370 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 December 1927. Voortzetting der vergadering op Donderdag 22 December 1927. gewilligd. Alle raadsleden hebben waarschijnlijk de circulaire ontvangen, waaruit valt op te maken, dat het bestuur der Leeszaal zoo zuinig mogelijk heeft beheerd. In den loop der jaren is op voorstellen van het bestuur zelf het subsidie regelmatig verminderd. In 1926 had het bestuur der Leeszaal een buitengewone bate en heeft toen maar 12.500.van het gemeentelijke sub sidie opgevraagd. Uit dat alles blijkt, evenals uit de begrooting van de Leeszaal, dat het bestuur zoo zuinig mogelijk beheert. Spreker hoopt dat de Raad de voor gestelde bezuiniging niet zal goedkeuren. Dat het bestuur steeds bezuinigen wil, heeft het nu getoond, door dit jaar weer een verminderde subsidie aan te vragen. Spreker stelt dan ook voor het gevraagde sub sidie te verleenen en dient daartoe het volgende voor stel in „Ondergeteekende stelt voor post 545 van de ge- meente-begrooting 1928 te brengen op 13.000.—." De heer Feddema herinnert aan het schrijven van de Openbare Leeszaal, dat de subsidie met 1000.kan verminderd worden en dat voor het volgende jaar 13.000.wordt gevraagd. Spreker stelt voor het be drag, dat zij nu over hebben, hen te laten behouden en voor het volgende jaar alleen dezen post brengen op 12.000.en dient daartoe het voorstel in den post 545 te brengen op 12.000. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi is steeds opge komen voor de Leeszaal, maar er is een reservefonds en dat moet worden gebruikt. De 1000.die over 1927 over is, zal dan niet worden opgenomen en het komt dus neer op een bedrag van 1500.voor dit jaar, waarmee spreekster wel accoord kan gaan. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van den heer Botke wordt met 14 tegen 12 stemmen verworpen. Vóór stemmen: de heeren Tiemersma, B. Molenaar, H. de Boer, Feddema, Dijkstra, Van der Veen, J. de Boer, Botke, Hooiring, M. Molenaar en O. F. de Vries. Tegen stemmen: mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Feitsma, Peletier, Blanson Henkemans, Vro men, Fransen, IJ. de Vries, Westra, Ritmeester, Visser, Tamminga, Hofstra, Lautenbach en Westerhuis. Aan de orde is thans het voorstel van den heer Feddema. De heer Feddema: 't Is toch hetzelfde, maar ik had het hen willen laten behouden. De Voorzitter: Maar dan moet het op de begrooting worden aangebracht als 12.000.Trekt U het voor stel in De beraadslagingen worden gesloten. Over dit voorstel, in stemming gebracht, staken de stemmen met 1313. Vóór stemmen de heeren Dijkstra, Van der Veen, J. de Boer, Botke, Hooiring, M. Molenaar, O. F. de Vries, Tiemersma, B. Molenaar, H. de Boer, Feddema, Muller en IJ. de Vries. Tegen stemmen: de heeren Hofstra, Lautenbach, Westerhuis, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Feitsma, Peletier, Blanson Henkemans, Vromen, Fransen, Westra, Ritmeester, Visser en Tamminga. De Voorzitter stelt voor om dezen post der begrooting, zooals hij nu luidt, vast te stellen, zoodat, als het voor stel later wordt aangenomen, dan nog een begrootings- wijziging kan worden aangebracht dan kan de Raad nu doorwerken. De Raad heeft hiertegen geen bezwaar. Volgnos. 546677 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 678. Onvoorziene uitgaven 25.822.41 Door de heeren Vromen en Peletier is bij dezen post een voorstel ingediend, luidende „Ondergeteekenden stellen voor den post op de Gemeentebegrooting onder Uitgaven, volgnummer 678, te verlagen tot 100.822.41 en dienovereenkom stig den post Inkomsten, volgnummer 156, te ver lagen." De Voorzitter wil even opmerken, dat het beter is dezen post met 25.te verminderen. Aan de be doeling van de heeren is dan voldaan. De heeren Vromen en Peletier hebben daartegen geen bezwaar. Het voorstel van de heeren Vromen en Peletier wordt met 23 tegen 3 stemmen verworpen. Vóór stemmen: de heeren Peletier, Blanson Henke mans en Vromen. Tegen stemmen: de heeren Tiemersma, B. Molenaar, H. de Boer, Feitsma, Feddema, Muller, Fransen, IJ. de Vries, Westra, Ritmeester, Visser, Tamminga, Dijkstra, Van der Veen, J. de Boer, Hofstra, Botke, Lautenbach, Westerhuis, Hooiring, M. Molenaar, O. F. de Vries en mevrouw BuismanBlok Wijbrandi. Volgno. 678 wordt onveranderd vastgesteld. Aan de orde zijn de Ontvangsten, gewone dienst. De heer Feddema heeft iets voorbij laten gaan. Op de door hem opgeworpen vraag betreffende de werk verschaffing is nog geen antwoord gekomen. Nu is er deze drie dagen heel wat werkverschaffing geweest in den Raad, maar die vraag van werkverschaffing zou spreker gaarne even bij de Stads-Armenkamer op bladz. 103 van de begrooting willen bespreken. De Voorzitter heeft over die kwestie met de Armen- kamer gesproken. Die vroegere werkverschaffing was een heel eigenaardige en het werk was niet erg ver heven. Later is een andere werkwijze gevolgd, maar wat gepresteerd werd, was zeer miniem; Burgemeester en Wethouders willen echter graag toezeggen deze zaak nog eens met de Arnienkamer te bespreken. De heer Feddema meende, dat het onder een vereeniging ressor teerde, maar het behoort bij de Arnienkamer. Volgno. 1 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 2. Gedeelte van het vermoedelijkbatig slot van den gewonen dienst van het dienstjaar 1927 f Door de heeren Vromen en Peletier is bij dezen post een voorstel ingediend, luidende Ondergeteekenden stellen voor te brengen op de Gemeentebegrooting onder Inkomsten, volgnummer 2, een bedrag groot 50.000.en dienovereenkomstig den post Inkomsten, volgnummer 156, te verlagen." De beraadslagingen worden geopend. De Voorzitter: De bedoeling is een gedeelte van het vermoedelijk saldo van 1927 over te brengen naar 1928 en wel tot een bedrag van 50.000. De heer Vromen Gehoord de verklaring, gisteren door den heer Molenaar afgelegd en ook naar aanleiding Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 December 1927. Voortzetting der vergadering op Donderdag 22 December 1927. 371 van wat van andere zijde hierover is gezegd, trek ik het voorstel in. De Voorzitter: Doet de heer Peletier het ook De heer Peletier: Ook ik trek het in. De heer Vromen: Terwille van de zuiverheid van de Handelingen wordt mij verzocht te zeggen: Gehoord de verklaring, gisteren door den heer M. Molenaar afge legd. De beraadslagingen worden gesloten. De Voorzitter wil even opmerken, dat de uitkeering van dividend- en tantièmebelasting nog niet wil zeggen dat het vermogen verhoogd is, want het betreft zaken, die wel in Leeuwarden zijn gevestigd, doch waarvan de winst niet in Leeuwarden behoeft te zijn gemaakt. Alle bedrijven, die ook in Leeuwarden gevestigd zijn, geven van hun totale winst over het geheele land; b.v. C. A. Brenninkmeijer kan in Leeuwarden wel verliezen lijden en moet dan toch, als over de andere zaken in Nederland gewonnen is, dividend- en tantièmebelasting betalen. Leeuwarden krijgt iets van die winst, ook al heeft men in die stad niets verdiend. Dat is een heel belangrijke factor. Volgno. 2 wordt onveranderd vastgesteld. De beraadslagingen worden gesloten. Volgnos. 3153 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 154. Uitkeering van het Rijk wegens 48 opcenten op de hoofdsom der dividend- en tantièmebelas- I ling, krachtens art. 1 der wet van 26 Juli 1918 (Staats- I blad no. 502), gewijzigd bij de wet van 17 April 1925 I (Staatsblad no. 146)35.000. Volgno. 155. 50 opcenten op de hoofdsom der ver- I mogensbelasting49.000. De beraadslagingen worden geopend. Volgnos. 154 en 155 worden onveranderd vastgesteld. Volgnos. 156176 worden onveranderd vastgesteld. Aan de orde is de begrooting van den Kapitaaldienst. De heer Hofstra heeft iets te zeggen naar aanleiding van de bijlage no. 13. De Voorzitter Dat is nog niet aan de orde. Heeft iemand er iets op tegen dat Burgemeester en Wethou ders, naar aanleiding van de diverse aangenomen voor stellen, eenige cijfers zullen veranderen. De heer Botke voelt zich verplicht nog iets te zeggen bij volgnos. 154 en 155. De Voorzitter heeft zoo juist de cijfers van gisteren bestreden de heer Vromen zegt weerlegd, maar spreker zegt bestreden want sprekers becijfering was juist. Spreker had die cijfers uit de begrootingen genomen en de Voorzitter heeft zeer terecht gezegd, dat spreker geen andere cijfers kon nemen. Spreker heeft uit verschillende gegevens aan getoond de vermeerdering van het vermogen over het geheele Rijk en voor Leeuwarden, waarbij, gezien het aantal inwoners, overeenstemming bleek. Spreker heeft niet kunnen denken, dat de cijfers in de begrootingen geen jaarcijfers waren, dus dat ze geen zuivere maatstaf zijn. De Voorzitter heeft geïnformeerd bij den Inspecteur en gezegd dat, gerekend naar 1.belasting per 1000.— het vermogen te Leeuwarden 1.700.000. zou zijn toegenomen, maar dat het niet zoo veel is, om dat vermogens van 16.000.tot 30.000.met 2. per 1000.worden belast. De Voorzitter heeft daarna gezegd, dat de toename ruim een niillioen is, maar dan is dat toch een heel dik millioen. De vermogens van 16.000.tot 30.000.bedroegen over het geheele Rijk in 1925/16 11.08 in 1920/21 10.12 in 1924/25 12.62 van het totale vermogen. Als men voor Leeuwarden 13 rekent, dan vallen onder de belasting van 2.per 1000.220.000.van de vermeerdering, dan is toch het vermogen in Leeu warden met bijna 1.500.000.— toegenomen in één jaar. Nog even wil spreker wijzen op wat de Voorzitter gezegd heeft naar aanleiding van de becijfering van de dividend- en tantièmebelasting. Spreker heeft er nog eens een jaar bijgenomen, namelijk 1924: toen beliepen de 48 opcenten voor Leeuwarden 21.582.In 1925 brachten de opcenten op 28.629.dit verschil be- teekent een hoogere uitkeering van dividend en tantième van 280.000.—. In 1926 is de opbrengst weer 7000.hooger. Nu loopt de becijfering over 3 jaar; steeds gaat de opbrengst omhoog in hetzelfde tempo. Dat betreft dan alleen maar de winsten uit de N. V. de commanditaire vennootschappen op aandeelen, de onderlinge verzekeringsmaatschappijen en de Coöp. Vereenigingen, dus de groote bedrijven. De zaken gaan in Leeuwarden dus tamelijk goed en de toekomst is niet zoo heel donker. De Raad verleent Burgemeester en Wethouders de gevraagde machtiging. De verschillende volgnos. van Inkomsten en Uitgaven worden achtereenvolgens onveranderd vastgesteld. De geheele begrooting wordt vervolgens zonder hoof delijke stemming vastgesteld. De Voorzitter stelt thans aan de orde de punten van bijlage no. 13, waarbij Burgemeester en Wethouders aan den Raad in overweging geven bij de vaststelling der begrootingen tevens te besluiten a. de eventueel over het exploitatiejaar 1928 door de Gemeentelijke Gasfabriek te maken winst in de gemeentekas te storten; b. Burgemeester en Wethouders op te dragen na te gaan, welke de gevolgen, zoowel financiëele als andere, zullen zijn van opheffing der Gemeentelijke Hoogere Burgerschool met 3-jarigen cursus, zoomede van ver mindering van het gemeentelijk bewaarschoolonderwijs en daarover rapport uit te brengen; c. het adres van het hoofdbestuur van den Alge- meenen Nederlandschen Politiebond in zake de salari- ëering van het politiepersoneel voor kennisgeving aan te nemen; d. aan de onderscheidene overige adressanten, voor zoover zij zich tot U hebben gewend, te doen weten, dat op hunne adressen is gelet; e. het hierbij overgelegde besluit, houdende mach tiging aan Burgemeester en Wethouders tot het aangaan van een tijdelijke geldleening ad 2.000.000.ter voor ziening in de eventueele behoefte aan kasgeld, tot be sluit Uwer Vergadering te verheffen. De Voorzitter stelt aan de orde punt a. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten als voorgesteld onder a. De Voorzitter stelt aan de orde punt b. De beraadslagingen worden geopend. De heer H. de Boer (wethouder) zou graag punt b

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1927 | | pagina 53