geven wij U mits
dien in overweging
A. voor den prijs van 1.voor elke stoep over
te nemen van
1. M. van Kollem, alhier, de stoep, gelegen voor
het pand aan het Ruiterskwartier no. Ill, kadastraal
bekend gemeente Leeuwarden sectie B nos. 3786 en
3785;
2. N. Th. Haverschmidt, alhier, de stoep, gelegen
voor het pand aan het Ruiterskwartier no. 107, kadas
traal bekend alsvoren no. 3112;
3. J. Schoen, weduwe van J. Wiebenga, c. s., alhier,
de stoep, gelegen voor het pand aan het Ruiterskwartier
no. 105, kadastraal bekend alsvoren no. 3217;
4. P. A. Bruinsina, alhier, de stoep, gelegen voor
het pand aan het Ruiterskwartier no. 103, kadastraal
bekend alsvoren no. 1562;
5. J. Gaikema, alhier, de stoep, gelegen voor het
pand aan het Ruiterskwartier no. 101, kadastraal be
kend alsvoren no. 3219;
6. de erven van wijlen IJ. Bolman, alhier, de stoep,
gelegen voor het pand aan het Ruiterskwartier no. 95,
kadastraal bekend alsvoren no. 2952;
7. mejuffrouw R. Burg, alhier, de stoep, gelegen
voor het pand aan het Ruiterskwartier no. 93, kadas
traal bekend alsvoren no. 3048;
8. De N. V. Verzekeringsbank Victoria, gevestigd te
Amsterdam, de stoep, gelegen voor het pand aan het
Ruiterskwartier no. 85, kadastraal bekend alsvoren no.
3620;
9. P. M. E. van der Linden, wed. van A. Andringa,
c. s., alhier, de stoep, gelegen voor het pand aan het
Ruiterskwartier no. 59, kadastraal bekend alsvoren no.
1164;
10. C. de Vries, alhier, de stoep, gelegen voor het
pand aan het Ruiterskwartier no. 55, kadastraal bekend
alsvoren no. 2777;
11. J. Riedstra, alhier, de stoep, gelegen voor het
pand aan het Ruiterskwartier no. 53, kadastraal bekend
alsvoren no. 1168;
12. A. Adema, alhier, de stoep, gelegen voor het
pand aan het Ruiterskwartier no. 49, kadastraal bekend
alsvoren no. 1170;
13. P. A. Hoekstra, alhier, de stoep, gelegen voor
het pand aan het Ruiterskwartier no. 47, kadastraal be
kend alsvoren no. 1171;
14. de N. V. R. A. M. L, gevestigd alhier, de stoep,
gelegen voor het pand aan het Ruiterskwartier no. 37,
kadastraal bekend alsvoren nos. 3922 en 3087,
een en ander onder bepaling, dat uit de overdracht
voor de tegenwoordige eigenaren geen kosten voort
vloeien, het uitkomende materiaal desverlangd hun
eigendom zal blijven en de werkzaamheden, die tenge
volge van den trottoiraanleg aan de gevels der gebou
wen noodig zijn, voor rekening der gemeente komen;
B. de onder A bedoelde stoepen te bestemmen voor
den publieken dienst;
C. van den Staat der Nederlanden over te nemen
a. in eigendom, het terrein, gelegen aan de voor
zijde en dat ter weerszijden van het Paleis van Justitie,
alhier, benevens het verlengde van laatstbedoelden
grond, zooals op de bijbehoorende situatieteekening
met gele kleur en letter c is aangegeven;
b. in beheer en onderhoud, het terrein, gelegen aan
de achterzijde van het Paleis van Justitie, alhier, zooals
op de bijbehoorende situatieteekening met groene ruit,
gele strepen en letter e is aangegeven,
een en ander op de volgende bedingen
1. de gemeente legt een trottoir aan weerszijden van
het Paleis van Justitie en legt daarin, volgens aanwij
zing van den Rijks-Districtsbouwkundige, de door dezen
noodig geachte toegangswegen;
2. het onder a bedoelde terrein wordt bezwaard met
de erfdienstbaarheid, ten behoeve van het Paleis van
Justitie, dat het als openbare straat of openbaar plein
in stand moet worden gehouden;
3. het onder b bedoelde terrein wordt door de
gemeente aangelegd als plantsoen met drie toegangs
wegen naar het Paleis van Justitie, te maken volgens
aanwijzing van den Districtsbouwkundige voornoemd,
terwijl de Staat daarover de beschikking behoudt ten
behoeve van zijn diensten (verbouwing, berging, enz.);
4. de klinkerbestrating, aanwezig op het in beheer
en onderhoud afgestaan terrein, wordt eigendom van
de gemeente Leeuwarden;
5. de kosten op de overdracht vallende, zijn voor
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 15 November 1927. 235
rekening der gemeente,
alsmede op de nader door Burgemeester en Wethou
ders te stellen voorwaarden.
De beraadslagingen worden geopend.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi heeft dit voorstel
met aandacht gelezen en nu kan het wel aan haar lig
gen, maar zij vindt hierin wel een voorstel tot overneming
van stoepen, maar heelemaal niet een voorstel om ook
de bestrating op het Ruiterskwartier te verbeteren. Is
dat wel de bedoeling, dat dit meteen gebeurt?
De heer Oosterhofï zou willen beginnen met te zeg
gen, dat hij zich geheel kan vereenigen met het advies,
dat door de commissie voor Openbare Werken is ge
geven, om niet tot uitvoering van dit werk over te gaan,
maar hij heeft daarvoor meer motieven dan de com
missie aanvoert, die alleen op grond van een, overigens
zeer te waardeeren, poging tot bezuiniging adviseert
niet tot uitvoering hiervan over te gaan. Spreker kan in
dat opzicht volkomen met de commissie meegaan, maar
hij heeft daarvoor meer gronden. Burgemeester en Wet
houders schilderen den toestand van den weg zoodanig,
dat het beter zou zijn dat er morgen verandering in
kwam clan overmorgen en nu kan spreker met den besten
wil van de wereld den toestand daar niet zoo ernstig
vinden. De opgang naar de brug, die alleen is begrint,
is in tijden niet zoo goed geweest; alleen in het eerste
gedeelte, dat aansluit tegen de bestrating, vallen wat
gaten, maar verder is die oprit in jaren niet zoo goed
geweest. Op het Ruiterskwartier zelf is de bestrating
niet mooi, maar toch ook niet zoo, dat daar, met eenige
herstelling, niet een behoorlijke toestand is te maken.
Spreker heeft het voorrecht, dagelijks dat deel van
de stad te kunnen bekijken; hij zit er met zijn kantoor
vlak tegenover, maar hij kan met het oog op het verkeer
absoluut niet inzien, waarvoor daar een trottoir noodig
is. Men heeft daar een breed klinkerpad voor de voet
gangers en voorzoover spreker heeft gezien gebeurt het
bijna nooit, dat daar autobussen of andere voertuigen
op rijden; de voetganger heeft daar dus nog een be
hoorlijke weg om zich op te bewegen.
Er komt nog bij dat dit maar een half voorstel is.
Hier wordt wel voorgesteld om tot aanleg van trottoirs
en verbetering van de bestrating over te gaan, maar
hier wordt ook voorgesteld om van het Rijk in onder
houd en beheer over te nemen den grond rondom het
Paleis van Justitie en om op dien grond achter dat
gebouw een plantsoen aan te leggen, evenwel zonder
kostenberekening. Wij weten niet wat de aanleg van
dit plantsoen zal kosten, dat blijft een verrassing, maar
spreker dunkt dat deze methode, om de ramingen bij
gedeelten te doen. waardoor wij geen overzicht krijgen
van de totale kosten, geen aanbeveling verdient.
Bovendien zal, wanneer men moet voldoen aan den
eisch van de Regeering, dit voor een practische regeling
van het verkeer daar ter plaatse niet veel helpen. Spr.
zou zich kunnen indenken dat men een deel van het
groote verkeer achter het Paleis van Justitie langs in
plaats van er voor langs zou willen leiden, maar daar
komt op de hier voorgestelde wijze heel weinig van
terecht, althans voor het groote verkeer. Er zal dan
hoogstens eens een fiets langs kunnen, maar het groote
verkeer zal moeten blijven gaan langs den transfor
mator, zoodat die lastige hoek daar niet zal worden
ontlast.
Spreker zou ten slotte nog een opmerking willen
maken. Wanneer de gemeente van een particulier iets
in eigendom overneemt, wordt gewoonlijk de eisch ge
steld dat datgene, wat zal worden overgenomen, eerst
in een behoorlijken staat van onderhoud wordt gebracht.
We krijgen hier echter een cadeautje van het Rijk, waar
bij wij het plein achter het Paleis van Justitie in onder
houd en beheer krijgen, maar waarvoor wij eerst groote
kosten moeten maken om den toestand eenigszins be
hoorlijk in orde te maken. Spreker zou zeggen, laten
wij dat geschenk aanvaarden, wanneer eerst het Rijk
zelf daar de zaak in orde heeft gemaakt en dan doen
wat noodig is. Het verkeer in de stad zal er niet door
verminderen, al geeft spreker toe dat de toestand daar
deplorabel is. Wat Burgemeester en Wethouders voor
stellen, acht hij geen verstandige maatregel.
Alles bij elkaar genomen, heeft spreker er toe ge
bracht, waar hij ook al niet zoo'n groote bewonderaar
is van den aanleg van trottoirs, maar hij deze meer als
een luxe beschouwt, niet zijn stem aan dit voorstel te
De heer J. de Boer: Toen deze zaak in de commissie
voor Openbare Werken aan de orde is geweest, was
ons niet bekend dat de middelen, hiervoor noodig, geput
konden worden uit den gewonen dienst. Als wij dat
hadden geweten, zou zeer stellig de commissie hier
anders tegenover hebben gestaan, althans naar mijn
meening. Nu dan ook blijkt, dat de zaak anders loopt
dan aanvankelijk onze opvatting was, wil ik wel zeggen
dat ik er niet voor voel om de totstandkoming van dit
werk te belemmeren; ik ben, in tegenstelling met den
heer Oosterhoff, van meening, dat hier wel eenige ver
betering noodig is.
Volgens den heer Oosterhoff zou de oprit naar de
brug den laatsten tijd behoorlijk in orde zijn, maar dat
is dan ook een gevolg van het wekelijks in orde brengen
van dat gedeelte weg, waar voortdurend groote kuilen
en gaten in vallen. Het wegdek is daar heel slecht, dat
had al in orde moeten worden gemaakt, toen de brug
is veranderd. Nu dat niet is gebeurd, ben ik van mee
ning, dat het hoog tijd wordt dat daaraan wordt tege
moet gekomefi.
Wat het verdere deel betreft, dit is gelegen in het
centrum van de stad en op een plaats, waar heel veel
gebruik van wordt gemaakt. Het is een van de straten,
die in den minsten toestand verkeeren; wat dat betreft
is dus verbetering inderdaad wel noodig.
Of het nu wel de weg is om steeds te blijven door
gaan met straat voor straat aan te pakken Spreker
meent dat wij een anderen weg op moeten; hij meent
dat het van groote beteekenis zou zijn een plan te maken
voor vernieuwing van de straten en dat het ook goed
zou zijn daarvoor de middelen te zoeken, n.l. door fonds
vorming of iets dergelijks. Hij acht het niet gewenscht
altijd door te gaan met incidenteel hier of daar een
stukje straat te verbeteren; dat moet meer planmatig
gebeuren, men moet eerst een bepaald plan vaststellen,
welke straten in aanmerking moeten komen.
Waar de hier voorgestelde verbetering echter zeer
urgent is, is spreker op het oogenblik bereid aan dit
voorstel zijn stem te geven.
De heer Feddema: Ik kan mij in zooverre bij den heer
De Boer aansluiten, dat wij in de commissie voor Open
bare Werken werkelijk hebben gemeend, dat het hier
betrof een buitengewone uitgaaf. Waar er nu zooveel
bezuinigd moet worden, zooals straks bij de behande
ling der begrooting zal blijken, meenden wij dat dit werk
niet zoo dringend was, dat het deze uitgave zou wet
tigen. Maar waar Burgemeester en Wethouders op het
oogenblik schrijven dat de middelen uit het gewone
beheer kunnen komen, daar staat de zaak wel iets
anders.
Alleen is er een vraag, die zeer waarschijnlijk bij den
Raad is opgekomen, althans bij mij: hoe is die bezui
niging tot stand gekomen? Kan dit worden betaald uit
het gewone beheer, wat betreft het onderhoud van
straten voor dit jaar en zijn er dan straten, die niet be
handeld zijn, maar die wel op de lijst stonden? Dat is
voor mij nog een open vraag en van de beantwoording
daarvan zal ik mijn stem laten afhangen.
i
i
ifij