236 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 December 1928.
welstand ziet, gelooft spreker zeker, dat wij hier in
l.eeuwarden niet al te royaal zijn geweest, maar dat
steeds naar den bescheiden kant is aangehouden. Hij
kan dan ook, als men hier aanmerking maakt dat de
zaak al te royaal wordt aangepakt, vooral wat het uiter
lijk betreft, volstrekt niet in die meening meegaan, om
dat dit hier niet een gebouw wordt, waaraan over
dreven veel geld wordt besteed. Spreker kan daar niet
in meegaan.
De heer H. de Boer (wethouder) wil de vraag van
mevrouw Buisman even beantwoorden. Van dat eene
gymnastieklokaal maken op het oogenblik reeds 6
kiassen gebruik en de Christelijke school heeft er 7.
Wanneer daar nu nog 6 klassen bij zouden komen, dan
zouden dat 19 klassen worden en dat is voor één gym
nastieklokaal onmogelijk, vooral met het oog op het feit,
dat over eenige jaren het onderwijs in lichamelijke op
voeding verplichtend zal worden, zoodat dan ook de
bijzondere scholen dat onderwijs zullen moeten geven,
iets wat op het oogenblik nog maar gedeeltelijk ge
beurt. Dan zouden dus alle klassen van dat lokaal ge
bruik moeten maken en dat kan niet.
De heer Fransen (wethouder) zegt, dat door den
heer Oosterhoff een opmerking is gemaakt over den
kostprijs van deze school, die naar zijn meening vrij
hoog is. De heer Oosterhoff meende dat het wel een
voudiger en goedkooper kon en de heer Visser heeft
zich daarbij aangesloten, terwijl de heeren M. Molenaar
en J. de Boer eigenlijk meer een pleidooi hebben ge
houden voor deze school.
De eerste opmerking, die de heer Oosterhoff naar
voren heeft gebracht, is, dat hij kort geleden een aan
besteding heeft gezien van een school van zes lokalen
in de Schrans voor 62.000.Dat scheelt natuurlijk
een heel stuk bij het bedrag voor deze zesklassige
school, maar bij die school in de Schrans ontbreekt
zeker een gymnastieklokaal en wanneer spreker nu op
diezelfde cijfers doorgaat, dan zou de school in de
Schrans, wanneer daarbij een gymnastieklokaal werd
gebouwd, zeker 80.000.kosten.
Dan de opmerking, dat deze school monumentaal is.
Misschien op de teekening deze geeft werkelijk een
zeer goeden indruk, maar bij een heel goede teekening
en een smaakvol ontwerp, dat men niet gewoon is, is
men licht geneigd om te zeggen: wat zal dat duur zijn.
Dat behoeft echter volstrekt niet. Er komt absoluut
geen luxe aan deze school, het wordt een betrekkelijk
eenvoudig gebouw, ongeveer in den geest van school
15, terwijl de laatste beide scholen, die werden ge
bouwd, de Christelijke school aan de Willem Sprenger-
straat en de Katholieke school bij de Bonifaciuskerk,
ook ongeveer dit bedrag hebben gekost. Ik meen echter,
dat de aanbestedingscijfers, die daarbij uit de bus ge
komen zijn, belangrijk lager zijn geweest dan de be
grooting en dat zal vrij zeker ook hier het geval zijn.
Want men moet ook niet vergeten, dat in het bedrag
van 130.600.zijn begrepen alle kosten van de ge-
heele meubileering, de gymnastiektoestellen, gordijnen,
centrale verwarming, enz. Dat is vrij zeker ook niet het
geval bij de school in de Schransdaar zal voor die
62.000.zeer zeker alleen het gebouw zijn aanbe
steed en dan komen daar dus die andere kosten nog
bij. Nu weet ieder, die zelf wel eens een huis heeft laten
bouwen de heer Oosterhoff weet dat ook dat men
eerst het bedrag vóór het eigenlijke gebouw klaar heeft,
maar dat, wanneer dit kant en klaar is en het geïnstal
leerd moet worden, er in den regel nog eens zoo'n be
drag bij komt, ten minste nog heel wat. Zoo gaat het
ook met een school, maar nu is de meubileering en
inrichting van een gymnastieklokaal met een school
eigenlijk nog duurder dan die van een burgerhuis.
Verder dient te worden opgemerkt, dat er 12.000.
ten goede komt aan den dienst van Gemeentewerken
voor het maken van de teekeningen, voor honorarium,
enz. Dit bedrag komt ten goede aan de onverdeelde
post op de begrooting, waarover hier al meer is gespro
ken, maar die 12.000.— moet toch komen ten laste
van de school. Deze zal nu met alles en alles, tot
schooltuintjes, het betegelen van de speelplaats, gor
dijnen, enz. enz. toe, 130.000.kosten.
Gaan wij nu deze kosten vergelijken met de school
in de Schrans, dan blijkt, dat deze laatste zeer zeker
mét een gymnastieklokaal 80.000.zou kosten, ter
wijl de kosten van onze school, wat het gebouw alleen
betreft, zijn begroot op 97.000.Het werk zal echter
zeer zeker, evenals bij de andere scholen, onder de be
grooting worden aangenomen dat zal ook vrij zeker
het geval zijn geweest bij de school in de Schrans
omdat dergelijke groote bouwwerken zoo begeerde
werken zijn cn het bij dergelijke groote gebouwen vaak
blijkt, dat zij nog al meevallen bij de aanbesteding.
Dan is er bij de school in de Schrans ook niet een
lokaal voor handenarbeid en verder is bij onze school,
omdat het gymnastieklokaal bij deze school staat, nog
een kleine bijbouw geprojecteerd, om in het vervolg te
voorkomen dat, als het gymnastieklokaal moet worden
gebruikt door andere scholen of door particuliere ver-
eenigingen, men dan altijd dóór de school moet. Dat
wordt nu voorkomen, door een kleine entrée te maken,
afzonderlijk voor het gymnastieklokaal, zoodat men
daarin kan komen zonder de school zelf in gebruik te
nemen.
De heer Oosterhoff zegt zelf, dat een school in de
hoofdplaats van Friesland wel wat boven een school
op het platteland mag uitgaan en vooral wel boven
een school in een dorp als Huizum, merkt spreker op
Nu zijn er de laatste jaren niet overdreven scholen ge
bouwd, al hadden zij misschien nóg we! eenvoudiger
gekund. De nieuwe school aan de Willem Sprengerstraat
is ook ontzettend sober, terwijl men met de hier voor
gestelde school moet zorgen, dat zij op de plaats, waar
zij komt te staan, eenig aanzien moet geven en men
dus moet bedenken, dat daar een project moet komen
dat aan redelijk eischen van welstand voldoet.
Wat hier ook nog bij komt. is de heifundeering. Als
wij gaan vergelijken, moeten wij in aanmerking nemen,
j dat die zeer zeker in de Schrans ook niet wordt aan
gebracht. F.r is hier ook nog aan de mogelijkheid ge
dacht om heifundeering te ontzeilen, maar men heeft
om het geringe bedrag, dat heifundeering met gewone
fundeering zou schelen het verschil was om en bij
de 1000.— de heifundeering niet achterwege
willen laten, omdat men zonder deze niet zeker was
dat eenige „zetting" zou worden voorkomen. Want een
school zonder heifundeering in Leeuwarden zal zakken;
wij hebben dat gezien aan de scholen, die hier gebouwd
zijn zonder heifundeering. Wij kunnen zien aan school
13 aan de Van Sytzemastraat, hoe die er heen hangt;
het is eenvoudig jammer voor het geld, dat daar niet
een bedrag voor heifundeering is besteed, want was
dat wel gebeurd, dan zou die school nog precies zoo
staan, als zij is gebouwd. Daarom is hier gezegd: over
dat geringe velschil stappen we heen, want dan zijn wij
er van verzekerd, dat wij voor alle verzakking zijn
gevrijwaard.
Spreker gelooft dus, dat bij dezen schoolbouw niet
met het geld is omgesprongen, door dat te besteden aan
luxe uitgaven de school is zoo eenvoudig mogelijk,
maar een heifundeering is noodig.
Spreker hoort bij interruptie roepen: en de toren
maar dat is een bijkomstige kwestie. Een toren is te
veel gezegd; dat is een opgetrokken trappenlokaal,
waaraan misschien een paar M:L meer wordt besteed
dan absoluut noodzakelijk was, maar voor die luttele
guldens meer heeft men beter uiterlijk.
Alles bijeen genomen, komt spreker dan ook tot de
conclusie, dat deze school zeker wejnig of niet duurder
wordt dan het voorbeeld, door den heer Oosterhoff
genoemd.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 December 1928. 23/
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi zegt, dat het
haar eigenlijk eenigszins heeft verwonderd, dat hier
weer een zesklassige school wordt gebouwd in plaats
van een zevenklassige. Zij had dat zoopas reeds willen
zeggen; als het 7e leerjaar verplicht wordt gesteld, is
het dan toch de bedoeling om de kopscholen te houden
en is het dan niet de bedoeling om een 7e leerjaar te
hebben in elke school Als dat wel de bedoeling is,
vindt spreekster het eigenaardig om op het oogenblik
weer een zesklassige school te bouwen. Daaromtrent
zou zij graag nader worden ingelicht.
De heer Oosterhoff wil wel alle recht laten weder
varen aan de cijfers van den wethouder van Openbare
Werken, welke hij niet kan tegenspreken; hij geeft die
dadelijk toe. Toch is daarmee bij spreker niet weg
genomen de gedachte, dat het oneindig veel eenvoudiger
zou kunnen; zeifs als hij in aanmerking neemt, dat het
gebouw extra zal moeten worden gefundeerd en dat in
de kosten ook die van de meubileering zijn begrepen,
is zijn meening, dat men toch met een veel lager bedrag
zou kunnen volstaan. De bewering, dat de kosten van
de meubileering zoowat net zoo hoog komen als die
van den bouw, zal de wethouder toch, na ernstige
overweging, wel terugnemen. Wij hebben zoopas juist
de gelden voor banken in een school gevoteerd en
spreker heeft daarbij niet den indruk gekregen, dat
daarmee zulke geweldige kosten heengaan, dat met die
kosten deze totaaluitgaven zijn goed te praten.
Als men als voorbeeld neemt de school, die spreker
heeft genoemd en men telt daarbij de kosten van de
heifundeering en van de meubileering, dan komt het
spreker voor, dat men bij lange na niet komt op de
kosten, die hier worden genoemd.
Maar er zijn hier andere argumenten genoemd, die
niet onder cijfers zijn te brengen, maar die hier den
doorslag geven. Door den heer Molenaar is de op
merking gemaakt, dat de school aan de Kievitstraat
heel sober is. Spreker heeft daar absoluut niets van
begrepen; hem lijkt het toe, dat dit een school is, die
voor deze gemeente absoluut voldoende is, maar als
men van het standpunt uitgaat, dat die school niet vol
doende is, dan geeft hij zich gewonnen en dan is er
geen praten tegen.
Dan zijn hier nog twee dingen genoemd en wel ten
eerste de plaats van de school. Spreker acht dat juist
de fout, dat men voor deze school een plaats heeft ge
kozen. waar zij in het oog moet vallen. Daardoor maakt
men de zaak duur; men moet juist voor een school een
plaats kiezen, waar zij niet al te veel in het oog valt,
dan kunnen daarmee kosten worden bespaard.
Een ander argument is, dat er den laatsten tijd twee
bijzondere scholen zijn gebouwd, die óók zoo duur zijn.
Juist, daar gaat het om. men gaat nu per slot van reke
ning in dure scholen met elkaar concurreeren. Spreker
meent echter, dat er dan een oogenblik moet komen,
dat wij zeggen „Halt!" en wanneer de andere partij
dat voorbeeld niet wil geven, dan moeten wij het doen.
Wij behooren de uitgaven te voteeren voor een uit
stekende school, maar ook zonder iets meer, want als
wij steeds tegen elkaar gaan opbieden, waar is dan het
eind Dat is sprekers overtuiging en hij gelooft dat,
wanneer wij daarmee rekening hielden, wij tot een veel
zuiniger bouw zouden kunnen komen.
De heer IJ. de Vries zou willen opmerken, dat hij zich
absoluut niet zal verzetten tegen den bouw van de
school, maar hij is het in zooverre met den heer Ooster
hoff eens, wij moeten zeer voorzichtig zijn, door aan
de scholen zoo weinig mogelijk luxe aan te brengen
en wel eenvoudig om deze reden. Er worden hier op
het oogenblik twee bijzondere scholen gebouwd en het
volgend jaar zal deze school er komen; zooals de toe
komst lijkt, zal het daarop volgende jaar nóg een open
bare school moeten komen aan den Oostkant van de
stad en misschien ook nog een bijzondere. Als wij dan
alle jaren één school bouwen en misschien soms twee
en wij kunnen op iedere school 20.000.besparen,
door wel niet de soliditeit te verminderen, maar het in
de eenvoudigheid te zoeken, dan zou dat beteekenen,
dat wij 100.000.zullen besparen.
Wat betreft het standpunt van den heer AL Molenaar,
ja, spreker mag ook wel iets moois, een monumentaal
gebouw mag ook hij wei, maar als wij dat moeten be
talen uit de algemeene kas van de gemeente, moeten
w ij daarmee voorzichtig zijn. Als het openbaar onder
wijs zoo voortgaat, wil misschien het christelijk onder
wijs dat óók wei hebben
De heer Dijkstra: Het kan ook andersom wezen
De heer IJ. de Vries: Ja, dat is juist het stand
punt, dat wij niet moeten innemen. Dan wordt het een
concurreeren tegen elkaar en dan krijgt men, dat de
menschen van de openbare school zeggen is dat niet
prachtig?, terwijl de menschen van de bijzondere school
zullen zeggen hebben wij daar niet een prachtig ge
bouw staan? Dan gaal het op dezelfde wijze als bij den
Koning van Babel, die zeide: is dat niet een mooi Babel,
dat ik gebouwd heb
Dien weg moeten wij niet op, maar wij moeten komen
tot besparing van kosten. Van iedere 10.000.die
wij te veel uitgeven, moeten wij rente en aflossing be
talen en wij leggen die lasten op ons zelf en op ons
nageslacht. Alles wat overbodig is, moeten wij dus niet
doen; spreker is het volkomen met den heer Oosterhoff
eens dat, als er bezuinigd cn vereenvoudigd kan wor
den, zonder de degelijkheid te schaden, dit dan moet
gebeuren. Te meer, waar de bouw van meer scholen in
't zicht is, moet vooral de zuinigheid worden betracht.
De heer Feddema: Het gaat met elk bouwwerk als
met dit, het is een kwestie van opzet. Toen wij in de
commissie voor Openbare Werken dit plan hebben ge
kregen en de teekeningen hebben bezien, waren het
bestek cn de begrootingen ook reeds klaar, omdat er
haast bij de zaak was; de school moet met 1 September
gereed zijn. Den opzet hebben wij dus niet gezien en het
hangt er nu maar heelemaal van af, hoe een opzet is.
Aan dit gebouw is absoluut niet te veranderen, het is
één geheel geworden; hier is dus niet aan te ontkomen
of men zou hier geheel moeten afstappen en een heel
nieuw gebouw moeten opzetten.
Luxe zit hier niet aan; dat kan men niet zeggen om
dien toren, die hier aan zit; men kan den bouwmeester
toch niet geheel aan banden leggen. En wat betreft de
opmerking dat het gebouw op een hoek komt. wel, ik
kan mij best begrijpen, dat Burgemeester en Wethou
ders een hoek uitzochten; dan krijgt men eens een aar
dige afsluiting. Er werden hier niet veel monumentale
gebouwen in Leeuwarden gebouwd, laat er maar eens
I een komen, dat een hoek afsluit, daar mag men ook wel
een kleinigheid voor over hebben, zou ik zeggen.
Alleen dit wil ik we! zeggen ik heb dat den vori-
gen 'keer, in de commissie, niet gezegd, omdat ik allen
schijn wil vermijden, dat men van christelijken kant
tegen de openbare scholen begint het is de vraag,
of hier direct een gymnastieklokaal bij had gemoeten,
zooals mevrouw Buisman ook reeds heeft opgemerkt,
het is de vraag of één gymnastieklokaal niet voor drie
scholen had kunnen dienen. Als er den laatsten tijd
christelijke scholen werden gebouwd, werd hun steeds
een eigen gymnastieklokaal ontzegd. Ik ben er voor dat
elke school een krijgt, want er gaat altijd tijd verloren
met heen en weer loopen, maar misschien dat deze
school evenals de christelijke school van een ander
gymnastieklokaal gebruik had kunnen maken. Dat is
misschien de eenige opmerking, die men zou kunnen
maken, want als gebouw is deze school heelemaal zon
der eenige luxe. Wil men goedkooper, dan moet men
i1