7 8 312 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 December 1927. Voortzetting der vergadering op Woensdag 21 December 1927. vuldigingscijfer tot 5.8 worden opgevoerd. Spreker weet niet of de heer Vromen zich daarvan wel rekenschap heeft gegeven, maar zoo niet, dan beveelt spreker dit ter overweging aan. Het vraagstuk is niet zoo eenvoudig op te lossen. Men kan den financiëelen toestand van Leeuwarden niet over één jaar beoordeelen men moet verder kijken. Wanneer men een onmiddellijke belastingverlaging van 0.2 of 0.3 eischt, dan erkent spreker de moge lijkheid daarvan, door van 1927 een deel van het te ver wachten saldo af te voeren en te brengen op 1928. Hoe de toestand dan van 1929, 1930 en 1931 zou zijn, is nog niet vast te stellen en niet uitgesloten is het, dat wij dan weer eenige belastingverhooging zouden krijgen, een fluctuatie in het vermenigvuldigingscijfer dus, die spreker, naar hij reeds aangaf, ten zeerste ongewenscht acht. Spreker moet dus den Raad ten sterkste ontraden op een dergelijke wijze met de begrooting om te sprin gen. De gemeente moet bezuinigen, intensief bezuinigen, en dat gaat niet ineens. De heeren van den Vrijheids bond zeggen, dat ze wel bezuinigen willen, maar merk waardig genoeg niet op die posten, welke Burgemeester en Wethouders daarvoor in de eerste plaats in aanmer king brengen. De heer Oosterhoff heeft een soort ruil- systeem aangeboden, door 3 pensioenaftrek van het gemeentepersoneel voor te stellen worden de voor stellen van den Vrijheidsbond aangenomen, dan zal deze weer stemmen voor behoud van het Orkest. Spr. wijst er op dat, toen de heeren in het vorig college mede de leiding hadden, 10.000.bespaard werd door intrekking van den vacantietoeslag en 30.000. door invoering van de 48-urige werkweek. Daardoor is den toestand van het gemeentepersoneel reeds ver zwaard. Nu komen de heeren in een nieuwe zittings periode weer met voorstellen tot bezuiniging op de ambtenaren. Waarom nu weer van hen te halen? Dat acht spreker niet verantwoord en hij acht dit niet de juiste methode om tot bezuiniging te komen. Als men de zaak juist beschouwt en een vergelijking maakt met andere, soortgelijke, gemeenten, dan blijkt het een er kend feit, dat onze ambtenaren te laag worden bezol digd en dan kan spreker niet begrijpen, waarom nu weer wordt voorgesteld hun iets te ontnemen. Bovendien, de ambtenaren betalen toch ook belasting en worden dus ook getroffen door de verhooging van die belasting, terwijl daarnaast door extra heffing hun positie zou verminderen. Spreker acht dat niet tolerabel. Komende tot een beschouwing van den toestand der verschillende bedrijven, wil spreker er den Raad op wijzen, dat het Woningbedrijf zich niet gunstig laat aanzien. In 1927 was er een totaal aan uitgaaf voor de Volks huisvesting van 76.348.en er is een constante stijging. In 1918 werd toegekend aan de verschillende woning- vereenigingen62. in 1919 161.— 1920 1.329.— „1921 5.856.— 1922 7.064.— 1923 1.060.— 1924 5.090.— 1925 10.411.— 1926 11.682.— 1927 11.000.— „1928 14.072.— Nu begrijpe men wel, dat spreker geen bezwaar heeft tegen het bedrijf als zoodanig, maar wanneer de zaak verder gaat zooals nu, moet het voor onze gemeente ojj den duur spaak loopen. Verschillende woningveree- nigingen hebben schuld met een hooge rente tot hun last en het zal voor de gemeente straks noodzakelijk blijken die schulden te doen converteeren, teneinde den toestand voor de vereenigingen gezonder te maken. Ook zijn er woningvereenigingen, waarvan de toe stand zoo precair is, dat de gemeente wellicht straks genoodzaakt zal zijn de woningen over te nemen, het geen groote bedragen van onze kas zal vragen. Wij zullen daarmede dus rekening dienen te houden en staan voor de noodzakelijkheid om te reserveeren. Ook eischt de verdere vooruitgang van de gemeente, de uit breiding met straten en pleinen en nieuw uit te voeren werken veel van onze draagkracht. Het Openbaar Slachthuis werkt met zeer bevredi gende resultaten. De winst stijgt boven de verwachtin gen; uitbreiding is reeds noodzakelijk gebleken. Het zal echter gewenscht zijn om zij het een bescheiden reservefonds in het leven te roepen. Wat Gasfabriek en het Electriciteitbedrijf aangaat, deze leveren, als vrijwel overal het geval is, winst op. Voor de Gasfabriek is deze zeer bescheiden, een onder nemerswinst van 7 kan men toch zeker niet als te hoog beschouwen; spr. voor zich vindt die beslist te laag. Daartegenover staat dat wij, wat den electrischen stroom betreft, feitelijk niet anders zijn dan een com- missionnair of een grossier en is, in dit verband be schouwd, een winst van ongeveer 34 zeker veel te hoog te achten. Mochten de onderhandelingen met Ged. Staten over het opgezegde contract tot voor de gemeente gunstige resultaten voeren, dan zal ernstig de vraag onder het oog moeten worden gezien of de dan vrijko mende gelden niet dienen te worden gebruikt voor de verlaging van den prijs van den electrischen stroom. Onafhankelijk daarvan zal men toch te eeniger tijd tot tariefsverlaging dienen te komen; spreker is echter, met het oog op den geldel ij ken toestand der gemeente, geen voorstander van directe invoering van zoodanige ver laging ten koste van de tegenwoordig gemaakte winst. Burgemeester en Wethouders hebben geen rekening gehouden met gelden die eventueel beschikbaar zouden komen, dus wijziging van de financiëele verhouding tusschen Rijk en gemeente, Konden dat ook niet, toen. gezien het stadium, waarin deze geheele kwestie ver keert. Het college meende echter ter zake den Raad te moeten voorlichten, omdat bij de vorige begrooting de financiëele verhouding reeds ter sprake was gebracht en toen gezegd was, dat de Raad verder op de hoogte zou worden gehouden. Hoe men tegen de nieuwe ont worpen regeling kan zijn, omdat deze slechts een ver plaatsing van lasten inhoudt, is spreker een raadsel. Het blijkt toch, dat wij steeds te weinig hebben ont vangen; dat onrecht wordt nu wellicht hersteld. De kwestie van verplaatsing van lasten kan interessant zijn voor het gemeene belang, het gemeentebelang van Leeuwarden brengt mede, dat wij alle voordeelen dankbaar moeten aanvaarden. Trouwens, ging men op de door spreker als onjuist gesignaleerde opvatting door, dan zou men alle rijkssubsidie dienen af te wijzen, omdat deze immers steeds slechts een verplaatsing van lasten teweeg brengen. In ander verband wil spreker wijzen op de kwestie van de bevolking van Leeuwarden en het vertrek, waar bij van alle kanten tegen ons is uitgespeeld de gedachte, dat door het hooge heffingspercentage velen de stad hebben verlaten. Nu zal niet ontkend kunnen worden, dat misschien een 4 of 5 personen, misschien zelfs nog iets meer, de stad hebben verlaten om de hooge belas tingen. Dat is te betreuren, maar kunnen wij niet tegen houden. In het algemeen echter is de loop der bevolking van Leeuwarden niet gunstig. De toename is minder dan vroeger, omdat het vertrek is vermeerderd. Bij de laatste volkstelling van 31 December 1920 telde de stad 43.127 inwoners, op 31 Dec. 1909 36.522 inwoners, de gemiddelde vermeerdering bedroeg dus per jaar 600 inwoners; op 31 December 1926 was het totaal 46.676, zoodat de gemiddelde vermeerdering bedroeg 500 inwoners per jaar. Sinds 1922 valt een achteruif- gang, door meer vertrek dan vestiging, te constateeren resp. van 9, 138, 60 en 299 personen. Sedert 1905 is dit, met uitzondering van het jaar 1917, niet voorge komen. Vergelijken we daarmede nu den toestand in het aan Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag_20 December 1927. 313 Voortzetting der vergadering op Woensdag 21 December 1927. sluitende Huizum, dan constateeren we, dat voor Leeu warden de toestand is als volgt 1923 1924 1925 1926 Totaal Afgeschr. naar Huizum 451 548 441 613 2053 Ingeschr. naar Huizum 341 326 313 278 1258 Meer vertrokken: 110 222 128 335 795 Over 1926/27 werden als forens van Huizum te Leeu warden 521 aanslagen opgelegd, welk aantal over 1927'28 zeker meer dan 600 zal worden. Nu is Leeuwarderadeel, wat plaatselijke inkomsten belasting betreft, beneden de inkomens van 4000. iets goedkooper dan Leeuwarden, maar dat verschil is niet zoo van beteekenis, dat het opweegt tegen de be lastingverhooging, die voor den forens inslaat, doordat hij 2/3 van den belastingaanslag van Leeuwarden en 2/3 van dien van Leeuwarderadeel moet betalen. Ik consta teer dat Leeuwarderadeel geen opcenten op de perso- neele belasting heft, maar daarentegen 100 op de ver mogensbelasting. Hij, die dus naar Huizum vertrekt, 0111 aan de Leeuwarder belasting te ontkomen en als forens wordt aangeslagen, komt van een koude kermis thuis. Waar echter blijkt, dat zoo tal van personen in Hui zum in de nabijheid van Leeuwarden profiteeren, ik durf zeggen, aldus spreker, parasiteeren op onze stad, zal het uiterst gewenscht zijn, dat de plannen tot annexatie van Huizum, die reeds geruimen tijd aanhangig zijn, nog eens ernstig onder het oog worden gezien. In verband met de beschouwingen, over den finan ciëelen toestand gehouden, acht spreker het gewenscht hierbij eene vergelijking te maken met andere gemeen ten van 30.000 tot 50.000 inwoners. De cijfers zag hij gaarne wanneer daartegen geen bezwaren bestaan in het verslag opgenomen. Spreker legt vast, dat deze cijfers alleen betrekking hebben op den belasting druk van de gemeentelijke inkomstenbelasting volgens de statistiek 1926/27, terwijl die van 1927/28 door den controleur der gemeentebelastingen zijn verstrekt. Gemeentelijke inkomstenbelasting, welke over een gezin met twee kinderen betaald moet worden voor een zuiver inkomen van Aantal Gemeente. 1000 2000 3000 4000 5000 1 inwoners Delft 53.75 116.20 189.40 270.50 50.000 Dordrecht 3.75 63.75 141.69 219.69 299.69 56.000 Eindhoven 3.74 43.47 87.46 135.70 188.19 40.000 Enschede 31.97 75.67 121.67 167.67 47.000 's Hertogenbosch 6.30 59.50 119.90 184.30 252.70 44.000 Hilversum 40.77 95.58 151.26 210.80 46.000 leiden 5.85 66.82 132.30 202.27 276.75 70.000 Schiedam 66.— 140.— 220.— 306.— 45.000 Zaandam 3.84 61.06 139.78 237.31 345.22 30.000 Zwolle 3.51 50.60 111.55 182.39 261.05 40.000 Leeuwarden 47.04 96.48 152.32 214.56 47.000 Rangschikkingsn0. voor Leeuwarden 8 8 8 ld. volgens toestand 1927/28 Delft 51.55 111.35 181.50 259.25 Dordrecht 3.— 54.75 126.56 204.06 286.31 Eindhoven 3.74 43.47 87.46 135.70 188.19 Enschede - 30.58 72.38 116.38 160.38 's Hertogenbosch 6.30 59.50 119.90 184.30 252.70 Hilversum 40.77 95.58 151.26 210.80 Leiden 5.85 66.82 132.30 202.27 276.75 Schiedam 62.70 133. 209.— 290.70 Zaandam 3.84 61.06 139.78 237.31 345.22 Zwolle 3.51 50.60 111.55 182.39 261.05 Leeuwarden 65.86 135.07 213.25 300.38 Rangschikkingsn0. voor Leeuwarden 7 2 2 2 2 Hieruit moge dus blijken de veel ongunstiger positie waarin Leeuwarden is gekomen en nu moge daartegen worden aangevoerd, dat met andere factoren, die toch ook den „druk", zij het niet den belastingdruk, op de inwoners bepalen, geen rekening is gehouden, als huis huren, kosten van het licht, opcenten, personeele belas ting, opcenten vermogensbelasting, enz., een feit is het, dat b.v. speciaal bij het aangaan van geldleeningen de meeste zoo niet vrijwel alle geldschieters hun oordeel over den financiëelen toestand eener gemeente bepalen en toetsen aan de cijfers, in de statistiek-belastingdruk neergelegd. Over 1926/27 neemt Leeuwarden nog een gunstige positie in; over 1927 28 zal deze positie aanmerkelijk verslechterd zijn. Als wij dan straks geld moeten leenen, en de ge meente is helaas nog lange niet uitgeleend, dan zullen we wel weer geld kunnen krijgen, maar de voorwaarden zullen slechter worden. We hebben gehoord, dat er 3, zeker 2, nieuwe bijzon dere scholen zullen komen; daarmede zal dan dus van de gemeenteschatkist weer geld worden geëischt, dat we niet kunnen weigeren. Daarnaast zal ook de exploi tatie weer meer kosten, vergeleken bij den tegenwoor- digen, loopenden dienst. De toestand is dus niet gunstig en eischt dringend verandering. Er wordt nu gezegd dat er onder druk van hooger hand gewerkt wordt. Toegegeven, maar dat was vroeger ook het geval en het hielp niet. Toen het nieuwe college optrad, vond het een niet goedgekeurde begrooting, waarvan men wel in beroep was gegaan, doch ook daarop was de beslissing nog niet gevallen. Wel zijn er een paar be slissingen, waarbij nadrukkelijk is vastgesteld, dat reeds een vermenigvuldigingscijfer van 4.75 te hoog is, laat staan dus een van 5.6. Binnenskamers is er over die begrooting heel wat afgehandeld, het eindresultaat is den Raad bekend. Gedeputeerde Staten hebben besloten en dat in hun besluit met nadruk gestipuleerd, dat de begrooting 1927 werd goedgekeurd én omdat het jaar reeds voor een groot deel was verstreken èn omdat Burgemeester en Wethouders hadden aangegeven dat en met welke bezuinigingsvoorstellen zij voor 1928 bij den Raad konden komen. Dat Gedeputeerde Staten alle rechten over de begrooting 1928 voorbehielden, was logisch; immers dit college moest eerst deze begrooting hebben ontvangen, niemand wist toch met zekerheid hoe deze er dan zou uitzien; de Raad zelf weet dit op het oogenblik nog niet. Hier is gesproken over verschillende objecten voor bezuiniging, waarbij ook de armenverzorging is aan geroerd. Uit een vergelijkenden staat, door den Armen raad in het gemeenteverslag 1926 verstrekt, kunnen we tal van belangrijke gegevens verkrijgen en mogen dan constateeren dat Leeuwarden niet zoo bijster slecht staat. Een vergelijking met Enschede gaat, door de eigenaardige omstandigheden in die plaats, niet op, men moet vergelijken met de gemeenten waar de toe stand op het gebied van de werkeloosheid vrij gelijk is aan hier. De Armenraad heeft eene vermindering in hare be grooting aangebracht, maar dat is een vermindering op hoop van zegen. Niemand van de Raadsleden hier zal denken, dat de Armenkamer de menschen zal laten verhongeren; zij moet haar plicht doen en dat doet zij ook. Maar dan is ook een aangebrachte vermindering geen volstrekte waarborg, dat in werkelijkheid ook niets meer dan het uitgetrokken bedrag zal worden verbruikt. Wat nu de andere uitgaven betreft wil spreker een enkel woord zeggen over de subsidie van S. O. L. Hij acht dit orkest veel te duur in verband met het aantal concerten dat gegeven wordt en heeft bovendien niet de overtuiging dat Leeuwardens bevolking er zoo sterk voor geporteerd is als wel wordt beweerd. Een actie tot steun zou dit dienen te bewijzen. Thans wat de andere bezuinigingen aangaat. Ja, die

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1927 | | pagina 24