346 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 December 1927. Voortzetting der vergadering op Donderdag 22 December 1927. seling de piekmeters kwamen, zoo velen trachten er aan te komen. Dat koelhuis b.v. betrok tot nu toe misschien 3000 K.W.U. buiten de speruren. Nu komen er plotseling piekmeters en wil ook dat bedrijf een piekmeter hebben. Spreker ontkent ten sterkste dat het de bedoeling is geweest om aan zulke zaken den stroom te leveren voor dien goedkooperen prijs. De eenige bedoeling is, om overdag de huisvrouw in staat te stellen voor zoo goed koop mogelijken prijs, elctrischen stroom te betrekken voor electrische werktuigen, zooals stofzuiger, kachel, enz. Indien mevrouw Buisman haar zin krijgt en dat koel huis zou de stroom voor 4 cent betrekken, terwijl er nu 16 cent voor wordt betaald, dan zou toch dat koelhuis geheel profiteeren, want dat betrekt misschien alleen overdag. Een winkel betrekt ook in de speruren, maar dat koelhuis niet. Er zullen winkels zijn, waar de lam pen aangestoken zijn en tot nu toe betaalden 29 cent, die nu in eens de stroom zouden hebben voor 4 cent, maar dat is nooit de bedoeling geweest en men zou dan juist onbillijkheden krijgen door dat groote verschil van 29 op 4 cent. De heer Westra ziet daar toch tegenover staan, dat menschen, die steeds voor hun huishouding tegen 16 cent hebben gebruikt of tegen 29 cent, nu toch ook 4 cent betalen. Dat is toch ook een schadepostje voor de fabriek. Bovendien is het niet van belang voor de fabriek waarvoor de stroom wordt verbruikt, maar wel in welke uren wordt afgenomen. De moeilijkheid zal wel zijn, dat de fabriek slechts een beperkte hoeveelheid heeft af te staan, die dan voor 4 cent wel aan de huishouding kan worden verstrekt, terwijl, als in meerdere mate zou worden afgenomen, de stroom weer iets duurder zou worden door zwaardere belasting van de fabriek. Fei telijk staat het voor ieder gelijk, want de huisvrouw, die tot nu toe 29 cent betaalde, betaalt nu toch ook maar 4 cent. Als de piekmeter meer algemeen werd, zou het verbruik veel meer toenemen, waarom het toch de fa briek te doen is. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi erkent dat, zoo als reeds de heer Westra zeide, het verbruik dan veel grooter zou zijn. Spreker zelf gebruikte een electrische kachel en was heel zuinig, maar als de stroom tegen 4 cent geleverd wordt, zal spreekster veel royaler wor den. Dat zal toch ook bij koelhuizen het geval zijn, die dan veel en veel meer zullen gebruiken. Juist dat meer dere gebruik lijkt spreekster een voordeel toe, omdat het toch begonnen is om de afname overdag te bevor- deren. In de huishoudingen waar men piekmeters heeft, zal nu ook veel meer afgenomen worden dan voorheen, en dat zou ook in kleine bedrijven gebeuren. Spreekster vindt het daarom meten met twee maten. De Voorzitter stelt voor, waar deze zaak nog geen punt van behandeling bij Burgemeester en Wethouders heeft uitgemaakt en het een ernstige financiëele veran dering zal worden, het verder nu aan het college van Burgemeester en Wethouders over te laten om het eerst in een vergadering te bespreken. De Raad heeft hiertegen geen bezwaar. De algemeene beraadslagingen worden gesloten. Wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling. De verschillende volgnos. van Baten en Lasten wor den achtereenvolgens onveranderd vastgesteld, waarna de geheele begrooting onveranderd wordt vastgesteld. Aan de orde is de ontwerp-begrooting van de Gemeentereiniging. De algemeene beraadslagingen worden geopend. De heer Dijkstra heeft in de commissie-vergadering indertijd reeds een opmerking gemaakt over dit bedrijf, maar dezer dagen was nog waar te nemen dat de zaak nog niet deugt. Een gedeelte van de faecaliën wordt namelijk nog altijd gestort op het oude terrein aan den overweg bij de Schrans en dat is toch een zeer onhy giënische toestand, die wij ten spoedigste kwijt moeten worden. Het is daar ook lijnrecht in strijd met de be doeling, want het daar gestorte zou ook moeten worden gebracht naar het terrein op het nieuwe gedeelte. Spr. zou willen zeggen dat dit nu toch een eind moet nemen, want de geweldige kosten voor het nieuwe stortings terrein zijn toch niet gemaakt om dezen toestand toch maar te laten bestaan. Verder heeft spreker nog een opmerking over de privaattonnen. Op het nieuwe terrein is een inrichting gemaakt vlakbij den verbrandingsoven, om de privaat- tonnen schoon te maken, voorzien van een verwarmings apparaat. Dat is een technisch eenvoudig apparaat, maar er is nog nooit gebruik van gemaakt. Spreker zou gaarne weten hoe het college van Burgemeester en Wet houders in de toekomst daarover denkt. Nog een derde opmerking zou spreker willen maken en wel naar aanleiding van de autotractors en het ben zineverbruik. Het groote aantal liters benzine zal wel opgebruikt zijn, dat gelooft spreker ook wel, want men kan het niet opdrinken, maar spreker bedoelt meer het onderhoud aan de tractors en ook aan de boot. Als spreker zich niet vergist, is bij het bedrijf van de Rei niging niet een bekwaam onderlegd monteur om de machines te onderhouden. Bij de Gasfabriek is dat wel het geval, waar men iemand heeft die voor kleine repa raties kan zorgen. Spreker zou Burgemeester en Wet houders willen vragen of men nu niet den tijd gekomen acht om te zorgen, dat men aan de Gemeentereiniging ook een persoon krijgt, die de kleine reparaties kan doen en daardoor misschien kan verhinderen dat er groote reparaties moeten geschieden. Hij kan dan zorgen dat men er vlug bij is zoodra een schroef los is, terwijl men anders misschien de boel laat loopen, totdat alles stuk is. Een deskundige merkt dan wel waar het aan hapert en voor de boel kapot en warm gereden wordt, kan het dan met kleine kosten gerepareerd worden. Spreker acht het hoog tijd dat men de beschikking over een dergelijk persoon krijgt bij dit bedrijf. De heer Tamminga heeft in de sectievergadering een opmerking gemaakt over den ophaaldienst der tonnen en gaat niet accoord met het antwoord van Burge meester en Wethouders in de Memorie van Antwoord. Spreker acht den dienst te zwaar en is het niet met Burgemeester en Wethouders eens, wanneer zij ver klaren dat de dienst hun niet te zwaar voorkomt. Bur gemeester en Wethouders motiveeren hun standpunt met de bewering, dat de tonnen gemiddeld 33 K.G. wegen. Men verlieze echter niet uit het oog, dat de zwaarste tonnen 65 K.G. wegen, en de laatste loodjes wegen het zwaarst. Dan is het draagvlak van een ton slechts en kele cM., de afstand is zeer ver, soms wel 300 M. waardoor spreker meent dat de taak toch wel zeer zwaar is. Bovendien is het een vrij onsmakelijk gezicht zulk een wandelende privaatton tegen te komen, trou wens, op dat gebied is er meer onder de aandacht van spr. gekomen, wat misschien te verklaren is door het feit, dat men dezen dienst niet alleen met het gezicht waarneemt, maar ook nog door een ander zintuig. Men houdt bij de Reiniging blijkbaar van wandelen. Vroeger liepen de arbeiders achter den wagen naar het terrein, thans loopen ze met privaattonnen. Spreker acht het verder on-economisch wanneer over een afstand van 2 a 300 M. verschillende tonnen moeten worden ver voerd, die gezamenlijk toch op te halen zijn met een karretje. Daarop is bezuiniging toe te passen. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 December 1927. 347 Voortzetting der vergadering op Donderdag 22 December 1927. Verder heeft spreker een opmerking gemaakt over het onderhoud van de paarden. In de sectie heeft spreker gezegd een berekening gemaakt te hebben naar aan leiding van het verslag der Reiniging over 1926, waar uit blijkt, dat de onkosten per paard ruim 900.— be dragen, terwijl in een landbouwbedrijf f 350.per jaar per paard wordt besteed. De Friesche Maatschappij van Landbouw heeft voor een paar jaar een onderzoek ingesteld over de geheele provincie. Uit de verzamelde gegevens, alsmede uit een persoonlijk onderzoek aan de hand van de boekhouding van 10 landbouwers uit de omgeving van Leeuwarden, bleek, dat een paard op de boerderij 350.per jaar kost aan onderhoud. Bij een door het Pruisische Ministerie van Landbouw J ingestelde enquete omtrent het verschil tusschen motor en paardenkracht werden de onderhoudskosten der paarden gerekend op 400.-. Spr. gelooft dat een paard een paard blijft, al zijn de omstandigheden, waaronder het leeft, verschillend. Üp die omstandigheden wil spr. dan ook even de aandacht vestigen. Het werk, dat hier moet worden verricht, zal, wat de zwaarte betreft, niet zooveel verschillen met dat van de landbouwpaarden. Heel zwaar is het niet. De paarden staan gedurende den nacht op stal en gaan overdag uit wandelen, terwijl ook uit het verslag van 1926 blijkt, dat ze des zomers gevoederd worden met gras, wat de allergoedkoopste manier is. Het gaat dus ook niet op te zeggen dat de meerdere kosten daaraan zijn te wijten. Het arbeiders loon wordt gezegd. Wat verzorging van de paarden aangaat, daarin heeft spreker wel eenige ervaring en laat hij zich niet zoo spoedig uit het veld slaan. Een handige kerel kan in 4 a 5 uren per dag wel 17 a 20 paarden verzorgen, zoodat 400.per paard voor de verzorging wel wat hoog is. Er zullen echter wel meer dere kosten onder begrepen zijn, maar dan wordt het bedrag van ruim 500.— weer te hoog. Per paard is wel te bezuinigen tot een bedrag van 300.per jaar. Spreker heeft ook een onderzoek ingesteld bij paarden- houders in de stad, waar de paarden kosten 450. tot 500.Dan is op de paarden bij de Gemeenterei niging wel 300 gulden per paard is 50.000.- in het geheel Stem 5000.zeker De heer Tamminga te bezuinigen. Spreker is nog iets in de war door de hooge cijfers, die hij deze drie dagen onder de oogen heeft gehad, maar hij be doelt natuurlijk 5000.wat toch wel te bezuinigen is. De heer J. de Boer heeft in de sectievergadering er op gewezen, dat de dienst der tonnenbezorging naar zijn meening economischer ingericht zou kunnen worden. Het fei- doet zich voor, dat in een complex woningen, waarin waterclosets zijn aangebracht, hier en daar nog een woning voor het tonnenstelsel ingericht wordt. Spr. meent dat de verwisseling der tonnen op deze wijze tijdverspilling tengevolge heeft. Spreker zou er de voor keur aan geven ook aan dergelijke woningen in een bouwblok, waar closetspoeling is ingevoerd, die closet- aanschaffing te bevorderen. Het zou bij nieuwe wonin gen wel verplicht kunnen worden gesteld, waardoor de reinigingsdienst veel goedkooper zou zijn. In Arnhem heeft men dat stelsel toegepast en men heeft er mee bereikt, dat de dienst nu veel goedkooper is geworden. Spreker bedoelt dat niet voor het oude stadsdeel, maar voor de nieuwe wijken. Daar verdient het aanbeveling met het oude tonnenstelsel te breken, omdat daar heele rijen huizen zijn van bouwvereenigingen of van de ge meenteook is dat het geval bij sommige hoofdstraten in de nieuwe wijken waar slechts weinig huizen het tonnenstelsel hebben. Het is, volgens spreker, wel van beteekenis eens na te gaan of er geen regeling is te treffen, waardoor voor nieuwbouw in de nieuwe wijken, het aanbrengen van closetspoeling verplichtend wordt gesteld. Het zou veel geriefelijker zijn en ook hygië nischer. De heer O. F. de Vries (wethouder) heeft door den heer Dijkstra een drietal opmerkingen naar voren hooren brengen. In de eerste plaats heeft de heer Dijkstra het gehad over den tonnendienst op het oude terrein. De gedeelten, die met paard en wagen worden opgehaald, worden inderdaad daar nog gestort en spreker erkent dat het niet de bedoeling van den Raad is geweest. De toestand moet dan ook worden ver anderd, maar de verspreide tonnen zijn al erg duur en het geheel is een dure geschiedenis. Het zal echter onder de oogen worden gezien en het oude terrein zal daarmede ontlast worden. In de tweede plaats heeft de heer Dijkstra gesproken over de spoelinrichting op het nieuwe terrein, die nu renteloos staat. Dat komt omdat die eenigszins on geschikt staat. Wanneer de ledige tonnen daarheen moesten vervoerd worden om schoongemaakt te worden, zou dat een kostbare zaak zijn. Wat de overwegingen zijn geweest om de spoelinrichting juist daar vooraan te zetten, is genoeg bekend en heel logisch omdat men dan warm water had, doch de oplossing zal wel zijn een nieuwe spoelinrichting te maken vlak bij de tonnen, zoodat direct ter plaatse in één beweging de tonnen kunnen worden gestort en gereinigd. Dat zal worden onderzocht of eigenlijk, dat wordt al onderzocht. In de derde plaats is door den heer Dijkstra ge sproken over de duurte van het onderhoud der tractors. Als men ziet dat daarvoor 6500.wordt uitgetrokken, lijkt dat wel heel hoog, maar, zooals reeds in de Memorie van Antwoord staat, in die kosten is ook 4500.voor benzine begrepen en dan nog olie. Het onderhoud aan de tractors is duur, omdat men voor elke reparatie naar een garage moet gaan, maar er zal worden getracht iemand er voor te krijgen, die reeds in gemeen tedienst is om toezicht op de tractors te houden. Bij de Gasfabriek is dat beter in orde, maar daar was iemand die tevens monteur was, doch bij de Reiniging kan dat niet, omdat de menschen niet deskundig zijn. De heer Tamminga heeft gesproken over de tonnen dienst, die heel zwaar is. Nu nioet worden toegegeven, dat de tonnendienst een van de moeilijkste afdeelingen bij de Gemeentereiniging is, maar het is toch niet zwaarder dan vroeger. De stad is in 4 wijken verdeeld, elke wijk met 8 wagens, waarvan iedere wagen per dag 60 tonnen vervoert, zoodat dus iedere wagen 480 tonnen per dag vervoert. Er zijn 4 werklieden bij een wagen, dus voor ieder is dat 120 tonnen per dag. Nu heeft een ton niet een gewicht van 23 tot 65 K.G., doch er zijn slechts 2 bij die een gewicht hebben van 50 K.G. terwijl het grootste gedeelte is tusschen 33 en 34 K.G. De vroegere dienst was niet minder zwaar dan bij den autodienst. De stad was in meerdere wijken verdeeld, terwijl bij iedere wagen slechts 2 personen waren (nu is dat 4). De wagen vervoerde 180 tonnen per dag, zoodat ieder persoon 90 tonnen had, maar dan hadden zij tot taak met de wagen mee te gaan om de tonnen te ledigen. Dat werk behoeven zij nu niet meer te doen en voor dat gedeelte van het ledigen, daarvoor kan men dan stellen de 30 tonnen, die men nu per persoon per dag meer moet verwerken. Ook vroeger konden menschen op leeftijd het werk van het ophalen niet meer doen, dus dat is geen gevolg van het gebruik der tractors. Het ophalen van de verspreide tonnen is hygiënischer te doen, zegt de heer Tamminga, maar daarvoor is het ophalen met een karretje geen oplossing. Dat zou vrij duur zijn en heelemaal niet hygiënischer De heer Tamminga: Is economischer, heb ik gezegd. De heer O. F. de Vries (wethouder) verstaat daar onder de verdeeling, maar het zou duurder komen. De

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1927 | | pagina 41