246 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad 18. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders op het adres van de Vereeniging Leeuwarder Tehuis voor Dakloozen „Practische Hulp", alhier, om haar van gemeentewege een garantie te verleenen, voor een door haar a m te gane geldleening. Dit praeadvies luidt als volgt In Uwe vergadering van 26 Juni j.l. werd om prae advies in onze handen gesteld een adres van de Veree niging Leeuwarder Tehuis voor Dakloozen „Practische Hulp", alhier, houdende verzoek haar van gemeente wege eene garantie te verleenen op een door haar aan te gane geldleening groot 75.000. Zooals uit het adres blijkt en Uwe Vergadering door de ter zake reeds gehouden besprekingen bekend was, ligt het in het voornemen van de adresseerende veree niging de gelden, welke zij zich door de leening denkt te verschaffen, aan te wenden voor de stichting van een nieuw gebouw voor de huisvesting van de door haar te verzorgen personen. Het gebouw aan de Molenstraat toch, dat de vereeniging thans voor dit doel in gebruik heeft en dat behoord heeft tot het complex gebouwen destijds bestemd voor geïnterneerde Engeische mili tairen, is allengs in een minder gunstigen toestand komen te verkeeren en begint dermate gebreken te ver- toonen, dat kostbare reparatie's niet kunnen uitblijven. Bovendien maakt de aard van dit gebouw eene oecono- mische exploitatie niet mogelijk en is het brandgevaar verre van denkbeeldig. Hierbij kan nog worden ge voegd, dat verplaatsing van het bestaande gebouw ook met het oog op den woningbouw, zooals die zich in de laatste jaren in dat stadsgedeelte heeft ontwikkeld, wenschelijk is en dat het, gelijk adressant terecht doet opmerken, in verband daarmede voor de gemeente niet zonder belang is om over het thans in beslag genomen terrein de vrije beschikking te verkrijgen. Wij zijn van meening, dat er in beginsel geen be zwaar tegen bestaat om door het geven van eene ge meentelijke garantie het sluiten van een leening voor de vereeniging te vergemakkelijken. De taak toch, welke „Practische Hulp" in de gemeenschap vervult, is van dien aard, dat, naast waardeering, ook, zoo noodig, financieële steun van den kant der gemeente gewettigd is. Ook Uwe Vergadering stelt zich, blijkens het sub sidie. dat in de laatste jaren ten behoeve der vereeniging op de gemeentebegrooting pleegt te worden uitgetrok ken, op dit standpunt. Een vraag is echter, of het be drag tot hetwelk de gewenschte garantie zal loopen, niet te hoog is en of aan het verleenen van die garantie niet eenige voorwaarden zullen moeten worden ver bonden. Wat het eerste betreft, achten wij het in het adres vermelde bedrag ad 75.000.voor dit doel inderdaad aan den hoogen kant. Wel ontveinzen wij ons niet, dat met aankoop van den benoodigden grond en met de stichting en inrichting van een nieuw gebouw een aan zienlijke som gemoeid zal zijn, maar wij zijn er niet van overtuigd, dat niet met een lager bedrag kan worden volstaan, zonder dat het beoogde doel wordt geschaad. Daarom zouden wij bovengenoemd cijfer beschouwd 1 willen zien niet als een fixum, doch als een maximum, waar men, indien maar ecnigszins mogelijk, beneden moet blijven. Onder de door U aan het verleenen der garantie te verbinden voorwaarden ware derhalve een bepaling op te nemen om der gemeente een waarborg te ver schaffen, dat de te besteden som niet hooger wordt dan het te verzorgen belang eischt; met het oog op de be langrijke financiëele verplichtingen, welke de gemeente in dezen op zich neemt, is het scheppen van zulk een waarborg alleszins gerechtvaardigd. De bedoelde voor waarde zou dan moeten inhouden, dat de aankoop van j tien benoodigden grond de goedkeuring van ons Col lege behoefthet voor den grond te besteden bedrag toch heeft op de totale kosten grooten invloed. Ook ten aanzien van het bouwplan ware de goedkeuring van ons van Leeuwarden van Dinsdag 11 December 1928. College voor te behouden. Tot meerdere zekerheid zal voorts de garantie door een hypotheek ten behoeve van de gemeente zooveel mogelijk dienen te worden gedekt. Blijkens haar adres gaat de vereeniging uit van de veronderstelling, dat het haar tot dusverre verleende subsidie uit de gemeentekas bij den bouw van een nieuw dakloozentehuis in de eerstvolgende reeks van jaren op 7200.bepaald blijft, indien zulks noodig blijkt. Bij ons College bestaat tegen dit laatste geen bezwaar; ook Uw Raad heeft zich, volgens de over dit punt in een vorige vergadering gehouden bespreking, in beginsel hiermede vereenigd. Bij die bespreking is nog eene aangelegenheid naar voren gebracht, met het verzoek van „Practische Hulp" verband houdende. Wij bedoelen de quaestie van de kinderverzorging, met name de vraag of het wel ge- wenscht moet worden geacht naast het Stadsverzor- gingshuis een tweede, ongeveer gelijksoortige, inrichting tot verzorging van kinderen in stand te houden. Deze zaak leek ons van voldoende belang om aan een nauw keurig onderzoek te worden onderworpen, weshalve wij aan een daartoe door ons benoemde commissie ver zochten ons te dezer zake van advies te willen dienen. Deze commissie welke bestond uit de heeren W. Fransen en H. de Boer, leden van ons College, mr. R. Römer, Voorzitter van de vereeniging „Practische Hulp", F. j. A. Fritzlin, Voogd der Stads-Armenkamer, mevr. H. C. BuismanBlok Wijbrandi en de heeren B. Mole naar en Ij. de Vries, leden van Uwen Raad heeft 19 November j.l. een uitvoerig rapport ingediend, dat wij te Uwer kennisneming bij de stukken hebben ge voegd. De Commissie, wier advies getuigt van nauw gezette overweging der onderwerpelijke zaak, komt tot de slotsom, dat naar hare meening in de tegenwoordige wijze van kinderverzorging, waarbij het Stadsverzor- gingshuis is aangewezen voor de vaste en „Practische Hulp" voor de tijdelijke gevallen, geene verandering behoeft te worden gebracht. Mede op grond van het geen de Commissie in haar advies mededeelt, kunnen wij ons met hare conclusie geheel vereenigen, zoodat naar onze meening ook uit dezen hoofde inwilliging van het verzoek van „Practische Hulp" geen bedenkingen ontmoet. Onder overlegging van en met verwijzing naar de stukken geven wij Uwe Vergadering mitsdien in over weging te besluiten de gemeente Leeuwarden, zoo noodig, borg te stellen tot een bedrag van ten hoogste 75.000.voor de richtige betaling van rente en aflossing van eene ten behoeve van de oprichting van een nieuw dakloozen tehuis door de Vereeniging Leeuwarder Tehuis voor Dakloozen „Practische Hulp", alhier, eventueel aan te gane geldleening, zulks indien de genoemde vereeniging zich jegens de gemeente verbindt tot aanvaarding en naleving van de navolgende voorwaarden en bepalingen 1. voordat de geldleening door de vereeniging wordt aangegaan, onderwerpt deze het te vergoeden rente percentage en de wijze van aflossing aan de goedkeu ring van Burgemeester en Wethouders; 2. de vereeniging zendt het besluit tot aankoop van den benoodigden grond, alsmede het uitgewerkte bouw plan (bestek) met kostenberekening, tevoren ter goed keuring aan Burgemeester en Wethouders; 3. de bouw van het dakloozentehuis en alles wat daartoe behoort zal tenzij Burgemeester en Wethou ders, na overleg met de vereeniging, afwijking hiervan gewenscht achten in het openbaar worden aanbe steed volgens door Burgemeester en Wethouders goed gekeurde bestekken; de gunning mag niet plaats hebben zonder machtiging van genoemd College; 4. de vereeniging staat, indien zulks door Burge meester en Wethouders gewenscht wordt, toe, dat van wege de gemeente toezicht op de uitvoering van den bouw wordt gehouden; Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 December 1928. 247 5. het te bouwen dakloozentehuis wordt ten genoe gen van Burgemeester en Wethouders tegen brand schade verzekerd en onderhouden; 6. ten behoeve van de gemeente wordt op het te stichten gebouw met bijbehoorend terrein een crediet- hypotheek gevestigd tot een bedrag van ten hoogste 75.000.in hoofdsom, en voorts van de voorwaarden, die Burgemeester en Wethouders in het belang der gemeente noodig zullen oordeelen, een en ander met bepaling, dat alle kosten van akten en dergelijke, die in verband met dit besluit verschul digd mochten worden, voor rekening van de Vereeniging Leeuwarder Tehuis voor Dakloozen „Practische Hulp" komen. De beraadslagingen worden geopend. üe heer Oosterhoff zou graag willen beginnen met een woord van hulde te brengen aan de commissie voor den door haar verrichten arbeid, maar datgene, wat de commissie heeft voorgesteld, heeft hem toch niet lieelemaal bevredigd. Spreker weet niet of dit moet worden toegeschreven aan de opdracht van de com missie of aan het feit, dat de commissie zich alleen maar tot een gedeelte van die opdracht heeft bepaald, maar spreker heeft sterk den indruk gekregen bij de besprekingen in den Raad dat bij deze kwestie ook aan de orde werd gesteld het geheele Verzorgingshuis en een combinatie van deze beide inrichtingen. Nu behandelt het rapport wel de kwestie van de ver zorging der kinderen, maar verder is de commissie niet gegaan. Spreker weet niet of dat aan de commissie te wijten is of dat hare opdracht anders heeft geluid; hij had de hoop gehad daaromtrent ook iets te hooren. In de sectievergadering voor de begrooting is echter ook een vraag gedaan over het Stadsverzorgingshuis en waar die kwestie dus klaarblijkelijk ook bij de begroo ting ter sprake zal komen, meent spreker hier de vraag te moeten stellen of het niet wenschelijk is, deze zaak aan te houden, tot men weet wat daarvoor bij de be grooting is gezegd. Spreker weet absoluut niet hoe uitgebreid de beschouwingen hierover zullen zijn, maar hij weet wel, dat die kwestie nader onder de oogen zal worden gezien en waar dat zeer binnenkort zal ge beuren, acht hij het niet wenschelijk, thans ten deele een beslissing te nemen, maar acht hij het beter eerst af te wachten wat daaromtrent nog in het midden zal worden gebracht. Daarom stelt hij voor dit praeadvies aan te houden tot bij de begrooting het Stadsverzorgings huis in bespreking is gebracht. De Voorzitter: Het is Burgemeester en Wethouders wel bekend dat de Vereeniging „Practische Hulp" er wel op gesteld is om, als het kan, spoedig een beslissing van den Raad te krijgen, maar aangezien Burgemeester en Wethouders zelfs den schijn niet op zich zouden willen laden om door een verdediging, om dit voorstel op het oogenblik wèl te behandelen, een soort van „tegenwerking" zooals wel eens wordt gezegd en zooals ik wel eens heb gehoord tegenover den Raad te geven, zullen Burgemeester en Wethouders dit voor stel tot uitstel niet bestrijden. Als de Raad het er mee eens is, willen Burgemeester en Wethouders dus wel met het voorstel van den heer Oosterhoff meegaan, als dit ten minste ondersteund wordt. Het voorstel-Oosterhoff wordt ondersteund. De beiaadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt, overeenkomstig het voorstel van den heer Oosterhoff, besloten het prae advies van Burgemeester en Wethouders aan te houden tot bij de behandeling der begrooting voor 1929. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1928 | | pagina 9