308 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 December 1927. Voortzetting der vergadering op Woensdag 21 December 1927. De heer Blanson HenkemansAlleen schoonmaken, niet het onderhoud is daarbij begrepen. De heer Fransen (wethouder): Dus alleen schoonmaken en niet het onderhoud. Ja, dan is het heel moeilijk voor mij om dat alles na te gaan uit de ver schillende posten. Wel kan ik zeggen, dat, als men het gaat verminderen, er straks van verwaarloozing sprake zal zijn. Het is het college van Burgemeester en Wet houders tot op heden nog niet mogen gelukken op die gebouwen op bevredigende wijze meer te bezuinigen. Bij groote gebouwen is het toch altijd zoo, dat de een wat duurder is dan de ander, maar het maakt toch geen groot verschil uit De heer Blanson Henkemans: 30.000.meer niet. De heer Fransen (wethouder) komt straks wel weer op de onderhoudswerken terug en zal er dan wel meer van zeggen. Er is hier gezegd dat plannen en begrootingen in den Raad zijn gekomen en aan de pers uitgereikt, zonder in de Commissie voor de Openbare Werken te zijn behan deld. Nu herinnert spr. zich daarvan niet veel, maar wel dat bij de Commissie voor de Openbare Werken ieder voorstel, dat er voor in aanmerking komt, eerst bij de commissie wordt gebracht. Nu komt het wel eens voor dat een, twee, of een drietal dossiers bij de commissie rondgaan en in dien tusschentijd zich weer in het college enkele kleinigheden voordoen, die dan niet meer bij de commissie worden rondgezonden, doch dan in de ver gadering van de commissie worden besproken en toege licht en de adviezen voor Burgemeester en Wethouders vastgesteld. Dan kan het wel eens gebeuren dat een der leden van de commissie, om welke reden dan ook, niet aanwezig is en zoo iemand weet dan van dat of die voorstellen niets af. Het eenige, wat spreker zich misschien verwijten moet, is de kwestie van den aanleg steiger bij den Prinsentuin. Die zaak is ook reeds door een lid in de Commissie voor de Openbare Werken aan de orde gesteld en toen door spreker daar beantwoord. Enkele maanden geleden is reeds gevraagd of de Com missie voor de Openbare Werken hierin was gehoord en waarom dat niet is gebeurd De heer Muller: Dan had het ook verder in den Raad moeten komen. De heer Fransen (wethouder) en dan had het verder den gewonen weg ook wel gevolgd, om als voor stel in den Raad te worden gebracht. Spreker geeft dat graag toe en weet niet wat er gebeuren moet als de Raad straks de rekening niet goed mocht keuren De heer Dijkstra Zelf betalen natuurlijk. De heer Fransen (wethouder) is daartoe direct be reid en zou dan een goed zaakje maken, want er zijn belangrijke baten aan verbonden. De zaak heeft zich als volgt toegedragen. Een jaar geleden waren er verschil lende liefhebbers voor een steiger om de pleiziervaar- tuigen er aan te meren. Er zijn toen plannen gemaakt, doch er trokken zich weer enkele liefhebbers terug. Zoo bleef de zaak weer rusten, totdat er zich weer andere personen aanmeldden en er tenslotte 12 liefheb bers waren, die ieder per jaar 10.wilden betalen voor het recht hun vaartuigen aan dien steiger te mogen vastleggen. Daarop heeft spreker in zijn onnoozelheid onmiddellijk last gegeven zoo gauw mogelijk den steiger te maken, die slechts 600.zou kosten en dus aan de gemeente een goed voordeeltje bezorgde. Dat is het eenige wat spreker zich herinnert over dat niet vol doende hooren van de Commissie voor de Openbare Werken en hij meent, dat er niet meer gevallen zijn dan hij heeft gezegd. Voorts is hier gezegd dat met het uitbreidingsplan nu reeds meer dan 10 jaren geheimzinnigheid is be tracht, maar dat is niet geheel juist, want het zijn heel wat minder jaren. Het heeft wel lang geduurd en dat doet ook spreker leed, maar het is nog al een belangrijke zaak. Toen 4 jaar geleden spreker in het college van Bur gemeester en Wethouders zitting nam, is het plan reeds besproken en in den loop der tijden hebben zich ver schillende zaken voorgedaan, die het noodzakelijk maakten het plan te herzien en wijzigingen aan te brengen. De vorige Directeur van Gemeentewerken, die zich in verband met de verkeerswegen in de stad en het drukkere verkeer had ingewerkt, was gereed geko men met een rapport en zou in de Commissie voor de Openbare Werken en in het college van Burgemeester en Wethouders aan de hand van lichtbeelden een en ander uiteenzetten. De dag was reeds bepaald daar voor, maar toen kwam de kink in de kabel, door de bekende kwestie met den directeur. De Commissie voor de Openbare Werken heeft, hangende die kwestie, niet den moed gehad den directeur om inlichtingen en uitleg te vragen van deze nieuwe verkeersplannen. Na diens vertrek bleek dat verschillende rooilijnen waren ver waarloosd en geen rekening was gehouden met in den Raad genomen besluiten dienaangaande. Dat maakte het voor den secretaris noodzakelijk al die besluiten op te zoeken, omdat, indien het nieuwe schema zou worden gehandhaafd, Burgemeester en Wethouders daarna bij den Raad moesten komen met een voorstel tot intrek king of wijziging daarvan. Het plan bleef dan ook rusten, vooral toen de waarnemende Directeur van Ge meentewerken de zaken beheerde. Hij heeft langen tijd eigenlijk twee functies waargenomen en was overbelast, zoodat het college hem niet ook nog de plannen voor herziening van het uitbreidingsplan kon opdragen. De waarnemende Directeur heeft heel veel gedaan in die dagen, veel meer dan het college hem ooit zou kunnen gelasten. Na de aanstelling tot Directeur is hij onmid dellijk aan het werk gegaan en heeft de wijzigingen aangebracht, die hem gebleken waren door de gewij zigde omstandigheden noodzakelijk te zijn. De Direc teur verzocht door de gewijzigde omstandigheden me dewerking van den Provincialen Waterstaat wat betreft de kanalenverbinding met het ontworpen ringkanaal. Er bleek toen, dat door den Minister van Waterstaat een commissie was benoemd voor de kanaalplannen De heer Muller: De Rijksingenieur. De heer Fransen (wethouder) die onder de oogen had te zien de verbetering van het kanaal Groningen— Lemmer en FonejagtLeeuwardenHarlingen, enkele K.M. bezuiden Leeuwarden of Leeuwarden er in op te nemen door verbetering van de Harlingervaart. Uit die besprekingen bleek, dat het niet onmogelijk is dat Leeuwarden zal worden aangedaan en langs het nieuwe kanaal zal worden gegaan, langs Willemskade naar Harlingen en dan zal het geprojecteerde ringkanaal. een duur werk voor Leeuwarden, kunnen vervallen De heer Dijkstra: Dat zal dan zeker bij Tietjerk om moeten worden gelegd De heer Fransen (wethouder) waardoor het uit breidingsplan van Leeuwarden een heel ander aspect zal krijgen. Dat ringkanaal is 4V, K.M. lang, 80 M. breed tusschen de rooilijnen en zou heel duur komen. Dezer dagen heeft spreker dat eens globaal berekend en zou het kosten ruim 4 millioen De heer Muller: Wie moet dat betalen Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 December 1927. 309 Voortzetting der vergadering op Woensdag 21 December 1927. De heer Fransen (wethouder) en het zou jaar lijks het gemeentelijk budget met 202.500.bezwa ren. Het kanaal wordt dan eigendom van de gemeente Leeuwarden. Onder die kosten is dan nog niet gerekend de aanleg van de nieuwe straten en de bediening van de bruggen, welke laatste kosten misschien uit de op brengst van de kadegelden kunnen worden gehaald, maar dat is toch nog aan gerechten twijfel onderhevig. Door die besprekingen is het aan de gemeente Leeu warden onmogelijk het gereed liggende concept-uit breidingsplan vast te stellen, want men weet nog niet hoe het met het ringkanaal zal moeten komen. in de vorige winterzitting van de Eerste Kamer heeft spreker aan den Minister van Waterstaat inlichtingen gevraagd over de Rijksplannen. Uit het antwoord bleek spreker, dat de commissie wel met spoed werkt, doch dat een en ander nog vast zit op de toezegging van de Gedeputeerde Staten van Groningen en Friesland om trent het door beide provinciën te betalen aandeel in die kosten en als spreker goed is ingelicht, op die van Friesland voornamelijk, omdat men bij Gedeputeerde Staten er niet veel voor voelt een behoorlijke bijdrage te geven in de te maken kosten. Het zou een groot be lang zijn voor Leeuwarden en ook voor Friesland in het algemeen, zoodat een behoorlijke bijdrage wel billijk zou zijn. Nu kan spreker wel zeggen, dat het binnen korten tijd ter tafel zou kunnen komen, maar het komt spreker voor dat het nog wel eenigen tijd zal duren voor alles in orde is en spreker den Raad nog eenigen tijd zal moeten teleurstellen met deze plannen. De heer Blanson Henkemans heeft over het onder houd van de gebouwen gesproken, wat veel te duur was en ook over de splitsing in kleine posten. Het college van Burgemeester en Wethouders heeft juist alles in zoo klein mogelijke postjes gezet, om het ge heel overzichtelijker te maken. Spreker kan zich niet voorstellen dat het goed zou zijn als alles in één post was ondergebracht en het eene, bij wijze van spreken, 180.000.en het andere 130.000.zou zijn. Dan zou men wel weer zeggen, dat uit dat groote bedrag niets te begrijpen was De heer Muller: Het is ook nooit goed De heer Fransen (wethouder) zoodat het dus maar in dezen vorm zal blijven. De heer Blanson Henkemans heeft gezegd dat, geoordeeld naar de M. T. S. en de Ambachtsschool, de gemeentehuishouding veel te duur was en dat er met geld gegooid werd. Spr. heeft dat wel wat overdreven gevonden, en hij mag toch veronder stellen dat het bewezen wordt, dat het zoo is De heer Dijkstra: Het kan ook wel weer een vergis sing zijn. De heer Fransen (wethouder) als de heer Blan son Henkemans heeft gezegd. Bij de M. T. S. zijn 17 lokalen en daar kost het onderhoud zonder verwarming 1850.—, zooals de heer Blanson Henkemans heeft gezegd. De Ambachtsschool heeft 24 lokalen wanneer wij dus de kosten van de M. T. S. verdubbelen het komt niet precies uit, maar spreker is daarin heel royaal dan zou het daar zijn 3700.Om weer misverstand te voorkomen, zou spreker den heer Blanson Henkemans nu wel willen vragen of onder dat bedrag dan alles begrepen is. De heer Blanson HenkemansAlle onderhoud, ja, maar verwarming is geen onderhoud en in de begrooting staat dat er ook niet bij. Dan zou er wel 100.000. bijkomen. De heer Fransen (wethouder) zou anders liever blijven bij de gebouwen zelf, omdat er anders geen ver gelijkende cijfers zijn. Spreker zal verschillende cijfers geven en de leden kunnen dan vergelijkingen maken. Hij heeft daartoe aangenomen: verlichting, verwarming, onderhoud waterleiding, concierge. Dan wordt het voor het Gemeentehuis, gebouw Raadhuisplein no. 30, Politiebureau, onderhoud, schoonhouden, verlichting gebouwen Gemeentewerken, enz., totaal 13.956. terwijl de M. T. S. en Ambachtschool te samen ruim 18.800.kosten, dus 5000.meer dan het Ge meentehuis, Raadhuisplein no. 30, politiegebouw, Ge meentewerken, enz Stem Uit den duim gezogen De heer Fransen (wethouder) kan, als dat wordt verondersteld, wel met zijn verdediging ophouden. De Gemeentelijke Hoogere Burgerschool en de Hoo- gere Handelsschool en school 12, dus iets kleiner dan de M. T. S., kosten aan onderhoud, meubels en onder houd aan meubels 4800.de Middelbare school voor meisjes, alles tezamen 4800. De heer Blanson Henkemans: Daar is het schoon houden in vergeten. De heer H. de Boer (wethouder): Dat gebeurt er dan zeker niet. De heer Fransen (wethouder) het gymnasium kost 6000.en de U. L. O. school 4500.Wan neer we dan zien dat die vier groote scholen aan on derhoud bijna evenveel kosten als de M. T. S. en de Ambachtsschool, dan komen wij toch tot de conclusie, dat wij nog niet zoo bijzonder duur uit zijn. Daar komt dan nog bij, dat bij de M. T. S. en de Ambachtsschool de leerlingen zelf veel doen in het onderhoud het schilderen aan de gevels tot le verdieping en binnen werk wordt door de leerlingen gedaan en ook veel onderhoud aan de gebouwen, wat niets kost terwijl de gebruikte materialen vermoedelijk in de leermiddelen worden gevonden, zoodat de cijfers van de AL T. S. en de Ambachtsschool eigenlijk te laag zijn aangegeven. Er is gesproken over een concierge, die voor het openen en sluiten van deuren een salaris geniet. Be doeld is daarmee school 4, waarvan dikwijls een lokaal door de een of andere vereeniging wordt gebruikt. De concierge moet dan aanwezig zijn in uren van zijn vrijen tijd en ontvangt daarvoor van die vereenigingen een kleine vergoeding. De heer Blanson Henkemans heeft geconcludeerd, dat bij een vluchtige beschouwing van de begrooting hem was gebleken hoe duur alles is. Spreker hoopt dat die meening nu iets gewijzigd is en zal er verder niet meer over spreken en de beide andere door den heer Blanson Henkemans aangeroerde punten zijn reeds be antwoord. Het verkeersvraagstuk is ook besproken bij de kwes tie met de Kamer van Koophandel. In Alaart 1925 ont ving het college van Burgemeester en Wethouders een dossier van de Kamer van Koophandel, wat dankbaar werd aanvaard. Hierbij was een begeleidende brief, waarin ongeveer het volgende werd gezegd „Hierbij hebben wij de eer U aan te bieden een begrooting en plannen voor demping, enz." Die begrooting, die drieledig was, werd door Burge meester en Wethouders dankbaar aanvaard en in dien brief staat ook niet, dat een antwoord verwacht werd. Het geheele dossier kwam voor het college als uit de lucht vallen. In den Raad was niet over dempings plannen gesproken en ook in het college was de zaak nog niet eens besproken. Plotseling ontvangt men dan een uitgewerkt plan van een bevriend (gelach) lichaam, waarbij dan gezegd wordt: hier heb je plannen, wil je ze gebruiken, dan gebruik je ze maar. en anders leg je het maar bij je neer. Zoo heeft spreker het ten minste

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1927 | | pagina 22