Vergadering van Dinsdag 20 (invemlier 1928.
218 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 30 October 1928.
Art. 11.
De titel van „den directeur der gemeentelijke arbeids
beurs" wordt, overeenkomstig de door den Voorzitter
gedane mededeeling, gewijzigd in „den directeur van
den dienst der arbeidsbemiddeling en werkloosheids
verzekering in de gemeente Leeuwarden".
Art. 11, wordt, aldus gewijzigd, vastgesteld.
Artt. IllV worden onveranderd vastgesteld.
Art. VI.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Feddema: lk mis bij dit artikel den technischen
beambte van de brandweer. Wanneer er straks door
Burgemeester en Wethouders praeadvies wordt uitge
bracht over de salarissen van de Politie, zou ik heel
graag willen dat Burgemeester en Wethouders aan
gaande den technischen beambte van de brandweer ook
praeadvies wilden geven.
De Voorzitter: Mag ik U opmerken, dat volgens de
bestaande verordening deze technische beambte wordt
benoemd door de brandmeesters
De heer Feddema: Hij wordt door het college van
brandmeesters benoemd, maar hij heeft indertijd ge
zegd mijn positie is zoo onzeker, ik kan ontslagen
worden door den opperbrandmeester, er kan van alles
gebeuren, en toen hebben Burgemeester en Wethou
ders gezegd, dat een benoeming door de brandmeesters
hetzelfde was als dat dit was gebeurd door Burge
meester en Wethouders.
De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders willen
die zaak gaarne onderzoeken, als daar maar niet de
conclusie uit zal worden getrokken, dat Burgemeester
en Wethouders met positieve voorstellen tot verhoo
ging zullen komen. Dan willen Burgemeester en Wet
houders dit graag tot zich nemen voor onderzoek.
De beraadslagingen worden gesloten.
Art. VI wordt onveranderd vastgesteld.
Artt. VIIXI worden onveranderd vastgesteld.
Art. XII.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Feddema: Ik vind in dit artikel over de be
zoldiging bij Gemeentewerken een paar eigenaardige
cijfers en dat betreft den gemeentelijken inspecteur voor
het woningtoezicht, die daarin staat met hetzelfde sa
laris als zijn ambtenaren. Ik voor mij meen, dat die drie
ambtenaren wel een beetje stiefmoederlijk zijn behan
deld, gezien de verhoogingen van de andere ambte
naren, maar ik vind dat men, vooral ten opzichte van
den inspecteur, in dezen niet in het Overleg of bij Bur
gemeester en Wethouders heeft gedaan, wat men moest
doen. Er is hier m. i. aan een ambtenaar te kort gedaan
in het ambt, dat hij bekleedt; er is aan deze gemeente
lijke inspectie zooveel drukte verbonden en zooveel
verantwoording, dat ik vind dat deze ambtenaar een
hooger salaris moet hebben. Waar hier staat dat de
technische hoofdambtenaar komt op 4300.— en de
inspecteur van het woningtoezicht blijft staan op
3300.daar kan ik mij niet begrijpen, welke mo
tieven men heeft dat dit laatste salaris op dat bedrag
is gebleven. De heer Thorn Prikker.heeft reeds zooveel
jaren in de gemeente Leeuwarden gearbeid, hij blijft
nu nog een paar jaar, gaat het nu aan dat hij de laatste
jaren op dit salaris wordt gelaten? Ik kan niet anders
zeggen, dan dat mij dat zou spijten en ik zou daarom
graag willen en daarin zijn dan ook begrepen de
beide andere ambtenaren van den woningdienst dat
Burgemeester en Wethouders hun oog daarover nog
eens zouden willen laten gaan.
De Voorzitter Ik wil wel toezeggen, dat Burge
meester en Wethouders ook over die zaak nog eens
nader zullen spreken, maar ik kan ook wei mededeelen
dat Burgemeester en Wethouders er al over hebben
gesproken. Toen dit voorstel in de vergadering van
Burgemeester en Wethouders is behandeld en toen het
moest worden aangenomen in het Georganiseerd Over
leg, is deze kwestie door Burgemeester en Wethouders
wel degelijk onder de oogen gezien.
Dat de inspecteur niet is verhoogd, is niet volkomen
juist, hij is iets naar boven gegaan. Hij heeft altijd gelijk
gestaan met de technische ambtenaren en dat is hij ook
gebleven. De andere ambtenaren van zijn dienst passen
in deze verhouding; over den inspecteur zou zijn te
spreken en Burgemeester en Wethouders willen die
kwestie nog wel eens onder de oogen zien en als zij
het t. z. t. noodig oordeelen, zullen zij daaromtrent wel
met voorstellen komen, maar de Raad is ook verder met
de omstandigheden wel bekend.
De beraadslagingen worden gesloten.
Art. XII wordt onveranderd vastgesteld.
Artt. XIIIXXII worden onveranderd vastgesteld.
Ontwerp A wordt, behoudens de wijziging in art. II,
met algemeene stemmen onveranderd vastgesteld.
Ontwerp B wordt met algemeene stemmen onveran
derd vastgesteld.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
sub b.
De te dezer zake ingekomen adressen worden hier
mede vervolgens als afgedaan beschouwd.
Niets meer te behandelen zijnde, wordt de verga
dering door den Voorzitter gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 November 1928. 219
Tegenwoordig 24 leden, te weten: de heeren Fransen,
O. F. de Vries, Lautenbach, Dijkstra, J. de Boer, Hooi-
ring, Botke, Tiemersma, Tannninga, Muller, B. Mole
naar, H. de Boer, Feitsma, Ritmeester, Visser, Blanson
Henkemans, Hofstra, Peletier, Feddema, Westerhuis,
IJ. de Vries, Oosterhoff, Westra en Vromen.
Afwezig 3 leden, waarvan met kennisgeving mevrouw
BuismanBlok Wijbrandi, zonder kennisgeving de
heeren M. Molenaar en Van der Veen.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
Te behandelen punten
1. Vaststelling van de notulen der vergadering van
9 October 1928.
2. Mededeelingen en rapporten.
3. Benoeming van een curator van het Gymnasium,
wegens periodieke aftreding van Mr. C. B. Menalda.
4. Alsvoren van een onderwijzeres in de lichame
lijke oefening aan scholen voor openbaar lager onder
wijs (vacature mej. G. J. H. Knaap).
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
aan J. D. de Jong eervol ontslag te verleenen als onder
wijzer in de lichamelijke oefening aan scholen van
openbaar lager onderwijs.
6. Alsvoren tot overneming van stoepen aan de
Voorstreek en de Waeze, onderscheidenlijk van B. de
Vries en van T. Bijlsma.
7. Alsvoren tot het in huur afstaan aan J. Rabius,
alhier, van een gedeelte van het weiland de z.g. „Lange
Negen" aan het Vliet voor den bouw van een schiphuis.
8. Alsvoren tot vaststelling van een rooilijn voor een
gedeelte van de Johannes Seinsstraat en het Molenpad.
9. Alsvoren tot wijziging van de verordening tot het
heffen van havengeld (bijlage no. 20).
10. Alsvoren tot wijziging van de verordeningen tot
het heffen en invorderen van bruggeld (bijlage no. 21).
11. Alsvoren tot wijziging van de verordeningen tot
verdeeling van de gemeente in stemdistricten en aan
wijzing van stemlokalen (bijlage no. 22).
12. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders op
het adres van het Bestuur der Woningvereeniging
„Leeuwarden" betreffende vrijstelling van de betaling
der bijdrage in de kosten van het voortdurend onder
houd van straten, aan te leggen op terreinen bij den
Groningerstraatweg.
1. De notulen der vergadering van 9 October 1928
worden onveranderd vastgesteld.
2. wordt medegedeeld
a. dat Gedeputeerde Staten
I. hebben goedgekeurd de Raadsbesluiten d.d.
18 September 1928 tot vaststelling van rooilijnen
voor aan te leggen straten op terrein ten Zuidoosten van
den Groningerstraatweg;
9 October 1928 tot wijziging der verordening op den
keuringsdienst van vee en vleesch in de gemeente Leeu
warden;
30 October tot verhuring van weiland aan het Oud-
deel, aan het Kalverdijkje en den Poppeweg en aan den
Weg naar Cambuur en het Ouddeel en tot verhuring
van gedeelten van het weiland de z.g. „Lange Negen"
aan het Vliet;
II. hebben verdaagd hunne beslissing omtrent de
goedkeuring der Raadsbesluiten d.d. 28 Augustus en 18
September 1928 tot vaststelling van rooilijnen voor de
bebouwing, onderscheidenlijk aan weerszijden van den
Stienserweg en voor te stichten gebouwen op de ter
reinen van de Woningvereeniging „Leeuwarden" aan
de Noordzijde van den Groningerstraatweg;
b. dat de Minister van Binnenlandsche Zaken de
verdeeling in stemdistricten van den Kieskring XIV voor
de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, voor zooveel de gemeente Leeuwarden
betreft, nader heeft geregeld en dat Gedeputeerde Staten
deze nadere regeling mede hebben vastgesteld voor de
verdeeling in stemdistricten van den kieskring Leeu
warden voor de verkiezing van de leden der Provinciale
Staten, voor zooveel de gemeente Leeuwarden betreft;
c. rapport omtrent de verbrandingswaarde van het
menggas der Gemeentelijke Gasfabriek over het tijdvak
van 23 September tot en met 10 November 1928;
d. schrijven van de huisvrouw van W. Bulthuis,
houdende verzoek om in afwijking van de gewijzigde
voorwaarden en tarieven voor de verstrekking van dien
sten door de Gemeentereiniging (gemeenteblad 1928
no. 11), haar houten vuilnisbak te mogen blijven ge
bruiken;
e. dat bij openbare aanbesteding is gegund aan U.
van Meekeren te Hindeloopen voor 15.230.-- het aan
leggen van straten en een speelplein ten Noorden van
de Willem Sprengerstraat.
De mededeelingen sub ae worden voor kennisge
ving aangenomen.
dat de ontwerp-begrootingen der gemeente en
hare bedrijven voor het jaar 1929 den 24sten November
e.k. in druk zullen verschijnen en bij de leden worden
rondgezonden, in verband waarmede wordt voorgesteld
te bepalen dat het onderzoek in de secties 5 December
e.k. moet zijn afgeloopen en dat, na overleg met de
Voorzitters der secties, de bijeenkomsten daarvan zulien
worden gehouden
le en 2e sectie 3 December;
3e sectie 4 December.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
g. schrijven van Gedeputeerde Staten dezer provin
cie, houdende verzoek te willen berichten of de Raad
zich door aanneming van het voorstel van Burgemees
ter en Wethouders tot verhooging der ambtenaren
salarissen gebonden acht in 1929 aan een verhooging
der salarissen van de gemeentewerklieden mede te
werken.
De Voorzitter merkt op, dat van dit schrijven geen
lecture behoeft te worden gedaan, omdat een afschrift
daarvan aan alle leden is thuis gezonden.
Burgemeester en Wethouders stellen voor, aan Gede
puteerde Staten te antwoorden, dat de Raad zich door
aanneming van het bedoelde voorstel niet gebonden
acht om in 1929 aan een verhooging der salarissen van
de werklieden der gemeente mede te werken, onder op
merking dat, aangezien de nieuwe salarisregeling met
1 Januari 1929 in werking treedt en derhalve in de be
grooting voor het jaar 1929 zal worden verwerkt, geen
wijziging der begrooting voor 1928 zal worden inge
zonden.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Botke Het schrijven van Gedeputeerde
Staten van Friesland betreffende het besluit van dezen
Raad van 30 October j.l. in zake verhooging van de
ambtenarensalarissen is ook in onze fractie besproken.
Ik kan wel zeggen, dat wij lichtelijk verbaasd waren
over dit schrijven. Dat Gedeputeerde Staten verschil
lende besluiten van dezen Raad hebben goed te keuren
voor aleer ze mogen worden uitgevoerd het recht is
hun bij de wet toegekend is soms al erg genoeg, wat
we hebben ondervonden, maar dat Gedeputeerde Staten
nu ook nog precies willen weten welke gedachtengang
bij de Raadsleden heeft voorgezeten, toen zij hun stem
bepaalden, is toch wel iets bijzonders. Mij dunkt, dat
Gedeputeerde Staten, wanneer zij een besluit ontvangen