238 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 December 1928. dit voorstel afstemmen en dan moet er een geheel nieuw plan komen, maar dat kan voor den Raad toch niet een reden zijn, want met 1 September moet het gebouw ge reed zijn. De heer M. Molenaar: De heer Oosterhoff verwondert zich, dat ik gesproken heb over de school aan de Kievit straat als over een sober gebouw, maar ik heb daarbij alleen het oog gehad op het uiterlijk; de school zelf vind ook ik uitstekend ingericht. Ik heb er mijn verheuging over uitgesproken, dat thans aan het uiterlijk veel zorg wordt besteed, maar dat wil niet zeggen dat de school daardoor duur is geworden, want luxe zit er niet aan. Men kan wel een lomp gebouw oprichten, dat heel duur is en wie zegt dat, wanneer deze school anders wordt gemaakt, wij daarmee goedkooper uit komen? Als wij de teekening zien, ben ik het volkomen met den heer Feddema eens, luxe zit er niet aan, maar het is een smaakvol geheel, waaraan veel zorg is besteed. De heer H. de Boer (wethouder) zegt, dat de vraag van mevrouw Buisman natuurlijk uit den aard der zaak heel moeilijk is te beantwoorden, omdat nog niet met zekerheid kan worden gezegd, hoe de oplossing voor de scholen zal zijn. nu het 7e leerjaar verplichtend is gesteld. Maar wel kan dit worden geconstateerd, dat wij hier nu eenmaal hebben de z.g. kopscholen of cen trale 7e en 8e leerjaarscholen en dat daarop bij den bouw van elke school gerekend is, zoodat, indien aan elke school een 7e leerjaar zou worden verbonden, dan ook aan elke school een lokaal zou moeten worden bij gebouwd. Als hier nu een zevenklassige school werd ge bouwd, dan zou men hier, afgescheiden van 't feit, dat de school daardoor nog duurder zou worden, een twee slachtig systeem krijgen en spreker voelt er althans voorloopig niet voor, om dan van andere scholen de 7e leerjaren te brengen in centrale scholen of kopscholen en bij deze weer het 7e leerjaar te houden in de school zelf. Dat is de overweging geweest, waarom er niet een lokaal meer zal worden bijgebouwd. De heer Fransen (wethouder) zou nog een enkele opmerking willen maken. Er is door den heer Oosterhoff gezegd, dat de heer M. Molenaar in eerste instantie heeft opgemerkt, dat school 15 zoo sober was en dat hij daarom blij was, dat deze school er wat beter uitzag. Spreker heeft dat zoo niet begrepen, want dan zou hij ei wel direct op zijn ingegaan; men moet geen verge lijking maken tusschen school 15 en deze school. School 15 is een eenvoudige school, die aan het oog niet bij zonder aangenaam aandoet. Maar hoe is daarbij de toestand geweest? Toen die school was ontworpen en reeds de aanbesteding achter den rug was, bleek, dat de Schoonheidscommissie de school finaal afkeurde. Het was een ontwerp van den vorigen directeur van Ge meentewerken. maar de school werd uit een oogpunt van welstand finaal afgekeurd. Wij hebben toen in zeer korten tijd, ook nog in overleg met den aannemer, moe ten trachten er dat van te maken, wat de Schoonheids commissie welgevallig zou zijn; dat is in een dag of drie voor elkaar gebracht en gelukt ook. Men begrijpt echter wel dat, waar het eerste ontwerp finaal werd afgekeurd, omdat het in geen enkel opzicht aan den welstand voldeed, en het volgende slechts enkele oogenblikken voor de goedkeuring moest worden ge maakt, dit zoo doodeenvoudig is geworden, dat daar aan ook in 't geheel geen luxe is ten toon gespreid, ten zij men onder luxe verstaat de tegenwoordige inrichting van de gangen met tegels en van de lokalen en de nette sanitaire inrichting in de scholen. Dat is de eenige luxe, die is gebruikt, maar men zal toch ook niet graag terug willen naar het tonnenstelsel. Een sanitaire inrichting is nu eenmaal een dure inrichting, maar zij komt de hygiëne ten goede. De heer Oosterhoff heeft gezegd dat de school op de piaats, waar zij wordt gezet, te veel in het oog loopt. Burgemeester en Wethouders hebben er lang en breed over gesproken op welk punt de school zou moeten staan; eerst hadden zij de school nog geprojecteerd op den hoek, waar ook een nieuwe H. B. S. is geprojec teerd, n.l. aan het Engelscheplein, maar bij nadere over weging meenden zij daar de school toch maar niet te moeten bouwen, omdat dat plein van dien aard is, dat de school dan zeker een monumentaal gebouw zou moeten worden. Zij hebben toen de school een zijstraat ingebracht, die uitloopt op de Bildtschestraat, waardoor men van uit de Bildtsche straat een aardig aspect krijgt. De heer Oosterhoff heeft opgemerkt dat er is gezegd, dat de twee bijzondere scholen óók zoo duur waren en dat daarom deze school óók zoo duur moest zijn. Neen, dat is sprekers bedoeling niet geweest; hij heeft alleen betoogd, dat de bouw van die inrichtingen op het oo- genblik die bedragen eischt. De heer Oosterhoff schudt van „neen", maar zoo is het De heer Oosterhoff; School 15? De heer Fransen (wethouder): lk weet het niet pre cies, maar ik meen dat die meer of eventjes minder heeft gekost; 't was in ieder geval om en bij dat bedrag. Ik meen dat die school is aanbesteed voor 87.000. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi: Ik meende dat het alles bij elkaar 127.000.was. De heer Fransen (wethouder) herhaalt dat. naar hij meent, die school is aanbesteed voor 87.000.terwijl deze is begroot op 97.000.de begrooting van school 15 was echter ook even hooger. Als wij hier dus hebben een school met 8 lokalen en een bijgebouwtje en een gymnastieklokaal, dan komen de kosten zoo hoog, niet omdat de bijzondere scholen zoo duur komen, maar eenvoudig, omdat dergelijke gebouwen zoo duur zijn, omdat, willen zij aan eenvoudige eischen voldoen, die bedragen er mee gemoeid zijn. De heer IJ. de Vries wil zoo weinig mogelijk luxe en wil dat men niet tegen elkaar zal opbieden. Neen, luxe is er niet aan die scholen, maar door toevallige omstan digheden doen het project en de lijnen daarvan, doet het geheel aan het oog aangenaam aan. Indien zoo'n project mooi is, zal men licht geneigd zijn om te zeg gen: wat zal dat duur zijn Neen, dat behoeft niet; wij hebben toch bij ondervinding, dat van elk plan, dat door de Schoonhedscommissie wordt afgekeurd, het nieuwe ontwerp, dat aan de eischen voldoet, absoluut niet duur der behoeft te zijn. Het is juist een kwestie van opvat ting, van lijnen, enz., waardoor men voor hetzelfde geld een veel mooier geheel kan krijgen. De heer Feddema heeft gezegd, dat het plan in de commissie voor Openbare Werken is geweest en dat hij als lid van die commissie geen enkele opmerking over den prijs van de scholen heeft willen maken. De heer Feddema heeft echter verder opgemerkt dat alles klaar was en dat men in de commissie niet anders kon doen dan het plan goed- of afkeuren. Spreker zou dan willen vragen: als de stukken aan de commissie worden ge zonden en Burgemeester en Wethouders hebben niet alles klaar, dan stuurt toch de commissie de zaak terug om volledige inlichtingen Hier waren de volledige plannen met het bestek er bij, alles kant en klaar; de commissie kon dus haar oogen over alles laten gaan: het plan, de berekening van kosten, een uitvoerig be stek, alles was er bij. Spreker meende dus, dat hier wer kelijk iets was gedaan, wat de commissie welgevallig was, omdat men nu over alles kon oordeelen. Het gymnastieklokaal is bij sommige christelijke scholen wel eens weggelaten, zegt de heer Feddema. Dat is echter niet gebeurd ómdat het een christelijke school is, maar omdat het college meent dat, waar be paalde gymnastieklokalen voor de openbare scholen be Versiag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 December 1928. 239 staan, deze ook in medegebruik kunnen worden afge staan aan christelijke scholen, die op betrekkelijk korten afstand van die lokalen zijn gelegen. Spreker meent echter dat aan de nieuwe christelijke school wèl een gymnastieklokaal wordt gebouwd De heer IJ. de Vries: Neen, net zoo min. De heer Fransen (wethouder) meent toch dat één van de beide nieuwe bijzondere scholen wèl een gymnas tieklokaal krijgt. De Katholieke school krijgt er wel een; het college wenscht dus de bijzondere scholen wel tege moet te komen, maar het combineeren van schoien met betrekking tot de gymnastieklokalen blijft toch wel een beetje gewenscht De heer IJ. de Vries: Bevoorrechting De heer Fransen (wethouder) Het gaat er niet om, bij wélke school het is, maar Burgemeester en Wet houders zijn van meening dat, als het niet absoluut noodig is, omdat dicht bij een gymnastieklokaal van een andere school ter beschikking kan worden gesteld, het onnoodig is om bij elke school een gymnastieklokaal, dat ongeveer 25.000.kost, aan te brengen. Spreker meent hiermede in tweede instantie de spre kers zoo goed mogelijk te hebben beantwoord. De heer Feddema wil nog een kleine opmerking ma ken. Hij wil graag hulde brengen aan den wethouder, dat deze met de volledige plannen is gekomen, maar dat wil niet zeggen dat het goed is, dat dit op het laatste oogenblik gebeurt. De wethouder weet ook wel, dat er zelfs nog een keer eerder een vergadering van de com missie is geweest en dat men ten slotte, ter wille van de vlugheid, omdat de school September gereed moet zijn, de plannen maar heeft goedgekeurd; wanneer men op het laatste oogenblik een bordje met eten krijgt, moet men dat opeten. Als de commissie echter vroeger in de plannen was gekend, was er misschien ook over ge sproken, maar nu lag de zaak er en moest men die aan nemen, omdat het gesneden koek was. De heer Fransen (wethouder) merkt op, dat de heer Feddema zegt als de commissie maar eerder in de plannen was gekend. Maar de plannen of voorstellen gaan niet eerder naar de verschillende commissiën, dan wanneer zij door den betrokken dienst zijn ingediend en Burgemeester en Wethouders zijn niet tevreden met halve of gedeeltelijke plannen. Als zij aan een bepaal den dienst een opdracht geven, dan verwachten zij dat het geheele plan met de begrooting wordt ingezonden; dan kunnen Burgemeester en Wethouders er over oor deelen of de kosten te hoog of te laag zijn of dat er iets aan de plannen veranderd moet worden en dan gebeurt het ook wel eens, dat zoo'n plan eerst nog wordt terug gestuurd. De commissie krijgt dus de volledige plannen, als die Burgemeester en Wethouders hebben gepas seerd om vooraf, als de Directeur een schema heeft ingezonden, daarmee bij de commissie te komen, zou niet bevorderlijk zijn voor een spoedige afdoening van zaken. Wanneer de heer Feddema nu zegt, dat spreker reeds in een vorige commissievergadering het plan had mee genomen, wil spreker opmerken dat hij toen heeft ge zegd: dit plan is ingekomen, maar ik zou U niet aan raden het nu reeds onmiddellijk te bespreken, omdat het nog niet door de leden der commissie is kunnen worden bestudeerd. Spreker heeft toen dus zelf geadviseerd het in de volgende commissievergadering te bespreken. Dat. wat de vorige commissievergadering betreft. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter wil nog even terugkomen op punt 9 der agenda Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ver huring van de bovenwoning Joubertstraat no. 18 aan de wed. O. Bottinga. Van bevriende zijde is hij er opmerkzaam op gemaakt, dat in het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verhuren van deze woning een vergissing is ge slopen. De bedoeling is geweest, dat Burgemeester en Wethouders zouden voorstellen een huursom in over eenstemming met die, welke is voorgesteld door den Administrateur van het Gemeentelijk Woningbedrijf, den heer Algra, maar nu is per abuis in het voorstel van Burgemeester en Wethouders 6.25 gedrukt, terwijl dit 6.50 had moeten zijn. Het is beneden al even nage zien, hoe die vergissing er in gekomen is, maar dat is niet bekend geworden. Spreker wil nu namens Burge meester en Wethouders voorstellen het Raadsbesluit alsnog zoodanig te wijzigen, dat in plaats van „voor den prijs van 6.25 per week" wordt gelezen „voor den prijs van 6.50 per week". Dienovereenkomstig wordt met algemeene stemmen besloten. 14. Voorstel van Burgemeester en Wetho iders in zake den aanleg van straten en van een openbaar speelterrein ten Zuidwesten van de Bildtschestraat en tot vaststelling van rooilijnen ter plaatse. Dit voorstel luidt als volgt In verband met ons aan Uwe Vergadering gedaan voorstel (bijlage no. 24) tot stichting van een school voor openbaar gewoon lager onderwijs op het in 1923 van de erven Koning aangekochte land ten Zuidwesten van de Bildtschestraat, meenen wij U tegelijkertijd een voorstel te moeten doen om op het overige gedeelte van het terrein tot straataanleg over te gaan. Op de hierbij gevoegde teekening no. 2270 van den Directeur der Gemeentewerken is het desbetreffende stratenplan nader uitgewerkt. Daaruit blijkt, dat achter de ontworpen school tevens een openbaar speelterrein is geprojecteerd, op soortgelijke wijze als geschied is bij de school van de Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs aan de Oostzijde van Oldegalileën. De Commissie voor de Openbare Werken gaat met het ingediende plan accoord, behoudens dat zij adviseert den ontworpen 2 Meter breeden doorgang van uit de Bildtschestraat te laten vervallen. Genoemde Commissie is van meening dat aanleg van dergelijke, in strijd met de Bouwveror dening zijnde, straatjes moet worden nagelaten. In dit verband geeft zij tevens in overweging de tegenover het geprojecteerde straatje gelegen steeg aan de Noord oostzijde van de Bildtschestraat, uitmakende een ge deelte van de Beetgumerstraat, alsnog te laten verval len. Onzerzijds bestaan tegen een en ander geen beden kingen. Het op het nieuwe stratenplan ontworpen ver bindingsstraatje toch kan gevoeglijk achterwege worden gelaten, terwijl het daartegenover liggend straatje aan de andere zijde van de Bildtschestraat zonder bezwaar tot aan de achterzijde van de erven der gemeentewo ningen aan de Zuidwestzijde van de Marssumerstraat kan verdwijnen en weder gevoegd worden bij het bouw terrein aan de Bildtschestraat. Met inachtneming van de boven aangegeven wijziging kunnen ook wij ons met het ingediende stratenplan vereenigen. De kosten van den straataanleg worden door den Di recteur der Gemeentewerken geraamd op 35.000. die van den aanleg der trottoirs op 4600.met dien verstande, dat onder het eerstgenoemde bedrag de kosten van het speelterrein, begroot op 6500.zijn begrepen. In totaal is derhalve benoodigd 39.600.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1928 | | pagina 5