292 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 December 1927. deeren wij te minder, waar gebleken is, dat deze post het vorige jaar reeds zóó hoog was boven hetgeen noodig is gebleken, dat uit deze post nog een slordige 15.000.kon worden besteed voor een werk, dat niet in den opzet lag, voor het Ruiterskwartier. Verlaging met minstens 15.000.van deze post verdient De Voorzitter: Mag ik U even iets vragen. U heeft het daar over het bestratingsplan en over verlaging, heeft U dat voorstel hier ook bij ingediend De heer Vromen: U hebt het daarbij, het is post 310 geloof ik. De Voorzitter: Zoo goed heb ik die posten niet in mijn hoofd. De heer Vromen: naar wij meenen dan ook wel degelijk aanbeveling. Ook ten opzichte van de plantsoenen is De Voorzitter: Dank U mijnheer Vromen, zoo is het wel goed. De heer IJ. de Vries: Mijnheer de Voorzitter Toen nu bijna 4 jaar geleden de Raad de begrooting voor het jaar 1924 behandelde, zeide de eerste spreker, de heer Westra „De heer Westra Het is zeer zeker sedert onheug lijke tijden voor de eerste maal dat hier een begrooting wordt aangeboden door een college van Burgemeester en Wethouders, waarvan een lid der R. K. raadsfractie deel uitmaakt." Met een variant op deze ontboezeming zou men nu kunnen zeggen „Het is zeker sedert onheuglijke tijden, ten minste niemand der nog levende Leeuwarders zal de tijd gekend hebben, dat hier geregeerd is geworden, zonder een liberalen wethouder in het college. En dat feit beleven wij nu De heer Westerhuis: Dat betreurt hij, geloof ik. De heer IJ. de Vries: De tijden veranderen wel. Toen in 1898, ter gelegenheid van de Kroningsfeesten, gelijk in vele andere gemeenten, ook in Kollum een Wilhelminaboom werd geplant, zeide de toenmalige Burgemeester, de heer Witteveen De tijden veranderen en wij met hen. Voor honderd jaren dansten hier de Sansculottes de Marseillaise Stemmen: Aandoenlijk! (Rumoer en hilariteit.) De Voorzitter: Leest U maar stilletjes door, mijnheer De Vries en stoor U niet aan de interrupties, dat is nog het beste. De heer IJ. de Vries en nu planten wij hier een Oranjeboom, trouw zwerende aan ons doorluchtig Vorstenhuis". Sinds dit feit plaats greep, nu bijna 30 jaren geleden, is de toestand in de politieke constellatie weer aan merkelijk gewijzigd; toen had de liberale partij bijna overal de macht en het regeer nog in handen. En nu Ze heeft op enkele plaatsen nog iets te be- teekenen en andere niets De heer Visser: Niets is hier blijvend. De heer IJ. de Vries Als we ons afvragen, waaraan heeft ze het te danken dat ze overal ver schrompelt tot een machtelooze kleine fractie, niette genstaande ze nog den steun geniet der groote pers, dan staan we feitelijk voor raadselen. Zijn haar beginselen dan zoo slecht In theorie op verschillende punten niet, al zijn ze wat koud. Zit het dan misschien in de toepassing, in de practijk van haar vertegenwoordigers Ik vrees, Mijnheer de Voorzitter, dat hier de oorzaak schuilt, waardoor de verheven liberale beginselen geen weerklank meer vinden in de hoofden en harten van het gros der kiezers en kieze ressen, die dezelfde grondslagen voor hun levens beschouwing aanvaarden als wijlen Thorbecke. Doch wat ook de oorzaken mogen zijn, feit is, dat de eens doorluchtige en almachtige liberale partij op gehouden heeft allerwege de lakens uit te deelen. Volgens de cijfers van de laatst gehouden verkie zingen hier te Leeuwarden, vertegenwoordigen hun aanhangers, georganiseerd in den Vrijheidsbond, nog ongeveer 1/7 clee' van onze burgers. Ik wilde dit feit niet onopgemerkt laten passeeren, Mijnheer de Voorzitter, omdat ik dit gebeuren beschouw als van historische beteekenis, al doet het altijd eenigs- zins weemoedig aan, de afbraak te moeten zien vol trekken van iets, dat eens de trotsch en het bolwerk van duizenden, ja, van bijna allen is geweest. Doch de weemoed wordt getemperd als men ziet, dat iets door eigen fouten aftakelt en als daarnaast voor hetgeen verdwijnt, iets beters in de plaats komt Stemmen: De S. D. A. P. De heer Muller: Ja, dat is zeker de S. D. A. P. De heer IJj. de Vries Ik meen dat te mogen con- cludeeren uit de verdere cijfers der laatst gehouden verkiezingen, De heer Peletier: De vooruitgaande cijfers van de liberale partij De heer IJ. de Vries waaraan ik nog enkele opmerkingen wil wijden. Daaruit blijkt dat de richtingen, die nog willen rekenen met God en zijn ordinantiën, als grondslag voor het optreden van de Overheid, langzamerhand in aantal winnen. De procenten van hun cijfers stijgen gestadig aan, een teeken van een gezonden groei, terwijl de sterkte der partijen, steunende op de Rede, vrij constant blijft. Dit is ook het geval bij de S. D. A. P. Niettegenstaande de geweldige reclame en de arbeid en het enorm bedrag, uitgegeven door de S. D. A. P. bij de laatst gehouden verkiezingen, blijven haar aan hangers ongeveer 40 der kiezers vertegenwoordigen. Blijkbaar heeft de S. D. A. P. haar hoogtepunt bereikt, want niettegenstaande hun enorme arbeid en zeer aan nemelijke beloften voor velen, heeft zij in de laatste 8 jaar procentsgewijze geen vooruitgang kunnen bereiken. Daartegenover zijn de rechtsche partijen langzaam gestegen, sinds 1923 van 28 tot 33.48 alzoo een vooruitgang van goed 5 der uitgebrachte stemmen, waarvan 1 ten goede der R. K. partij en royaal 4 geboekt mocht worden voor de Protestantsch Christe- 1 ij ken. Dat geeft hoop voor de toekomst, vooral omdat de groei zoo geleidelijk verloopt. Wonderboomen, zooals voor 4 jaren Leeuwardens Gemeentebelang, kunnen gewoonlijk de hitte des daags of de koude des nachts niet verdragen en bezwijken dan ook meestentijds zeer spoedig. Dat Leeuwardens Gemeentebelang zoo roemloos zou verdwijnen, dat was niet verwacht; doch ik zal er geen traan om laten; met haar grondslag was toch niet te regeeren en haar vertegenwoordigers ontbrak het aan ruggegraat en ernst. Ze ruste verder in vrede Of de Vrijzinnig-Democratische partij haar sterken groei kan verdragen, de tijd zal het leeren. Ze heeft het groote voordeel, dat ze een stevig medicus tot lid bezit, die steeds een oogje in het zeil kan houden. Als ze niet drijft op de ontevreden kiezers van Leeu- Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 December 1927. 293 wardens Gemeentebelang, is het mogelijk dat ze een volgende verkiezing haar aantal zetels kan bestendigen. Dat onze Christelijk-Historische fractie een zetel heeft verloren, niettegenstaande er bijna 800 stemmen meer op de Christelij k-Historische lijst zijn uitgebracht, dank zij de toetreding en loyale steun der vroegere Christelijk- Sociale partij, betreuren we natuurlijk ten zeerste. Doch het feit is niet anders, het overschot om een derde zetel te kunnen verkrijgen was te klein. En wat is nu de verdere uitwerking van de stembus die 25 Mei 1927 gesproken heeft, met het oog op de samenstelling van het college van Wethouders Mijn heer de Voorzitter „De Koning is dood de Koning ieve is een gezegde, dat men hoort bij het overlijden van een regeerend vorst en het optreden van zijn op volger. Is hier ook reden om met droefheid in het hart te zeggen: „De combinatie is dood" en laarnevens een juichtoon aan te heffen: De combinatie leve Het komt mij voor dat hiervoor vooralsnog niet vol doende motieven aanwezig zijn. Schijnbaar heeft de nu opgedoekte combinatie toch aan de toen er buiten staanden, een indruk van kracht gegeven en het verlangen gewekt, in een volgende periode zelf deel uit te maken van een dergelijke samenstelling. Uit het vlotte verloop van de onderhandelingen is gebleken, dat men het vrij spoedig met elkaar eens is geworden. Als precies waar is, wat uit het jaarverslag van de S. D. A. P. in de „Leeuwarder Courant" is overgenomen, dan was er ook weinig te bespreken, want dan ging het alleen over de verdeeling van de wethouderszetels, dus om de macht. Een volgende zinsnede van dit jaarverslag is niet geheel juist, daarin wordt gezegd „De fracties van den Vrijheidsbond en die der Protestantsch Christelijken stelden voorwaarden, waarop niet kon worden ingegaan, omdat inwilliging hiervan tengevolge zou hebben de niet handhaving van den door ons gestelden eisch." Of de Vrijheidsbond al of niet een eisch heeft gesteld, is ons onbekend, doch dat wij, als Rechts-Protestantsche fractie, voorwaarden hebben gesteld, is niet juist. Wij stelden alleen vragen in den vorm van nadere inlichtingen en wel in den volgenden geest „Hoe stelt U zich de verdere samenstelling van het college voor en volgens welk program meent U, dat in de volgende 4 jaren onze stad moet geregeerd worden". Ik meen dat men deze inlichtingen niet met voorwaarden mag gelijk stellen, daarom moeten wij deze zinsnede kwalificeeren om geen ander woord te gebruiken als onjuist. De heer Visser heeft hedenmorgen zijn standpunt uiteengezet, waaruit ik meende te moeten opmaken, dat hij namens zijn fractie sprak en die indruk krijg ik nog. Hij heeft daarin gesproken over de vorming van het vorig college, waarbij de eenige samenwerking was, de S. D. A. P. te weren. Er is toen toch wel degelijk tot 2, 3 maal toe een zetel aangeboden, maar men wenschte dat niet op die manier. Nu heeft men een college gevormd, waarbij de 11 leden tellende fractie van de S. D. A. P. 2 zetels heeft ingenomen, maar 11 is toch niet de helft van 27, er zijn zooveel schakee ringen. 40 heeft volgens mij nooit het recht op 50 De heer Visser: Minder dan één kun je toch niet aanbieden. De heer IJ. de Vries: Dat hoeft ook niet. Er is wel gesproken over een program, volgens den heer Visser, maar niet over de uitvoering. De heer Visser is soms punctueel, maar dan moet hij ook punctueel blijven. De R.-K. partij is alleen uitgenoodigd éoor de S. D. A. P. en niet door andere partijen. Moet dan een fractie van 2 een fractie van 3 uitnoodigen Ja, de heer Visser heeft gesproken van de A.-Rev. partij en daarna van de Chr.-Hist., maar bedoelde toch eigenlijk de A.-R., waar hij zegt, dat door het voeren van een domme, onhandige politiek de A.-R. de kans op een zetel heeft verloren. Ik vind het echter een grootere eer om eerlijk door te gaan dan iets te krijgen. Op Uw manier zou men koopman moeten zijn. De heer Westerhuis heeft gesproken over de vorming van het vorige college, waar de S. D. A. P. buiten gehouden is. Reeds toen heb ik bij interruptie gezegd dat een college gevormd moest worden zonder de S. D. A. P., omdat die niet anders dan op haar eischen wilde scheep gaan. De combinatie moest toen wel een college vormen, er zat toen niets anders op, maar deze com binatie heeft ons de gelegenheid niet gegeven tot een bespreking. Wij hebben inlichtingen gevraagd, zooals ik reeds zoo juist heb gezegd, en waren die inlichtingen eenigszins duidelijk geweest, dan hadden wij wel een samenspreking willen hebben. Wij ontvingen echter dit antwoord Leeuwarden, 28 Juni 1927. Aan de Rechts-Protestantsche fractie uit den Gemeenteraad van Leeuwarden. Mijne Heeren, Onder verwijzing naar ons eerste schrijven her inneren we er aan, dat onze fractie gemachtigd is onderhandelingen aan te knoopen met die fracties, welke van meening zijn, dat onze fractie daarin een tweetal zetels behoort te bezetten. Eerst 5 Juli zal ons bekend zijn, welke fracties op dat standpunt staan. Uw eerste vraag is dus prae- matuur. En wat Uw tweede vraag betreft, het ligt niet in de bedoeling, eventueel met andere fracties op een vast accoord in zee te gaan, hetgeen niet uit sluit, dat bij eventueele besprekingen niet over be paalde punten zou kunnen worden gesproken. Namens de Sociaal-Democratische Raadsfractie, Hoogachtend, (w.g.) H. DE BOER, voorzitter. De Voorzitter: Heeft U nog lang werk, mijnheer De Vries De heer IJ. de Vries: Ik ben zoo klaar. In dien brief staat dat eerst 5 Juli bekend zal zijn. welke fracties mede op dat standpunt staan. Verder dat het niet in de bedoeling lag met andere fracties op een vast accoord in zee te gaan. Toen de S. D. A. P. de gelegenheid kreeg van de beide andere medewerkende fracties om haar eischen te zien inwilligen, hebben wij van hen niets meer gehoord, dus zij hebben niet willen samenwerken. Van hun zijde is geen gelegenheid ge geven een samenspreking te geven. Inlichtingen vragen is geen voorwaarde stellen. Verder zou ik nog wel enkele vragen willen stellen; of daarop antwoord gegeven zal worden, moet afge wacht. En dan eerst deze vraag: Beantwoordt de samenstel ling van dit college aan het ideaal van evenredige ver tegenwoordiging, hetwelk door den heer H. de Boer bij de algemeene beschouwingen in 1923 gesteld is? Kwamen de fracties van de Vrijzinnig Democraten en Roomsch-Katholieken, die elk drie vertegenwoordigers in den Raad bezitten, dan volgens het rekensommetje, eerder in aanmerking dan de Vrijheidsbond en de Anti- Revolutionnairen, die ieder 4 verkozen leden tellen, of de Rechtsch-Protestantsche fractie, dewelke, gevormd door de Anti-Revolutionnairen en Christelijk-Histori- schen, 6 leden telt Het komt mij voor, dat de samenstelling van dit col lege van Burgemeester en Wethouders is geschied, zonder zelfs te overwegen of er ook met evenredige vertegenwoordiging gerekend moest worden. En dat had toch, na de geweldige sputtering van de S. D. A. P. van voor 4 jaren, van hun verwacht mogen worden, nu

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1927 | | pagina 14